Regeling vervallen per 26-07-2013

Handhavingsverordening Wet Werk en Bijstand (WWB) en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Albrandswaard

Geldend van 31-12-2009 t/m 25-07-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

Handhavingsverordening Wet Werk en Bijstand (WWB) en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Albrandswaard

RAADSBESLUIT

 

 

Besluit nr.: 64649

Onderwerp: Handhavingsverordening Wet Werk en Bijstand (WWB) en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Albrandswaard

 

 

De raad van de gemeente Albrandswaard;

 

Gezien het voorstel van het college van de gemeente Albrandswaard d.d. 27 oktober 2009;

 

 

Gelet op artikel 8a WWB en artikel 12 WIJ;

 

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen Handhavingsverordening Wet Werk en Bijstand (WWB) en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Albrandswaard 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ);

    • b.

      Handhaven: bewerkstelligen dat de wet wordt nageleefd.

    • c.

      Fraude: het verwijtbaar informatie achterhouden, of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen anders dan waarop men op grond van juiste en/of volledige informatie recht zou hebben.

    • d.

      Misbruik: het verwijtbaar ontvangen van een uitkering in strijd met de wettelijke voorschriften.

    • e.

      Oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van die wet heeft bestaan.

    • f.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Albrandswaard.

    • g.

      Raad: de gemeenteraad van de gemeente Albrandswaard.

  • 2 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde omschrijving als in de Wet werk en bijstand (WWB) de Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). 

Hoofdstuk 2 Fraudepreventie, misbruik en oneigenlijk gebruik

Artikel 2 Opdracht aan college

  • 1 Het college zorgt voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder debestrijding van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. 

  • 2 Het college stelt ter nadere uitvoering van dit onderdeel van de verordening beleid vast, waarin onder meer aandacht wordt besteed aan fraudepreventie. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college belanghebbenden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand zijn verbonden, en over de consequenties van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik. Daarnaast beschrijft het college in een plan ten minste de wijze van controle bij de aanvraag, de handelwijze bij inconsistenties in de aanvraag, alsmede het gebruik van signaal- en risicosturing bij de beoordeling van de aanvraag. 

  • 3 Het college voert onderzoeken en bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd. Op grond hiervan kunnen bijstandsuitkeringen na verificatie aan veranderende omstandigheden worden aangepast. 

Artikel 3 Verantwoording

Het college doet jaarlijks verslag aan de raad over de doelmatigheid van de uitvoering op het gebied van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik.

 

Hoofdstuk 3 Gevolgen bij fraude

Artikel 4 Maatregel

Indien de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn voor de bepaling van de hoogte, de duur en de voortzetting van de bijstand, verlaagt het college de bijstand conform wat hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Albrandswaard en de Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Albrandswaard, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen uitkering. 

Artikel 5 Aangifte bij Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van een belanghebbende als bedoeld in artikel 4 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de ten onrechte ontvangen bijstand, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met het door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten en wat hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Albrandswaard en de Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Albrandswaard.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag nadat zij is bekend gemaakt, met terugwerkende

kracht tot 1 oktober 2009.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Albrandswaard in zijn openbare vergadering van 21 december 2009.
 
 
De adjunct-griffier,De voorzitter,
 
 
 
Wim H. Noordzijmr. Harald M. Bergmann 
 

1 Nieuwe Toelichting

Algemene toelichting

 

Bij amendement is artikel 8a in de WWB opgenomen, waarin de raad regels dient te stellen voor de bestrijding van ten onrechte ontvangen bijstand evenals van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Hiermee krijgt de gemeente de verplichting om eigen regels te bepalen over handhaving.De raad stelt op hoofdlijnen het beleid rondom handhaving vast door middel van deze verordening en geeft daarmee de gelegenheid om nadere invulling te geven aan de verordening in de vorm van beleidsregels.

