Regeling vervallen per 20-12-2023

Regeling Budgetbeheer Aalten 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 19-12-2023

Intitulé

Regeling Budgetbeheer Aalten 2017.

De raad van de gemeente Aalten;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 novenber 2016;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

Besluit:

vast te stellen de Regeling Budgetbeheer Aalten 2017.

Hoofdstuk 1. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Raad : de gemeenteraad van Aalten;

  • b.

    Griffier: de griffier van de raad;

  • c.

    College : het college van burgemeester en wethouders van Aalten;

  • d.

    Portefeuillehouder: het collegelid dat binnen het college vakinhoudelijk verantwoordelijk is voor een bepaald onderwerp;

  • e.

    Secretaris/algemeen directeur : de gemeentesecretaris als bedoeld in Hoofdstuk VII van de Gemeentewet;

  • f.

    Managementteam (MT): vormt de leiding van de ambtelijke organisatie bestaande uit de secretaris/algemeen directeur en de afdelingshoofden;

  • g.

    Afdelingshoofd: leidinggevende van een afdeling conform het Besluit op de organisatie

  • h.

    Controller: de medewerker die conform het Besluit op de organisatie daartoe is aangewezen;

  • i.

    Budgethouder: de medewerker (lid van het Managementteam of griffier) van de gemeente aan wie middelen van zijn afdeling zijn toegekend in de vorm van budgetten of investeringskredieten en die daarvoor eindverantwoordelijk is.

  • j.

    Budgetbeheerder: de ambtenaar van de gemeente aan wie onder de verantwoordelijkheid van een budgethouder middelen zijn toegekend in de vorm van budgetten of investeringskredieten en die verantwoordelijk is voor de beheersing van de aan hem/haar toegekende budgetten en investeringskredieten.

  • k.

    PAV-er: een medewerk(st)er of ingehuurde functionaris die vanuit zijn/haar functie verantwoordelijk is voor akkoord verklaring van de geleverde/te leveren prestatie.

  • l.

    Programma: geeft op het hoogste niveau de geclusterde indeling van de begroting weer en bestaat uit een aantal sub-programma’s.

  • m.

    Kostenplaats: boekhoudkundig detailniveau in de begroting waaraan budget is toegewezen.

  • n.

    Budget: de middelen (baten en/of lasten) die via de programmabegroting zijn toegekend om een samenhangend geheel van doelstellingen te realiseren, kan ook een investeringskrediet zijn;

  • o.

    Beheersing: het zo doeltreffend en doelmatig mogelijk handelen voor wat betreft baten en lasten en de beleidsmatige kant va n een programma of sub programma. Een subprogramma kan uit meerdere kostenplaatsen bestaan;

Hoofdstuk 2. DE AANWIJZING VAN BUDGETHOUDERS EN BUDGETBEHEERDERS

Artikel 2

  • 1.

    De secretaris/algemeen directeur wijst de griffier en de afdelingshoofden aan als budgethouder d.m.v. het benoemingsbesluit budgethouders.

  • 2.

    De budgethouder wijst een onder zijn hiërarchische of functionele verantwoordelijkheid werkende medewerker aan als budgetbeheerder.

  • 3.

    De aanwijzing van een budgetbeheerder wordt met vermelding van de betreffende kostenplaats en/of investeringskrediet (zgn. interne order) schriftelijk gedaan en geparafeerd door de budgethouder, betrokkene en controller.Dit wordt vastgelegd in het formulier Benoemingsbesluit budgetbeheerder of bij eventuele wijzigingen in het Wijzigingsformulier budgetbeheerder.

Hoofdstuk 3. VERANTWOORDELIJKHEDEN

Artikel 3 Budgethouder

  • 1. De budgethouder is de eindverantwoordelijke voor een rechtmatige beheersing van de begrotingsuitvoering en verantwoording van de budgetten van zijn afdeling.

  • 2. De budgethouder is verantwoordelijk voor de verdere toewijzing van budgetbeheerders.

  • 3. De budgethouder kan ook als budgetbeheerder optreden.

Artikel 4 Budgetbeheerder en PAV-er

  • 1. De budgetbeheerder is verantwoordelijk voor een rechtmatige beheersing van de begrotingsuitvoering en verantwoording van de budgetten, waarvoor hij door de budgethouder is gemachtigd.

  • 2. De budgetbeheerder draagt zorg tot het doen van uitgaven en draagt zorg voor het realiseren van de inkomsten waartoe hij door de budgethouder is aangewezen.

  • 3. De budgetbeheerder is verantwoordelijk voor een goede archivering (Aanbestedingsregister en inkoopcontracten) van correspondentie rondom de aankoop van goederen, werken en diensten.

  • 4. Een budgetbeheerder kan bij de uitoefening van zijn taken ter ondersteuning een PAV-er aanwijzen. Onder verantwoordelijkheid van de budgetbeheerder beoordeelt deze of de levering of dienst ook daadwerkelijk conform de afspraken is geleverd.

Hoofdstuk 4. BEVOEGDHEDEN EN VERPLICHTINGEN

Artikel 5

  • 1. De budgetbeheerders zijn namens het college, bevoegd tot het doen van uitgaven:

    • a.

      tot maximaal de omvang van de betreffende budgetten waarvoor hij als budgetbeheerder is aangewezen;

    • b.

      bij een reserve of voorziening die samenhangen met vastgestelde (onderhouds) plannen tot maximaal het saldo hiervan;

    • c.

      tot maximaal de kosten van uitvoering van een door de raad vastgestelde investering (krediet) waarvoor hij via een interne order als budgetbeheerder is aangewezen;

  • 2. De budgetbeheerder is bevoegd te handelen binnen de vastgestelde kaders van mandatering.

  • 3. Bij de uitoefening van het budgetbeheer worden de geldende regels gevolgd met betrekking tot de administratieve organisatie, de inkoop en (Europese) aanbestedingen en de personele inzet.

  • 4. De budgetbeheerder bewaart ter controle de afleverbonnen en correspondentie over de le-vering van goederen en diensten zolang dit nodig is. In de meeste gevallen betekent dit totdat de controle over het betreffende boekjaar is afgerond. Maar bv. bij een meerjarig project of subsidie geldt de bewaarplicht totdat de controle hierover is afgerond.

  • 5. Op het einde van het boekjaar draagt de budgetbeheerder zorg voor de aanlevering van de juiste documentatie rondom de op te nemen verplichtingen ten behoeve van zijn budgetten.

Artikel 6

Indien geen budgetten aanwezig zijn of de bestaande budgetten niet toereikend (meer) zijn, kunnen geen verplichtingen worden aangegaan of betalingen worden verricht, tenzij het betreffende portefeuillehouder, de budgethouder en de controller daar toestemming voor geven en dit in de eerstvolgende financiële rapportage wordt benoemd en verwerkt.

Artikel 7 Vervanging

  • 1. Bij afwezigheid van de budgethouder is het iemand anders uit het MT die de budgethouder vervangt.

  • 2. Bij afwezigheid van de budgetbeheerder langer dan een week vervangt de budgethouder deze of iemand, die hiërarchisch onder dezelfde budgethouder valt en ook budgetbeheerder is.

  • 3. Bij afwezigheid van een PAV-er langer dan een week vervangt de betreffende budgetbeheerder deze of draagt deze zorg voor de aanwijzing van een andere PAV-er.

Hoofdstuk 5. PLANNING, RAPPORTAGE EN VERANTWOORDING

Artikel 8

  • 1. De budgetbeheerder signaleert tijdig afwijkingen ten opzichte van het vastgestelde budget en rapporteert deze via de planning en control cyclus (tussentijdse rapportages, begroting en jaarrekening).

  • 2. Indien de budgetbeheerder op enig moment een substantiële overschrijding verwacht, informeert hij de portefeuillehouder, budgethouder en controller direct.

  • 3. De ambtelijke eindredactie over financiële rapportages ligt bij de afdeling FBI.

Artikel 9

  • 1. Door vaststelling van de programmabegroting (inclusief eventuele amendementen) door de raad is het college geautoriseerd om de uitvoering van de begroting ter hand te nemen en krijgen budgethouder en -beheerder de verantwoordelijkheid tot uitvoer daarvan.

  • 2. Het college legt verantwoording af aan de raad door middel van de tussentijdse rapportages en de jaarrekening.

  • 3. Bij substantiële tussentijdse afwijkingen informeert het college de raad middels een raadsmededeling.

  • 4. De begroting en de daarmee samenhangende budgetten kunnen wijzigen door besluitvorming over de tussentijdse rapportages en/of door afzonderlijke raadsvoorstellen, met daarin financiële consequenties.

Artikel 10

De budgethouder bepaalt hoe, wanneer en waarover de budgetbeheerder hem informeert over de uitvoering van de onder deze regeling aan de budgetbeheerder opgedragen taken.

Hoofdstuk 6. INFORMATIEVERSTREKKING

Artikel 11

  • 1. De afdeling FBI is er verantwoordelijk voor, dat de budgethouders en de budgetbeheerders beschikken over tijdige en volledige informatie over budgetten waartoe zij gemachtigd zijn.

  • 2. De budgethouder en de budgetbeheerder zijn bevoegd om alle vastgelegde gegevens over hun budgetten te raadplegen, die in de financiële administratie staan.

Hoofdstuk 7. SLOTBEPALING

Artikel 12

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

  • 2. Op de in het eerste lid genoemde datum wordt de Regeling Budgethouders 2010 ingetrokken.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling Budgetbeheer Aalten 2017".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aalten d.d. 20 december 2016.
De voorzitter, G. Berghoef
De griffier, M.A.J.B. Fiering