Beleid voor gevonden voorwerpen

Geldend van 19-09-2005 t/m heden

Intitulé

Beleid voor gevonden voorwerpen

1. Inleiding

1.1. Definities

Hieronder wordt een aantal definities en afkortingen gegeven:

  • -

    Besluit: Besluit gevonden voorwerpen (Stb.1991, 434)

  • -

    BW: Burgerlijk Wetboek

  • -

    Gevonden voorwerp: Een gevonden voorwerp is in de termen van het BW een "onbeheerde zaak". Dit wil zeggen een zaak die de eigenaar, zonder dat dit de bedoeling was, is kwijtgeraakt. Bijvoorbeeld een fiets zonder slot op de openbare weg, een losdrijvende boot of een verloren legitimatiebewijs.

  • -

    Vinder: Een vinder is iemand die een onbeheerde zaak aantreft en onder zich neemt met de bedoeling hem weer zo snel mogelijk te doen toekomen aan de eigenaar.

  • Daarbij is niet van belang of de vinder "toevallig" vindt of beroepsmatig optreedt met het oogmerk om in aanmerking te komen voor het vindersloon.

1.2. De regeling

In boek 5, titel 2, van het BW heeft de wetgever een regeling inzake gevonden voorwerpen getroffen. Hierin worden onder andere de verplichtingen, de rechten en de bevoegdheden van vinders geregeld. Daarnaast is de gemeente aangewezen als overheidsinstantie waar gevonden voorwerpen kunnen worden ingeleverd en is de gemeente ten aanzien van gevonden voorwerpen een aantal bevoegdheden toegedeeld.

1.3. Afbakening

Het beleid voor gevonden voorwerpen heeft alleen betrekking op gevonden voorwerpen in de termen van het BW. Het heeft geen betrekking op voorwerpen die in het kader van een handhavingtraject bijvoorbeeld worden meegevoerd en opgeslagen. Hiertoe zijn wettelijke regels opgesteld in hoofdstuk 5 van de Algemene wet Bestuursrecht.

2. De aangifte en afgifte van een gevonden voorwerp

2.1. De verplichting tot aangifte

De vinder van een gevonden voorwerp, die deze onder zich neemt, is verplicht hiervan aangifte te doen (artikel 5:5 BW).

Het BW legt personen die een gevonden voorwerp aantreffen dus niet de verplichting op om deze onder zich te nemen en daarvan aangifte te doen. Dit wil zeggen dat de regels van het BW pas van betekenis worden op het moment dat het gevonden voorwerp vrijwillig door de vinder onder zich wordt genomen.

Op voormelde aangifteplicht bestaat één uitzondering.

Er is geen aangifteplicht als de vinder "terstond" na de vondst hiervan mededeling heeft gedaan aan degene die hij als eigenaar of als tot ontvangst bevoegd mocht beschouwen.

Indien het voorwerp in een besloten ruimte wordt gevonden, is de vinder verplicht hiervan eveneens mededeling te doen aan de bewoner (woning), gebruiker of exploitant van deze ruimte (zwembad, openbaar vervoersmaatschappijen).

2.2. De bevoegdheid met betrekking tot de aangifte

Op grond van artikel 5:5 BW is de gemeente de instantie waarbij vinders aangiften kunnen doen van gevonden voorwerpen. De gemeente dient ambtenaren aan te wijzen die bevoegd zijn om deze aangiften te behandelen.

De praktijk wijst uit dat vinders van gevonden voorwerpen aangifte hiervan doen bij de politie, niet bij de gemeente. Het is dan ook wenselijk om te regelen dat een vinder van een gevonden voorwerp aangifte kan doen bij de politie.

Om het bovenstaande te realiseren heeft het college op grond van artikel 5:5 BW de directie aangewezen als ambtenaren die bevoegd zijn om een aangifte van een gevonden voorwerp te behandelen. Vervolgens heeft de directie de politie een machtiging verleend tot het in behandeling nemen van een aangifte van een gevonden voorwerp. Deze besluiten zijn terug te vinden in de bijlagen 1 en 2.

Nadat een vinder van een gevonden voorwerp aangifte heeft gedaan bij de politie, neemt de politie het voorwerp in bewaring. Uitgezonderd zijn de gevonden vaartuigen. Deze voorwerpen worden opgeslagen op het gemeentedepot achter jachthaven ’t Drijfhuis. De reden hiervoor is dat de politie beperkte

opslagcapaciteit heeft om gevonden vaartuigen op te slaan.

Op grond van artikel 5:5 BW is alleen de gemeente bevoegd om een gevonden voorwerp in bewaring te nemen. Daarom heeft het college besloten de directie een machtiging te verlenen voor het in bewaring nemen van een gevonden voorwerp. Vervolgens heeft de directie besloten het afdelingshoofd en de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie en de politie een machtiging te verlenen tot het in bewaring nemen van een gevonden voorwerp. Deze besluiten zijn terug te vinden in de bijlagen 3 en 4.

Er wordt hier geen onderscheid gemaakt tussen de gevonden vaartuigen en de overige gevonden voorwerpen. Dit heeft te maken met het feit dat de politie na drie maanden de in bewaring genomen voorwerpen overdraagt naar de gemeente. Zie hiervoor paragraaf 3.2.

2.3. Procedure

De politie maakt voor de aangifte van een gevonden voorwerp gebruik van een aangifteformulier.

Daarnaast heeft de gemeente een protocol gemaakt waarin is aangegeven hoe zij omgaat met de aangifte en in bewaringstelling van een gevonden voorwerp. Dit protocol is terug te vinden in bijlage 5.

