Regeling vervallen per 01-07-2015

Beleidsregel re-integratie 2012

Geldend van 01-05-2012 t/m 30-06-2015

Intitulé

Beleidsregel re-integratie 2012

Gemeenteblad van Almelo

Geldende tekst

regelingnummer: 2439

Nr. 22

Collegebesluit van 10 april 2012 , houdende vaststelling van de Beleidsregeel re-integratie 2012.

Beleidsregel re-integratie 2012

Aanleiding van het ontstaan van deze beleidsregel

De Beleidsregel re-integratie 2012 bevat nadere regelgeving aangaande het hoofdstuk ‘Re-integratie’ in de ‘Verordening WWB, IOAW en IOAZ: eigen verantwoordelijkheid, participatie en inkomen’. Deze verordening en daarmee ook deze nieuwe beleidsregel komt voort uit de aanscherping van de Wet werk en bijstand en de intrekking van de Wet investeren in jongeren per 1 januari 2012.

Doel

Het doel van deze nieuwe beleidsregel is, dat met behulp van de hierin vastgelegde regels, de capaciteiten en mogelijkheden van mensen aangaande het zelf voorzien in inkomen zoveel mogelijk worden benut. Deze beleidsregel wijkt, vooral aangaande de eigen verantwoordelijkheid van mensen die een beroep doen op de gemeente, af van haar voorganger: ‘Beleidsregels reïntegratie’ (zonder jaartal).

Wijzigingen ten opzichte van de voorganger van deze beleidsregel

De wettelijke zoekplicht van 4 weken voor jongeren die zich melden voor een uitkering in de nieuwe beleidsregel wordt concreet ingevuld.

Een ander nieuw element is de introductie van een inkomens- en vermogensgrens voor niet-uitkeringsgerechtigden (Nuggers). Hiermee wordt enerzijds de eigen verantwoordelijkheid voor het verwerven van inkomen benadrukt en anderzijds wordt hiermee beoogd dat de nog beschikbare middelen voor re-integratie terecht komen bij mensen die het echt nodig hebben. Verwacht wordt dat met de introductie van het gezinsinkomen het aantal Nuggers zal toenemen.

De vrijstelling van een verplichting gaat nu in principe vergezeld met de voorwaarde dat belanghebbende deelneemt aan een traject dat bijdraagt aan de opheffing van de belemmering. Concreet valt hierbij te denken aan het verplichten tot een medische behandeling als de gezondheidstoestand de belemmerende factor is richting de arbeidsmarkt.

Tot slot worden uitkeringsgerechtigden van 57½ jaar en ouder waarvoor geen arbeidsmarktperspectief lijkt te zijn niet langer per definitie vrijgesteld van de arbeidsverplichtingen tot hun 65ste levensjaar. Dit past binnen de ontwikkeling waarin van mensen wordt verwacht dat zij langer doorwerken dan tot nog toe gebruikelijk was.

Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen.

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet Werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorzieningen oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Gemeentewet en hun eventuele wetopvolgers.

  • 2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder college: het college van burgemeester en wethouders van Almelo.

Artikel 2 Inkomens- en vermogensgrens niet uitkeringsgerechtigden

Het college geeft in beginsel ondersteuning aangaande toegang tot de arbeidsmarkt aan niet-uitkeringsgerechtigde (Nuggers) die beschikken over een inkomen dat minder bedraagt dat 115% van de voor hen geldende bijstandsnorm en over een vermogen dat minder bedraagt dan betreffende grens in artikel 34 lid 3 WWB.

Artikel 3 Ontheffing van een of meerdere verplichtingen

  • 1.

    Het college maakt bij dringende redenen gebruik van de mogelijkheid tot tijdelijk ontheffing van een of meerdere verplichtingen zoals genoemd in artikel 9 lid 1 WWB, artikel 37 IOAW of artikel 37 IOAZ.

  • 2.

    Een ontheffing gaat in beginsel vergezeld van een verplichting om de omstandigheden, die maken dat een ontheffing noodzakelijk is, teniet te doen. De maximale duur van een ontheffing is in beginsel één jaar. Op basis van een herbeoordeling kan het college besluiten een vooraf vastgestelde periode van ontheffing te verlengen of in te korten.

  • 3.

    In de volgende situaties is een ontheffing mogelijk:

    • a.

      Bij een alleenstaande ouder met zorgtaken voor een ten laste komend gehandicapt kind jonger dan 18 jaar, voor zover hiermee geen rekening kan worden gehouden door middel van een voorziening.

    • b.

      Bij een zwangere vrouw gedurende 16 weken rond de vermoedelijke datum van bevalling.

    • c.

      Bij andere sociale en/of medische omstandigheden waarbij het naar het oordeel van het college niet zinvol is dat betrokkene aan de verplichtingen moet voldoen.

Richtlijnen voor het in te zetten scholingsaanbod voor alleenstaande ouders met kinderen jongerdan 5 jaar.

