Regeling vervallen per 27-10-2016

Nadere regels voor seksinrichtingen ingevolge artikel 3.1.3 jo. 3.2.1 lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) Alkmaar

Geldend van 03-11-2011 t/m 26-10-2016

Intitulé

Nadere regels voor seksinrichtingen ingevolge artikel 3.1.3 jo. 3.2.1 lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) Alkmaar

Nadere regels voor seksinrichtingen ingevolge artikel 3.1.3. jo. 3.2.1 lid 2 van de algemene plaatselijke verordening (apv) Alkmaar

Titel 1 Uitgangspunten

Artikel 1 Doel van de regels

  • 1.

    De regels dienen de belangen als bedoeld in artikel 3.1.3 juncto artikel 3.3.2., tweede lid van de Apv.

  • 2.

    De regels hebben betrekking op seksinrichtingen en de exploitatie ervan en beogen bij te dragen aan de doelstellingen zoals genoemd in de nota Prostitutiebeleid in de Gemeente Alkmaar en de nota Integrale Aanpak Prostitutieproblematiek Alkmaar 2009.

Artikel 2 Algemene zaken betreffende de exploitatie

  • 1.

    De inrichting dient tussen 01:00 uur en 07:00 uur op duidelijke wijze voor het publiek gesloten te zijn. De gordijnen van de werkruimtes dienen open te zijn en er mogen geen personen in de gehuurde ruimte aanwezig zijn gedurende die tijd.

  • 2.

    De exploitant van de seksinrichting is verplicht de veiligheid, hygiëne en gezondheid van de in de inrichting werkende prostituees te beschermen.

  • 3.

    De exploitant voert een beleid ter voorkoming van de verspreiding van seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) en AIDS.

  • 4.

    De exploitant stelt alleen werkruimte ter beschikking aan hen die meerderjarig zijn en een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfstitel hebben.

  • 5.

    De exploitant stelt alleen werkruimte beschikbaar aan prostituees die een verklaring hebben dat zij zich eerst geregistreerd hebben bij een loket van de gemeente waarbij zij:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs en een geldige verblijfstitel hebben getoond;

    • b.

      kunnen aantonen op welk huisadres zij ingeschreven staan.

  • 6.

    Het is de exploitant verboden een prostituee die niet beschikt over een registratiebewijs van het prostitutieloket in de door hem geëxploiteerde seksinrichting te laten werken.

  • 7.

    De exploitant is verplicht een intake te houden met de prostituee zodat uitgesloten kan worden dat de prostituee een slachtoffer is van mensenhandel. Vermoedens moeten schriftelijk gemeld worden bij de burgemeester. Doet de exploitant dat niet dan kan de vergunning worden ingetrokken.

  • 8a.

    De intake dient gedocumenteerd te worden, zodat dit voor toezichthouders te controleren is en een kopie van de intake dient aan de prostituee overhandigd te worden. Hiervoor stelt de gemeente een formulier beschikbaar met daarin opgenomen een checklist slachtoffer mensenhandel;

  • 8b.

    De exploitant houdt ook een registratie bij van naam, leeftijd, nationaliteit, (werkelijk) adres en woonplaats van de prostituee. Hierbij hoort ook opgave van het sofi-nummer / burgerservicenummer;

  • 8c.

    De vergunninghouder maakt goedgelijkende kleurenkopieën van de identiteits- en verblijfsdocumenten en bewaart de administratie 7 jaar;

  • 8d.

    Alle afspraken tussen de exploitant en de prostituee over prijzen legt de exploitant schriftelijk vast en bewaart hij bij de administratie. Hij overhandigt de prostituee een kopie.

  • 9.

    De verplichting tot het voldoen aan alle in de vergunning gestelde eisen waarvoor medewerking door de prostituee noodzakelijk is, wordt door de exploitant/beheerder opgenomen in de huurovereenkomst van de werkruimte. Als de prostituee hier niet aan meewerkt, dient de exploitant/beheerder geen huurovereenkomst met de prostituee aan te gaan. Zulks mede ter bescherming van zijn eigen positie.

  • 10.

    De exploitant doet altijd zaken met de prostituee zelf en nooit met een vertegenwoordiger van de prostituee.