2.4. De afgifte van een gevonden voorwerp

In beginsel staat het de vinder vrij het gevonden voorwerp in bewaring te geven of zelf mee naar huis te nemen. Indien hij het voorwerp mee naar huis neemt is hij verplicht zelf voor de bewaring en onderhoud van het gevonden voorwerp zorg te dragen. Op het aangifteformulier wordt aangegeven of de vinder afstand van het voorwerp doet en of hij daarop rechten wil uitoefenen. Een kopie van dit formulier zal aan de vinder worden meegegeven. De kopie van het aangifteformulier wordt beschouwd als een bewijs van inbewaringgeving in de zin van artikel 5:5 BW.

Gemeenten kunnen afgifte van een gevonden voorwerp vorderen.

Ingevolge artikel 1 van het Besluit wordt ten aanzien van de beslissingsvrijheid van gemeenten om voorwerpen al dan niet te vorderen een uitzondering gemaakt voor "militaire zaken". Op grond van dit artikel is de gemeente verplicht er voor zorg te dragen dat de vinder voorwerpen, die behoren tot de kleding, uitrusting en wapening van militairen van de krijgsmacht, aan haar in bewaring geeft. Daarbij dient de gemeente deze voorwerpen aan de daartoe door Onze Minister van Defensie aangewezen militaire instellingen over te dragen.

3. De verkrijging van het eigendom van een gevonden voorwerp

3.1. De verkrijging van het eigendom

De vinder verkrijgt, indien de rechthebbende van het voorwerp zich niet meldt, na ommekomst van één jaar na de aangifte of mededeling, de eigendom van het voorwerp (artikel 5:6 BW).

Zulks geldt eveneens indien de vinder het voorwerp niet zelf heeft gehouden maar ter bewaring heeft afgegeven. Voorwaarde is dan wel dat de vinder zich binnen één maand na afloop van het "bewaarjaar" meldt om het voorwerp op te eisen.

Doet de vinder dit niet dan is de burgemeester bevoegd na één jaar het voorwerp te verkopen, om niet over te dragen of te vernietigen. Een vinder zal voormelde termijn zelf in de gaten moeten houden. Er rust geen verplichting op de gemeente de vinder voor het verlopen van de termijn te waarschuwen.

Degene die een onbeheerd voorwerp aantreft en er zich over ontfermt met de bedoeling deze voor zichzelf te houden is géén vinder maar een bezitter (niet te goeder trouw).

Hierop zijn de regels van het vinderschap niet van toepassing.

Een dergelijk persoon wordt ingevolge artikel 105 jo 306 boek 3 BW pas na 20 jaar eigenaar van het gevonden voorwerp.

3.2. De procedure

Indien de vinder bij de aangifte heeft aangegeven dat hij, na de termijn van bewaring, eigenaar van het gevonden voorwerp wil worden, zal het gevonden voorwerp bewaard worden op het politiebureau. In deze situatie heeft de vinder aangegeven dat hij niet zelf voor de bewaring en onderhoud van het gevonden voorwerp wil zorgdragen.

Uitgezonderd is een gevonden vaartuig, deze wordt bewaard op het gemeentedepot achter jachthaven ’t Drijfhuis.

Indien de vinder geen rechten wil uitoefenen op het gevonden voorwerp, neemt de politie het voorwerp drie maanden in bewaring, behalve als het voorwerp een vaartuig betreft.

Na drie maanden wordt het voorwerp met de blauwe M88 en een geleidelijst (zie protocol) overgedragen aan de gemeente, die het voorwerp verder in bewaring neemt. Voor afgifte en ontvangst van het voorwerp wordt op een overdrachtformulier (bijlage 6) getekend door beide partijen. De senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie is verantwoordelijk voor de verdere registratie van het gevonden voorwerp.

Vervolgens wordt het gevonden voorwerp opgeslagen op de gemeentewerf. Kostbare voorwerpen, waaronder sieraden of geld, worden echter opgeslagen in de kluis die aanwezig is op de afdeling Financiën.

3.3. De bevoegdheid met betrekking tot de verkoop, vernietiging en overdracht om niet van gevonden voorwerpen.

De burgemeester is bevoegd een gevonden voorwerp om niet over te dragen, te verkopen en te vernietigen (artikel 5:6 BW), indien de eigenaar van een gevonden voorwerp zich niet heeft gemeld en de vinder geen rechten wil uitoefenen op het gevonden voorwerp.

Op grond van dit beleid draagt de politie gevonden voorwerpen, met uitzondering van de gevonden vaartuigen, na drie maanden over aan de gemeente. Deze gevonden voorwerpen worden opgeslagen op de gemeentewerf.

Het is efficiënter als de senior controle en techniek en het afdelingshoofd van de afdeling Onderhoud en Inspectie namens de burgemeester na één jaar de gevonden voorwerpen om niet mogen overdragen, verkopen en vernietigen.

Op grond van het bovenstaande heeft de burgemeester besloten om de directie een volmacht te verlenen tot het verkopen van de gevonden voorwerpen. Vervolgens heeft de directie de senior controle en techniek en het afdelingshoofd van de afdeling Onderhoud en Inspectie een volmacht verleend tot het verkopen van gevonden voorwerpen. Deze besluiten zijn terug te vinden in de bijlagen 7 en 8.

De verkoop van gevonden voorwerpen vindt plaats door middel van een openbare verkoop. In de Nieuwe Meerbode zal worden aangegeven wanneer een gevonden voorwerp bekeken kan worden. Vervolgens kunnen geïnteresseerden die dag een bod uitbrengen op het gevonden voorwerp. Aan degene die het hoogste bod uitbrengt zal het gevonden voorwerp verkocht worden.

Daarnaast heeft de burgemeester besloten om de directie een machtiging te verlenen tot het om niet overdragen en vernietigen van gevonden voorwerpen. Vervolgens heeft de directie de senior controle en techniek en het afdelingshoofd van de afdeling Onderhoud en Inspectie een machtiging verleend tot het om niet overdragen en vernietigen van gevonden voorwerpen. Deze besluiten zijn terug te vinden in de bijlagen 9 en 10.

