Regeling vervallen per 01-01-2017

Telecommunicatieverordening 2010

Geldend van 18-06-2010 t/m 31-12-2016

Intitulé

Telecommunicatieverordening 2010

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel 2: Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen tenminste acht weken voor de aanvang aan het college met een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3.

    Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4.

    Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden met een daarvoor door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3: Ernstige belemmeringen en storingen

  • 1.

    Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden.

  • 2.

    De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden via een door de burgemeester vast te stellen formulier aan de burgemeester of een daartoe gemachtigde ambtenaar.

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op de Boekelermeer, welk gebied is aangegeven op bijlage 1 behorende bij deze verordening.

Artikel 4: Gegevensverstrekking

  • 1.

    Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert.

    • b.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • c.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • d.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • 1e

        een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

      • 2e

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

      • 3e

        een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;

      • 4e

        de doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;

      • 5e

        de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

      • 6e

        naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

      • 7e

        de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

      • 8e

        de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

      • 9e

        alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5: Beslistermijn en aanhouding

1. Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 6: Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 2.

    Indien binnen 5 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel.

  • 3.

    Indien de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel.

Artikel 7: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1.

    Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2.

    Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, danwel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja, langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4.

    Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.

Artikel 8: Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 9: Intrekking oude verordening

De Telecommunicatieverordening Alkmaar 1999 wordt ingetrokken.

Artikel 10: Overgangsrecht

  • 1.

    De Telecommunicatieverordening Alkmaar 1999 blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde Verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de Telecommunicatieverordening Alkmaar 1999 maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 11: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking twee dagen na bekendmaking.

Artikel 12: Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening 2010 gemeente Alkmaar.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 3 juni 2010.
Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad op 16 juni 2010.

Bijlage 1: behorende bij de Telecommunicatieverordening Alkmaar 2008 Kaart gebied Boekelermeer / artikel 3, lid 2

Telecommunicatieverordening Bijlage 1

Bijlage 2: Meldingsformulieren

Meldingsformulier voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van niet ingrijpende aard in gemeente Alkmaar

Meldingsformulier instemmingsbesluit telecomkabels

Algemene toelichting

Aandacht verdient de inwerkingtreding per 1 juli 2008 van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten, hierna kortweg te noemen WION, voor zover het informatieverstrekking betreft over in dit geval wijzigingen in het beheer en werkzaamheden aan het ondergrondse telecommunicatienetwerk.

Het Kadaster beheert een elektronisch informatiesysteem waarmee informatie tussen beheerders enerzijds en opdrachtgevers, uitvoerders van het werk aan de netten en bestuursorganen anderzijds wordt uitgewisseld. Het Kadaster verstrekt op verzoek aan bestuursorganen gebiedsinformatie, die noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak.

Daarnaast kent de WION in hoofdstuk 2, Preventie van graafschade onder artikel 2 lid1 een algemene zorgvuldigheidsverplichting, die voor de aanbieder meebrengt dat deze, naast de betrokken gemeente, de omwonenden en bedrijven ter plaatse tijdig van de voorgenomen uit te voeren graafwerkzaamheden in kennis stelt.

Artikelgewijze toelichting Telecommunicatieverordening Alkmaar 2010

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

De begripsomschrijvingen zijn voor zover nodig aan de nieuwe nummering van de Telecommunicatiewet aangepast.

Artikel 2: Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

De algemene melding voor de uitvoering van werkzaamheden dient, in samenhang met artikel 5, lid 1, van de verordening, te geschieden acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden.

In het tweede lid is uitdrukkelijk de mogelijkheid opgenomen om voor de melding overleg te voeren.

In dit overleg kan onder meer aan de orde komen het mogelijk medegebruik van voorzieningen en het splitsen van de werkzaamheden bij omvangrijke projecten. Op deze wijze wordt bevorderd dat de termijn van acht weken ook werkelijk kan worden gehaald.

Het vierde lid geeft de mogelijkheid van een eenvoudige melding van twee dagen voor de aanvang van de werkzaamheden aan de hand van een nader vast te stellen formulier.

Artikel 3: Ernstige belemmeringen en storingen

In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet voldaan.

