Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Achtkarspelen houdende regels omtrent geurhinder en veehouderij (verordening geurhinder en veehouderij (deelgebied Molenweg/De Dellen Surhuisterveen)

Geldend van 20-08-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Achtkarspelen houdende regels omtrent geurhinder en veehouderij (verordening geurhinder en veehouderij (deelgebied Molenweg/De Dellen Surhuisterveen)

Besluit

Vast te stellen de volgende

Verordening geurhinder en veehouderij (deelgebied Molenweg/De Dellen Surhuisterveen)

Artikel 1. Andere waarde voor geurnorm

In afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet geurhinder en veehouderij bedraagt de geurnorm voor het gebied dat wordt aangeduid als ‘herontwikkeling Molenweg/De Dellen Surhuisterveen’ en aangegeven op de bij deze verordening behorende tekening maximaal 4 geurodeur per kubieke meter lucht.

Artikel 2. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag van officiële bekendmaking als bedoeld in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘verordening geurhinder en veehouderij (deelgebied Molenweg/De Dellen Surhuisterveen)’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Achtkarspelen van 4 juli 2019

De griffier,

mevr. J.W. van Hoppe MPM

De voorzitter,

dhr. mr. O.F. Brouwer

Bijlage 1: Kaart behorende bij ‘Verordening geurhinder en veehouderij (deelgebied Molenweg/De Dellen Surhuisterveen)’.

afbeelding binnen de regeling

Projectgebied herontwikkeling Molenweg-De Dellen Surhuisterveen.

Voor dit gebied is de geurnorm bepaald op maximaal 4 geurodeur/m³ lucht.

Toelichting

  • 1.

    Inleiding/aanleiding

  • Door bedrijfsbeëindiging komt de locatie De Dellen/Molenweg vrij. Opvulling van de locatie binnen de vigerende bestemming is niet haalbaar waardoor leegstand en verpaupering voor de hand ligt. De locatie is geschikt voor een herbestemming naar de functie Wonen. Hiermee wordt het bestaande stedelijk weefsel afgerond.

  • De locatie vormt de entree van Surhuisterveen.

  • Op ruim 300 meter van de locatie is in de lintbebouwing van Koartwald een kippenmesterij gelegen. De geuremissie vanuit dit bedrijf spreidt zich ook uit over de bebouwde kom van Surhuisterveen. Op de ontwikkellocatie is sprake van een hoogste geurodeur van 4. Dit ligt hoger dan de wettelijke geurnorm van 2 odeur die geldt voor de bebouwde kom. De wet biedt de mogelijkheid om bij verordening een hogere norm van toepassing te verklaren voor de bebouwde kom. Daarvoor dient deze verordening. In de volgende paragrafen wordt hier nader op ingegaan.

  • 2.

    Wet geurhinder en veehouderij

  • In 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij in werking getreden. De wet bevat een beoordelingskader met regels voor de maximale geurbelasting op geurgevoelige objecten zoals in dit geval woningen. Bij het toestaan van geurgevoelige objecten in de nabijheid van veehouderijen dient rekening gehouden te worden met de bestaande geuremissies. Voor objecten binnen de bebouwde kom ligt de toelaatbare geuremissie op 2 geurodeur per m³ lucht. De nu betreffende locatie is gelegen binnen de bebouwde kom.

  • De Wgv biedt de gemeente de mogelijkheid om met een verordening van de wettelijke norm af te wijken. Voor de bebouwde kom is het mogelijk de wettelijke norm van 2 geurodeur te veranderen tussen 0 en 8 geurodeur. Daarbij moet aangegeven worden dat er een aanvaardbaar woonklimaat aanwezig is.

  • De wettelijke regeling biedt burgers bescherming bij het verlenen van nieuwe vergunningen voor veehouderijbedrijven en anderzijds aan bedrijven doordat bij nieuwe woningbouwprojecten rekening gehouden dient te worden met de gevestigde veehouderijen.

  • 3.

    Afweging afwijken normen

  • Bij het afwegen of wettelijke normen en afstanden binnen de wettelijke bandbreedte toe te staan, dient op grond van de Wgv rekening gehouden te worden met:

    • -

      De huidige en verwachte geursituatie vanwege de veehouderij in het gebied;

    • -

      Een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging;

    • -

      De noodzaak van een even hoog niveau van de bescherming van het gebied;

    • -

      De gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied of

    • -

      De afwijkende relatie tussen geurbelasting en geurhinder.