3.4. Uitzonderingen bewaartermijn

Op voormelde plicht om gevonden voorwerpen gedurende één jaar te bewaren heeft de wetgever een drietal uitzonderingen gemaakt.

3.4.1. Voorwerpen van betrekkelijk geringe waarde

  • 1.

    Voorwerpen van betrekkelijk geringe waarde, de zogenaamde niet-kostbare zaken die door de vinder vrijwillig in bewaring worden gegeven;

  • 2.

    Gevonden dieren;

  • 3.

    Voorwerpen die snel aan bederf onderhevig zijn of waarvan de bewaring verhoudingsgewijs veel arbeid of geld vraagt.

Is het gevonden voorwerp anders dan op haar vordering aan de politie/gemeente in bewaring gegeven en valt het onder de niet- kostbare zaken, zoals bedoeld in het Besluit, dan is de burgemeester bevoegd na drie maanden het voorwerp te verkopen, over te dragen of te vernietigen (artikel 5:6 BW). De burgemeester is niet bevoegd niet- kostbare zaken te verkopen, te vernietigen of om niet over te dragen indien de eigenaar van de zaak zich heeft gemeld of de vinder rechten wil uitoefenen op het gevonden voorwerp.

De gedragslijn in de gemeente Aalsmeer is dat de burgemeester na drie maanden niet-kostbare zaken vernietigd. Omdat niet-kostbare zaken na drie maanden van de politie naar de gemeente worden overgedragen, is het efficiënter als het afdelingshoofd en de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie bevoegd worden om namens de burgemeester niet- kostbare zaken te vernietigen.

De burgemeester heeft dan ook de directie een machtiging verleend tot het vernietigen van niet-kostbare zaken. Vervolgens heeft de directie het afdelingshoofd en de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie een machtiging verleend tot het vernietigen van niet-kostbare zaken. Deze besluiten zijn terug te vinden in de bijlagen 11 en 12.

3.4.2. Gevonden dieren

Om gemeenten niet (onnodig) op hoge kosten te jagen en ook vanuit praktisch oogpunt (huisvesting) heeft de wetgever het wenselijk geacht om ten aanzien van gevonden dieren een afwijkende regeling in de wet op te nemen.

Wat de wetgever in dit kader onder "dier" verstaat is niet geheel duidelijk. Zeker is echter wel dat "wilde" dieren”, dieren die in beginsel aan niemand toebehoren, niet onder het begrip worden geschaard. Een van het dak gevallen en op straat gevonden huismus valt dus niet onder het begrip "dier" in de zin van de wet.

Voorts is van belang dat het dier ook daadwerkelijk "kwijt" is. Een dier dat zich slechts voor een ogenblik heeft verwijderd van zijn eigenaar of diens erf en waarvan de eigenaar het dier dus niet heeft verloren is geen "gevonden voorwerp".

Indien het gevonden voorwerp een dier betreft en de vinder van het dier wil het dier niet mee naar huis nemen, is de gemeente verplicht het dier gedurende een termijn van veertien dagen te "bewaren" (artikel 5:8 BW). Meldt de eigenaar van het dier zich niet binnen deze termijn dan is de burgemeester gerechtigd het dier te verkopen of (weg) te schenken. Mocht in voorkomend geval ook het laatste niet mogelijk blijken dat is de burgemeester bevoegd het dier te doen afmaken.

Voormelde termijn van twee weken behoeft niet in acht te worden genomen indien het dier slechts met onevenredig hoge kosten kan worden bewaard of indien afmaking om geneeskundige redenen is vereist.

Een vinder die besluit het dier zelf mee naar huis te nemen heeft voormelde bevoegdheden van de burgemeester niet. Hij zal gedurende één jaar voor het dier moeten zorgen. Nadien verkrijgt hij de eigendom van het dier.

Wordt het dier na de bewaartermijn van twee weken door de burgemeester verkocht dan komt de eigenaar van het dier de opbrengst van de verkoop toe. Hiertoe is dan wel vereist dat de eigenaar zich binnen één jaar na het verlies aanmeldt. Gebeurt dit niet dan komt de opbrengst aan de vinder toe.

Op dit moment wordt van gevonden dieren geen aangifte gedaan bij de gemeente. Ook worden de gevonden dieren niet twee weken bewaard in het gemeentehuis.

De praktijk wijst uit dat indien iemand een dier vindt, hij deze afgeeft bij de dierenbescherming. De dierenbescherming zorgt ervoor dat het dier in een goede conditie verkeert, voor de opvang en de plaatsing van het dier in een nieuw huis. Dit doet de dierenbescherming geheel kosteloos. De gemeente doneert wel jaarlijks een bijdrage aan de dierenbescherming.

Om het bovenstaande in overeenstemming te brengen met hetgeen in het BW over gevonden dieren is geregeld, dient de gemeente met de dierenbescherming een overeenkomst aan te gaan. In deze overeenkomst kan worden opgenomen dat de gemeente gevonden dieren naar de dierenbescherming

brengt. De dierenbescherming zal dan gedurende twee weken (de gemeente is immers verplicht het dier gedurende twee weken te "bewaren"), op kosten van de gemeente het dier opvangen. Nadien draagt de burgemeester op grond van artikel 8 lid 3 boek 5 BW de eigendom van het dier over aan de

dierenbescherming.

3.4.3. Voorwerpen die snel aan bederf onderhevig zijn of waarvan de bewaring verhoudingsgewijs veel arbeid of geld vraagt.

Indien een aan de politie/ gemeente in bewaring gesteld voorwerp aan snel tenietgaan of achteruitgang onderhevig is of wegens onevenredige hoge kosten of ander nadeel de bewaring daarvan niet langer van de gemeente gevergd kan worden, is de burgemeester bevoegd haar te verkopen. Indien de zaak niet verkocht kan worden is de burgemeester bevoegd haar om niet over te dragen of te vernietigen (artikel 5:8 BW).

