Regeling vervallen per 01-09-2023

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Alkmaar houdende regels voor rekenkamercommissie Verordening op de Rekenkamercommissie Alkmaar 2016

Geldend van 27-10-2018 t/m 31-08-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Alkmaar houdende regels voor rekenkamercommissie Verordening op de Rekenkamercommissie Alkmaar 2016

De raad van de gemeente Alkmaar;

gelet op het voorstel van het presidium, bijlage nr. 2016-1753;

gelet op het advies van de commissie Bestuur en Middelen;

b e s l u i t

De Verordening op de rekenkamercommissie als volgt vast te stellen:

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie

  • b.

    College: college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    Raad: de gemeenteraad

  • d.

    Gemeentebestuur: ieder bevoegd orgaan van de gemeente

Paragraaf 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie

Artikel 2.1 De rekenkamercommissie

  • 1. Er is een rekenkamercommissie, als bedoeld in artikel 810a van de Gemeentewet.

  • 2. De rekenkamercommissie heeft tot taak onderzoek uit te voeren naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid.

  • 3. Het werkterrein van de rekenkamercommissie strekt zich uit over alle organen en units van de gemeente Alkmaar.

Artikel 2.2 Samenstelling en benoeming rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit vijf leden.

  • 2. De leden worden door de raad van buiten de kring van zijn leden op voordracht van de raad benoemd voor een periode van drie jaar; deze leden kunnen door de raad op voordracht van de rekenkamercommissie één keer worden herbenoemd voor een aansluitende periode van drie jaar.

  • 3. De leden mogen geen betrekkingen uitoefenen als bedoeld in artikel 81f van de Gemeentewet.

  • 4. De rekenkamercommissie stelt een rooster van aftreden vast en brengt dit ter kennis van de raad.

  • 5. De rekenkamercommissie wijst uit haar midden een voorzitter en diens plaatsvervanger aan. De voorzitter:

    • -

      draagt zorg voor het bijeenroepen, het bepalen van de agenda en leiden van de vergaderingen van de rekenkamercommissie;

    • -

      bewaakt het budget van de rekenkamercommissie;

    • -

      bewaakt de voortgang van de onderzoeken;

    • -

      fungeert als centraal aanspreekpunt voor de algemene gang van zaken rond de

      rekenkamercommissie.

Artikel 2.3 Eed (verklaring of belofte)

Artikel 81g van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.4 Einde van het lidmaatschap

  • 1. De raad stelt een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit indien:

    • a.

      Het lid zich in voorlopige hechtenis bevindt;

    • b.

      Het lid bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • c.

      Het lid onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak;

  • 2. De raad kan een lid op non-activiteit stellen indien:

    • a.

      Tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of

    • b.

      Er een ander ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die tot ontslag, anders dan op gronden vermeld in artikel 81c, zesde lid onder a. en zevende lid onder a. van de Gemeentewet zouden kunnen leiden.

  • 3. De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor de maatregel is vervallen, met dien verstande dat in een geval als bedoeld in lid 2 de non-activiteit in ieder geval eindigt na zes maanden. In dat geval kan de raad de maatregel telkens voor ten hoogste drie maanden verlengen.

  • 4. Een lid wordt door de raad ontslagen:

    • a.

      Op eigen verzoek’

    • b.

      Bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      Wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien het lid naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

  • 5. Een lid van de rekenkamercommissie kan door de raad worden ontslagen:

    • a.

      Wanneer hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • b.

      Indien hij handelt in strijd met artikel 81h van de Gemeentewet.

Artikel 2.5 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De voorzitter ontvangt met ingang van 1 januari 2015 een onkostenvergoeding van € 712,70 per maand, inclusief reiskosten. De overige leden ontvangen met ingang van 1 januari 2015 een onkostenvergoeding van € 548,23 per maand, inclusief reiskosten. De onkostenvergoedingen worden per 1 januari van elk jaar herzien op basis van het door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties vastgestelde indexcijfer voor de onkostenvergoeding van raadsleden.

  • 2. De onkostenvergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 5.

Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 3.1 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 3.2 Initiatief tot het uitvoeren van onderzoek

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt zelf de onderwerpen voor haar onderzoek. Suggesties voor onderwerpen voor onderzoek kunnen worden voorgedragen door:

    • a.

      De rekenkamercommissie;

    • b.

      De leden van de raad;

    • c.

      Inwoners van de gemeente Alkmaar.

  • 2. De rekenkamercommissie legt jaarlijks een onderzoeksplan met haar voorgenomen onderzoeken ter kennisneming voor aan de raad.

  • 3. Voor ieder onderzoek formuleert de rekenkamercommissie de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet en onderzoeksmethode vast.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming voorgelegd aan de raad.

  • 5. De rekenkamercommissie wordt ook geacht samenwerking met andere gemeenten te zoeken voor het uitvoeren van regionale of gezamenlijke onderzoeken.

