Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van leges 2010 (Legesverordening 2010)

Geldend van 14-11-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2010 (Legesverordening 2010)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon of bezoldiging:

  • b.

    de aan belanghebbenden uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, voortvloeiende uit de rechtstoestandsregelingen voor het personeel van de gemeente;

  • c.

    het verstrekken aan de publiciteitsmedia van de voorstellen aan de raad en van de gemeentebegroting met de daarbij behorende bijlagen;

  • d.

    het afgeven van een verklaring omtrent inkomen en vermogen (verklaring van onvermogen);

  • e.

    inzage van de gegevens vermeld in het persoonsregister en het archiefregister, zoals vermeld in artikel 91, lid 1 van het Besluit GBA;

  • f.

    inzage van de gegevens vermeld in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), op de wijze als bedoeld in artikel 79, lid 2 van de Wet GBA;

  • g.

    een vergunning voor het gebruik van de openbare weg voor een wijkfeest, buurtfeest, straatfeest en buurt- of straatrommelmarkt;

  • h.

    een ontheffing op grond van de Zondagwet ten behoeve van een buurtfeest, wijkfeest, straatfeest en buurt- of straatrommelmarkt;

  • i.

    een vergunning als bedoeld in paragraaf 2.2 van de Huisvestingsverordening Alkmaar, eerste lid van de Woonruimteverordening Alkmaar, respectievelijk de Huisvestingsverordening;

  • j.

    het houden van collectes en inzamelingsacties door liefdadigheidsorganisaties en verenigingen zonder winstoogmerk;

  • k.

    een vergunning op bloembakken;

  • l.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • m.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • n.

    het voor ten hoogste twee dagen hebben van een bak in gebruik voor de afvoer van afvalstoffen of de opslag van goederen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend. 

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Voorlopige aanslag

Indien een aanvraag voor een bouwvergunning of een wijzigingsvergunning wordt ingediend, en de bouwkosten genoemd in de tarieventabel in titel 2, hoofdstuk 1, het moment van in behandeling nemen van de aanvraag niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige vordering moet altijd gevolgd worden door een kennisgeving van het definitief gevorderde bedrag. Opgave van de definitieve bouwkosten dient door een registeraccountant akkoord te zijn bevonden, danwel te zijn afgedekt door een verklaring die daaraan door het college van burgemeester en wethouders gelijk te stellen is, wanneer de kosten van een verbouwing het bedrag van € 50.000,-- overstijgen.

Artikel 11 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een tariefsverlaging betreffen;

  • c.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.5 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.3 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      onderdeel 1.7.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 9 (kansspelen).

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1.

    De artikelen en tarieventabel van de ‘Legesverordening 2009’ van 4 november 2008, vervallen met ingang 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid vervallen de volgende onderdelen van de tarieventabel van de in het eerste lid genoemde verordening met ingang van 28 december 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan:

    • a.

      onderdeel 6.2.1 (gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening (gebruiksvergunning);

    • b.

      onderdelen 11.1 t/m 11.2 (vergunning, melding of ontheffing als bedoeld in respectievelijk artikel 3, 30 en 35 van de Drank- en Horecawet);

    • c.

      onderdeel 13.1.19 en 13.1.20 (exploitatievergunning prostitutiebedrijf of wijziging daarvan als bedoeld in artikel 3.2.1 van de Algemene plaatselijke verordening>;

  • 3.

    Indien de datum van inwerkingtreding van titel 1 van de tarieventabel behorende bij deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op 28 december 2009, welke datum tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel is.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2010.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2009.
Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad op 11 november 2009.

Tarieventabel leges

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010.

Indeling tarieventabel

 Titel 1 Algemene dienstverlening

  • Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

  • Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

  • Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

  • Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

  • Hoofdstuk 5 Bestuursstukken

  • Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie

  • Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken

  • Hoofdstuk 8 Gemeentegarantie

  • Hoofdstuk 9 Kansspelen

  • Hoofdstuk 10 Telecommunicatie

  • Hoofdstuk 11 Verkeer en vervoer

  • Hoofdstuk 12 Diversen

 Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

  • Hoofdstuk 1 Bouwvergunningen

 Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

  • Hoofdstuk 1 Horeca

  • Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

  • Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

  • Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een andere tijd en/of  andere wijze dan waarop zij ingevolge artikel 4 van de Wet rech­ten burger­lijke stand (Stbl. 1879, 72) koste­loos plaats heeft danwel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik wordt gemaakt van de in dit artikel genoemde ruimten op de daarbij vermelde tijden:

 

1.1.1.1

maandag tot en met vrijdag

 

 

a.         in de raadzaal

€ 512,00

 

b.         buiten de raadzaal (in de Polderkamer)

334,00

 

c.         de grote kerk

255,00

 

d.         vrije locatie

361,80

1.1.1.2

op zaterdag

 

 

a.         in de raadzaal

733,00

 

b.         buiten de raadzaal (in de Polderkamer)

466,00

 

c.         in de grote kerk

321,60

 

d.         vrije locatie

389,90

1.1.2

De omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in het Stadskantoor.