De gedragslijn in de gemeente Aalsmeer is dat de bovenstaande voorwerpen vernietigd worden. De verkoop van deze voorwerpen neemt namelijk veel tijd en geld in beslag.

Ten eerste dient in de Nieuwe Meerbode een advertentie geplaatst te worden dat er een openbare verkoop gaat plaatsvinden. Daarnaast dient een openbare verkoop georganiseerd te worden. Dit alles neemt ongeveer twee weken in beslag. In de tussentijd zullen de voorwerpen die snel aan bederf onderhevig zijn, bedorven zijn. Ook wegen de kosten, voor de opslag van de voorwerpen die verhoudingsgewijs veel geld vragen, in die twee weken niet op tegen de opbrengst van de verkoop van deze voorwerpen.

Voor de vernietiging van voorwerpen die snel aan tenietgaan of achteruitgang onderhevig zijn of waarvan de bewaring wegens onevenredig hoge kosten of ander nadeel niet langer van de politie/gemeente gevergd kunnen worden, heeft de burgemeester de directie een machtiging verleend om deze te vernietigen.

Vervolgens heeft de directie het afdelingshoofd en de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie en de politie een machtiging verleend tot het vernietigen van deze gevonden voorwerpen. Deze besluiten zijn terug te vinden in de bijlagen 13 en 14.

4. De vergoeding van de kosten

4.1. De kosten

Een vinder die heeft getracht de eigenaar van het gevonden voorwerp op te sporen en hierbij kosten heeft gemaakt, heeft recht op een vergoeding van deze kosten.

Dit geldt eveneens voor kosten die zijn gemaakt in verband met het bewaren of, in geval van een dier met het verzorgen, van het gevonden voorwerp.

Ook de gemeente en de politie hebben recht op vergoeding van de kosten van opslag en verzorging.

Weigert de eigenaar deze kosten te voldoen dan is de vinder, de gemeente of de politie bevoegd afgifte van het voorwerp op te schorten totdat de eigenaar zijn verplichtingen is nagekomen (artikel 5:10 BW).

Indien een eigenaar de verschuldigde kosten niet binnen één maand nadat ze hem bekend zijn gemaakt heeft voldaan, wordt hij geacht zijn recht op het voorwerp te hebben prijsgegeven en verkrijgt de vinder, de gemeente of de politie de eigendom van het voorwerp.

Ook de vinder, die na de bewaartermijn, eigenaar wil worden van het gevonden voorwerp, dient de kosten van opslag en bewaring te voldoen aan de gemeente en de politie. Dit gaat niet op als de vinder zelf voor de opslag en bewaring van het gevonden voorwerp heeft zorggedragen.

De senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie houdt de kosten van bewaring bij door middel van een registratieformulier zie bijlage 16. Ook de politie houdt de kosten van de bewaring bij door middel van het registratieformulier. Bij de overdracht van de gevonden voorwerpen van de politie naar de gemeente, wordt het registratieformulier aan de gemeente overhandigd, zodat een totaalbeeld kan worden gemaakt van alle kosten.

4.2. Vindersloon

Een vinder die aan de op hem rustende verplichting heeft voldaan heeft recht op een redelijke beloning. Het doet in dit verband niet ter zake of degene die vindt mede of zelfs uitsluitend handelt uit eigenbelang.

Ook de vinder die er zijn beroep van heeft gemaakt om gevonden voorwerpen op te sporen heeft recht op een beloning indien hij een gevonden voorwerp retourneert aan de eigenaar.

Ten aanzien van de hoogte van een eventueel vindersloon heeft de wetgever ervoor gekozen om, in tegenstelling tot de meeste omringende landen, niet voor een vast percentage te kiezen maar de beloning van de vinder af te laten hangen van de omstandigheden van het geval. De gemeente/ politie die de zaak in bewaring heeft, heeft geen recht op vindersloon.

5. Samenvatting

Wettelijke grondslag

Boek 5 van het BW: Zakelijke rechten.

Procedure

In het kort wordt hieronder uiteengezet hoe moet worden omgegaan met gevonden voorwerpen op grond van Boek 5 BW.

Schema gevonden voorwerpen, Boek 5 BW

Bijlage 1

Nr. Verzonden:

Burgemeester en wethouders van Aalsmeer;

Gelet op artikel 5:5 Burgerlijk Wetboek en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluiten

De directie aan te wijzen als ambtenaren die bevoegd zijn om aangiften van gevonden voorwerpen in behandeling te nemen.

Aalsmeer,

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VOORNOEMD,

 , burgemeester.

 , secretaris.

Bijlage 2

Nr.Verzonden

De directie van de gemeente Aalsmeer,

Gelet op artikel 5:5 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

De politie een machtiging te verlenen tot het in behandeling nemen van aangiften van gevonden voorwerpen.

Aalsmeer,

DE DIRECTIE VOORNOEMD,

Bijlage 3

Nr.Verzonden:

Burgemeester en wethouders van Aalsmeer;

Gelet op artikel 5:5 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluiten

  • 1.

    De directie een machtiging te verlenen tot het in bewaring nemen van gevonden voorwerpen.

  • 2.

    Toestaan dat de directie een machtiging verleend aan de politie, het afdelingshoofd en de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie tot het in bewaring nemen van gevonden voorwerpen.

Aalsmeer,

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VOORNOEMD,

  , burgemeester.

  , secretaris.

Bijlage 4

Nr.Verzonden

De directie van de gemeente Aalsmeer,

Gelet op artikel 5:5 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 jo 10:9 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

De politie een machtiging te verlenen tot het in bewaring nemen van gevonden voorwerpen;

Het afdelingshoofd en de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie een machtiging te verlenen tot het in bewaring nemen van gevonden voorwerpen.

