Regeling vervallen per 01-01-2014

Beleidsregels bijzondere begraafplaatsen op particuliere gronden gemeente Aalten

Geldend van 09-11-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Beleidsregels bijzondere begraafplaatsen op particuliere gronden gemeente Aalten.

Deel 1 Inleiding - historie

De Wet op de lijkbezorging (WLB) vormt het kader voor alle aspecten met betrekking tot de lijkbezorging. Artikel 33 van de WLB geeft aan dat een gemeente de plicht heeft te zorgen voor een gemeentelijke begraafplaats. Daarnaast geeft artikel 40 van de WLB aan dat de gemeenteraad de bevoegdheid heeft om te beslissen over de aanleg of de uitbreidingen van bijzondere (particuliere) begraafplaatsen, voor één of meerdere personen.

Artikel 40 WLB geeft aan dat het naast een kerkgenootschap mogelijk is, dat particulieren een verzoek tot de aanleg van een bijzondere begraafplaats indienen. Echter in de wet zijn nauwelijks criteria te vinden waaraan de gemeenteraad een aanvraag kan toetsen. Nu er, door de jaren heen, meerdere aanvragen zijn binnen gekomen, bestaat de noodzaak om over lokale beleidsregels te beschikken, als toetsingskader om aanvragen van particulieren te kunnen beoordelen.

Deel 2 Mogelijkheden particuliere begraafplaats uit de inspectierichtlijn van de WLB

De WLB heeft aan de gemeenten de verplichting opgelegd om te zorgen voor voldoende mogelijkheden voor het begraven van menselijke lichamen op openbare begraafplaatsen. In de gemeente Aalten wordt daarin op genoegzame wijze voorzien. In het verleden bestond ook de mogelijkheid tot aanleg van een familiegraf op eigen grond, bijv. op landgoederen, doch deze mogelijkheid is in 1991 afgeschaft. Wel blijft de mogelijkheid bestaan dat particulieren een verzoek doen om een bijzondere begraafplaats te mogen aanleggen.

Bij de behandeling van de WLB in de Tweede Kamer is door de Minister van Binnenlandse Zaken echter wel gesteld, dat hij verwacht dat een gemeenteraad niet spoedig zal overgaan een particulier terrein als bijzondere begraafplaats aan te wijzen. Het zou bij omwonenden op bezwaren kunnen stuiten dat iemand begravingen in zijn “achtertuin” verricht. De wetsbehandeling ademt dus een terughoudende opstelling uit voor gemeenten.

Deel 3 Situatie in Aalten

In Aalten is nu, sinds de jaren ’90, het derde verzoek binnen gekomen om op eigen grond begraven te mogen worden. Landelijk schijnt er een lichte toename te zijn van dergelijke verzoeken. Ook om die reden zijn algemene lokale regels wenselijk. Duidelijke kaders in lokale regels kunnen een handvat bieden om aanvragen op de juiste uniforme wijze te kunnen beoordelen.

Bedacht moet worden wat de consequenties zijn van kleine begraafplaatsen voor 1 of meer personen verspreid in het landschap. Er zou sprake kunnen zijn van een ongeordend ruimtegebruik en versnip-pering door de aanwezigheid van langdurige en gevoelige bestemmingen. Dit kan aanleiding geven voor ruimtelijke beperkingen rond het graf, voor tenminste de duur van de grafrusttermijn (10 jaar) maar ook daarna. Door het stellen van beleidsregels kan deze vorm van begraven gereguleerd worden, waardoor de mogelijk negatieve effecten kunnen worden beperkt. Het standpunt van de gemeenteraad van Aalten tot nu toe biedt ook aanknopingspunten voor de vaststelling van algemene regels.

Tot voor kort was het wettelijk verplicht om de Inspectie voor de Volksgezondheid te horen over verzoeken voor een aanwijzing van een bijzondere begraafplaats. De inspectie had de algemene gedragslijn om negatief te adviseren over dergelijke aanvragen. Bij een eerder verzoek in Aalten is dat gebleken, doch toen heeft de medewerking van de gemeente de rechterlijke toets doorstaan.

Na een recente wetswijziging is deze hoorplicht komen te vervallen. Dit neemt niet weg dat uit de wetsbehandeling naar voren komt dat terughoudendheid moet worden betracht. Er moet bij de aanvrager sprake zijn van een “meer dan intens verlangen” voor een bijzondere begraafplaats op eigen terrein. De gemeente behoudt, ook bij deze bijzondere begraafplaatsen haar verantwoordelijkheid waar het gaat om toezicht op en handhaving van een ongestoorde grafrust. Het is dan ook wenselijk dat de gemeente beleid ontwikkelt waaraan een verzoek getoetst kan worden.