83,10

1.1.3

Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van;

 

1.1.3.1

een trouwboekje of partnerschapboekje

30,80

1.1.3.2

een Bode-getuige per getuige

56,40

1.1.3.3

Eenmalige benoeming buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

113,70

1.1.4

Het tarief bedraagt ter zake van het doen van naspeuringen in de registers van de Burgerlijke Stand voor ieder daaraan bestede 10 minuten

18,60

1.1.5

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand (Stbl. 1879, 72) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand (Stbl. 1969, 36) of zoals dit besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een  reis­docu­ment voor vreemdelingen

 € 49,60

1.2.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort een groter aantal bladzijden bevattende dan een natio­naal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort)

  55,40

1.2.3

tot het gelijktijdig bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1 en 1.2.2 per kind

8,70

1.2.4

tot het aanbrengen van een wijziging of het achteraf bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1 en 1.2.2 per wijziging/per kind

20,30

1.2.5

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart

41,70

1.2.6

de tarieven als genoemd in de onderdelen 1.2.1.1, 1.2.2 en 1.2.5 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

41,00

 

het tarief als genoemd in 1.2.6 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1. en 1.2.2 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.3, slechts één keer per reisdocument berekend.

 

1.2.7

het tarief als genoemd in onderdeel 1.2.4. wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingsticker van

19,50

1.2.8

tot het verstrekken van een reisdocument/identiteitsbewijs indien aan de aanvrager reeds eerder een reisdocument/identiteitsbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet of niet compleet kan worden overlegd, worden de tarieven als genoemd in dit hoofdstuk verhoogd met

29,90

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieu­wen of omwisselen van een rijbewijs

 € 46,50

1.3.2

Het tarief als bedoeld in 1.3.1wordt, indien al eerder een rijbewijs werd verstrekt, en dit document bij de aanvraag niet of niet compleet kan worden overlegd, verhoogd met

29,90

1.3.3

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

30,00

1.3.4

Het tarief van het Aanvraagformulier ter verkrijgen van een Verklaring van geschiktheid (eigen verklaring) bedraagt

20,45

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één ver­strekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens danwel andere persoonsregistraties moeten worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens omtrent één of meerdere leden van een huishouding of het verstrekken van gegevens van een persoon per verstrekking

€  7,90

1.4.2.2.

tot het verstrekken van gegevens, meertalig, per verstrekking

10,70

1.4.2.3

tot het verstrekken van een bewijs van aanmelding voor opneming in de Gemeentelijke Basisadministratiepersoonsgegevens inzake zijn/haar voorgenomen vestiging

7,90

1.4.3

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, met als doel de verstrekking hieruit voor ieder daaraan bestede 10 minuten

18,50

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het op verzoek maken van selecties met als doel verstrekkingen uit de gemeentelijke basisadministratie persoongegevens voor ieder daaraan bestede 10 minuten

18,50

1.4.5

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van de persoonslijst

18,50

Hoofdstuk 5 Bestuursstukken

1.5.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.5.1.1

een exemplaar van de begroting/meerjarenraming of een exemplaar van de productenraming

€  27,55

1.5.1.2

een exemplaar van de rekening of een exemplaar van de productenrealisatie

27,55

1.5.1.3

een exemplaar van de beleidsrapportage en een exemplaar van de managementrapportage

11,20

1.5.1.4

een exemplaar van de volgende stukken: nota's, verslagen, rapporten, ontwerp en definitieve bestemmingsplannen, gemeentebladen, structuurplannen en schetsen, per bladzijde

0,13

1.5.1.5

fotokopieën of op andere wijze gereproduceerde afschriften, aangevraagd op basis van de Wet openbaarheid van bestuur:

 

 

  1. per bladzijde A-0 formaat in kleur

65,05

 

  2. per bladzijde A-0 formaat zwart/wit

4,60

 

  3. per bladzijde A-1 formaat in kleur

42,60

 

  4. per bladzijde A-1 formaat zwart/wit

3,70

 

  5. per bladzijde A-2 formaat in kleur

21,30

 

  6. per bladzijde A2 formaat zwart/wit

3,10

 

  7. per bladzijde A-3 formaat in kleur

2,30

 

  8. per bladzijde A-3 formaat zwart/wit

0,40

 

  9. per bladzijde A-4 formaat in kleur

1,10

 

10. per bladzijde A-4 formaat zwart/wit

0,27

 

11. per bladzijde voor een verkleining van A-3 naar A-4 formaat

0,40

1.5.1.6

een abonnement op:

 

 

1. de voorstellen voor de vergaderingen van de gemeenteraad, per jaar

41,30

 

2. het verslag van de gemeenteraadsvergadering per jaar

41,30

 

3. commissiestukken (agenda's, notulen e.d.) per commissie per jaar

41,30

 

4. commissieagenda, per commissie per jaar

14,65

Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie

1.6.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de kadastrale, dan wel de plaatselijke aanduiding, per object

Zie Besluit Kadastrale tarieven

1.6.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een hypothecair uittreksel, per object

Zie Besluit Kadastrale tarieven

1.6.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een uittreksel kadastrale kaart

Zie Besluit Kadastrale tarieven

1.6.4

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een uittreksel uit het schepenregister, per schip

Zie Besluit Kadastrale tarieven

1.6.5

Het in behandeling nemen van een verzoek om schriftelijke informatie in het kader van een taxatie, per onroerende zaak

€  147,00

1.6.6

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uitreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, per perceel

8,10

1.6.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens aan bedrijven, instellingen, niet zijnde publiekrechtelijke lichamen, inzake woningbouwprogramma's, productiecijfers e.d., per daaraan besteed uur of een gedeelte daarvan.