Aalsmeer,

DE DIRECTIE VOORNOEMD,

Bijlage 5

Protocol

1. Wat moet je doen als je als ambtenaar een voorwerp vindt?

1.1. Werkwijze in de praktijk voor de ambtenaar.

Als je tijdens je werkzaamheden op de openbare weg, het gemeentehuis of op de werf een verloren voorwerp aantreft, dien je hiervan aangifte te doen bij de politie.

Het moet hierbij gaan om voorwerpen die de eigenaar zonder dat dit de bedoeling was, is kwijtgeraakt.

Te denken valt aan een verloren portefeuille, legitimatiebewijs, sieraad, een fiets zonder slot op de openbare weg of een boot die los in het water drijft.

Het gaat niet om voorwerpen die in het kader van een handhavingstraject worden verwijderd. Hiervoor gelden de regels zoals die staan in Hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Bij de aangifte van het gevonden voorwerp zal worden gevraagd of je, indien de eigenaar zich niet meldt, na één jaar eigenaar van het gevonden voorwerp wil worden. In het kader van de integriteit, is de gedragslijn in de gemeente Aalsmeer dat je als ambtenaar geen rechten kan uitoefenen op het gevonden voorwerp en dus hiervan geen eigenaar kan worden. Zijn er zwaarwichtige redenen om wel eigenaar van het gevonden voorwerp te worden, dan dien je hierover contact op te nemen met het afdelingshoofd Onderhoud en Inspectie.

Van de politie krijg je een geel afschrift van haar aangifteformulier (M88 formulier). Dit gele afschrift moet je aan de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie overhandigen. Deze senior houdt namelijk de administratie bij van gevonden voorwerpen.

1.2. Werkwijze in de praktijk voor de gemeentelijke controledienst.

Als je werkzaam bent bij de gemeentelijke controledienst of belast bent met het onderhoud van de Westeinderplassen, tref je regelmatig losdrijvende vaartuigen aan. Alleen losdrijvende vaartuigen vallen onder de definitie van een gevonden voorwerp.

Van het gevonden vaartuig doe je aangifte bij de politie. Bij de aangifte moet je een foto van het vaartuig voegen.

Op het aangifteformulier kan worden aangegeven of je, indien de eigenaar zich niet meldt, eigenaar van het gevonden vaartuig wil worden.

In het kader van de integriteit, is de gedragslijn in de gemeente Aalsmeer dat je als ambtenaar geen rechten kan uitoefenen op het gevonden vaartuig en dus hiervan geen eigenaar kan worden. Zijn er zwaarwichtige redenen om wel eigenaar van het gevonden vaartuig te worden, dan dien je hierover contact op te nemen met het afdelingshoofd Onderhoud en Inspectie.

Van de politie krijg je een geel afschrift van haar aangifteformulier (M88 formulier). Dit gele afschrift moet je aan de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie overhandigen. Deze senior houdt namelijk de administratie bij van gevonden voorwerpen.

Het gevonden vaartuig moet worden opgeslagen op het gemeentedepot, achter jachthaven ’t Drijfhuis.

2. Hoe moet je als senior controle en techniek of afdelingshoofd van de afdeling Onderhoud en Inspectie met gevonden voorwerpen omgaan?

2.1. Hoe moet je een aangifte behandelen?

Op grond van het beleid voor gevonden voorwerpen is de politie bevoegd om een aangifte van een gevonden voorwerp te behandelen.

Indien door een vinder aangifte wordt gedaan van een gevonden voorwerp moet je deze vinder doorverwijzen naar de politie.

Let erop dat de gedragslijn is dat ambtenaren die aangifte doen van een gevonden voorwerp in principe geen eigenaar van het gevonden voorwerp kunnen worden.

Indien bij de politie aangifte wordt gedaan van een gevonden vaartuig, wordt dit vaartuig opgeslagen op het gemeentedepot achter jachthaven ’t Drijfhuis. Hier zorgt de gemeentelijke controledienst voor.

Daarnaast zal je aan de gemeentelijke controledienst de opdracht moeten geven om een foto en een taxatie te maken van het gevonden vaartuig, welke dan als bijlagen de aangifte kunnen worden gevoegd.

De gemeentelijke controledienst draagt er periodiek voor zorg dat er een persbericht op de gemeentepagina van de Nieuwe Meerbode zal worden geplaatst waardoor de eigenaren van de vaartuigen opgespoord kunnen worden.

Gevonden vaartuigen welke een waarde hebben van meer dan 450 euro worden één jaar bewaard op het gemeentedepot achter jachthaven ’t Drijfhuis.

Gevonden vaartuigen welke een waarde hebben minder dan 450 euro worden minimaal drie maanden bewaard op het gemeentedepot achter jachthaven ’t Drijfhuis.

Let op dat deze termijnen goed bewaard worden!

Ook moet je de kosten van opslag en bewaring van gevonden vaartuigen goed in de gaten houden.

2.2. Wat moet je doen als de politie gevonden voorwerpen naar de gemeente overdraagt?

De politie bewaart gevonden voorwerpen voor een periode van drie maanden. Na die termijn worden de gevonden voorwerpen overgedragen aan de gemeente.

Een uitzondering vormen hierbij de gevonden vaartuigen en de voorwerpen die snel aan tenietgaan onderhevig zijn of waarbij de kosten voor de opslag zeer hoog zijn.

Minimaal drie weken voor het verstrijken van de drie maanden termijn, doet de politie aan je een verzoek tot overdracht van de gevonden voorwerpen. Hierbij geeft de politie aan welke voorwerpen zij gaat overdragen, het aantal en de verwachte datum van overdracht.

In overleg wordt er een definitieve datum van overdracht vastgesteld. Deze datum wordt minimaal twee weken voor de overdracht per email gecommuniceerd aan de politie.