Artikel 3.3 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. Een onderzoek van de rekenkamercommissie vangt aan met een startbijeenkomst, waarbij naast de leden van de rekenkamercommissie en de eventuele onderzoekers ook de betrokken leden van het college aanwezig zijn, als ook relevante ambtenaren.

  • 3. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 4. De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris en overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde redelijke termijn te verstrekken.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 6. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. De rekenkamercommissie stelt de bij het onderzoek betrokken ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken en maximaal één maand bedraagt, hun zienswijze op de weergave van de feitelijke bevindingen in het conceptonderzoeksrapport schriftelijk aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt. Bij onderzoeksmethoden die vooral beogen informatie van derden te verzamelen, kan de rekenkamercommissie besluiten het ambtelijk wederhoor achterwege te laten. Dit besluit maakt zij kenbaar in de onderzoeksopzet zoals bedoeld in lid 1 en in de startbijeenkomst zoals bedoeld in lid 2.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt het college in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken en maximaal één maand bedraagt, zijn zienswijze te geven op de conclusies en aanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de bevindingen in het onderzoeksrapport en deze schriftelijk aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 9. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport, de door de rekenkamercommissie geformuleerde conclusies en aanbevelingen, alsmede de reactie van het college daarop, zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college, met een aanbiedingsbrief via de griffier aan de raad aangeboden. De aanbiedingsbrief wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Met deze aanbieding is het rapport openbaar geworden. In de aanbiedingsbrief wordt door de rekenkamercommissie een voorstel gedaan voor het nemen van een raadsbesluit. Op basis hiervan wordt door de rekenkamercommissie tevens een raadsvoorstel opgesteld en tegelijkertijd aangeboden aan de raad. Na het openbaar worden van haar onderzoeksrapport worden haar bevindingen tevens op de website van de gemeente gepubliceerd.

  • 10. Het onderzoeksrapport van de rekenkamercommissie wordt zo spoedig mogelijk na de aanbieding behandeld in de aan het onderwerp gerelateerde raadscommissie.

  • 11. De rekenkamercommissie wordt uitgenodigd in de vergadering van de raadscommissie voor het geven van een toelichting op haar onderzoeksrapport en wordt daarbij tevens in de gelegenheid gesteld haar onderzoeksrapport inhoudelijk te verdedigen. De rekenkamercommissie wijst uit haar midden één of meerdere leden aan die deze toelichting en inhoudelijke verdediging op zich nemen.

  • 12. De raad bespreekt het onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk na behandeling in de raadscommissie in de raadsvergadering. De leden van de rekenkamercommissie nemen in de raadsvergadering geen deel aan de beraadslaging.

Artikel 3.4

De rekenkamercommissie brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden.

Artikel 3.5

De auditcommissie is belast met de begeleiding van de rekenkamercommissie en zorgt voor jaarlijkse afstemming en een evaluatiegesprek met de rekenkamercommissie. De auditcommissie kan de raad en de rekenkamercommissie adviseren bij de aanbieding en behandeling van een rekenkamerrapportage in de gemeenteraad.

Paragraaf 4, De ondersteuning van de rekenkamercommissie

Artikel 4.1 Ambtelijk secretaris

  • 1. De raadsgriffier wijst in overleg met de rekenkamercommissie de ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie aan. Tevens wijst hij een plaatsvervangend secretaris aan.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taak terzijde.

  • 3. De secretaris legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie.

Artikel 4.2 Onderzoekmedewerk(st)ers

  • 1. Interne onderzoekmedewerk(st)ers worden voor de duur van het onderzoek en in overleg met de rekenkamercommissie door de gemeentesecretaris aangewezen; zij worden in voldoende mate voor de vervulling van hun taak vrijgesteld. Hun werkzaamheden worden door de rekenkamercommissie bekostigd.

  • 2. Onderzoekmedewerk(st)ers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3.3 toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

  • 3. De rekenkamercommissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 externe deskundigen in te schakelen.

Paragraaf 5 Budget van de rekenkamercommissie

Artikel 5 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen die krachtens artikel 2.5 zijn toegekend aan de leden van de rekenkamercommissie;

    • b.

      interne onderzoekmedewerk(st)ers;

    • c.

      externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      de eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1 Inwerkingtreding

  • 1. De verordening op de rekenkamercommissie Alkmaar 2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 januari 2015 en laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 17 september 2015, wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening op de rekenkamercommissie treedt in werking één dag na bekendmaking ervan in het Gemeenteblad.

Artikel 6.2 Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op de Rekenkamercommissie Alkmaar 2016”

Ondertekening

Alkmaar, 10 november 2016
De raad voornoemd,
P.M. Bruinooge, voorzitter
drs. A.P.A. Koolen, griffier