Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening Fraudebeleid WWB en IOAW

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening Fraudebeleid WWB en IOAW

Gemeente Achtkarspelen

Verordening Fraudebeleid WWB en IOAW

Dienst Werk en Inkomen “De Wâlden”

November 2011

Gemeente Achtkarspelen

de Raad van de gemeente Achtkarspelen;

gelet op het bepaalde in artikel 8a van de Wet Werk en Bijstand en artikel 35, lid 1, sub c van de Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers,

overwegende dat met betrekking tot de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het kader van het financieel beheer regels moeten worden vastgesteld;

besluit

vast te stellen:

de Verordening Fraudebeleid WWB en IOAW

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de WWB: de Wet Werk en Bijstand;

  • b.

    de IOAW: de Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers;

  • c.

    de belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (Algemene Wet Bestuursrecht) en welke in deze verordening ook wordt aangeduid met "hem";

  • d.

    de bijstand: de bijstandsnorm, al dan niet vermeerderd of verminderd met de door het college vastgestelde verhoging of verlaging als bedoeld in hoofdstuk3, paragraaf 3.2 en 3.3 van de WWB, alsmede de bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 12 WWB;

  • e.

    de uitkering: het verschil tussen het inkomen en de voor belanghebbende vastgestelde grondslag als bedoeld in artikel 5 IOAW;

  • f.

    de bijzondere bijstand: de bijstand bedoeld in artikel 35 WWB,

  • g.

    het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Achtkarspelen;

  • h.

    de gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Achtkarspelen;

  • i.

    hoogwaardige handhaving: het totaal aan activiteiten dat is gericht op een rechtmatige verstrekking van uitkeringen, een vergroting van de spontane nalevingsbereid van cliënten, een vermindering van fraude en onnodige strafzaken, een optimale handhaafbaarheid en het verder uitbouwen van het maatschappelijk draagvlak door een vroegtijdige informatievoorziening, een optimale dienstverlening, een effectieve controle en een daadkrachtige sanctionering.

Artikel 2 Hoogwaardige handhaving

Het college maakt gebruik van het concept Hoogwaardige Handhaving en draagt er zorg voor dat de visie-elementen hiervan, te weten Informatie op maat, Dienstverlening op maat, Controle op maat en Sanctionering op maat worden verwerkt in het totale handhavingsbeleid ten behoeve van een rechtmatige uitkeringsverstrekking.

Artikel 3 Instrumenten ter voorkoming van fraude (preventie):

Het college draagt zorg voor een vroegtijdige informatievoorziening aan belanghebbenden over rechten, plichten en handhaving.

Het college optimaliseert zoveel mogelijk de dienstverlening zonder belemmeringen, zodat de kans op spontane naleving van de verplichtingen wordt vergroot.

Artikel 4 Instrumenten gericht op aanpak van fraude (repressie):

Het college draagt zorg voor een vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen.

Het college gaat bij constatering van fraude daadwerkelijk tot sanctionering over.

Artikel 5 Rechtmatigheidscontrole en effectieve sanctionering

Het college hanteert ten aanzien van de rechtmatigheidscontrole een samenhangend stelsel van controlemethodieken, gebaseerd op signaalsturing, risicosturing en themacontroles, hetgeen is vervat in het Controleplan aanvragen, heronderzoeken en beëindigingen WWB en IOAW.

Ten behoeve van een effectieve sanctionering legt het college de handelwijze omtrent de rechtmatigheidscontrole van uitkeringen WWB en IOAW in beleidsregels vast en handelt het aangaande de afstemming van WWB-uitkeringen conform de door de raad vastgestelde Verordening Afstemmingsbeleid WWB en de Verordening Afstemmingsbeleid IOAW.

Artikel 6 Verantwoording

Het college evalueert jaarlijks via de bestuursrapportages het gevoerde handhavingsbeleid en verantwoording vindt via deze bestuursrapportages plaats.

Artikel 7 Uitvoering

Het college is belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 8

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Fraudebeleid WWB en IOAW.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

De Verordening Fraudebeleid WWB, WIJ en IOAW, vastgesteld op 17 juni wordt gelijktijdig ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Achtkarspelen op
De Raad voornoemd,
de Raadsgriffier, de Voorzitter,
mr. R. van der Heide P. Adema

Toelichting Verordening Fraudebeleid WWB en IOAW

Algemeen

Vanaf 2012 is de Wet Werk en Bijstand (WWB) ingrijpend gewijzigd. Zo is de Wet Investeren in Jongeren, (WIJ), nog maar sedert oktober 2009 van kracht, al weer ingetrokken en is de materie weer in de WWB opgenomen.