Hierna vindt de administratieve afhandeling van de gevonden voorwerpen plaats:

  • -

    Het overdrachtformulier, welke is terug te vinden in bijlage 6 van het beleid voor gevonden voorwerpen, wordt ingevuld;

  • -

    De voorwerpen worden klaargezet;

  • -

    Kopieën van de aangifteformulieren en de bijbehorende foto’s worden bij het overdrachtformulier gevoegd;

  • -

    Met de politie neem je het overdrachtformulier door;

  • -

    Het overdrachtformulier wordt door de politie en jezelf getekend, waarbij ieder een afschrift meeneemt.

  • Je bent niet alleen voor de administratieve afhandeling maar ook voor de fysieke overdracht van gevonden voorwerpen verantwoordelijk. Dit betekent dat je bij de fysieke overdracht aanwezig bent en de aangifteformulieren alsmede de registratieformulieren controleert.

  • -

    Tijdens de fysieke overdracht neem je het overdrachtsformulier en de aangifteformulieren met foto’s met de politie door;

  • -

    Als duidelijk is dat het inderdaad om de op het overdrachtsformulier vermelde voorwerpen gaat, wordt het formulier getekend.

Van voorwerpen die mogelijk een waarde van meer dan 450 euro hebben, wordt een taxatie gemaakt. De taxaties van deze voorwerpen worden bij het aangifteformulier gevoegd.

Afhankelijk van het soort voorwerp worden zij opgeslagen in een container op de gemeentewerf (fietsen e.d.). Waardevolle voorwerpen zoals sieraden worden bewaard in een kluis op de afdeling Financiën. Voor de opslag van deze voorwerpen in de kluis zal het hoofd afdeling Financiën een ontvangstbewijs tekenen.

2.3. Wat moet je doen als de eigenaar van een gevonden voorwerp zich meldt?

Indien iemand, die claimt de eigenaar te zijn van een gevonden voorwerp, zich meldt bij de gemeente moet je als eerste nagaan wanneer diegene zijn voorwerp verloren is.

Meldt hij zich binnen drie maanden, na verlies van zijn voorwerp, dan moet je hem doorverwijzen naar de politie. Met uitzondering van de gevonden vaartuigen, worden gevonden voorwerpen drie maanden bij de politie bewaard.

Meldt hij zich na drie maanden of is hij een vaartuig verloren, dan moet je nagaan waar het voorwerp zich bevindt. Hiervoor zijn drie mogelijkheden:

  • -

    Het voorwerp is door de vinder meegenomen;

  • -

    Het voorwerp ligt bij de gemeente;

  • -

    Het voorwerp is vernietigd, verkocht of om niet overgedragen.

Daarna moet je nagaan of degene die claimt de eigenaar te zijn, daadwerkelijk de eigenaar is.

Diegene zal een bewijs moeten overleggen waaruit blijkt dat hij als eigenaar kan worden beschouwd.

Omdat vaartuigen veelal niet geregistreerd zijn, is een duidelijke foto voldoende bewijslast.

Indien iemand heeft bewezen dat hij de eigenaar van het gevonden voorwerp is, zal hij, in het geval dat de vinder het voorwerp heeft meegenomen, in contact worden gebracht met deze vinder.

Ligt het voorwerp bij de gemeente, dan zal het voorwerp alleen worden meegegeven als de eigenaar de kosten voor opslag en bewaring van het voorwerp heeft betaald.

Hiervoor kan je gebruik maken van een registratieformulier, welke is terug te vinden in bijlage 13 van het beleid voor gevonden voorwerpen. Een afschrift van dit registratieformulier zal worden gestuurd aan de afdeling Financiën.

Wil of kan de eigenaar deze kosten niet binnen één maand voldoen, dan wordt het gevonden voorwerp niet meegegeven aan de eigenaar. Pas als betaald is, kan de eigenaar zijn voorwerp meenemen.

Na betaling van de kosten van opslag en bewaring, ontvangt de eigenaar een betalingsbewijs. Daarnaast moet de eigenaar voor afgifte van het voorwerp zijn handtekening zetten op het aangifteformulier.

Indien de eigenaar zijn vaartuig wil ophalen, dient hij het betalingsbewijs te overhandigen aan de gemeentelijke controledienst. Zij zorgt er dan voor dat het vaartuig uit het gemeentedepot achter jachthaven ’t Drijfhuis wordt gehaald.

Tenslotte moet je de politie op de hoogte brengen van het feit dat de eigenaar zijn voorwerp heeft opgehaald. De politie kan dit gegeven dan in haar geautomatiseerde systeem verwerken.

2.4. Wat moet je doen als de vinder eigenaar van het gevonden voorwerp wil worden?

De vinder kan bij de aangifte aangeven dat hij, na de bewaartermijn, eigenaar van het gevonden voorwerp wil worden. Het gevonden voorwerp zal dan op het politiebureau bewaard worden.

Een uitzondering vormen de gevonden vaartuigen die worden bewaard op het gemeentedepot achter jachthaven ’t Drijfhuis.

Indien een vinder zich, na de bewaartermijn, meldt bij de gemeente om eigenaar van een voorwerp te worden, moet je deze vinder doorverwijzen naar de politie. Met uitzondering van de gevonden vaartuigen.

Heeft de vinder zelf voor de bewaring van het gevonden voorwerp gezorgd, dan wordt hij automatisch na één jaar, en bij niet-kostbare zaken na drie maanden, de eigenaar van dit voorwerp.

Indien een vinder bij de aangifte heeft aangegeven dat hij eigenaar van een gevonden vaartuig wil worden, maar dit vaartuig niet zelf heeft bewaard, is de procedure als volgt:

De vinder moet zich binnen één maand na de bewaartermijn melden bij de gemeente om eigenaar te kunnen worden van het vaartuig. Een vinder moet deze termijn zelf in de gaten houden. Er is geen verplichting om de vinder voor het einde van de termijn te waarschuwen.