Deel 4 Standpunt gemeenteraad Aalten

Op grond van eerdere verzoeken in de gemeente Aalten is de lijn ingezet dat, onder bepaalde omstandigheden, medewerking kan worden verleend voor een particuliere bijzondere begraafplaats. Die lijn houdt in dat, naast de wetstechnische eisen van de WLB, sprake moet zijn van een meer dan intens verlangen, blijkende uit een al dan niet religieuze levensovertuiging, die ook kan bestaan uit een samenhang van waarden en normen van levensbeschouwelijke aard.

De gemeente Aalten heeft tot nu toe geen beleidsregels vastgesteld op dit gebied en er zijn daarom geen concrete toetsingscriteria waaraan verzoeken voor het aanwijzen van een bijzondere begraaf-plaats kunnen worden getoetst. Er is alleen een beheersverordening voor de gemeentelijke begraaf-plaatsen, welke hoofdzakelijk regels van orde en technische eisen bevat. Momenteel is een Masterplan begraafplaatsen in voorbereiding, om in het kader van het beleid van het begraven, voorbereid te zijn op de toekomst. De mogelijkheid bestaat om de onderhavige regels te zijner tijd onder de dekmantel van het Masterplan te laten vallen

Deel 5 Toetsingscriteria

De WLB biedt de mogelijkheid in artikel 40 om gronden aan te wijzen waarop een particuliere bijzondere begraafplaats mag worden aangelegd. Zoals gesteld laat de wetsbehandeling van de WLB zien dat het wenselijk is om terughoudend te zijn ten aanzien van de aanleg van bijzondere begraafplaatsen op particulier terrein. Er is geen reden voor de gemeente Aalten om af te wijken van de landelijke richtlijn. De gemeente Aalten zal toekomstgericht daarom niet eerder meewerken aan een verzoek tot de aanleg van een bijzondere begraafplaats, als niet eerst aan een aantal regels is voldaan.

Een verzoek wordt altijd eerst aan de gemeenteraad voorgelegd om de gronden voor dit doel aan te wijzen. Daarna komt de planologische inpassing aan de orde en dan de vergunningverlening op grond van de WLB door het college. Naast WLB zijn er dus meerdere regels van belang voor de afweging of een aanvrager in aanmerking komt voor een begraafplaats op eigen terrein.

Deel 6 Algemene lokale beleidsregels

  • 1.

    De gewenste locatie voor de bijzondere begraafplaats mag niet in strijd zijn met het bestemmingsplan. De kosten voor aanpassing van het bestemmingsplan komen voor rekening van aanvrager.

  • 2.

    De aanvrager moet de eigenaar van de grond zijn, waarbij geen zakelijk recht op de grond rust. De grond moet vrij zijn van alle rechten van derden zodat een ononderbroken gebruik van de grond mogelijk is.

  • 3.

    De aanvrager dient een aantoonbare historische of emotionele binding te hebben met de grond. Die binding wordt in ieder geval aanwezig geacht, indien hij/zij gedurende langere tijd woonachtig is op het perceel en blijk heeft gegeven van een meer dan intens verlangen tot het begraven op de locatie, gebaseerd op een levensbeschouwing. Die levensbeschouwing kan ook blijken uit een samenhang van waarden en normen.

  • 4.

    In het perceel mogen geen kabels, leidingen of andere nutsvoorzieningen voorkomen in een straal van 20 meter rondom de gewenste begraafplaats. De aanvrager betaalt de kosten van het verleggen c.q. verwijderen van kabels ten behoeve van nutsvoorzieningen voordat een begraafplaats mag worden aangelegd.

  • 5.

    Voor de toekomst moet voldoende duidelijk zijn dat rechthebbenden/nabestaanden de binding met de grond behouden, in ieder geval binnen de wettelijke grafrusttermijn. Een garantie van en binding voor langere tijd is soms moeilijk te geven. Wel kan notarieel worden vastgelegd dat het perceel en de bijbehorende woning gedurende minimaal tien jaar (grafrust) in familiebezit blijven. Bij verkoop binnen deze tien jaar zal in de meeste gevallen een herbegrafenis noodzakelijk zijn (opheffen van de begraafplaats).

Indien een aanvraag niet voldoet aan deze regels dan zal de aanvraag op grond van het ontbreken van voldoende binding met de grond worden afgewezen door de gemeenteraad.

Deel 7 Wettelijke bepalingen in relatie tot de aanvraag

Bij de beoordeling van een aanvraag wordt een drietal wettelijke aspecten meegewogen in de uiteindelijke beslissing. Deze drie aspecten zijn de WLB en BLB (a.m.v.b.), de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Inspectie richtlijn van de regionale inspecteur van de volksgezondheid.

