Regeling vervallen per 01-04-2016

Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar

Geldend van 01-04-2016 t/m 31-03-2016

Intitulé

Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

ASV: Algemene subsidieverordening Alkmaar;

beeldbepalende panden: panden opgenomen op de door het college vastgestelde lijst van beeldbepalende panden;

beschermde gemeentelijke monumenten: onroerende monumenten die op grond van de bepalingen in de Cultuurhistorie verordening als zodanig zijn aangewezen;

beschermde rijksmonumenten: onroerende monumenten die zijn ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;

bouwhistorisch onderzoek: onderzoek naar de bouw, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis van gebouwen, complexen van gebouwen, of gebieden, in hun ruimtelijke samenhang bezien, aan de hand van de vorm, de constructies, de gebruikte materialen en de afwerking. Hieronder wordt mede begrepen kleurhistorisch onderzoek;

college: het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar;

eigenaar: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een beschermd rijks- of gemeentelijk monument of beeldbepalend pand;

instandhouding door normaal onderhoud: reguliere werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor en gericht zijn op het behoud van de monumentale waarde;

instandhouding door restauratie: werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en noodzakelijk zijn voor en gericht zijn op het herstel van het beschermde monument;

kerkgebouw: beschermd monument of zelfstandig onderdeel, dat in oorsprong uitsluitend of voor een overwegend deel is vervaardigd voor het gezamenlijk belijden van de godsdienst of levensovertuiging;

subsidiabele kosten: de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten, zoals vastgesteld door het college.

Artikel 1:2 Te subsidiëren activiteiten

  • 1.

    In het belang van het beschermen van de cultuurhistorische waarde en het verbeteren van historische beeldkwaliteit, met inachtneming van het bepaalde in de Monumentenwet 1988, de Cultuurhistorieverordening 2010, de ASV en deze regels kan het college subsidie verlenen ten behoeve van:

    • a.

      de instandhouding van beschermde rijksmonumenten;

    • b.

      de instandhouding van beschermde gemeentelijke monumenten;

    • c.

      de instandhouding van beeldbepalende panden;

    • d.

      het doen van bouwhistorisch onderzoek.

  • 2.

    Bij de berekening van de subsidie worden op de subsidiabele restauratiekosten de kosten in mindering gebracht die op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 op verschuldigde belasting in aftrek kunnen worden gebracht.

Hoofdstuk 2 Aanvraag en verlening subsidie

Artikel 2:1 Aanvraag

  • 1.

    Aanvragen om subsidie worden op volgorde van binnenkomst afgehandeld. Een aanvraag moet jaarlijks worden ingediend.

  • 2.

    De aanvraag om subsidie wordt op een door het college beschikbaar te stellen formulier bij het college ingediend.

  • 3.

    Naast het in het tweede lid bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag die betrekking heeft op de subsidie als bedoeld in artikel 1:2 te worden vergezeld van een restauratieplan of een beschrijvende begroting of een gespecificeerde offerte.

  • 4.

    Het in het derde lid bedoelde restauratieplan bestaat uit:

    • a.

      een beschrijving van de technische staat van het beschermde rijks- of gemeentelijk monument of beeldbepalend pand, waarin de gebreken nauwkeurig vermeld staan;

    • b.

      tekeningen van de bestaande toestand en tekeningen waarop de voorgenomen herstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;

    • c.

      een op de onder a. bedoelde beschrijving gebaseerd bestek of gebaseerde werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede van wijze van verwerking daarvan.

  • 5.

    De in het derde lid bedoelde beschrijvende begroting is een opsomming van de uit te voeren restauratiewerkzaamheden en de daarmee samenhangende kosten, gespecificeerd in hoeveelheden, uren en materialen, welke begroting niet ouder is dan 2 jaar.

Artikel 2:2 Beschermde rijksmonumenten

  • 1.

    Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, niet zijnde een kerkgebouw of een woonhuis kan voor het opstellen van een instandhoudingsplan met een bouwkundige opname een subsidie worden verleend van 30% van de totale kosten voor het opstellen van dat plan, met een maximum van € 1.000.

  • 2.

    Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een kerkgebouw, kan voor het opstellen van een instandhoudingsplan met een bouwkundige opname een subsidie worden verleend van 30% van de totale kosten voor het opstellen van dat plan, met een maximum van € 2.500.

  • 3.

    Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een kerkgebouw, kan voor externe deskundige begeleiding van de uitvoeringswerkzaamheden van het instandhoudingsplan bedoeld in het tweede lid, een subsidie worden verleend van 30% van de begeleidingskosten, met een maximum van € 30.000.

  • 4.

    Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een kerkgebouw, kan voor onderhouds- en restauratiewerkzaamheden een subsidie worden verleend van 30% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 6.000 per kalenderjaar.

  • 5.

    Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een woonhuis, kan per kalenderjaar voor een restauratie waarvan de kosten niet hoger zijn dan € 4.000 eenmalig een subsidie worden verleend van 30% van de subsidiabele kosten.

Artikel 2:3 Gemeentelijke monumenten

  • 1.

    Aan de eigenaar van een beschermd gemeentelijk monument kan per kalenderjaar eenmalig subsidie worden verleend ter tegemoetkoming in de restauratie- en onderhoudskosten.

  • 2.

    De subsidie als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele kosten, doch ten hoogste € 6.000 per kalenderjaar.

  • 3.

    De subsidie als bedoeld in het eerste lid kan in geval van funderingsherstel en eventueel bijbehorend cascoherstel eenmalig worden verhoogd naar 30% van € 40.000.

Artikel 2:4 Beeldbepalende panden

  • 1.

    Aan de eigenaar van een beeldbepalend pand kan subsidie worden verleend in de kosten van werkzaamheden, anders dan normaal onderhoud, ter verbetering of instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle delen van het pand.

  • 2.

    De subsidie bedraagt 30% van de in het eerste lid genoemde kosten, waarbij de maximaal subsidiabele kosten op € 2.300 per kalenderjaar zijn gesteld.

Artikel 2:5 Bouwhistorisch onderzoek

  • 1.

    Aan de eigenaar van een pand kan subsidie worden verleend voor het uitvoeren van een kleur- en bouwhistorisch onderzoek.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde subsidie bedraagt 100% van de kosten van het onderzoek.

  • 3.

    Het onderzoek wordt alleen gesubsidieerd als deze voorafgaand aan en ten behoeve van een restauratie wordt uitgevoerd.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 3:1 Uitvoeringsvoorschriften

  • 1.

    Aan de subsidie bedoeld in artikel 1:2 worden in elk geval de verplichting verbonden dat:

    • a.

      de restauratiewerkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in de Standaard uitvoeringsvoorschriften voor restauratie en onderhoud van rijks- en gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden in de gemeente Alkmaar;

    • b.

      de restauratiewerkzaamheden binnen 12 maanden na de verlening van de subsidie moeten zijn afgerond.

    • c.

      de eigenaar bij de restauratiewerkzaamheden vrijkomende historische bouwmaterialen om niet beschikbaar dient te stellen aan de gemeente.

  • 2.

    Het college kan voorts aan de verlening van de subsidie voor beschermde monumenten bedoeld in artikel 2:2 en 2:3 in elk geval de voorwaarde stellen dat de eigenaar vooruitlopend op de werkzaamheden een kleur- en bouwhistorisch onderzoek dient te laten uitvoeren.

Artikel 3:2 Melding aanvang en gereedmelding

  • 1.

    De aanvrager meldt de aanvang van het werk middels het daartoe vastgestelde formulier.

  • 2.

    De aanvrager meldt de werkzaamheden na voltooiing daarvan gereed bij het college op een door haar vastgesteld gereedmeldingsformulier en legt daarmee rekening en verantwoording af van de verrichte werkzaamheden, onder indiening van de volgende gegevens:

    • a.

      een overzicht en samenstelling van de rekeningen;

    • b.

      rekeningen en betaalbewijzen, betreffende geleverde materialen en verrichte arbeid, en die controleerbaar zijn wat betreft levering en verrichting.

Hoofdstuk 4 Vaststelling subsidie

Artikel 4:1 Vaststelling subsidie

  • 1.

    Vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van de door het college goedgekeurde werkelijke kosten en met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in deze nadere regels.

  • 2.

    Vaststelling en uitbetaling van een op grond van dit hoofdstuk verleende subsidie vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht en nadat:

    • a.

      de onder 3:2, tweede lid en onder a, bedoelde werkzaamheden door of vanwege het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • b.

      de onder 3:2, tweede lid en onder b, bedoelde rekeningen en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde restauratie op dezelfde wijze zijn gerangschikt als de in artikel 2:1, vijfde lid bedoelde begroting en door het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag van bekendmaking.

Artikel 5.2 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar.

Bijlagen

Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten