Regeling vervallen per 08-12-2022

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar houdende nadere regels ter uitvoering van hoofdstuk 3 van de Algemene plaatselijke verordening (Nadere regels prostitutie)

Geldend van 27-02-2020 t/m 07-12-2022

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar houdende nadere regels ter uitvoering van hoofdstuk 3 van de Algemene plaatselijke verordening (Nadere regels prostitutie)

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Alkmaar, ieder voor zover het hun eigen bevoegdheid betreft;

gelet op het bepaalde in artikel 3:3, artikel 3:4 en artikel 3:5, vijfde en zesde lid, van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Alkmaar;

b e s l u i t :

Vast te stellen de navolgende regels ter uitvoering van hoofdstuk 3 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Alkmaar;

Nadere regels ter uitvoering van hoofdstuk 3 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Alkmaar

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen als bedoeld in de artikelen 3:1 en 3:2 van de Algemene plaatselijke verordening zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2:1 Algemene zaken betreffende de exploitatie

  • 1. De exploitant is verplicht een intake te houden met de prostituee zodat redelijkerwijs kan worden uitgesloten dat de prostituee een slachtoffer is van mensenhandel of andere vormen van dwang en uitbuiting. Een kopie van de intake dient aan de prostituee te worden overhandigd.

  • 2. De exploitant of de beheerder is aanwezig gedurende de uren dat het (raam)prostitutiebedrijf of het seksbedrijf daadwerkelijk wordt uitgeoefend.

  • 3. De exploitant van een (raam)prostitutiebedrijf of escortbedrijf draagt er zorg voor dat:

    • a.

      de voor of bij het (raam)prostitutiebedrijf of escortbedrijf werkzame prostituees redelijkerwijs hun eigen werktijden kunnen bepalen en het aantal uren dat zij achtereen werkzaam zijn.

    • b.

      er een deugdelijke administratie wordt gevoerd waarin de actuele gegevens zijn opgenomen van in ieder geval:

      • 1.

        de naam, leeftijd, nationaliteit, (werkelijk) adres, woonplaats en het documentnummer van het identiteitsbewijs of verblijfsdocument van de voor of bij het (raam)prostitutiebedrijf of escortbedrijf werkzame prostituees,

      • 2.

        de verhuuradministratie,

      • 3.

        de intake als bedoeld in het eerste lid van deze bepaling, en

      • 4.

        de met prostituee gemaakte afspraken over de prijzen.

    • c.

      de bedrijfsadministratie met inachtneming van de wettelijke termijnen wordt bewaard en te allen tijde beschikbaar is voor toezichthouders.

    • d.

      vermoedens van mensenhandel of andere vormen van dwang en uitbuiting worden onverwijld gemeld bij de burgemeester.

    • e.

      hij altijd zaken doet met de prostituee zelf en nooit met een vertegenwoordiger van de prostituee.

    • f.

      gedaan wordt wat nodig is voor een goede gang van zaken binnen het (raam)prostitutiebedrijf of escortbedrijf.

Artikel 3:1 Veiligheid en toezicht

  • 1. De vergunning of een kopie ervan dient in de seksinrichting aanwezig te zijn en moet op eerste vordering van de politie dan wel andere toezichthoudende ambtenaren ter inzage worden gegeven.

  • 2. De exploitanten van seksinrichtingen op de Achterdam verzorgen toezicht en beveiligingswerkzaamheden overeenkomstig het bepaalde in de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureau, gedurende de openingstijden en tot en een half uur daarna.

  • 3. Elke werkruimte is voorzien van een installatie die de prostituee-in-nood in staat stelt de exploitant of beheerder te alarmeren.

  • 4. Elke werkruimte is voor de exploitant of beheerder toegankelijk middels een moedersleutel.

Artikel 3:2 Brandveiligheid

Voor seksinrichtingen met één werkruimte of meerdere werkruimtes zijn hoofdstuk 2 en afdeling 7.2 van hoofdstuk 7 van het Bouwbesluit 2012 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4:1 Inrichtingseisen seksinrichtingen

  • 1. Een seksinrichting voldoet aan de volgende eisen:

    • a.

      heeft een badruimte (1 per 5 werkruimtes), waaronder mede wordt verstaan een doucheruimte en een toilet of een combinatie van badruimte en toilet. De voorzieningen voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht voldoen aan het bepaalde in afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Bouwbesluit 2012.

    • b.

      heeft een dagverblijf voor de werkzame prostituees, waarbij:

      • 1.

        het dagverblijf tenminste een oppervlakte heeft van 16 m² met een breedte van tenminste 3.35 meter, en

      • 2.

        de voorzieningen voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht voldoen aan het bepaalde in afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Bouwbesluit 2012.

    • c.

      heeft een keuken ten behoeve van het bereiden van maaltijden, waarbij:

      • 1.

        de keuken tenminste een oppervlakte heeft van 5 m² met een breedte van tenminste 1.80 meter, en

      • 2.

        de voorzieningen voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht voldoen aan het bepaalde in afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Bouwbesluit 2012.

    • d.

      is voorzien van één of meer verwarmingsinstallaties of -toestellen, waarmee alle ruimten op een veilige wijze en voldoende kunnen worden verwarmd. Het gebruik van verplaatsbare ruimteverwarmingstoestellen is niet toegestaan;

    • e.

      de badruimte, het dagverblijf en de keuken mogen niet voor prostitutiedoeleinden worden gebruikt.

  • 2. Een werkruimte voldoet aan de volgende eisen:

    • a.

      heeft een oppervlakte van tenminste 5 m² en een breedte van tenminste 1.80 meter;

    • b.

      is voorzien van een wasbak met warm en koud stromend water;

    • c.

      heeft een afsluitbare hang-/legkast;

    • d.

      de voorzieningen voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht voldoen aan het bepaalde in afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Bouwbesluit 2012.

  • 3. Vitrines hebben een minimale breedte van 1.50 meter per zich daarin bevindende prostituee.

Artikel 5:1 Bedrijfsplan

  • 1. Een (raam)prostitutiebedrijf of een escortbedrijf beschikt over een bedrijfsplan, waarin in ieder geval wordt beschreven welke maatregelen de exploitant treft:

    • a.

      op het gebied van hygiëne;

    • b.

      ter bescherming van de gezondheid, de veiligheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituees;

    • c.

      ter bescherming van de gezondheid van de klanten;

    • d.

      ter voorkoming van strafbare feiten.

  • 2. De door de exploitant te treffen maatregelen, bedoeld in het eerste lid en onder a en b, waarborgen dat:

    • a.

      de hygiëne in een seksinrichting voldoet aan de geldende Hygiënerichtlijn voor seksbedrijven van het Landelijk centrum hygiëne en veiligheid en dat dit controleerbaar is;

    • b.

      inzichtelijk en controleerbaar is welke maatregelen een exploitant in zijn bedrijfsvoering en inrichting van de werkruimten treft voor gezonde en veilige werkomstandigheden voor prostituees;

    • c.

      in de werkruimten te allen tijde voldoende condooms met een CE-markering voor gebruik beschikbaar zijn;

    • d.

      in de werkruimten voor de prostituees een goed functionerende alarmvoorziening aanwezig is;

    • e.

      de prostituee zich regelmatig kan laten onderzoeken op seksueel overdraagbare aandoeningen en door de exploitant voldoende is geïnformeerd over de mogelijkheden van een dergelijk onderzoek;

    • f.

      de prostituee niet wordt gedwongen zich geneeskundig te laten onderzoeken;

    • g.

      de prostituee vrij is in de keuze van de arts(en) die zij wil bezoeken;

    • h.

      de prostituee klanten en diensten kan weigeren zonder dat dat voor haar werkzaamheden gevolgen heeft;

    • i.

      de prostituee kan weigeren alcohol of drugs te gebruiken zonder dat dat voor haar werkzaamheden gevolgen heeft;

    • j.

      aan de voor de exploitant werkzame beheerder voldoende professionele eisen op het gebied van agressiebeheersing en bedrijfshulpverlening worden gesteld en waar nodig wordt gezorgd voor de scholing hierin;

    • k.

      de exploitant zich een oordeel vormt over de mate van zelfredzaamheid van de prostituee voordat deze voor of bij hem gaat werken, teneinde vast te stellen of zij voldoet aan de eisen die hij hiervoor in zijn bedrijfsplan heeft opgenomen;

    • l.

      de exploitant voor elke voor of bij hem werkzame prostituee kan aantonen onder welke verhuur- of arbeidsvoorwaarden zij haar diensten aanbiedt;

    • m.

      de exploitant of beheerder zich er regelmatig van vergewist dat de prostituee niet door derden wordt gedwongen tot prostitutie en dat hij in dit kader informatie van hulpverleningsinstanties ter beschikking stelt;

    • n.

      de exploitant aan de voor of bij hem werkzame prostituees informatie ter beschikking stelt over de mogelijkheden om hulp te krijgen als een prostituee wil stoppen met haar werk in de prostitutie;

    • o.

      de overlast in de omgeving van de onder het seksbedrijf vallende seksinrichtingen wordt beperkt.

  • 3. Het bevoegde bestuursorgaan stelt een format vast voor een bedrijfsplan.

  • 4. Het bedrijfsplan wordt overgelegd bij de aanvraag om een vergunning.

  • 5. De exploitant meldt een voorgenomen wijziging van het bedrijfsplan onverwijld aan het bevoegde bestuursorgaan. De wijziging wordt na goedkeuring van het bevoegde bestuursorgaan als onderdeel van het bedrijfsplan aangemerkt, als deze voldoet aan de eisen die overeenkomstig het eerste en tweede lid aan een bedrijfsplan worden gesteld.

  • 6. De rechten voor prostituees, die worden gewaarborgd op grond van het tweede lid, worden op schrift gesteld en in een voor haar begrijpelijke taal uitgereikt aan elke prostituee die werkzaam is voor of bij de exploitant.

  • 7. In de seksinrichting wordt in tenminste twee talen en voor de klant goed zichtbaar bekend gemaakt dat een prostituee klanten, diensten en seksuele handelingen zonder condoom mag weigeren en mag weigeren alcohol of drugs te gebruiken.

Artikel 6:1 Maximum aantal vergunningen

  • 1. Het maximum aantal te verlenen vergunningen voor seksbedrijven bedraagt 15, voor zover deze zijn gesitueerd op de Achterdam.

  • 2. Een vergunning voor een seksinrichting kan meerdere werkruimten (“ramen”) betreffen. In de vergunning wordt het aantal werkruimten vastgelegd.

  • 3. Het in het eerste lid genoemde maximum aantal vergunningen betreft in totaal ten hoogste 69 werkruimten.

Artikel 7:1 Slotbepalingen

  • 1. De Nadere regels voor seksinrichtingen ingevolge artikel 3.1.3 jo. 3.2.1 lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) Alkmaar, zoals vastgesteld bij besluit van 30 augustus 2011, worden ingetrokken.

  • 2. De Nadere regels ter uitvoering van hoofdstuk 3 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Alkmaar treden gelijktijdig in werking op het tijdstip waarop de Algemene plaatselijke verordening in werking treedt.

  • 3. De Nadere regels ter uitvoering van hoofdstuk 3 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Alkmaar worden aangehaald als: Nadere regels prostitutie.

Ondertekening

De Nadere regels prostitutie zijn op 25 oktober 2016 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover het hun eigen bevoegdheid betreft.
het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar,
P.M. Bruinooge,
burgemeester
W. van Twuijver,
gemeentesecretaris
de burgemeester van Alkmaar,
P.M. Bruinooge,
burgemeester