Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR19663
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR19663/1
Regeling vervallen per 29-03-2012
Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Alkmaar
Geldend van 01-01-2009 t/m 28-03-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009
Intitulé
Verordening langdurigheidstoeslag gemeente AlkmaarArtikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
college: het college van burgemeester en wethouders
- b.
wet: de Wet werk en bijstand
- c.
- d.
WSF 2000: Wet Studiefinanciering
- e.
bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet
- f.
inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.
- g.
referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.
- h.
peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat.
- i.
gehuwdennorm: de norm van artikel 21 onderdeel c van de wet.
Artikel 2 Voorwaarden
- 1.
Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is 100% van de voor hem geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.
- 2.
Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.
Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag
- 1.
De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:
- a.
voor gehuwden/samenwonenden € 486
- b.
voor een alleenstaande ouder € 436
- c.
voor een alleenstaande € 341
- a.
- [De
genoemde bedragen gelden per 1 januari 2008 en indexering vindt plaats per 1 januari 2009]
- 2.
Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.
- 3.
Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
- 4.
De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm van het daar aan voorafgaande jaar met een afronding op € 1 naar boven.
Artikel 4 Nadere regels
Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.
Artikel 5 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
Artikel 6 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de datum dat de wet tot wijziging van de WWB inzake artikel 36 in werking treedt.
Artikel 7 Citeertitel
Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Alkmaar.
Ondertekening
Algemene toelichting
Decentralisatie langdurigheidstoeslag
Op 1 januari 2009 moet een wetsvoorstel inwerking treden, waarmee de langdurigheidstoeslag wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. De huidige langdurigheidstoeslag vindt zijn grondslag in artikel 36 van de Wet werk en bijstand. Daarin is nauw omschreven in welke gevallen en onder welke voorwaarden mensen met een laag inkomen in aanmerking komen voor de toeslag. De gedachte achter de toeslag is, dat mensen die langdurig een inkomen op het sociaal minimum hebben, geen financiële ruimte hebben om te reserveren voor onverwachte uitgaven.
In het Bestuursakkoord Rijk-gemeenten uit 2007 (“Samen aan de slag”) is afgesproken dat de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd wordt naar gemeenten. Artikel 36 van de wet blijft de basis, maar daarnaast wordt in artikel 8 een bepaling toegevoegd waarin wordt bepaald dat gemeenten in een verordening de precieze voorwaarden voor de langdurigheidstoeslag moeten vastleggen.
Het amendement Spies (31441 nr 12) is in deze verordening verwerkt. Dit betekent dat gemeenten geen toets hoeven te doen op het aanwezig zijn van arbeidsmarktperspectief.
Bevoegdheid gemeenten
In het nieuwe artikel 36, eerste lid, is de basis voor de langdurigheidstoeslag opgenomen:
“Het college verleent op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34.”
In het nieuwe artikel 8 wordt bepaald dat de verordening in ieder geval betrekking moet hebben op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2 Voorwaarden
In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het laag inkomen wordt uitgedrukt als percentage van het voor de betrokkene toepasselijke bijstandsnorm. Voor werkenden zal gekeken moeten worden naar het inkomen, afgezet tegen de persoonlijke situatie (alleenstaand, alleenstaande ouder, gehuwden).
Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag
De hoogte van de langdurigheidstoeslag is gebaseerd op de huidige hoogte. Om niet jaarlijks de verordening aan te hoeven passen is gekozen om de hoogte jaarlijks automatisch mee te laten bewegen met de bijstandsnormen. Omdat de bijstandsnormen in beginsel 2 maal per jaar worden geïndexeerd en de langdurigheidstoeslag maar eenmaal, wordt steeds vergelijking gemaakt met de bijstandsnormen van per 1 januari van het voorafgaande jaar.
In het derde lid wordt een regeling overeenkomstig artikel 24 WWB gegeven voor situaties waarin bij gehuwden één van beide partners is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 WWB. De WWB voorziet immers niet in een afwijzingsgrond voor de rechthebbende echtgenoot, terwijl daarentegen het toekennen van het bedrag voor gehuwden in dergelijke situaties ook niet opportuun is. NB: Dit derde lid ziet enkel op de situatie dat er bij een echtgenoot sprake is van een uitsluitingsgrond op grond van artikel 11 of artikel 13 lid 1 WWB. Indien één van beide gehuwden niet in aanmerking komt voor het recht op langdurigheidstoeslag wegens het niet voldoen aan de voorwaarden als genoemd in artikel 36 WWB of in deze verordening, hebben beide echtgenoten geen recht op langdurigheidstoeslag. Het recht op langdurigheidstoeslag komt gehuwden immers gezamenlijk toe. Zij moeten daarom ook allebei, zowel afzonderlijk als gezamenlijk aan de voorwaarden voldoen.
Artikel 4 Nadere regels
Het College kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van deze regeling. Te denken valt aan uitvoeringsaspecten als richtlijnen, verificatie van bewijsstukken, vaststellen formulieren, folders etc..
Artikel 6 Inwerkingtreding
Omdat thans door een vormfout in de Tweede Kamer de definitieve besluitvorming omtrent de wijziging van de WWB is vertraagd en daarom 1 januari 2009 nog geen ‘harde’ datum is, is in de verordening opgenomen dat deze in werking treedt met ingang van de datum dat de wet tot wijziging van de WWB inzake artikel 36 in werking treedt.
In het wetsontwerp is een bepaling over overgangsrecht opgenomen, zodat dit niet in de verordening geregeld hoeft te worden.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl