Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Aalsmeer 2017

Geldend van 01-07-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Aalsmeer 2017

Z-2017/175578

De raad van de gemeente Aalsmeer;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 april 2017;

gelet op artikel 147 en 150 van de Gemeentewet, artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3, lid 3, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet;

besluit de Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Aalsmeer 2017 vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  • 2.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer.

  • 3.

    Adviesraad: Adviesraad Sociaal Domein.

  • 4.

    Dagelijks bestuur: de voorzitter, secretaris en penningmeester van de Adviesraad Sociaal Domein.

  • 5.

    Secretaris: de secretaris van de Adviesraad Sociaal Domein.

Artikel 2. Doel, taken en positie van de Adviesraad

  • 1. De Adviesraad heeft tot taak het college gevraagd en ongevraagd te adviseren en te informeren over verordeningen en beleidsvoorstellen die voortkomen uit c.q. betrekking hebben op de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Participatiewet en de Jeugdwet.

  • 2. Doel en taken van de Adviesraad sluiten aan op de visie op het sociaal domein van de gemeente Aalsmeer.

  • 3. De Adviesraad stelt zich tot doel om met zijn adviezen een bijdrage te leveren aan:

    • het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie van ingezetenen van de gemeente Aalsmeer;

    • het verbeteren van de kwaliteit van het gemeentelijk beleid en de uitvoering op het terrein van de Wmo, de Jeugdwet, de Participatiewet.

  • 4. De Adviesraad vult daarnaast de wettelijk voorgeschreven cliëntenparticipatie in zoals onder meer vermeld in de Participatiewet, de Jeugdwet en in de Wmo.

  • 5. Indien als gevolg van activiteiten van het college van burgemeester en wethouders al in een eerder stadium cliëntenparticipatie heeft plaatsgevonden, houdt de Adviesraad daarmee rekening in zijn advisering.

  • 6. De Adviesraad functioneert onafhankelijk van de gemeente.

  • 7. De Adviesraad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken, voor zover die op individuele burgers betrekking hebben.

Artikel 3. Advisering en adviestermijnen

  • 1. Wanneer het college de Adviesraad om een formeel advies vraagt wordt hierbij een adviestermijn van maximaal vier weken gehanteerd.

  • 2. Waar mogelijk betrekt het college de Adviesraad al in een vroegtijdiger stadium bij de besluitvorming over beleidsvoorstellen en verordeningen.

  • 3. Het college geeft binnen maximaal vier weken een reactie op een advies van de Adviesraad.

  • 4. De externe communicatie over de adviezen van de Adviesraad berust bij het college.

Artikel 4. Door het college te verstrekken informatie

  • 1. De Adviesraad krijgt van het college de stukken die het voor de uitoefening van zijn taken, zoals in deze verordening omschreven, nodig heeft, tenzij wettelijke voorschriften dit in de weg staan. Zo nodig zullen ter zake kundige ambtenaren mondeling toelichting geven over lopend beleid, de invloed van nieuw (rijks-)beleid en nieuw beleid van het college over de in artikel 2 lid 3 genoemde onderwerpen.

  • 2. Het college verstrekt geen informatie aan de Adviesraad over individuele personen.

  • 3. De voorzitter en de leden van de Adviesraad hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot de informatie die hen door het college is verstrekt, tenzij het college heeft aangegeven dat deze informatie openbaar is.

Artikel 5. Samenstelling Adviesraad

  • 1. De Adviesraad telt, naast een onafhankelijk voorzitter, minimaal negen en maximaal twaalf leden. De Adviesraad benoemt uit zijn midden een secretaris en een penningmeester.

  • 2. De Adviesraad bestaat in ieder geval uit (een vertegenwoordiging van) cliënten van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet, waarbij drie of vier leden de Wmo-belangen behartigen, drie of vier leden de Jeugdwet en drie of vier leden de Participatiewet.