28,20

Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken

1.7.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€  30,05

1.7.1.2

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

7,90

1.7.1.3

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

7,90

1.7.1.4

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of het waarmerken van een foto of andere stukken

7,90

Hoofdstuk 8 Gemeentegarantie

1.8.1

het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een verleende gemeentegarantie

€  75,80

Hoofdstuk 9 Kansspelen

1.9.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30b van de Wet op de kansspelen (Stbl. 1964, 483):

 

1.9.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€  56,50

1.9.1.2.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten, voor de eerste speelautomaat € 56,50 en voor iedere volgende speelautomaat

34,00

1.9.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning)

16,15

1.9.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding van een te houden "bingo"

7,95

Hoofdstuk 10 Telecommunicatie

1.10.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5,4. eerste lid, van de Telecommunicatiewet

 €  276,45

1.10.2

Indien in de routering ondergrondse voorzieningen in de vorm van een rechthoekige of ronde bak, waarin glasvezelkabels aan elkaar gekoppeld en afgetakt kunnen worden (zogenaamde handholes), zijn opgenomen, wordt het in 1.10.1 bedoelde bedrag per handhole, vermeerderd met 

55,15

1.10.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, van de Telecommunicatiewet indien het betreft het plaatsen van een handhole of een klantaansluiting, waarbij tevens een handhole geplaatst moet worden

 

165,10

Hoofdstuk 11 Verkeer en vervoer

1.11.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 149, eerste lid onderdeel d. van de Wegenverkeerswet 1994, juncto artikel 7.1 van het Voertuigreglement voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van exceptionele transporten voor ongekentekende voertuigen en landbouwvoertuigen

€  33,20

1.11.3

tot het verkrijgen van een ontheffing voor het rijden en laden en lossen in het autovrije gebied als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV):

 

1.11.3.1

- een ontheffing voor een dag

5,60

1.11.3.2

- een ontheffing voor een week

22,40

1.11.3.3

- een ontheffing voor een maand

56,00

1.11.3.4

- een ontheffing voor een jaar

470,00

1.11.4

tot het verkrijgen van een ontheffing voor het rijden en parkeren in het autovrije gebied als bedoeld in artikel 87 van het RVV:

 

1.11.4.1

- een ontheffing voor een dag

20,00

1.11.4.2

- een ontheffing voor een week

50,00

1.11.4.3

- een ontheffing voor een maand

100,00

1.11.4.4

- een ontheffing voor een jaar

600,00

1.11.5.

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer per kaart

12,40

1.11.5.1

Per jaar dat de kaart geldig is wordt het bedrag genoemd in 1.11.5 vermeerderd met:

6,25

1.11.6

tot het verkrijgen van een jaarontheffing ten behoeve van eerstelijns gezondheidszorg, zonder vrijstelling parkeren

nihil

1.11.7

tot het verkrijgen van een jaarontheffing voor het rijden in het autovrij centrum voor het bereiken van garage of parkeergelegenheid op eigen terrein

5,60

1.11.7.1

tot het verkrijgen van een jaarontheffing bewoners autovrije gebied buiten winkeltijden voor inrijden en laden en lossen

5,60

1.11.7.2

tot het verkrijgen van een jaarontheffing voor het vervoer van hulpbehoevende personen in het autovrije centrum

5,60

1.11.7.3

tot het verkrijgen van een jaarontheffing voor het rijden en/of parkeren in een autovrij gebied, of art. 10 van het RVV, na extra medische toets en in combinatie met een GPK

5,60

1.11.7.4

tot het verkrijgen van een dagontheffing aanvullend op GPK voor autovrije binnenstad inrijden en parkeren

5,60

1.11.7.5

tot het verkrijgen van een jaarontheffing voor het rijden op een snorfiets in de autovrije binnenstad

5,60

1.11.7.6

tot het verkrijgen van een jaarontheffing voor maatschappelijke doeleinden met beperkte mogelijkheden rijden en laden en lossen autovrij gebied

5,60

1.11.7.7  

tot het verkrijgen van een jaarontheffing t.b.v. laden en lossen autovrije binnenstad en maximaal 30 minuten parkeren

43,40

1.11.8

tot het verkrijgen van een jaarontheffing gebods- en verbodsbepalingen RVV of APV zonder toestemming voor parkeren in gebieden met een parkeerregiem

43,40

1.11.9

tot het verkrijgen van een tweede identieke ontheffing van een jaarontheffing bedoeld onder 1.11.7.7 en 1.11.8

16,20

1.11.10

tot het verkrijgen van een jaarontheffing voor parkeren op eigen terrein aan de openbare weg

5,60

1.11.11

tot het verkrijgen van een jaarontheffing voor diverse verkeersverboden t.b.v. het bereiken van eigen woning of bedrijf in Alkmaar

5,60

1.11.12

tot het verkrijgen van een jaarontheffing van gebods- en verbodsbepalingen anders dan voortvloeiende uit het RVV

