Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR24535
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR24535/1
Regeling vervallen per 01-01-2011
Verordening afvalstoffenheffing 2010
Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2010
Intitulé
Verordening afvalstoffenheffing 2010Registratienr.2009/16254-GR
De raad van de gemeente Aalsmeer;
gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders met registratienr. 2009/16236
gelet op artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
besluit:
vast te stellen de "Verordening afvalstoffenheffing 2010".
Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit
- 1.
Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
- 2.
de afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 2 Belastingplicht
- 1.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
- 2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
- a.
degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
- b.
ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruik heeft afgestaan.
- a.
Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 4 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 5 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien in de loop van het belastingjaar het aantal ter beschikking gestelde rolemmers, als bedoeld in de artikelen 1.2.1,1.2.2,1.2.3 en 1.2.4.van de bij de verordening behorende tarieventabel afneemt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na de wijziging van het aantal rolemmers, nog voile kalendermaanden overblijven.
- 4.
Indien in de loop van het belastingjaar de beschikbaar gestelde rolemmer(s) met een inhoud van 240-liter resp. 120-liter wordt (worden) omgewisseld voor (een) rolemmer(s) met een inhoud van 120-liter resp. 80-liter, als bedoeld in de artikelen 1.1.1,1.1.2 en 1.1.3 van de bij de verordening behorende tarieventabel, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na deze omwisseling, nog voile kalendermaanden overblijven.
- 5.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.
- 6.
Indien in de loop van het belastingjaar het aantal ter beschikking gestelde rolemmers, als bedoeld in de artikelen 1.2.1,1.2.2,1.2.3 en 1.2.4.van de bij de verordening behorende tarieventabel, toeneemt, dan is de hogere belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na toename van het aantal rolemmers, nog voile kalendermaanden overblijven.
- 7.
Indien in de loop van het belastingjaar de beschikbaar gestelde rolemmer(s) met een inhoud van 80-liter resp. 120-liter wordt (worden) omgewisseld voor (een) rolemmer(s) met een inhoud van 120-liter resp. 240-liter, als bedoeld in de artikelen 1.1.1,1.1.2 en 1.1.3 van de bij de verordening behorende tarieventabel, dan is de hogere belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na deze omwisseling, nog voile kalendermaanden overblijven.
- 8.
Het tweede tot en met het zevende lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt, waarbij geen wijziging optreedt in het aantal en/of het formaat van de ter beschikking gestelde rolemmers.
Artikel 7 Tijdstip van betaling
- 1.
Ingevolge artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen meer is dan € 50 doch minder is dan € 3500 en zolang het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is verm eld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, dat ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen minder is dan € 50 doch meer is dan € 3500 en zolang het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, de aanslagen dienen te worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
- 4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De "Verordening afvalstoffenheffing 2009" van 6 november 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2010".
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl