Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de Bezwaarschriftencommissie ambtenarenzaken 2004

Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de Bezwaarschriftencommissie ambtenarenzaken 2004

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alblasserdam,

 

gelezen het voorstel van de afdeling Personeel, Organisatie en Informatie d.d. ..november 2004;

 

gelet op de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht en de bepalingen in de Gemeentewet;

 

 

B E S L U I T :

vast te stellen de

Verordening op de Bezwaarschriftencommissie ambtenarenzaken 2004

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

 

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

College, c.q. het verwerend orgaan

Het college van burgemeester en wethouders;

b.

Commissie

De Bezwaarschriftencommissie ambtenarenzaken, als bedoeld in artikel 2;

c.

Wet

De Algemene wet bestuursrecht (Awb);

d.

Personeelslid

Medewerker in dienst van de gemeente Alblasserdam, met een ambtelijke aanstelling op basis van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de UWO-conforme regeling.

e.

Ambtenaar, c.q. belanghebbende(n)

Personeelslid als zodanig, dat in dienst is of in dienst is geweest bij de gemeente Alblasserdam, alsmede diens rechtverkrijgenden wier belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken waarop het bezwaar van toepassing is.

f.

Secretaris

Secretaris van de Bezwaarschriftencommissie ambtenarenzaken;

g.

Hoorzitting

Zitting waarin de belanghebbenden en (een vertegenwoordiger namens) het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

h.

Raadsman

Persoon die rechtskundige bijstand verleent, in het bijzonder als verdediger of gemachtigde bij een rechtsgeding.

i.

Bezwaarschrift

Een bezwaarschrift tegen een besluit van het college, dat betrekking heeft op aangelegenheden waarbij de belanghebbende als ambtenaar, c.q. als medewerker betrokken is.

 

Hoofdstuk 2 Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepalingen

  • 1.

    De verordening op de Bezwaarschriftencommissie ambtenarenzaken heeft betrekking op behandeling van bezwaarschriften inzake ambtenarenzaken. Ten aanzien van deze bezwaarschriften heeft het college besloten de behandeling niet zelf uit te voeren maar over te dragen aan de commissie.

  • 2.

    Bij situatie beschreven in lid 1 treedt de commissie op als adviescommissie ter voorbereiding van de beslissing door het college op het ingediende bezwaarschrift.

  • 3.

    Indien het college besluit de behandeling van het bezwaarschrift zelf in behandeling te nemen, wordt de behandeling overeenkomstig uitgevoerd, zoals vastgesteld in de Awb.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit drie leden en drie plaatsvervangende leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2.

    De samenstelling is als volgt:

    • a.

      een onafhankelijk voorzitter, of plaatsvervangend onafhankelijk voorzitter, voorgedragen door de onder b. en c. genoemde leden;

    • b.

      één vertegenwoordiger voorgedragen door centrales van overheidspersoneel welke deelnemen aan de commissie voor Georganiseerd overleg, of een door die organisaties aangewezen plaatsvervanger;

    • c.

      één vertegenwoordiger voorgedragen door het college, of een door het college aangewezen plaatsvervanger.

Artikel 4 Benoeming, zittingsduur, schorsing en ontslag

  • 1.

    De in artikel 3 genoemde leden en de plaatsvervangende leden worden benoemd door het college.

  • 2.

    De leden en plaatsvervangende leden van de commissie worden benoemd voor een periode van onbepaalde tijd.

  • 3.

    De leden en plaatsvervangende leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij dienen hun ontslag schriftelijk in bij het college.

  • 4.

    De leden van de commissie blijven bij situatie zoals beschreven in lid 2, bevoegd hun functie te vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 5.

    Het college schorst of ontslaat de in artikel 3 genoemde leden indien zij door handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengen aan het in hun gestelde vertrouwen.

Artikel 5 Vergoeding en onverenigbare functie

  • 1.

    De leden en de plaatsvervangende leden zoals genoemd in artikel 3 ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen een vergoeding. Deze vergoeding wordt vastgesteld door het college.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de Bezwaarschriftencommissie ambtenarenzaken is onverenigbaar met een lidmaatschap van de Toetsingscommissie functiewaardering.

Artikel 6 Secretaris

  • 1.