43,40

1.11.13

tot het verkrijgen van een jaarontheffing van gebods- en verbodsbepalingen RVV of APV met toestemming voor parkeren

600,00

1.11.14

tot het verkrijgen van een jaarontheffing voor gebods- en verbodsbepalingen RVV voor brandweerpersoneel met speciale voorwaarden

43,40

1.11.15

Het tarief voor het verstrekken van een duplicaat-ontheffing bij verlies of diefstal bedraagt

16,20

1.11.16

Indien gelijktijdig met de in dit hoofdstuk bedoelde ontheffingen ook ontheffingen worden verleend op grond van de Verordening parkeerbelastingen, gelden de tarieven genoemd in de Verordening parkeerbelastingen

 

 

Bij intrekking van het genoemde onder punt 1.11.7.7, 1.11.8, 1.11.9, 1.11.12, 1.11,13 en 1.11.14 geldt de restitutieregeling zoals opgenomen in de verordening parkeerbelastingen 2010

 

Hoofdstuk 12 Diversen

1.12.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

 

1.12.1.1

een vergunning, ontheffing, kennisgeving of melding voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per vergunning, ontheffing, kennisgeving of melding.

€  37,65

1.12.1.2

een ontheffing tot het houden van een collecte of inzameling

10,15

1.12.1.3

een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Reclameverordening gemeente Alkmaar

64,25

1.12.1.4

een vergunning voor het geïnstalleerd hebben van een alarminstallatie die voor de omgeving opvallende geluids- of lichtsignalen kan produceren

9,45

1.12.1.5

een vergunning voor het afleveren van vuurwerk als bedoeld in artikel 21 van de wet Vervoer gevaarlijke stoffen.

52,50

1.12.1.6

een ontheffing voor het bezigen van klein vuurwerk als bedoeld in artikel 2.6.3. vierde lid van de A.P.V.

52,50

1.12.1.7

Een ontheffing voor het opslaan en verkopen van consumentenvuurwerk als bedoeld in artikel 2.6.2. van de APV

52,50

1.12.1.8

een vergunning op grond van de Luchtvaartwet

40,10

1.12.1.9

een vergunning voor een vaste verkoopstandplaats als bedoeld in artikel 5.4.2. eerste lid van de A.P.V.

170,65

1.12.1.10

een vergunning tot het innemen van een standplaats met huurauto (taxi) per maand of gedeelte daarvan

37,65

1.12.1.11

een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 2 van de Verordening Speelautomaten

425,35

1.12.1.12

het overschrijven van een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal op een andere naam, indien de hal door de nieuwe vergunninghouder op dezelfde wijze wordt voortgezet

226,75

1.12.1.13

een ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 31, lid 2 van de Scheepvaart- en Havenverordening der gemeente Alkmaar, geldig voor maximaal:

 

 

1. een zomer- of winterseizoen als bedoeld in artikel 2 van de Verordening havengelden

6,45

 

2. een periode van 5 jaar

39,25

1.12.1.14

een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.1. van de A.P.V. (voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg) geldig voor:

 

 

1. ten hoogste één jaar

6,95

 

2. voor meer dan één jaar, per jaar

6,95

 

met een maximum van

41,80

 

Indien voorwerpen of stoffen als bedoeld in artikel 2.1.5.1 al aanwezig zijn, wordt het tarief voor de vergunning verhoogd met

51,00

1.12.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van fotokopieën of andere gereproduceerde afschriften, zover niet elders in deze tarieventabel genoemd:

 

 

1.         per bladzijde A-4 formaat

0,90

 

2.         per bladzijde A-3 formaat

1,05

 

3.         per bladzijde voor een verkleining tot A-4 formaat

1,05

1.12.3

Het basistarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een vergunning of ontheffing ingevolge de Lozingsverordening van de gemeente Alkmaar:

178,50

 

Het basistarief van 1.20.3 wordt verhoogd met de in 1.20.3.1 t/m 1.20.3.3 genoemde bedragen

 

1.12.3.1

per voorgeschreven en/of aanwezige:

 

 

- bezinkput

54,65

 

- afscheider voor oliën en/of vetten

109,35

 

- neutralisatie-inrichting

218,70

1.12.3.2

afhankelijk van het aantal werknemers, werkzaam in de betreffende inrichting:

 

 

- 1 -  10 werknemers

11,40

 

- 11 -  25 werknemers

22,85

 

- 26 - 100 werknemers

45,70

 

- 101 werknemers of meer

91,40

1.12.3.3

afhankelijk van de hoeveelheid door de betreffende inrichting af te voeren afvalwater:

 

 

- tot   500 m³ per jaar

41,60

 

- van   500 m³ tot en met 1.000 m³ per jaar

83,20

 

- van 1.001 m³ tot en met 5.000 m³ per jaar

167,40

 

- van 5.001 m³ of meer per jaar

251,15

1.12.4

Het tarief bedraagt voor een lijkschouwing door de gemeentelijke lijkschouwer, anders dan ingeval van een niet natuurlijke dood

37,65

1.12.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een verklaring als bedoeld in artikel 2 van het Crematiebesluit

37,65

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Bouwvergunningen

2.1.1 Begripsbepaling 

2.1.1.1 Bouwkosten

Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk begrepen de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme-administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989) voor het uit te voeren werk,

2.1.1.1.2 Voor zover de aanneemsom als bedoeld in het eerste lid op het moment van indiening van de aanvraag bouwvergunning niet bekend is, kan voorlopig worden volstaan met een in redelijkheid opgestelde raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of deze zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Deze raming leidt dan tot een voorlopige legesheffing.

2.1.1.1.3 Bouwkostencheck. Indien deze raming naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders niet in redelijkheid wordt gedaan, wordt deze raming door burgemeester en wethouders aangepast tot aan een reëel bedrag, zoals berekend volgens de Bouwkostencheck.

2.1.1.1.4 Na gereedmelding dienen de definitieve bouwkosten te worden aangetoond, dit zijn de kosten die bij gereedmelding en akkoord bevinding daarvan door of namens burgemeester en wethouders, feitelijk zijn gerealiseerd, zoals moet blijken uit een terzake overgelegde verklaring van een registeraccountant of een verklaring die daaraan door burgemeester en wethouders gelijk te stellen is. Op basis van deze kosten worden de definitieve leges opgelegd.

2.1.1.1.5 Indien een bouwplan ten opzichte van de verleende vergunning ongewijzigd is uitgevoerd en de legesheffing is gebaseerd op een berekening conform de bouwkostencheck, wordt de onder 2.1.1.1.4 genoemde verklaring niet opgevraagd. De voorlopige geheven leges worden dan beschouwd als de definitieve.

2.1.1.1.6 Afronding bouwkosten. Voor de berekening van de verschuldigde bouwleges worden de bouwkosten op een veelvoud van € 500,-- naar boven afgerond.

2.1.1.2 Licht gewijzigde bouwvergunning

Van een licht gewijzigde bouwvergunning is sprake als naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders een reeds vergund bouwplan slechts op ondergeschikte punten wordt gewijzigd.

2.1.1.3 Licht gewijzigde reclamevergunning

Van een licht gewijzigde reclamevergunning is slechts sprake als het een reclame-uiting betreft die volledig past binnen het vigerende reclamebeleid zoals vastgelegd in de Alkmaarse reclameverordening, waarvan de basisvormgeving, kleurstelling en contour niet verandert maar waarvan alleen de belettering als gevolg van naamswijziging moet worden aangepast.

2.1.2 Principe-aanvragen

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van:

2.1.2.1 een verzoek tot eenmalige beoordeling van een schetsplan met betrekking tot de vraag of op een, op basis van genoemd schetsplan, uitgewerkt bouwplan een vergunning zou kunnen worden verleend: 20% van het overeenkomstig 2.1.3 dan wel 2.1.4 berekende bedrag, met een minimum van € 108,20 en een maximum van € 2.164,90.

2.1.2.2 Indien binnen één jaar nadat de beoordeling van het schetsplan of het principeverzoek schriftelijk aan aanvrager is meegedeeld, een aanvraag bouwvergunning in behandeling wordt genomen, worden de voor het principeverzoek opgelegde leges voor zover ze de € 108,20 te boven zijn gegaan verrekend met de in het kader van het bouwplan op te leggen leges.

2.1.2.3 Er vindt geen separate restitutie van de voor op grond van 2.1.2.1 in rekening gebrachte leges plaats.

2.1.3 Lichte bouwvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Woningwet, bedragen de leges vermeerderd met 1.76 % van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 2.164,90 te boven gaan.

€ 108,20

 

 

 

2.1.4 Reguliere bouwvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Woningwet, bedragen de leges, indien de bouwkosten:

 

 

- minder bedragen dan € 59.000 vermeerderd met 1,76% van die bouwkosten;

€ 108,20

 

- € 59.000 bedragen tot € 744.500 vermeerderd met 1,73% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 59.000 te boven gaan;

1.146,60

 

- € 744.500 bedragen tot € 3.400.000 vermeerderd met 1,64% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 744.500 te boven gaan;

13.005,75

 

- € 3.400.000 tot € 4.970.500 vermeerderd met 1,48% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 3.400.000 te boven gaan;

56.555,95

 

- € 4.970.500 en hoger vermeerderd met 1,37% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 4.970.500 te boven gaan.

79.799,35

 

 

 

2.1.5 Gefaseerde bouwvergunning

2.1.5.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de Woningwet, bedragen de leges, indien de bouwkosten:

 

 

minder bedragen dan € 59.000 vermeerderd met 0,88% van die bouwkosten;

108,2  

 

- € 59.000 bedragen tot € 744.500 vermeerderd met 0,87% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 59.000 te boven gaan;

627,4  

 

- € 744.500 bedragen tot € 3.400.000 vermeerderd met 0,82% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 744.500 te boven gaan;

6.591,25  

 

- € 3.400.000 tot € 4.970.500 vermeerderd met 0,74% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 3.400.000 te boven gaan;

28.366,35  

 

- € 4.970.500 en hoger vermeerderd met 0,69% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 4.970.500 te boven gaan

39.988,05  

2.1.5.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde en vierde lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten:

 

 

- minder bedragen dan € 59.000 vermeerderd met 1,76% van die bouwkosten;

€ 108,20  

 

- € 59.000 bedragen tot € 744.500 vermeerderd met 1,73% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 59.000 te boven gaan;

1.146,60  

 

- € 744.500 bedragen tot € 3.400.000 vermeerderd met 1,64% van het bedrag waarmee de bouwkosten de€ 744.500 te boven gaan;

13.005,75  

 

- € 3.400.000 tot € 4.970.000 vermeerderd met 1,48% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 3.400.000 te boven gaan;

56.555,95

 

- € 4.970.000 en hoger vermeerderd met 1,37% van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 4.970.000 te boven gaan.