  • 3. De leden van de Adviesraad hebben daadwerkelijk contact met de doelgroepen als bedoeld in de Wmo, Participatiewet en Jeugdwet en beschikken bij voorkeur over aantoonbare ervaring en/of deskundigheid met betrekking tot één of meer van de hieronder vermelde onderwerpen:

    • -

      Werk en inkomen;

    • -

      Zorg, welzijn en wonen, voor zover dit laatste betrekking heeft op de doelgroep van de Wmo;

    • -

      Jeugdhulp;

  • 4. Onder verwijzing naar art. 5, lid 2 wordt de in te brengen deskundigheid en praktische ervaring evenwichtig verdeeld over bovengenoemde onderwerpen.

  • 5. De leden en de onafhankelijke voorzitter hebben kennis van het democratisch besluitvormingsproces en de rollen en taken van het college en de gemeenteraad daarbinnen. Zij geven blijk inzicht te hebben in hun eigen rol als lid van de Adviesraad ten opzichte van het besluitvormingsproces.

  • 6. De leden zijn in staat om:

    • a.

      vanuit een zeker abstractieniveau belangenoverstijgend te denken en te adviseren;

    • b.

      problemen te analyseren en beleidsstukken te lezen;

    • c.

      signalen en ervaringen vanuit de doelgroepen te vertalen naar het gemeenschappelijk belang van de Adviesraad;

    • d.

      vanuit het algemeen belang van de doelgroepen en hun sociale omgeving te redeneren;

    • e.

      actief en positief kritisch mee te denken over de ontwikkelingen binnen het sociaal domein.

  • 7. De leden van de Adviesraad hebben zitting zonder last. De leden van de Adviesraad spreken op persoonlijke titel.

  • 8. De leden en de voorzitter wonen in de gemeente Aalsmeer, bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Aalsmeer, zijn geen lid van het college of de gemeenteraad en zijn niet in dienst van de gemeente Aalsmeer of van samenwerkingsgemeente Amstelveen. Ze hebben ook geen indirecte of directe zakelijke binding met de gemeente Aalsmeer of Amstelveen voor zover deze van invloed kan zijn op hun onafhankelijke positie. Zij mogen niet als advocaat, procureur, gemachtigde of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de genoemde gemeenten. Zij mogen niet in dienst zijn van een instelling/organisatie die overeenkomsten zijn aangegaan met de genoemde gemeenten voor zover dit dienstverband van invloed kan zijn op hun onafhankelijke positie.

  • 9. Het college kan besluiten om - in afwijking van het gestelde in lid 8 - een buiten Aalsmeer woonachtig lid van de Adviesraad te benoemen, indien dit noodzakelijk is voor een evenwichtige verdeling van de deskundigheid en praktische ervaring in de Adviesraad.

  • 10. De voorzitter heeft gevoel voor politiek-bestuurlijke verhoudingen, houdt overzicht, is procesgericht en is een bindende factor binnen de Adviesraad.

Artikel 6. Werving, benoeming en zittingsduur van de voorzitter, secretaris en de leden

  • 1.

    • a.

      De voorzitter en de leden van de Adviesraad, waaronder de secretaris, worden geworven en benoemd door het college op voordracht van een sollicitatiecommissie bestaande uit de (plaatsvervangend) voorzitter, twee leden van de Adviesraad en een vertegenwoordiger namens het college.

    • b.

      De werving van de voorzitter en de leden van de Adviesraad vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het college door middel van een open sollicitatieprocedure op basis van een profielschets.

  • 2. De zittingsduur van de voorzitter en de leden van de Adviesraad bedraagt vier jaar.

  • 3.

    • a.

      Zowel de voorzitter als de leden kunnen eenmaal worden herbenoemd;

    • b.

      Na de maximale zittingsduur van 8 jaar, mag een aftredend voorzitter of lid zich gedurende vier jaar niet opnieuw kandidaat stellen.

  • 4. Het lidmaatschap van de voorzitter en de leden eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      door overlijden;

    • c.

      door het verstrijken van de periode waarvoor men is benoemd, behoudens herbenoeming;

    • d.

      door intrekking van de benoeming door het college als gevolg van kennelijk wangedrag, grove taakverwaarlozing of gebleken rolonvastheid.

      • i.

        Intrekking van de benoeming door het college vindt niet eerder plaats dan nadat de Adviesraad hierover gevraagd advies heeft uitgebracht aan het college;

      • ii.