    De functie van secretaris wordt vervuld door het hoofd van de stafafdeling Personeel, Organisatie en Informatie. Als plaatsvervangend secretaris treedt op het plaatsvervangend hoofd van deze afdeling.

  • 2.

    Met betrekking tot de werkzaamheden in zijn rol als secretaris, is de secretaris of diens plaatsvervanger uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

  • 3.

    De secretaris of diens plaatsvervanger neemt deel aan de hoorzittingen, woont de vergaderingen en de besprekingen van de commissie bij.

Paragraaf 2 Procedurebehandeling bezwaarschriften

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Indien de commissie over het bezwaar zal adviseren, deelt het college dit bij het bericht van ontvangst, of anders zo spoedig mogelijk mede aan de belanghebbende.

  • 3.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overlegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 4.

    De stukken worden tevens toegezonden aan de belanghebbende en aan diens raadsman, indien deze door belanghebbende is aangewezen en het college hierover is geïnformeerd. Voor de overige in artikel 10 bedoelde functionarissen worden de stukken ten minste één week voor het horen ter inzage gelegd, indien zij door de commissie voor de hoorzitting worden uitgenodigd.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris zijn in verband met de voorbereiding en behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging, of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zonodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden is vooraf machtiging van het college vereist.

Hoofdstuk 3 De hoorzitting

Artikel 9 De hoorzitting

  • 1.

    Voordat de commissie advies uitbrengt over het bezwaar, stelt het de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan, in persoon of bij gemachtigde, in de gelegenheid te worden gehoord.

  • 2.

    De secretaris bepaalt namens de voorzitter de plaats van de zitting en in overleg met de commissie de datum en het tijdstip van de hoorzitting.

  • 3.

    De voorzitter besluit op basis van hoofdstuk 7 van de Awb of van het horen wordt afgezien.

  • 4.

    Indien de voorzitter op grond van lid drie besluit van het horen af te zien, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan.

  • 5.

    In het verlengde van artikel 9 hoort de commissie niet alleen de belanghebbende en het verwerend orgaan, maar ook andere informanten indien zij dit wenselijk acht en/of op verzoek.

  • 6.

    De commissie besluit op basis van hoofdstuk 7 van de Awb, of de belanghebbende(n), het verwerend orgaan, respectievelijk hun gemachtigden in elkaars aanwezigheid worden gehoord.

  • 7.

    Op verzoek van de belanghebbende(n) of het verwerend orgaan, kunnen de door dezen meegebrachte getuigen en deskundigen worden gehoord.

Artikel 10 Uitnodiging belanghebbenden

  • 1.

    De secretaris deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld om gehoord te worden tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken de datum en het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt namens hem door de secretaris zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen drie dagen na de in het tweede lid genoemde mededeling medegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken, of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in de leden één tot en met drie.

Artikel 11 Quorum

  • 1.

    De commissie behandelt een bezwaarschrift in een voltallige vergadering.

  • 2.

    Voor het houden van een hoorzitting is eveneens vereist dat alle drie de leden of hun plaatsvervangers aanwezig zijn.

Artikel 12 Niet deelnemen aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is niet openbaar.

  • 2.

    De leden en de secretaris zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen uit de stukken of de beraadslagingen bekend is geworden.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van het hetgeen over en weer is gezegd en verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de belanghebbenden, het verwerend orgaan, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overlegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Hoofdstuk 4 De advisering

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, een nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, de belanghebbenden en het verwerend orgaan toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, de belanghebbenden en het verwerend orgaan kunnen binnen een week na verzending van de in het tweede lid bedoelde nadere informatie of adviezen, aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk overeenkomstig van toepassing.

Artikel 16 Advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    a.   De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    b.   Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

  • 1.

    Het schriftelijke advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen informatie, tijdig uitgebracht aan het college dat op het bezwaarschrift beslist.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van tien weken, als bedoeld in hoofdstuk  7 van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het college tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbende(n) een afschrift.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 18 Nadere voorzieningen

Het college kan nadere voorzieningen treffen in die gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de verordening op de Bezwaarschriftencommissie ambtenarenzaken 2004.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na vaststelling van deze verordening.

Ondertekening

Alblasserdam, ………..november 2004
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris,                de voorzitter,