79.799,35

2.1.5.3

Op de onder 2.1.5.2 te berekenen kosten worden de op grond van 2.1.5.1. berekende en in rekening gebrachte leges minus € 216,40 voor de extra initiële kosten, in mindering gebracht.

 

2.1.5.4

Dit geschiedt echter alleen voor zover de aanvraag voor de tweede fase overeenkomt met hetgeen in de eerste fase is aangevraagd en vergund.

 

2.1.5.5

Er kan geen separate (dus los van een aanvraag tweede fase) restitutie van de op grond van 2.1.5.1 in rekening gebrachte leges plaatsvinden.

 

2.1.6 Aanvraag voor gewijzigde bouwvergunning

2.1.6.1

Voor het in behandeling nemen van: een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde lichte vergunning en een licht gewijzigde reguliere vergunning

108,20

2.1.6.2

een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56 a achtste lid, van de Woningwet: een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 2.1.5.1 bepaald en verminderd met de voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, met dien verstande dat in elk geval voor de gewijzigde vergunning € 216,40 is verschuldigd en dat ingevolge het bepaalde in artikel 2.1.5.5 van deze verordening geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt;

 

2.1.6.3

een aanvraag tot het verkrijgen van gewijzigde vergunning waarvoor tevens een uitgebreide inhoudelijke toets moet plaats te vinden;

216,40

2.1.6.4

een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde vergunning waarvoor een bijzondere planologische procedure moet plaatsvinden;

216,40

2.1.6.5

vermeerderd met de kosten van deze procedure zoals berekend onder 2.1.12

 

2.1.7 Civieltechnische werken

In afwijking van het bepaalde onder 2.1.3 tot en met 2.1.6.5 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor een civieltechnisch werk, zoals een brug, tunnel, viaduct e.d. 0,49 % van de op een veelvoud van € 500,= naar boven afgeronde bouwkosten.

2.1.8 Aanlegvergunningen

2.1.8.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 3. 3 van de Wet ruimtelijke ordening moet worden verleend bedraagt het tarief

 

 

- indien de aanlegkosten minder bedragen dan € 337.000

€ 541,10

 

- indien de aanlegkosten € 337.000 of meer bedragen.

974,00

2.1.9 Verhogingen in verband met het niet tijdig indienen van een aanvraag bouw- aanleg- reclamevergunning

In afwijking van het bepaalde onder 2.1.3 tot en met 2.1.8.2, wordt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning, ook voor een civieltechnisch werk, dan wel aanlegvergunning, alsmede voor een reclamevergunning, verhoogd met 50% ten opzichte van de standaard kostenberekening als met de bouw- dan wel aanlegwerkzaamheden reeds is gestart voordat de aanvraag tot het verkrijgen van een bouw- aanleg- of reclamevergunning is ingediend en er een beslissing op is genomen. 

2.1.10 Geweigerde bouw- aanleg- reclamevergunning dan wel buiten behandeling gestelde aanvragen bouw- aanleg- reclamevergunning

Alleen indien een bouw- aanleg- reclamevergunning wordt geweigerd of een aanvraag terzake buiten behandeling wordt gesteld vanwege niet-ontvankelijkheid en de betreffende beschikkingen voorts een onherroepelijk karakter hebben, vindt, op schriftelijk verzoek van de aanvrager, restitutie van 50% van de in rekening gebrachte en betaalde leges plaats, waarbij de uiteindelijk resterende leges na weigering/buiten behandelingstelling niet minder bedragen dan € 108,20 en niet meer dan € 6.368,40. 

2.1.11 Teruggaaf/verrekening

Na de vaststelling van de definitieve bouwkosten conform het bepaalde onder 2.1.1.1 wordt de legesheffing definitief vastgesteld. Verrekening van te veel of in rekening brengen van te weinig betaalde leges vindt alleen plaats indien het verschil met de voorlopig geheven leges meer bedraagt dan € 25.

2.1.12 Verzoeken binnen- buitenplanse ontheffingen Wro en verzoeken tot vaststelling nieuw bestemmingsplan/projectbesluit

 

2.1.12.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouw- of aanlegplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 3.6, lid 1  onder c (binnenplanse ontheffing), artikel 3.22 eerste lid (tijdelijke ontheffing) en artikel 3.23 eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening met uitzondering van de  bouw van een dakkapel in die bestemmingsplangebieden die nog nader moeten worden uitgewerkt, of artikel 50, vierde of zesde lid van de Woningwet, wordt het overeenkomstig het in 2.1.3 tot en met 2.1.8.2 berekende bedrag verhoogd met:

 

 

- indien de bouw- aanlegkosten minder bedragen dan € 200.000

€ 229,50

 

- indien de bouw- aanlegkosten meer bedragen dan € 200.000.