        Alvorens de benoeming op grond van het onder d. bepaalde wordt ingetrokken, kan het college besluiten over te gaan tot schorsing van het betreffende lid. Schorsing mag spoedshalve plaatsvinden. De schorsing eindigt door intrekking van de schorsing of door intrekking van de benoeming door het college. Een op grond van het bepaalde in dit artikel geschorst lid of voorzitter neemt geen deel aan de vergaderingen van de Adviesraad en kan geen advies uitbrengen aan het college.

    • e.

      doordat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor benoeming.

  • 5. De Adviesraad stelt een rooster van aftreden op, voor een goede balans tussen continuïteit en vernieuwing.

Artikel 7. Taken voorzitter, secretaris en penningmeester

  • 1. De voorzitter zit de vergaderingen van de Adviesraad voor.

  • 2. De voorzitter vertegenwoordigt de Adviesraad.

  • 3. Minimaal tweemaal per jaar vindt er bestuurlijk overleg plaats tussen de Adviesraad en de betrokken wethouder(s) van de gemeente Aalsmeer. De agenda voor dit overleg wordt in samenspraak met de Adviesraad vastgesteld.

  • 4. De secretaris is samen met de voorzitter verantwoordelijk voor de agendering en de verslaglegging van de vergaderingen van de Adviesraad.

  • 5. De penningmeester is verantwoordelijk voor het opstellen van een begroting voor het komende kalenderjaar, voor een goed beheer van het beschikbaar gestelde budget en voor de verantwoording van de uitgaven.

Artikel 8. Vergoedingen en middelen

  • 1.

    • a.

      Aan elk lid van de Adviesraad wordt per jaar een vrijwilligersvergoeding verleend, waarvan de hoogte door het college wordt vastgesteld;

    • b.

      de uitbetaling van de onder a. bedoelde vergoeding vindt naar rato plaats, indien het lid voor een deel van het jaar als zodanig heeft gefunctioneerd. De vrijwilligersvergoeding wordt aangemerkt als een onkostenvergoeding en een waardering voor de inzet.

  • 2. Aan het dagelijks bestuur wordt per jaar een vrijwilligersvergoeding verleend zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, waarvan de hoogte door het college wordt vastgesteld. Op de uitbetaling van deze vergoeding is het bepaalde in lid 1 onder b, van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Naast de in lid 1 en 2 genoemde vergoedingen stelt het college voor de Adviesraad een jaarlijks budget beschikbaar, dat nodig is voor de uitvoering van de werkzaamheden van de Adviesraad. De Algemene Subsidieverordening van de gemeente Aalsmeer is hierbij van toepassing.

  • 4. Voor de vergaderingen van de Adviesraad stelt de gemeente een goed bereikbare en toegankelijke vergaderlocatie ter beschikking.

Artikel 9. Huishoudelijk Reglement

  • 1. De Adviesraad stelt een huishoudelijk reglement vast, waarin de werkwijze van de Adviesraad nader wordt geregeld.

  • 2. Het huishoudelijk reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het college.

Artikel 10. Verslaglegging

Jaarlijks vóór 1 juni brengt de Adviesraad overeenkomstig de "Algemene subsidieverordening Aalsmeer 2012" verslag uit aan het College van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het door het college beschikbaar gestelde budget.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1. In alle gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Aalsmeer 2017".

  • 3. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 mei 2017.
De griffier,
O. van Kolck
De voorzitter,
J.J. Nobel

Nota van toelichting Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Aalsmeer 2017

Artikel 2. Doel, taken en positie van de Adviesraad Sociaal Domein

  • 1.

    De Adviesraad Sociaal Domein (hierna: de ASD) heeft tot doel een bijdrage te leveren aan een integrale voorbereiding van (uitvoerings-)beleid op de gebieden van de WMO, Jeugdwet en Participatiewet. Door het betrekken van een vertegenwoordiging vanuit de Aalsmeerse samenleving komen betere, beter gedragen en op de praktijk afgestemde beleidsvoorstellen tot stand.

  • 2.

    De ASD heeft tot taak gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan het college van burgemeester en wethouders. Indien gevraagd ontvangt de ASD tijdig vanuit de ambtelijke organisatie (zie art.3) de schriftelijke en/of mondelinge informatie die benodigd is om advies uit te kunnen brengen. De ongevraagde adviezen liggen vanzelfsprekend op de terreinen WMO, Jeugdwet en Participatiewet, voor zover het beleids- of uitvoeringsaangelegenheden betreft.

  • 3.

    De visie op het sociaal domein van de gemeente Aalsmeer is neergelegd in de notitie "Meedoen mogelijk maken".

  • 4.

    a. De drie wetgevingsproducten waarover de ASD adviseert vereisen alle cliëntenparticipatie. De ASD voorziet hierin. Het vereist wel dat de leden van de ASD voeling en contact hebben en houden met cliënten in de Aalsmeerse samenleving. Indien in een gedeeltelijke of soortgelijke cliëntenparticipatie al is voorzien op een andere wijze, zoals bijvoorbeeld het geval is bij de Stichting Ons Tweede Thuis, speelt de ASD hierin een terughoudende rol;

    b. Op onderdelen kan op een andere - meer directe - wijze al zijn voorzien in een inbreng van cliënten, bijvoorbeeld door directe raadpleging. De ASD kan in die gevallen beoordelen en toetsen of de inbreng op een juiste wijze, zowel qua proces als inhoud, is verwerkt in het voorliggende beleidsvoorstel.

  • 5.

    Door gevraagd én ongevraagd te adviseren aan het college wordt de onafhankelijke positie van de ASD geborgd. Het college van B&W en de ASD zijn beide gebonden aan de werkwijze en ieders rol en positie, zoals in deze verordening vastgelegd.

  • 6.

    De ASD richt zich in zijn taak niet op individuele kwesties, zoals klachten, bezwaarschriften of andere signalen van individuele cliënten. Pas wanneer groepsbelangen in het geding komen is de ASD bevoegd hierover ongevraagd te adviseren.

Artikel 3. Advisering en adviestermijnen

  • 1.

    De ASD komt maandelijks bijeen. De adviestermijn van maximaal vier weken sluit hierbij aan.

  • 2.

    In de voorbereidingsfase naar de totstandkoming van nieuw (uitvoerings-)beleid wordt de ASD zo vroegtijdig als mogelijk betrokken, zodat bijtijds de verkregen informatie vanuit de ASD bij die voorbereidingen betrokken kunnen worden.

  • 3.

    De termijn van maximaal vier weken is vereist vanwege de benodigde ambtelijke voorbereiding en het bestuurlijke besluitvormingsproces. De ASD en het college streven naar een onderlinge transparante verhouding: helderheid over advisering en hoe het college daar mee om gaat. Er zijn vier mogelijkheden dit goed vorm te geven:

  • a.

    De ASD stuurt een advies op schrift dat door het college als bijlage bij de besluitvormingsstukken richting de gemeenteraad wordt gevoegd. Dit wordt gehanteerd bij de (grotere) beleidsnota's;

  • b.

    De ASD stuurt een brief met "akkoord met voorstel/voorgestelde aanvulling overgenomen". Dit wordt gehanteerd bij de (kleinere) beleidsstukken indien de ASD hier behoefte aan heeft;

  • c.

    B&W laat opnemen in het B&W-advies dat zij vaststelt dat consultatie heeft plaatsgevonden en de ASD input heeft geleverd die B&W verwerkt heeft;

  • d.

    Het college publiceert jaarlijks (in lokale media) over welke onderdelen de ASD een advies heeft gegeven. Dit borgt extra aandacht en waardering voor de participatieraad. Tevens dat advisering over stukken waar geen vereist B&W-besluit aan ten grondslag ligt wel zichtbaar zijn;

  • 4.

    Dit lid van artikel 3 richt zich op het voorkomen van actieve en passieve informatieverstrekking door de ASD aan anderen dan het college van B&W voorafgaand en na afloop van een door het college van B&W te nemen besluit. De ASD is ingesteld om adviezen uit te brengen aan het college van B&W. Het is van belang om te voorkomen dat de ASD een politiek orgaan wordt. Voortijdige informatie-uitwisseling - buiten die met het college van B&W of de ambtelijke organisatie - kan gewild of ongewild politieke beïnvloeding met zich meebrengen. Dit past niet in de adviserende rol van de ASD. Nadat het college van B&W een besluit heeft genomen is het aan het college om naar buiten te treden met het genomen besluit en het door de ASD gegeven advies, dit om "verpolitiseren" van de ASD te voorkomen. De ASD heeft een eigen website. Op deze site wordt algemene informatie verstrekt over de ASD. Na afronding van de besluitvorming door college en/of raad (afhankelijk van de bevoegdheidsverdeling) publiceert de ASD hierop tevens het aan het college verstrekte advies. Indien over een onderwerp waarop de ASD adviesbevoegd is abusievelijk geen advies is gevraagd aan de ASD, stelt de ASD hiervan terstond de coördinator op de hoogte en wordt het college van burgemeester en wethouders daarvan door de coördinator in kennis gesteld.

Artikel 4. Door het college te verstrekken informatie

  • 1.

    De leden van de ASD en/of de onafhankelijke voorzitter ontvangen via de secretaris van de ASD de documenten en informatie die benodigd zijn voor het goed kunnen vervullen van hun adviesfunctie zo veel mogelijk vroegtijdig en "aan de voorkant" van het beleidsproces. Indien gewenst door de ASD of door de ambtelijke organisatie vindt mondelinge toelichting plaats in de ASD door de vakambtenaar. Indien de ASD om mondelinge toelichting vraagt is de ambtelijke organisatie gehouden daaraan gehoor te geven.

  • 2.

    Zaken die betrekking hebben op één individu komen niet aan de orde in de ASD. Ook het college van B&W levert hierover geen informatie.

Artikel 5. Samenstelling Adviesraad

  • 1.

    De ASD telt minimaal negen en maximaal twaalf leden en heeft daarnaast een onafhankelijke voorzitter. De ASD benoemt uit zijn midden een secretaris en een penningmeester. Voorzitter, secretaris en penningmeester vormen gezamenlijk het dagelijks bestuur van de ASD. Het totaal aantal personen waaruit de ASD bestaat bedraagt dus uit maximaal dertien. De onafhankelijke voorzitter moet draagvlak hebben bij zowel de gemeente als de ASD. Hij/zij moet ervaring hebben als voorzitter, kennis hebben van of ervaring hebben met een politie/bestuurlijke omgeving én kennis/ervaring hebben met /binnen maatschappelijke organisaties.

  • 2. t/m 4.

    De ASD dient maatschappelijk draagvlak te hebben. Dit betekent dat de leden van deze raad een binding moeten hebben met de Aalsmeerse samenleving. Er moet sprake zijn van evenwicht, brede kennis en bij voorkeur (ervarings-)deskundigheid op de werkvelden van de Adviesraad. Evenwicht wordt bereikt door op elk van de beleidsvelden, WMO, Jeugdwet en Participatiewet, drie of vier leden te benoemen. Van deze leden wordt verwacht dat zij expertise en verbondenheid hebben op/met het beleidsveld dat zij behartigen. Zij zijn op enigerlei wijze verbonden met cliënten uit het betreffende beleidsveld. Het is daarom van belang dat de ASD deels bestaat uit personen die vanuit maatschappelijk relevante organisaties en/of op basis van hun expertise een bijdrage kunnen leveren aan het beleidsveld en deels uit (een vertegenwoordiging van) cliënten van de WMO, de Jeugdwet en de Participatiewet.

  • 5.

    De ASD is ingesteld door het college van B&W om dat college gevraagd en ongevraagd te adviseren over zaken die op het vlak liggen van de drie wetgevingsproducten. Dat betekent dat er een directe en open communicatielijn ligt tussen college en ASD. Die lijn is vergelijkbaar met de lijn van ambtelijke organisatie naar college en maakt deel uit van de fase van voorbereiding op besluitvorming door het college. Er moet in een dergelijke relatie sprake zijn van het onderling vertrouwen dat informatie, documenten en meningen daarover onderdeel uitmaken van het beleidsvoorbereidingstraject dat uiteindelijk leidt naar een afgewogen besluit van het college van B&W. Juist in dat voortraject is het van belang dat geen verstoring/beïnvloeding van dit proces plaatsvindt door anderen dan de vaste adviseurs zoals ambtelijke organisatie en ASD. Rolvastheid door college, ASD en ambtelijke organisatie is dan vereist.