In dit geval kan worden volstaan aan een melding aan de burgemeester of een door hem of haar aan te stellen ambtenaar. Ernstige belemmeringen of storingen in de communicatie zijn niet nader omschreven, wel wordt in de toelichting op de wet als voorbeeld gegeven de situatie van een kabelbreuk.

Het gemeentebestuur zal moeten beoordelen of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor één individuele aansluiting voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt.

Om onduidelijkheid te voorkomen is het raadzaam om deze overweging kenbaar te maken aan de in de gemeente opererende telecombedrijven.

Artikel 5.6, lid 5 Tw geeft de mogelijkheid in de verordening gebieden aan te wijzen waar om redenen van veiligheid dit artikel niet van toepassing is.

Artikel 4: Gegevensverstrekking

Dit artikel is een invulling van artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet.

Artikel 5: Beslistermijn en samenloop

Aansluitend op artikel 4:13 van de Algemene Wet Bestuursrecht dient het college uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding de beslissing te nemen en indien dit niet mogelijk is een redelijke termijn te noemen waar binnen de beslissing tegemoet kan worden voorzien.

Artikel 6: Voorschriften en beperkingen bij instemming

De wetgever heeft in de Telecommunicatiewet de voorschriften opgenomen, die het college in het instemmingsbesluit kan opnemen. Het gaat om de artikel 5.4, leden 2 en 3 van de Telecommunicatiewet.

Het eerste lid geeft als aanvulling dat het college naast voorschriften over tijdstip plaats en dergelijke met betrekking tot de uitvoering ook voorschriften opstellen over de uitstraling, vormgeving, kleur, situering en afmetingen van voorzieningen als kasten handholes en dergelijke behorende bij het netwerk.

Het tweede en derde lid heeft betrekking op de situatie dat een instemmingsbesluit wordt gevraagd voor een tracé door een straat waarvan de verharding langer vijf jaar is vernieuwd of aangelegd of voor een tracé door de kantonrechter. In het vooroverleg tussen gemeente en aanbieder zal dan worden onderzocht of een alternatief tracé mogelijk is, waarover partijen het eens kunnen worden.

Indien geen alternatief tracé kan worden gevonden of indien de aanbieder het alternatieve tracé afwijst, zal de gemeente herstel over de gehele straat- of trottoirbreedte-eisen. Zo’n eis tot schadevergoeding maakt geen deel uit van het instemmingsbesluit, maar vormt een nadere concretisering van art. 5.7 Tw inzake schadevergoeding. Wel kan het instemmingsbesluit verwijzen naar gemaakte of te maken afspraken inzake vierkant herstraten. Een eventueel geschil inzake schadevergoeding zal, ongeacht de hoogte van de vordering, ingevolge art. 5.13 Tw worden beslist door de kantonrechter.

Artikel 7: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

Zoals aangeven kunnen de voorschriften bij het instemmingsbesluit het medegebruik van voorzieningen bevorderen. Het medegebruik beperkt het graven in de openbare gronden en strekt daarmee tot voordeel van de gemeente. Het medegebruik kan aan de orde komen in het vooroverleg over het af te geven instemmingsbesluit. In lid 3 is de verplichting voor de aanbieder opgenomen van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder.

Het vierde lid behandelt de situatie indien de gemeentelijke leidingprofielen geen ruimte bieden voor de aanleg van kabels.

Artikel 8: Melding wijziging voorzieningen

Artikel 5.2, lid 8 van de Telecommunicatiewet bepaalt dat aan de gedoogplicht een einde komt als gedurende tien jaar een kabel geen onderdeel uitmaakt van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Om die reden is het van belang dat de gedoogplichtige gemeente in kennis wordt gesteld van het in- of uit gebruik stellen van kabels ten einde bij overschrijding van die termijn over te kunnen gaan tot het verzoeken van verwijdering van de kabel.

Artikel 5 lid 2b van het wetsontwerp Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) verstrekt de dienst (het Kadaster) op verzoek aan bestuursorganen gebiedsinformatie voorzover deze noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak.

Op deze wijze voorziet deze wet in de informatiebehoefte van de gemeente over de in het openbaar gebied liggende telecomkabels. De WION registreert echter niet of de kabels al dan niet in gebruik zijn.