459,90

2.1.12.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op een verzoek om ontheffing van de terzake geldende bepalingen uit het bestemmingsplan, met toepassing van artikel 3.6, lid 1 onder c (binnenplanse ontheffing), artikel 3.22 eerste lid (tijdelijke ontheffing) en artikel 3.23 eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (nieuw) wordt het overeenkomstig het in 2.1.3 tot en met 2.1.8.2  berekende bedrag verhoogd met:

229,50

2.1.12.3

Indien, op verzoek van een aanvrager, ten behoeve van een project een projectbesluit moet worden genomen dan wel een bestemmingsplan moet worden ontwikkeld waarin opgenomen maximaal één functie en waarvan de totale investering, nodig voor uitvoering van dat plan niet hoger zullen zijn dan € 2.000.000 bedragen de voor ontwikkeling van dat bestemmingsplan in rekening te brengen kosten voor de begeleiding van en door de gemeente inclusief de kosten van publicatie maar exclusief de kosten voor het opstellen van het plan zelf, de plankaart en de planvoorschriften

6.633

2.1.12.4

Indien, op verzoek van een aanvrager, ten behoeve van een project een projectbesluit moet worden genomen dan wel een bestemmingsplan moetworden ontwikkeld waarin opgenomen meerdere functies en waarvan de totale investering, nodig voor uitvoering van dat plan niet hoger zullen zijn dan € 2.000.000 bedragen de voor ontwikkeling van dat bestemmingsplan in rekening te brengen kosten voor de begeleiding van en door de gemeente inclusief de kosten van publicatie maar exclusief de kosten voor het opstellen van het plan zelf, de plankaart en de planvoorschriften

8.160

2.1.12.5

Indien, op verzoek van een aanvrager, ten behoeve van een project een projectbesluit moet worden genomen dan wel bestemmingsplan moet worden ontwikkeld waarin opgenomen maximaal één functie en waarvan de totale investering, nodig voor uitvoering van dat plan hoger zullen zijn dan € 2.000.000 bedragen de voor ontwikkeling van dat bestemmingsplan in rekening te brengen kosten voor de begeleiding van en door de gemeente inclusief de kosten van publicatie maar exclusief de kosten voor het opstellen van het plan zelf, de plankaart en de planvoorschriften

8.160

2.1.12.6

Indien, op verzoek van een aanvrager, ten behoeve van een project een projectbesluit moet worden genomen dan wel een bestemmingsplan moet worden ontwikkeld waarin opgenomen meerdere functies en waarvan de totale investering, nodig voor uitvoering van dat plan hoger zullen zijn dan € 2.000.000 bedragen de voor ontwikkeling van dat bestemmingsplan in rekening te brengen kosten

10.200

2.1.13 Definitieve vaststelling

Na de vaststelling van de totale investering nodig voor de uitvoering van dat plan, worden de leges definitief vastgesteld.

2.1.14 Verhogingen in verband met de welstand

 

In de op grond van 2.1.3 tot en met 2.1.7 te berekenen kosten zijn de kosten van het advies van de Welstandcommissie in principe inbegrepen. Indien een bouwplan binnen een beoordelingsfase meer dan één maal naar de Welstandscommissie moet worden gezonden, omdat de primair door de Welstandscommissie gegeven aanwijzingen niet zijn opgevolgd, leiden de extra te maken kosten die hiermee samenhangen (de kosten die de Welstandscommissie volgens haar tariefstelsel bij de gemeente in rekening brengt) tot een verhoging van de te berekenen leges, met dien verstande dat de extra verhoging per keer dat het plan extra in de Welstandscommissie moet worden ingebracht niet meer mag bedragen dan

€ 450,00

2.1.15 Sloopvergunning

2.1.15.1

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning bedraagt

216,50

2.1.15.2

Betreft het een 'lichte' aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning, waarvoor geen noemenswaardige inhoudelijke toets hoeft plaats te vinden dan bedraagt het tarief

108,20

2.1.16 Reclamevergunning

2.1.16.1

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een reclamevergunning bedraagt

108,20

2.1.16.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een licht gewijzigde reclamevergunning bedraagt

108,20

2.1.17 Historisch onderzoek

 

Het tarief ter zake van het verschaffen van inlichtingen ten behoeve van een historisch onderzoek bedraagt

60,80

2.1.18 Overig

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen bedraagt

108,20

2.1.19 Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo) /overgang

Bij het in werking treden van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning wordt voor aanvragen, materieel overeenstemmend met de vergunningen die voordien onder de werking van de Woningwet, Wet ruimtelijke ordening, Bouwverordening vielen en genoemd zijn in dit hoofdstuk maar op het moment dienen te worden afgedaan op grond van de Wabo, voor de respectievelijke onderdelen van die aanvraag Wabo vergunning het tarievenstelsel als genoemd onder 2.1.1 t/m 2.1.16.2 van toepassing verklaard zolang de Legesverordening nog niet aan de Wabo is aangepast.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.1.1.1

tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 eerste lid, van de Drank- en Horecawet

€  227,40

3.1.1.2

Indien de vergunning een nieuwe inrichting betreft, wordt dit bedrag vermeerderd met

58,30

3.1.2

Het tarief bedraagt tot het verkrijgen van een ontheffing van artikel 35 van de Drank- en Horecawet

19,50

3.1.3

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing of een verklaring als bedoeld in de artikelen 37 tot en met 44 en 74 van de Drank- en Horecawet geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Algemeen uitvoeringsbesluit Drank- en Horecawet (Besluit van 13 juli 1967. Stbl. 404) of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

Algemeen uitvoeringsbesluit Drank- en Horecawet

3.1.4

Het tarief bedraagt voor een vergunning tot het exploiteren van een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2.3.1.2 van de A.P.V.