  • 11.

    De prostituee die een werkruimte huurt bepaalt zelf haar werktijden en het aantal uren dat zij achtereen werkt;

  • 12.

    Reclame en verlichting die vanaf de weg zichtbaar is, mag het zedelijkheidsgevoel niet aantasten of op andere wijze storend werken of overlast veroorzaken.

Titel 2 Veiligheid en gezondheid

Artikel 3 Maatregelen in het belang van de (volks)gezondheid en integriteit

De exploitant voert binnen de inrichting een aantoonbaar “veilige seksbeleid” dat ook voor de klanten duidelijk kenbaar is. Dit beleid bevat tenminste de volgende onderdelen:

  • -

    de aanwezigheid in de werkruimten van condooms die voldoen aan de keuringsnorm EN-600 en waarvan de gebruiksdatum niet is verlopen;

  • -

    gelegenheid bieden aan prostituees zich periodiek op SOA te laten onderzoeken;

  • -

    vrije toegang van GGD-medewerkers tot de inrichting;

  • -

    actieve medewerking aan preventieactiviteiten van de GGD gericht op verbetering van de gezondheidssituatie van de in de inrichting werkzame prostituees, en de volksgezondheid;

  • -

    de verspreiding onder de in de inrichting werkzame prostituees van voorlichtingsmateriaal over de gezondheidsrisico’s van het prostitutiewerk en over gezondheidszorg en hulpverlening;

  • -

    indien een niet-GGD-arts aan het bedrijf verbonden is, meldt de exploitant schriftelijk de naam en het adres van desbetreffende arts aan de directeur van de GGD;

  • -

    een huisreglement gericht op bevordering van het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee, waaronder begrepen: het recht klanten te weigeren, het weigeren zonder condoom te werken, het weigeren van verplicht meedrinken met de klant enz..

De exploitant zorgt voor naleving van het huisreglement.

Artikel 4 Veiligheid en toezicht

  • 1.

    Aan de exploitant en beheerders worden eisen gesteld (Verklaring Omtrent het Gedrag).

  • 2.

    De vergunning of een kopie ervan, dient in het bedrijf op een zichtbare plaats aanwezig te zijn en moet op eerste vordering van de politie dan wel andere controlerende ambtenaren ter inzage worden gegeven.

  • 3.

    De exploitanten van inrichtingen op de Achterdam verzorgen toezicht en beveiligingswerkzaamheden overeenkomstig de richtlijnen van de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, gedurende de openingstijden en tot een half uur daarna.

  • 4.

    Voor de inrichtingen op de Achterdam geldt dat de gordijnen van de werkruimten geopend zijn gedurende de periode dat de inrichting krachtens vergunningsvoorschrift is gesloten voor het

  • publiek

    en gedurende de tijd dat de werkruimte niet in gebruik is.

  • 5.

    Elke werkruimte is voorzien van een installatie die de prostituee-in-nood in staat stelt de bedrijfsleiding te alarmeren.

  • 6.

    Iedere werkruimte is voor de bedrijfsleiding toegankelijk middels een moedersleutel.

Artikel 5 Hygiëne

  • 1.

    De exploitant dient zich te houden aan de normen zoals die zijn vastgelegd in de Landelijke Hygiëne Richtlijnen voor Seksinrichtingen van het LCHV .

  • 2.

    In een werkruimte is voldoende schoon linnengoed aanwezig.

  • 3.

    Bedlinnen wordt indien gebruikt dagelijks verschoond.

  • 4.

    De inrichting wordt tweemaal per jaar onderworpen aan een technische hygiëne-inspectie.

Titel 3 Inrichtingseisen

Artikel 6 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

  • 1.

    Seksinrichting: een inrichting zoals genoemd in artikel 3.1.1., onder c, van de APV.

  • 2.

    Raamprostitutie-inrichting: een seksinrichting waarin door een of meer prostituees vanuit de inrichting wordt geprobeerd de aandacht van passanten op zich te vestigen.

  • 3.

    Geschiktheidsverklaring: een schriftelijke verklaring waarin een pand bouwkundig geschikt wordt geoordeeld voor het gebruik als seksinrichting.