  • Hieronder wordt op de verschillende punten ingegaan.

Situatie van de geursituatie in het gebied en de geïntegreerde aanpak.

De geuroverlast is terug te brengen op de emissie van 1 bedrijf, een kippenmesterij. In de omgeving van het projectgebied zijn geen vestigingsmogelijkheden voor nieuwe agrarische bedrijven.

Het betreffende agrarisch bedrijf is gelegen op ruim 300 meter van het projectgebied. In de nabijheid van het bedrijf zijn reeds burgerwoningen gelegen die maatgevend zijn voor veranderingen van de inrichting, danwel die maatgevend zijn bij mogelijke uitbreidingsplannen op deze locatie.

Er vanuit gaande dat wijzigingen in de inrichting tot gevolg moet hebben dat de overlastsituatie ten opzichte van deze woningen dient te verbeteren, zal dat tot gevolg hebben dat de berekende geurodeur voor het projectgebied verlaagd en zeer waarschijnlijk onder de wettelijke norm voor de bebouwde kom komt te liggen.

Noodzaak niveau milieubescherming van het gebied

De gemeente heeft een zorgplicht en dient een afweging te maken van tegengestelde belangen. In dit geval de agrarische belangen met betrekking tot de bedrijfsvoering en de ontwikkelmogelijkheden van woningen en het woongenot van inwoners.

Het betreffende agrarisch bedrijf wordt niet in de ontwikkeling belemmert door de transformatie van de locatie naar woongebied. In de nabijheid van het bedrijf zijn woningen gelegen die nu vanuit het bedrijf meer belast worden en daarmee referentiepunt zijn indien de bedrijfsvoering wijzigt. Zodra het bedrijf wijzigingen in de bedrijfsvoering aan gaat brengen, zal dit tot gevolg hebben dat de geurbelasting op die woningen omlaag moet en dat daardoor de geurbelasting van het projectgebied redelijkerwijs ook zal verminderen.

Gewenste ruimtelijke inrichting en afwijkende relatie tussen geurbelasting en geurhinder

Bij het afwegen van een andere geurnorm voor woningen dient gemotiveerd te worden van er sprake is van een goede woon- en leefomgeving. Hiertoe heeft het RIVM een kwalificatietabel gegeven. Voor de locatie Molenweg-De Dellen is het voorstel de geurnorm te verhogen naar 4 geurodeur. Bij deze norm is het woon- en leefklimaat als redelijk goed te kwalificeren. Daarmee is het verhogen van de geurnorm aanvaardbaar.

Woon- en leefomgeving

Geurhinder

(% personen)

Achtergrondbelasting (ou/m3)

zeer goed

< 5

0,0 – 1,5

goed

5 - <10

>1,5 – 3,5

redelijk goed

10 - <15

>3,5 – 6,5

matig

15 - <20

>6,5 – 10,0

tamelijk matig

20 - <25

>10,0 – 14,0

slecht

25 - <30

>14,0 - 19,0

zeer slecht

30 - <35

>19,0 – 25,0

extreem slecht

35 - <40

>25,0 – 32,0

Bron RIVM

Woningen niet voorzien van natuurlijke ventilatie waardoor de verwachting is dat de geurbelasting binnen de woning niet merkbaar is en daardoor het binnenklimaat vanuit geurhinder goed zal zijn. Bij het verblijven is de tuin zal er enige geurhinder op kunnen treden, echter deze vorm van hinder is getypeerd als redelijk goed. Daarnaast spreken we hier over een locatie aan de rand van het dorp in de overgang naar het agrarisch gebied waar je enige mate van overlast mag verwachten.

  • 4.

    Procedure

  • De verordening is gecoördineerd met de totstandkoming van het bestemmingsplan en heeft gelijktijdig met de andere ontwerpen 6 weken ter inzage gelegen voor zienswijzen.

  • Er zijn geen zienswijzen ingediend.

  • Het vaststellingsbesluit van deze verordening is gekoppeld aan het bestemmingsplan (‘Molenweg 77 Surhuisterveen’, NL.IMRO.00590BPSvMolenweg77) en maakt onderdeel uit van de beroepsmogelijkheid bij de Raad van State.