302,95

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het overschrijven van een vergunning tot het exploiteren van een horecabedrijf op een andere naam, indien het horecabedrijf door de nieuwe vergunninghouder op dezelfde wijze wordt voortgezet

68,95

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van:

 

3.2.1.1

een ontheffing van het verbod tot het maken van muziek door middel van muziekinstrumenten of langs mechanische weg als bedoeld in artikel 4.1.6. van de A.P.V. indien géén geluidsrapport of technisch advies is vereist voor zover het betreft een ontheffing geldig voor:

 

3.2.1.1.1

één dag

€     8,45

3.2.1.1.2

niet langer dan 14 al dan niet achtereenvolgende dagen

10,15

3.2.1.1.3

één jaar

58,05

3.2.1.1.4

Indien wel een geluidsrapport of technisch advies is vereist wordt het boven onder 3.2.1.1.1 t/m 3.2.1.1.3 bedoelde tarief verhoogd met

118,25

3.2.2

een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.4. van de A.P.V. (ontheffing sluitingsuur) per dag dat de vergunning geldig is:

9,70

3.2.3

een ontheffing van het verbod tot het in de gemeente venten, geldig voor:

 

3.2.3.1

één dag

4,15

3.2.3.2

ten hoogste een kalendermaand

10,15

3.2.3.3

een kalenderjaar

48,15

3.2.4

een vergunning als bedoeld in artikel 2.2.2. eerste lid van de A.P.V. (evenement) voor een klein evenement (<500 bezoekers)

20,10

3.2.5

een vergunning als bedoeld in artikel 2.2.2, eerste lid, van de A.P.V. voor een groot evenement met gevolgen voor de openbare orde/woon- en leefmilieu (> 500 bezoekers)

138,10

3.2.6

een kennisgeving voor een incidentele festiviteit (artikel 4.1.3. A.P.V. geluidsnormen)

14,25

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1. A.P.V. voor:

 

3.3.1.1

een raamprostitutie-inrichting

€373,35

3.3.1.1.1

Het tarief van 3.3.1 wordt per werkplek vermeerderd met

53,55

3.3.1.2

een andere seksinrichting

413,85

3.3.2

het overschrijven van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1. A.P.V. op een andere naam, indien de inrichting door de nieuwe vergunninghouder op dezelfde wijze wordt voortgezet

220,50

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening

3.4.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

3.4.1.1.

een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik

€ 668,10

 

Dit tarief wordt verhoogd met een bedrag per 100 m gebruiksoppervlakte als bedoeld in het normblad NEN 2580 van het bouwwerk dat groter is dan 1.000 m². De verhoging bedraagt voor:

 

3.4.1.1.1

onderwijsgebouwen per 100 m²

13,30

3.4.1.1.2

gebouwen met publieksfuncties, gezondheidszorggebouwen, logiesgebouwen en bijzondere woongebouwen per 100 m²

26,70

 

Bij gebouwen met een gecombineerde gebruiksfunctie wordt de toeslag per m² bepaald door de gebruiksfunctie met het grootste gebruiksoppervlak.

 

3.4.2

Gedeeltelijke teruggaaf van het in 3.4.1.1 genoemde bedrag vindt plaats, indien de aanvraag van de gebruiksvergunning voldoet aan artikel 2.11.2 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken. De teruggaaf bedraagt

66,80

3.4.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.6 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken.

59,15

3.4.4

Indien de aanvrager van een gebruiksvergunning, voordat daarover definitief is beschikt, de aanvraag schrif­telijk intrekt wordt het onder 3.4.1.1 genoemde bedrag met 50% vermin­derd.

 

3.4.5

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1.1. van de brandbeveiligingsverordening

129,25

3.4.6

Dit tarief wordt verhoogd per 300 m² of gedeelte daarvan, dat de gebruiksoppervlakte als bedoeld in normblad NEN 2580 van de inrichting groter is dan 300 m², met een bedrag van

64,60

3.4.7

Het tarief bedraagt ter zake van het wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.1. lid 3 van de brandbeveiligingsverordening

32,70

3.4.8

Het tarief bedraagt ter zake van een ontheffing van het verbod vuur te stoken of te hebben in de inrichting als bedoeld in artikel 2.3.5. tweede lid van de brandbeveiligingsverordening

32,70

 

Bij het in werking treden van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning wordt voor aanvragen, materieel overeenstemmend met de vergunningen die voordien onder de werking van de Bouwverordening en Gebruiksbesluit vielen en genoemd zijn in dit hoofdstuk maar op het moment dienen te worden afgedaan op grond van de Wabo, voor de respectievelijke onderdelen van die aanvraag Wabo vergunning het tarievenstelsel als genoemd 3.4.1 t/m 3.4.8 van toepassing verklaard zolang de Legesverordening nog niet aan de Wabo is aangepast.