Deel 8 Wet op de lijkbezorging

In de inspectierichtlijn van de WLB wordt een uitwerking gegeven van de WLB in technische aspecten, die betrekking hebben op onder andere de aanleg en het onderhoud van een bijzondere begraafplaats. Daarnaast worden in de inspectierichtlijn een aantal adviezen gegeven ten aanzien van de situering van een begraafplaats.

Op grond van de WLB en de inspectierichtlijn zijn de volgende regels van toepassing:

  • 1.

    Er moet voldaan (kunnen) worden aan de technische eisen zoals gesteld in de WLB/BLB en de inspectierichtlijn van de WLB.

  • 2.

    De locatie mag niet in een grondwaterbeschermingsgebied liggen.

  • 3.

    De afstand tot de openbare weg, erfgrens met derden, woning, gebouw met woonbestemming of een als woonruimte in gebruik zijnd gebouw bedraagt minimaal 30 meter. Het college van burgemeester en wethouders kan bij de vergunningverlening, gelet op de plaatselijke omstandigheden, afwijken van deze afstand.

  • 4.

    De locatie dient voor het zicht vanaf een openbare weg of openbaar toegankelijk perceel visueel afgeschermd te worden met behulp van een natuurlijke, fysieke afscheiding die in het landschap inpasbaar is.

  • 5.

    De locatie mag niet binnen de bebouwde kom als bedoeld in artikel 20 a, van de Wegenverkeerswet gelegen zijn.

  • 6.

    Het perceel dient minimaal 1 ha groot te zijn.

Deel 9 Wet ruimtelijke ordening

De Wro en de WLB kennen geen koppeling, maar de Wro speelt wel een belangrijke rol in het proces tot aanwijzing van een bijzondere begraafplaats. Terughoudendheid met versnipperingen in het landschap door bijzondere begraafplaatsen, die gedurende zeer lange tijd beslag op de ruimte leggen, is uitgangspunt, zoals uit bovenstaande blijkt. Het bestemmingsplan Buitengebied voorziet niet in een regeling voor aanleg van een begraafplaats, behoudens de locatie van de bestaande begraafplaatsen van Aalten.

Na toetsing aan de WLB/BLB en de Wro wordt een voorstel aan de gemeenteraad voorgelegd met de vraag om een beslissing te nemen op het verzoek tot aanleg van een bijzondere begraafplaats, zoals hierboven bedoeld. De aanwijzing door de gemeenteraad is onder voorbehoud van de planologische procedure in het kader van het bestemmingsplan, de vergunningverlening door het college en de bezwaarprocedures.

Het besluit van de gemeenteraad wordt gepubliceerd volgens de Algemene wet bestuursrecht, waarna belanghebbenden bezwaar kunnen maken tegen het besluit. De aanvrager wordt voor de publicatie op de hoogte gebracht van de beslissing van de raad met de bijbehorende voorschriften. Vervolgens moet het college van burgemeester en wethouders vergunning verlenen voor de ingebruikname van de begraafplaats, conform artikel 41 van de WLB, waarna overgegaan kan worden tot begravingen. De vergunning kan onder voorschriften worden verleend.

Deel 10 Vergunningvoorschriften

Aan de vergunning voor het in gebruik nemen van de begraafplaats op grond van art. 41 WLB worden de volgende voorschriften verbonden:

  • 1.

    Aanbrengen van een natuurlijke, visuele afscheiding onder landschappelijke inpassing, al naar gelang de plaatselijke situatie te bepalen.

  • 2.

    Het aantal te begraven personen moet van tevoren worden vastgelegd. Voor verandering van het aantal personen of de grootte van de begraafplaats moet vooraf toestemming worden gevraagd.

  • 3.

    Begrafenissen dienen minimaal 24 uur tevoren gemeld te worden bij de administratie van de begraafplaatsen.

  • 4.

    Bij sluiting van de begraafplaats wordt daarvan direct melding gedaan aan het college van burgemeester en wethouders, conform artikel 43 van de WLB.

Deel 11 Tot slot

Door middel van deze voorschriften wordt voldaan aan eisen met betrekking tot het begraven, voortvloeiende uit de wetgeving, waaronder het uitgangspunt van grondgebondenheid, zoals de gemeente Aalten die voorstaat. Door de vergunningverlening, onder het stellen van voorschriften, houdt de gemeente zicht op de activiteiten, die als gevolg van de begraafplaats plaatsvinden. Op deze wijze wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de effecten van de bijzondere begraafplaats op de woonomgeving en -beleving van derden, waaronder bewoners van naburige percelen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 16 oktober 2012.