Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2010

Artikel 1 Aard van de heffing

Onder de naam van markt-, staan- en waaggelden worden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening rechten geheven voor het op de markt aanvoeren van goederen, het innemen van een standplaats voor marktwaren en voor het van gemeentewege ter stadswaag doen wegen van goederen, overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 2 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene, die een standplaats met marktwaren inneemt, kaas op de kaasmarkt aanvoert of goederen ter stadswaag doet wegen.

Artikel 3 Tarieven

• 1.

  De rechten voor het innemen van een standplaats op openbare markten met marktwaren, waaronder wordt verstaan al hetgeen voor verkoop op de markt wordt gebracht, bedragen:

  • a.

    op de lappenmarkt en andere incidentele markten per dag per m² € 1,50 met een minimum per standplaats per dag van 12,00 vermeerderd met € 5,50 per standplaats

  • b.

    op de kerstbomenmarkt per m² 4,00 met een minimum van per standplaats, gerekend over de volle duur van deze markt 40,20

  • c.

    op de kerstmarkt op het Waagplein per m² per dag 1,30 met een minimum per standplaats per dag van 10,45

  • d.

    behoudens het bepaalde in het 3e lid van dit artikel op de kaasmarkt per m² per dag, 0,75 met een minimum per standplaats per dag 6,00

  • e.
    • 1.

      op de zaterdagmarkt op de Gedempte Nieuwe-sloot, het Hofplein e.o. per m²

      • a.

        per marktdag 1,40 met een minimum per standplaats van 11,20

      • b.

        per kwartaal 13,85 met een minimum per standplaats van 112,00

    • 2.

      op de dinsdag-wijkmarkt "Overdie" in de Frederik Hendriklaan e.o. of de woensdagwijkmarkt "Oudorp" in Nijenburgh e.o. per m²

      • a.

        per marktdag 0,80 met een minimum per standplaats van 6,40

      • b.

        per kwartaal 8,00 met een minimum per standplaats van 64,00

    • 3.

      op de woensdag-wijkmarkt "de Mare" op het Europaplein e.o. per m²

      • a.

        per marktdag € 0,90 met een minimum per standplaats van 7,20

      • b.

        per kwartaal 9,40 met een minimum per standplaats van 72,00

• 2.

  Bij de berekening van het aantal vierkante meters van de in lid 1, onder a. tot en met g. van dit artikel bedoelde standplaatsen wordt een gedeelte van een vierkante meter voor een volle vierkante meter gerekend.

• 3.

  Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een plaats op de wachtlijst marktplaatsen per markt 33,95

• 4.

  Voor het in behandeling nemen van de jaarlijkse continuering op de wachtlijst marktplaatsen per markt 16,10

Artikel 4 Wijze van heffing en tijdstip van verschuldigdheid

• 1.

  De in artikel 3 eerste en tweede lid genoemde rechten zijn verschuldigd, voor wat betreft de per kwartaal berekende rechten op de eerste dag van het kwartaal, waarvoor de standplaats is uitgegeven en voor de per dag berekende rechten bij het begin van de dag waarvoor de standplaats is uitgegeven.

• 2.

  De in artikel 3 genoemde rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. De rechten moeten worden betaald op het moment van uitreiking van de kennisgeving, danwel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 5 Vrijstellingen

Voor inrichtingen geplaatst op gemeentegrond, welke daartoe van gemeentewege is verpacht of verhuurd of waarvoor op grond van andere gemeentelijke regelingen belasting is verschuldigd, wordt geen staangeld krachtens deze verordening geheven. 

Artikel 6 

Onverminderd het bepaalde in artikel 47 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is de houder van een standplaats verplicht op eerste aanvraag van de marktmeester de door hem ontvangen kwitantie van betaald marktgeld te vertonen. Bij niet-nakoming van die verplichting wordt aangenomen, dat het marktgeld niet is voldaan.

Artikel 7 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 8 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

• 1.

  De "Verordening marktgelden 2009" van 6 november 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

• 2.

  Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

• 3.

  In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

• 4.

  Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening marktgelden 2010”. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.