Regeling vervallen per 06-04-2013

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2013

Geldend van 01-12-2012 t/m 05-04-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2013

Nr.

De raad der gemeente Alkmaar;

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr. 857;

gelet op het advies van de Algemene raadscommissie;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2013.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

Artikel 4 Heffingsgrondslag en belastingjaar

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

  • 2.

    Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Tarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per hond per belastingjaar € 64,80.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het voorgaande lid, bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland € 194,40.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, mits aan één van de hierna genoemde voorwaarden is voldaan:

  • de hond is:

    • a.

      gestorven, mits binnen twee maanden na overlijden een bewijs of verklaring daarvan van een dierenarts of door een door burgemeester en wethouders erkende instantie wordt overgelegd.

    • b.

      overgedragen aan een andere houder, mits binnen twee maanden na deze overdracht een deugdelijke verklaring wordt overgelegd, waaruit de naam en het adres van de nieuwe houder blijkt;

    • c.

      overgedragen aan een door burgemeester en wethouders erkend asiel, mits binnen twee maanden na deze overdracht een verklaring door dit asiel wordt overgelegd.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting en/of andere heffingen minder is dan € 5.000,00, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste twee bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van hondenbelasting kan kwijtschelding worden verleend tot maximaal 50% van één hond per belastingplichtige.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening hondenbelasting 2012" wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting 2013".

Ondertekening

Alkmaar,
De raad voornoemd,
P.M. Bruinooge, voorzitter.
drs. A.P.A. Koolen, griffier.