  • 6.

    Van de ASD-leden mag worden verwacht dat zij het grote geheel kunnen overzien en integraal kunnen denken. De verkregen input vanuit de achterban moeten de ASD-leden kunnen vertalen in hun advisering naar een zeker abstractieniveau waarbij zij voorts rekening dienen te houden met kaders waarbinnen de structurele participatie kan plaatsvinden. Als kaders dienen de relevante wettelijke bepalingen, de aanwezige financiële middelen, landelijke en regionale verplichtingen en de gangbare procedure met betrekking tot de bestuurlijke en politieke besluitvorming.

  • 7.

    Het begrip "zonder last" betekent: zonder een bindend mandaat. Ieder lid is vrij om te stemmen zoals hij zelf wil. Juridisch is binding aan bijvoorbeeld een afspraak met of opdracht van de achterban niet mogelijk. Natuurlijk houdt een lid wel rekening met de heersende mening binnen de achterban (de doelgroep), maar het lid is geen "persoonlijke spreekbuis".

  • 8.

    Het verdient een sterke voorkeur dat de leden en de voorzitter van de ASD in Aalsmeer woonachtig zijn. Bekendheid met (groepen) bewoners, cliënten en relevante instellingen in de Aalsmeerse samenleving geeft hen een beter zicht op de problematiek en de onderlinge verhoudingen in Aalsmeer.

  • 9.

    Mocht de bezetting en/of de evenwichtige spreiding van kennis en deskundigheid binnen de ASD in het gedrang komen, moet het college van B&W de mogelijkheid hebben om - in geval van het ontbreken daarvan binnen de Aalsmeerse samenleving - leden te benoemen die niet woonachtig zijn in Aalsmeer. Het hebben en houden van een kwalitatief goede ASD en kwalitatief goede adviezen zijn immers een eerste vereiste. Het spreekt voor zich dat dit in goede samenspraak gaat met de ASD.

  • 10.

    Geen nadere toelichting.

Artikel 6. Werving, benoeming en zittingsduur van de voorzitter, secretaris en de leden

  • 1.

    Voor het invullen van vacatures binnen de ASD wordt een sollicitatiecommissie ingesteld. Hieraan wordt een vertegenwoordiger van de gemeente, aangewezen door het college, toegevoegd. De commissie beoordeelt de ingekomen sollicitaties, toetst deze aan het geformuleerde profiel en voert gesprekken met de sollicitanten. De commissie bestaat uit drie leden, inclusief de (plaatsvervangend) voorzitter van de ASD. De vacaturetekst wordt in samenspraak tussen gemeente en ASD opgesteld en door de gemeente geplaatst. De profielschetsen worden in samenspraak met de ASD opgesteld. Om tot uitdrukking te brengen dat het om een adviserende functie aan het college handelt, vindt de werving in opdracht van de gemeente plaats in nauwe samenwerking met de ASD. Bij eerste aanvang van de Adviesraad ligt het uit een oogpunt van gewenste continuïteit en behoud van expertise voor de hand om de voorzitter, secretaris en de penningmeester van de WMO-raad te benoemen tot voorzitter, secretaris en penningmeester van de Adviesraad, dit uiteraard voor zover zij dit zelf wensen.

  • 2.

    Geen toelichting.

  • 3.

    Het bepaalde onder lid b is gericht op het geven van kansen aan anderen dan de zittende leden en het vernieuwen van kennis, ervaring en deskundigheid.

  • 4.

    Voor wat betreft de bepalingen m.b.t. de intrekking van de benoeming en schorsing van een lid of voorzitter: college en ASD werken op basis van goed vertrouwen in en met elkaar. Van de in deze bepalingen genoemde maatregelen zal daarom uitsluitend in zeer uitzonderlijke situaties en bij zeer uitzonderlijke gedragingen sprake kunnen zijn. Het college past hierbij de nodige terughoudendheid toe.

  • 5.

    De leden van de nieuwe ASD worden voorgedragen door en vanuit de huidige WMO-raad. Indien niet alle zetels binnen de nieuwe ASD worden bezet, vindt werving van nieuwe leden plaats met inachtneming van artikel 5 en 6.

Artikel 7 t/m 11

Geen nadere toelichting.