Voordat een vinder eigenaar kan worden van het vaartuig, dient hij aan te tonen dat hij daadwerkelijk de vinder is. Dit kan door middel van het tonen van het bewijs van inbewaringgeving of een legitimatiebewijs.

Daarnaast moet de vinder de kosten van opslag en bewaring van het gevonden vaartuig aan de gemeente betalen. Hiervoor kan je gebruik maken van een registratieformulier, welke is terug te vinden in bijlage 13 van het beleid voor gevonden voorwerpen. Een afschrift van dit registratieformulier zal worden gestuurd aan de afdeling Financiën.

Wil of kan de vinder deze kosten niet binnen één maand voldoen, dan wordt het vaartuig ook niet meegegeven aan de vinder. Pas als betaald is, kan de vinder zijn voorwerp meenemen.

Na betaling van de kosten van opslag en bewaring, ontvangt de vinder een betalingsbewijs.

Voor de afgifte van het vaartuig, moet de vinder tekenen op het aangifteformulier.

Bewaar dit formulier goed! Mocht de “oude” eigenaar van het gevonden vaartuig zich bij de gemeente melden, dan kan door het formulier worden aangetoond dat de vinder de “nieuwe” eigenaar van het voorwerp geworden is.

Indien de vinder het vaartuig wil ophalen, dient hij het betalingsbewijs te overhandigen aan de gemeentelijke controledienst. Zij zorgt er dan voor dat het vaartuig uit het gemeentedepot achter jachthaven ’t Drijfhuis wordt gehaald.

Tenslotte moet je de politie op de hoogte brengen van het feit dat de vinder het voorwerp heeft opgehaald.

De politie kan dit gegeven dan in haar geautomatiseerde systeem verwerken.

2.5. Wat moet je doen als de termijn voor het in bewaring nemen van een gevonden voorwerp verstreken is?

Indien de eigenaar of de vinder zich na de bewaartermijn niet heeft gemeld, ben je bevoegd om het gevonden voorwerp te verkopen, te vernietigen of om niet over te dragen.

De verkoop van gevonden voorwerpen, die een waarde hebben van meer dan 450 euro, vindt plaats door middel van een openbare verkoop.

In de Nieuwe Meerbode zal je de datum moeten aangeven waarop een gevonden voorwerp bekeken kan worden door geïnteresseerden. Vervolgens kunnen geïnteresseerden die dag een bod uitbrengen op het gevonden voorwerp. Aan degene die het hoogste bod uitbrengt, zal het voorwerp verkocht worden.

Degene aan wie het voorwerp verkocht wordt, zal voor de afgifte van het voorwerp moeten tekenen op het aangifteformulier. Bewaar dit formulier goed! Mocht de “oude” eigenaar van het gevonden vaartuig zich bij de gemeente melden, dan kan door het formulier worden aangetoond dat de koper de “nieuwe” eigenaar van het voorwerp geworden is.

Gevonden voorwerpen kan je ook na de bewaartermijn vernietigen. Let op niet-kostbare zaken, deze hebben een waarde van minder dan 450 euro, worden altijd na drie maanden vernietigd.

Voordat de voorwerpen worden vernietigd, zal in de Nieuwe Meerbode een oproep worden geplaatst om de eigenaren van de gevonden voorwerpen te achterhalen.

Voor het vernietigen van gevonden voorwerpen wordt een proces verbaal opgemaakt, welke in ieder geval het volgende bevat:

  • a.

    Datum binnenkomst;

  • b.

    Bij een (brom) fiets het framenummer, boot eventueel het hulnummer, horloge het serienummer etc.

  • c.

    Bijzonderheden;

  • d.

    Ingebracht door;

  • e.

    Eventuele afstand verklaring;

  • f.

    Eventueel of het voorwerp in beheer van de vinder blijft;

  • g.

    Behandelend functionaris;

  • h.

    Handtekening.

Bewaar dit proces verbaal goed! Mocht de eigenaar van het gevonden voorwerp zich bij de gemeente melden, dan kan door het formulier worden aangetoond dat het voorwerp vernietigd is.

Tenslotte kunnen gevonden voorwerpen om niet worden overgedragen aan een derde. Deze derde zal op zal op het aangifteformulier moeten tekenen voor de afgifte van het voorwerp.

De politie moet op de hoogte worden gebracht van de verkoop, vernietiging en de om niet overdracht van gevonden voorwerpen. Zij kan deze gegevens dan in haar geautomatiseerde systeem verwerken.

Bijlage 6

Overdrachtformulier fietsen

Datum vinden

Merk/ type/omschrijving

Bijzonder- heden

Framenummer

Reg.Nr.

Naam ambtenaar

Waarde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Let op! Fietsen kunnen alleen ter overdracht aan de gemeente Aalsmeer worden aangeboden indien deze een termijn van langer dan drie maanden hebben overschreden. Deze datum gaat in vanaf datum inschrijving politieregistratie systeem.

Fietsen zullen altijd voor overdracht nogmaals gecontroleerd moeten worden in het politieregistratiesysteem om de eventuele eigenaar te achterhalen.

Gemeente Aalsmeer,Politie,

Naam ambtenaar,Naam politieambtenaar,

……………………….. …………………………….

Bijlage 6

Overdrachtformulier gevonden voorwerpen

Let op! Gevonden voorwerpen kunnen alleen ter overdracht aan de gemeente Aalsmeer worden aangeboden indien deze een termijn van langer dan drie maanden hebben overschreden. Deze datum gaat in vanaf datum inschrijving politieregistratie systeem.

Voorwerpen zullen altijd voor overdracht nogmaals gecontroleerd moeten worden in het politieregistratiesysteem om de eventuele eigenaar te achterhalen.

Datum vondst

Merk / type/omschrijving

Bijzonderheden

Reg. Nr.