Artikel 4 Vereisten voor het scholingsaanbod

Een scholingstraject kent de volgende uitgangspunten:

    • a.

      Het scholingstraject heeft tot doel kennis en vaardigheden te verwerven om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.

    • b.

      Het scholingsaanbod dient arbeidsmarktrelevant te zijn.

    • c.

      Het scholingstraject duurt in beginsel maximaal twee jaar, dit criterium mag een traject naar een startkwalificatie of Mbo-niveau 4 echter niet in de weg staan.

    • d.

      Het AOC en het ROC Twente zijn preferente partners op het gebied van scholingstrajecten voor alleenstaande ouders met kinderen tot vijf jaar. In aanvulling op, of indien noodzakelijk, kunnen overeenkomsten worden aangegaan met andere scholingspartijen dan het ROC. Voorwaarde is dat met de betreffende opleiding een door het rijk erkend diploma op het niveau van de startkwalificatie wordt behaald.

    • e.

      Bij toekenning van het scholingstraject komen de volgende kosten voor vergoeding in aanmerking:

    • -

      Opleidingskosten en cursusbijdragen;

    • -

      Kosten voor boeken en leermiddelen die het opleidingsinstituut verplicht stelt;

    • -

      Examengeld.

      • f.

        Het behalen van de startkwalificatie of het Mbo-niveau 4 verdient prioriteit. Deze prioriteit geldt ook wanneer de periode van de ontheffing is afgelopen en de opleiding nog niet helemaal is afgerond. Bij voldoende inzet bestaat de mogelijkheid de opleiding af te ronden. De opleiding wordt beëindigd indien naar het oordeel van het college sprake is van onvoldoende inzet of vermogen het diploma te behalen;

      • g.

        De begeleider bepaalt namens het college de invulling van het plan van aanpak en raadpleegt deskundigen voor de invulling van het scholingsaanbod en de afstemming met de arbeidsmarkt.

      • h.

        Om competenties en vaardigheden te onderhouden dient de alleenstaande ouder na afloop van het scholingstraject een passende re-integratievoorziening te volgen, gericht op het onderhoud van vaardigheden en competenties. Deze voorziening kan bestaan uit een stage, een leerwerkplek of andere voorzieningen op het gebied van re-integratie.

Richtlijnen specifiek voor personen jonger dan 27 jaar

Artikel 5. Verplichtingen tijdens zoektijd van 4 weken

  • 1. Een aanvrager van een uitkering voor levensonderhoud jonger dan 27 jaar krijgt ter invulling van de wettelijk verplichte zoekperiode van 4 weken in beginsel de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a. dat hij zich direct na melding inschrijft bij het UWV Werkbedrijf als werkzoekende;

  • b. dat hij in zo breed mogelijke zin de media nagaat op vacatures, waaronder begrepen het dagelijks raadplegen van de vacaturebank van het UWV Werkbedrijf: www.Werk.nl;

  • c. dat hij in de eerste week van de zoekperiode van 4 weken zich laat inschrijven bij ten minste 8 uitzendbureaus en regelmatig contact onderhoudt met deze bureaus;

  • d. dat hij in de gehele zoekperiode van 4 weken ten minste 8 reële sollicitaties verricht;

  • e. dat hij gegevens en bewijsstukken aangaande de voorgenoemde activiteiten bewaart, om deze te kunnen overleggen bij de aanvraagindiening.

  • 2. Het college verplicht iedere uitkeringsaanvrager jonger dan 27 jaar die geen startkwalificatie heeft, aangaande de zoektijd van 4 weken, naast de verplichtingen als bedoeld in lid 1:

  • a. dat hij zo snel mogelijk contact legt met het Regionaal Meld– en Coördinatiecentrum voortijdig schoolverlaten (RMC) wanneer hij jonger is dan 23 jaar, om te komen tot een advies aangaande scholing;

  • b. dat hij, wanneer hij niet valt onder de doelgroep van het RMC, contact legt met een studieadviseur van een onderwijsinstelling, in beginsel het ROC, om te komen tot een advies aangaande scholing.

Artikel 6. Inhoud plan van aanpak

  • 1. Het plan van aanpak is in beginsel gericht op een zo snel mogelijke weg naar werk.

  • 2. In afwijking van lid 1 wordt bij een jongere zonder startkwalificatie in eerste instantie ingezet op het bereiken van een startkwalificatie mits de betreffende jongere beschikt over de capaciteit om een startkwalificatie te halen.

Artikel 7. Duur en de intensiteit plan van aanpak

Het plan van aanpak kent geen vastomlijnd aantal uren, het is gebaseerd op de individuele omstandigheden van de jongere. Het aantal uren per week ligt vast in het persoonlijke plan van aanpak.

Afwijken van deze beleidsregel

Artikel 8. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregel, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.

Artikel 9. Intrekking oude regeling

De ‘Beleidsregels reïntegratie’ worden ingetrokken

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 mei 2012

Artikel 11 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel re-integratie 2012’

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo op 10 april 2012.

De burgemeester, de secretaris,