Een goed handhavingsbeleid is belangrijk, omdat dit voorkomt dat ten onrechte gemeenschapsgeld wordt uitgegeven. Als fraude goed bestreden wordt, vergroot dit onder de burgers het draagvlak van de bijstandsverlening. Ook beperkt een goed handhavingsbeleid de uitgaven op het Inkomensdeel WWB. Een overschrijding van het Inkomensdeel WWB komt immers 100% ten laste van de gemeente. Als de gemeente bij een overschrijding van het inkomensdeel WWB een aanvullende uitkering bij het Ministerie van SZW aanvraagt, onderzoekt het ministerie namelijk ook of de gemeente de bijstandsuitkeringen rechtmatig en doelmatig heeft verstrekt. Een eventueel overschot van het toegekende inkomensdeel WWB kan ingezet worden voor andere doeleinden als bijvoorbeeld re-integratie en armoedebestrijding.

 

De Wet investeren in jongeren en handhaving

 

Gelet op de grote verwantschap tussen de wetten WWB en WIJ wordt voorgesteld om het handhavingsbeleid voor de WIJ op te nemen in een gezamenlijk verordening: de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren gemeente Albrandswaard.

 

Met deze verordening wordt tevens invulling gegeven aan de in artikel 12 van de WIJ gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken.

 

 

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. BegripsomschrijvingDit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen. Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB , WIJ of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende begrippen in de WWB en Awb ook deze verordening moet worden gewijzigd.

Hoofdstuk 2. Fraudepreventie, misbruik en oneigenlijk gebruik

Artikel 2. Opdracht aan collegeLid 1Dit artikel legt bij het college de verantwoordelijkheid neer voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de WWB en de WIJ.

Lid 2Het is noodzakelijk dat het college aan de raad verantwoording aflegt over de doelstellingen en resultaten op dit terrein. In dit artikel wordt de verplichting opgenomen het beleid in deze vast te stellen in een apart beleidsplan

Lid 3Controle op de rechtmatigheid van de bijstandsverlening wordt onder andere vorm gegeven door huisbezoeken en het gebruik van het Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI)-net en het Inlichtingenbureau, waarin actuele gegevens staan van (potentiële) belanghebbenden met betrekking tot inkomen uit loon of uitkering.

 

Artikel 3. VerantwoordingHet college informeert de raad jaarlijks over de uitvoering van de WWB en de WIJ.

Zo ook over de uitvoering en de resultaten op het gebied van handhaving.

Hoofdstuk 3. Gevolgen bij fraude

Artikel 4. MaatregelWanneer de uitkeringsgerechtigde of de jongere als bedoeld in artikel 2 van de WIJ onvolledige of onjuiste informatie geeft, kan de uitkering (tijdelijk) middels het opleggen van een maatregel verlaagd worden. Dit is conform hetgeen is bepaald in de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Albrandswaard en de Afstemmingsverordening Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Albrandswaard.

Deze verlaging van de uitkering is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de uitkering op elkaar af te stemmen. Dit staat los van het terugvorderen van verstrekte gelden, dat bedoeld is om de situatie (weer) in overeenstemming te brengen met het recht.

Artikel 5. Aangifte bij Openbaar MinisterieHet opleggen van een sanctie in reactie op schending van de inlichtingenplicht is in beginsel een verantwoordelijkheid van de gemeente zelf. In de “Aanwijzing sociale zekerheidsfraude” staat in welke gevallen er vervolging door het OM moet plaatsvinden.

Per 1 januari 2009 is de bestaande “Aanwijzing sociale zekerheidsfraude” gewijzigd (Stcrt. 2008/187).

Uitgangspunt is het zogenaamde ‘una via’-beginsel. De jongere wordt hetzij door de gemeente, hetzij door de strafrechter gesanctioneerd. Niet door beide.

In grote lijnen komt het erop neer dat als er een redelijk vermoeden bestaat dat het benadelingsbedrag (bruto) € 10.000 of hoger is, er aangifte en vervolging door het OM dient plaats te vinden. Is er echter sprake van ‘witte’ fraude (door koppeling van bestanden etc. aan het licht gebracht), dan is de gemeente primair verantwoordelijk tot een benadelingsbedrag van € 35.000. Is de benadeling groter dan is altijd het OM aan zet. Dat geldt ook voor gevallen waarin er met de jongere geen uitkeringsrelatie meer bestaat en dus geen maatregel meer kan worden toegepast.