Wat echter niet is veranderd is het uitgangspunt dat gemeenten voor de uitvoering van de WWB en de IOAW (en ook de IOAZ en ten aanzien van de starters uit de Bbz) 100% financieel verantwoordelijk zijn. Het is dan ook van het grootste belang dat uitkeringen rechtmatig worden verstrekt en dat misbruik effectief wordt bestreden. Op grond van artikel 8a van de WWB en artikel 35, lid 1, sub c van de IOAW dienen de regels omtrent de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand en van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB en de IOAW in een verordening te worden vervat. Hiervoor dient deze verordening.

De verordeningen ten behoeve van de IOAZ en het Bbz 2004, voor zover het de kosten van levensonderhoud voor startende ondernemers betreft, zullen door de centrumgemeente, i.c. de gemeente Leeuwarden, worden gemaakt. Tezamen met de bijbehorende beleidsregels op dit gebied wordt beschikt over een samenhangende systematiek van rechtmatigheidscontrole dat in alle opzichten aansluit bij de uitgangspunten die met Hoogwaardige Handhaving worden beoogd.

Toelichting per artikel

Artikel 1

Ten aanzien van de begrippen die in de verordening worden gebruikt is aansluiting gezocht bij wettelijke omschrijvingen. Voorts is aan aanvullende, voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand en de Wet Investeren in Jongeren belangrijke, begrippen een eigen omschrijving gegeven.

a.de WWB:

Deze omschrijving behoeft geen nadere toelichting.

b.de IOAW:

Deze omschrijving behoeft geen nadere toelichting.

c.de belanghebbende:

Deze omschrijving behoeft geen nadere toelichting.

d.de bijstand:

Door deze omschrijving wordt bereikt dat het streven om tot een rechtmatige verstrekking te komen is gericht op een volledige uitkering, dus inclusief toeslag en vakantie-uitkering. Hierbij wordt de bijzondere bijstand die in sommige situaties als aanvulling op de lage jongerennorm wordt verstrekt in dit verband wel tot "de bijstand" gerekend.

e.de uitkering:

Door deze omschrijving wordt bereikt dat het streven om tot een rechtmatige verstrekking te komen is gericht op een volledige uitkering, dus inclusief vakantie-uitkering.

f.de bijzondere bijstand:

De bijzondere bijstand is apart benoemd. Hierdoor wordt bereikt dat het streven op rechtmatige verstrekking ook op bijzondere bijstand van toepassing is.

g.het college:

Deze omschrijving behoeft geen nadere toelichting.

h.de gemeenteraad:

Deze omschrijving behoeft geen nadere toelichting.

i.hoogwaardige handhaving

Deze omschrijving geeft een definitie van het begrip hoogwaardige handhaving.

Artikel 2

Dit artikel geeft aan dat het streven om te komen tot een rechtmatige verstrekking van WWB-uitkeringen en IOAW-uitkeringen is gebaseerd op het gedachtengoed Hoogwaardige Handhaving en geeft het college de opdracht tot een nadere invulling daarvan te komen.

Artikel 3

Dit artikel behandelt de eerste twee visie-elementen van Hoogwaardige Handhaving, te weten Informatie op maat en dienstverlening op maat.

Artikel 4

Dit artikel behandelt de laatste twee visie-elementen van Hoogwaardige Handhaving, te weten Controle op maat en Sanctionering op maat.

Artikel 5

In dit artikel wordt verwezen naar het Controleplan en wordt vastgesteld dat de controle geschiedt conform de uitgangspunten van Hoogwaardige Handhaving. Tevens krijgt het college hierbij de opdracht nadere beleidsregels op te stellen ten behoeve van een effectieve sanctionering en wordt uitdrukkelijk verwezen naar de Verordening Afstemmingsbeleid WWB en de Verordening Afstemmingsbeleid IOAW. Hiermee is dit artikel een nadere uitwerking van de twee voorgaande artikelen.

Artikel 6

Dit artikel geeft het college de opdracht om het handhavingsbeleid via de bestuursrapportages te evalueren en de resultaten hiervan aan de raad te presenteren.

Artikel 7

Deze omschrijving behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 8

Deze omschrijving behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 9

Deze omschrijving behoeft geen nadere toelichting.