Artikel 7 Geschiktheidverklaring

  • 1.

    Voor het verkrijgen van een exploitatievergunning voor de seksinrichting is een geschiktheidverklaring vereist van de gemeentelijke Bouwinspectie.

  • 2.

    De geschiktheidverklaring wordt afgegeven indien de inrichting voldoet aan de normen van het Bouwbesluit, Bijlage 4 van de Bouwverordening en, ingeval van een inrichting met raamprostitutie, aan de bepalingen van artikel 8.

  • 3.

    De aanvraag om een geschiktheidverklaring moet zijn voorzien van een situatietekening en een bouwkundige plattegrondtekening van het bouwwerk, volgens de door de inspecteur Bouw- en woningtoezicht aan te geven specificaties.

Artikel 8 Inrichtingseisen raamprostitutie-inrichtingen

  • 1.

    Een raamprostitutie-inrichting dient te voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      - in de inrichting is een badruimte (1 per 5 kamers) waaronder mede wordt verstaan een doucheruimte en een toilet of een combinatie van badruimte en toilet aanwezig zijn;

    • b.

      - in de inrichting moet een dagverblijf voor de in de inrichting werkzame prostituees aanwezig zijn;

      • -

        het dagverblijf moet een oppervlakte hebben van tenminste 16 m2 en een breedte van tenminste 3.35 m;

      • -

        het dagverblijf moet voldoende zijn geventileerd;

    • c.

      - in de inrichting moet een keuken ten behoeve van het bereiden van maaltijden aanwezig zijn;

      • -

        de keuken moet een oppervlakte hebben van tenminste 5 m2 met een breedte van tenminste 1.80 m;

      • -

        de keuken moet voldoende zijn geventileerd;

      • -

        de ventilatiecapaciteit moet 75 m3/uur bedragen indien de oppervlakte kleiner is dan 10 m2 en 100 m3/uur indien de oppervlakte grote of gelijk is aan 10 m2;

      • -

        indien dagverblijf en keuken zijn gecombineerd dient deze ruimte mechanisch te worden geventileerd met een capaciteit van tenminste 150 m3/uur;

    • d.

      - het dagverblijf mag niet voor prostitutiedoeleinden worden gebruikt;

    • e.

      - de inrichting dient te zijn voorzien van één of meer verwarmingsinstallaties c.q. toestellen, waarmee alle ruimten op een veilige wijze en voldoende kunnen worden verwarmd;

      • -

        het gebruik van verplaatsbare ruimteverwarmingstoestellen is niet toegestaan;

    • f.

      in de inrichting moet per werkruimte een afsluitbare hang-/legkast aanwezig zijn.

  • 2.

    De werkruimten moeten aan de volgende eisen voldoen:

    • a.

      elke kamer moet een oppervlakte hebben van tenminste 5 m2 en een breedte van tenminste 1.80 m;

    • b.

      elke kamer moet zijn voorzien van een wasbak met warm en koud stromend water;

    • c.

      - elke kamer moet voldoende zijn geventileerd;

      • -

        de ventilatiecapaciteit moet bedragen 2.8 m3/uur per m2 vloeroppervlak met een minimum van 50 m3/uur.

  • 3.

    Vitrines dienen een minimale breedte te hebben van 1.50 meter per zich daarin bevindende prostituee.

Artikel 9 Maximum aantal vergunningen voor seksinrichtingen

  • 1.

    Het maximum aantal te verlenen vergunningen voor seksinrichtingen als bedoeld in artikel 3.2.1 lid 2 van de Apv bedraagt 15, voorzover deze seksinrichtingen gesitueerd zijn op de Achterdam.

  • 2.

    Een vergunning voor een seksinrichting kan meerdere werkruimten (“ramen”) betreffen.

  • In de vergunning wordt het aantal werkruimten per seksinrichting vastgelegd.

  • 3.

    Het in lid 1 genoemde maximaal aantal vergunningen betreft in totaal ten hoogste 69 werkruimten.”

Ondertekening

Vastgesteld 30 augustus 2011
Burgemeester en wethouders van Alkmaar,
De secretaris, De burgemeester,