Naam ambtenaar

Waarde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeente Aalsmeer,Politie,

Naam ambtenaar,Naam politieambtenaar,

……………………….. …………………………….

Bijlage 7

Nr.Verzonden

De burgemeester van de gemeente Aalsmeer

Gelet op artikel 5:6 Burgerlijk Wetboek, artikel 3:62 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

  • 1.

    Aan de directie een volmacht te verlenen tot de verkoop van gevonden voorwerpen (met een waarde > 450 euro) die één jaar bewaard zijn.

  • 2.

    Toestaan dat de directie het afdelingshoofd en de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie een volmacht verleent tot de verkoop van gevonden voorwerpen (met een waarde > 450 euro) die één jaar bewaard zijn.

Aalsmeer,

DE BURGEMEESTER VOORNOEMD,

Bijlage 8

Nr.Verzonden

De directie van de gemeente Aalsmeer,

Gelet op artikel 5:6 Burgerlijk Wetboek, artikel 3:62 Burgerlijke Wetboek, artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

Het afdelingshoofd en de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie een volmacht te verlenen tot de verkoop van gevonden voorwerpen (met een waarde van > 450,-) die één jaar bewaard zijn.

Aalsmeer,

DE DIRECTIE VOORNOEMD,

Bijlage 9

Nr.Verzonden

De burgemeester van de gemeente Aalsmeer,

Gelet op artikel 5:6 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

  • 1.

    De directie een machtiging verlenen tot het vernietigen van niet-kostbare zaken, als bedoeld in het Besluit gevonden voorwerpen (Stb. 1991, 434) die drie maanden zijn bewaard.

  • 2.

    Toestaan dat de directie een machtiging verleent aan het afdelingshoofd en de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie tot het vernietigen van niet-kostbare zaken, als bedoeld in het Besluit gevonden voorwerpen (Stb. 1991, 434) die drie maanden bezwaard zijn.

Aalsmeer,

DE BURGEMEESTER VOORNOEMD,

Bijlage 10

Nr.Verzonden

De directie van de gemeente Aalsmeer,

Gelet op artikel 5:6 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

Het afdelingshoofd en de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie een machtiging te verlenen tot het vernietigen van niet-kostbare zaken, als bedoeld in het Besluit gevonden voorwerpen (Stb. 1991, 434) die drie maanden bewaard zijn.

Aalsmeer,

DE DIRECTIE VOORNOEMD,

Bijlage 11

Nr.Verzonden

De burgemeester van de gemeente Aalsmeer,

Gelet op artikel 5:8 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

  • 1.

    De directie een machtiging te verlenen tot het vernietigen van voorwerpen die snel aan bederf onderhevig zijn of waarvan de bewaring verhoudingsgewijs veel geld vraagt.

  • 2.

    Toestaan dat de directie een machtiging verleent aan de politie tot het vernietigen van voorwerpen, die snel aan bederf onderhevig zijn of waarvan de bewaring verhoudingsgewijs veel geld vraagt.

  • 3.

    Toestaan dat de directie een machtiging verleent aan het afdelingshoofd en de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie tot het vernietigen van voorwerpen, die snel aan bederf onderhevig zijn of waarvan de bewaring verhoudingsgewijs veel geld vraagt.

Aalsmeer,

DE BURGEMEESTER VOORNOEMD,

Bijlage 12

Nr.Verzonden

De directie van de gemeente Aalsmeer,

Gelet op artikel 5:8 Burgerlijk Wetboek, artikel 10:12 jo 10:9 Algemene wet bestuursrecht en het beleid voor gevonden voorwerpen;

Besluit

  • 1.

    Het afdelingshoofd en de senior controle en techniek van de afdeling Onderhoud en Inspectie een machtiging te verlenen tot het vernietigen van voorwerpen die snel aan bederf onderhevig zijn of waarvan de bewaring verhoudingsgewijs veel geld vraagt.

  • 2.

    De politie een machtiging te verlenen tot het vernietigen van voorwerpen die snel aan bederf onderhevig zijn of waarvan de bewaring verhoudingsgewijs veel geld vraagt.

Aalsmeer,

DE DIRECTIE VOORNOEMD,

Bijlage 13

Registratieformulier van de kosten van bewaring van een gevonden voorwerp.

Let op!

Kosten voor onderzoek naar eigenaar en opslag worden berekend volgens de formule

Man- /vrouw uren X 75,76 x opslag tijd x m2.

Fietsen opslag kosten 3,- per maand of deel ven een maand.

Grotere voorwerpen per maand of deel van een maand x daadwerkelijke afmeting in m2 ( 3,-)

Opslag gevonden boten minimale kosten 30,- per keer.

Kostenformulier in tweevoud op te maken 1 exemplaar altijd in archief bewaren!!!!!

Opgeslagen voorwerp: (aankruisen wat van toepassing is)

Fiets Merk / type……………………………..frame nr……………………….Reg.

Nr……………………………..

Vaartuig Merk / type……………………………. Hul nr…………………… …..Reg.

Nr……………………………..

Overige Merk / type……………………………. nr………………………… …..Reg.

Nr……………………………..

Bijzonderheden………………………………………………………………………………………………………

……………..…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………

Berekening kosten opslag voorbeeld:

Arbeidsuren…………………………………………….. X 75,76 (peil 2004)

Afmeting aantal m2………………………………… X 3,00 of standaard tarief 30,-

Datum aanvang opslag………………….tot en met…………………………..=…………………..maanden

Berekening:

Arbeidsuren……………………… X 75,76 = …………………

Maanden……………….…………..X aantal m2……………… X 3,00 (opslag) = ………………….

Totale kosten opslag = ………………….

Aldus naar waarheid opgemaakt,Naam………………………………………………………….

Aalsmeer,……………………… Handtekening……………………………………………….