Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van het delegatiebesluit ten aanzien van de bevoegdheid tot het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan bij wijzigingsbevoegdheden en omgevingsvergunningen met een kostenverhaalplichtig bouwplan waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist van de gemeenteraad

Geldend van 25-06-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van het delegatiebesluit ten aanzien van de bevoegdheid tot het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan bij wijzigingsbevoegdheden en omgevingsvergunningen met een kostenverhaalplichtig bouwplan waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist van de gemeenteraad

Z-2018/051216

De raad van de gemeente Aalsmeer;

gelet op de Wet ruimtelijke ordening (artikel 6.12);

gezien het voorstel van 8 januari 2019, D-2018/262008;

overwegende dat de gemeenteraad op grond van artikel 6.12, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) bevoegd is de bevoegdheid tot het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan (artikel 6.12, eerste en tweede lid van de Wro) met betrekking tot omgevingsvergunningen in afwijking van het bestemmingsplan (‘projectomgevingsvergunning’), reguliere omgevingsvergunningen met kostenverhaalplichtig bouwplan en met betrekking tot een wijzigingsplan te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders;

besluit vast te stellen het:

Delegatiebesluit ten aanzien van de bevoegdheid tot het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan bij wijzigingsplannen, omgevingsvergunningen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is vereist en reguliere omgevingsvergunningen met een kostenverhaalplichtig bouwplan waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist van de gemeenteraad

Artikel 1 Delegatie bevoegdheid tot het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan

De raad van de gemeente Aalsmeer besluit:

1. de bevoegdheid tot het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste en tweede lid van de Wro die hoort bij de wijziging van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a van de Wro te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders;

2. de bevoegdheid tot het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste en tweede lid van de Wro die hoort bij een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo waar geen verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is vereist, te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders;

3. de bevoegdheid tot het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste en tweede lid van de Wro die hoort bij een omgevingsvergunning met kostenverhaalplichtig bouwplan als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 en 2 van de Wabo, te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na die waarop deze bekend is gemaakt.

Artikel 3 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Delegatiebesluit ten aanzien van de bevoegdheid tot het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan bij wijzigingsbevoegdheden en omgevingsvergunningen met een kostenverhaalplichtig bouwplan waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist van de gemeenteraad.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 juni 2020.

De griffier,

O. van Kolck

De voorzitter,

G.E. Oude Kotte