Subsidieverordening amateurkunst gemeente Almelo 2013

Geldend van 20-03-2013 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening amateurkunst gemeente Almelo 2013

Gemeenteblad van Almelo

Geldende tekst

regelingnummer: 2477

Nr.21

Raadsbesluit van 12 maart 2013, houdende vaststelling van de Subsidieverordening amateurkunst gemeente Almelo 2013.

Verordening voor het toekennen van structurele subsidies aan verenigingen en stichtingen, werkzaam op het gebied van de amateurkunst

De raad van de gemeente Almelo;

gelezen het voorstel van het college van 19 februari 2013, (Raad/ 897) inzake subsidieverordening amateurkunst gemeente Almelo 2013;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening 2005,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

S ubsidieverordening Amateurkunst gemeente Almelo 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteiten de artistiek gerichte werkzaamheden van een instelling;

  • b.

    actieve leden contributiebetalende leden van een instelling, die de artistieke activiteiten ervan mede uitvoeren, dan wel bestuurlijk mogelijk maken. De artistieke leiders, commissarissen, ereleden en dergelijke worden niet als zodanig aangemerkt;

  • c.

    amateurkunst kunst die uit liefhebberij, dat wil zeggen niet beroepsmatig, wordt bedreven;

  • d.

    artistiek leider een dirigent, instructeur, regisseur, tentoonstellingmaker, choreograaf, en dergelijke, die een erkende opleiding heeft gevolgd;

  • e.

    instelling een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit, of een ander door het college aanvaardbaar geacht organisatorisch kader, die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten op het gebied van amateurkunst;

  • f.

    kunstcategorieën categorieën van kunstuitingen te onderscheiden in:

    • -

      instrumentale muziek, waaronder: hafabra, symfonieorkesten, majorettekorpsen;

    • -

      vocale muziek: alle koren;

    • -

      theater/dans: alle cultuuruitingen die tot theater, muziek- of bewegingstheater en dans gerekend kunnen worden;

  • g.

    openbare uitvoering een door de instelling georganiseerde openbare, voor

of presentatie een breed publiek toegankelijke voorstelling, optreden

of expositie, waaraan door publiciteit bekendheid wordt

gegeven, zoals bijvoorbeeld via de media, affiches en

programmabladen;

  • h.

    basissubsidie de aanspraak op financiële middelen, door het college verstrekt met het oog op de activiteiten van de instelling, anders dan als betaling voor geleverde diensten of goederen;

  • i.

    startsubsidie een stimuleringsbijdrage die maximaal twee jaar wordt verstrekt;

  • j.

    subsidieplafond een bedrag zoals bedoeld in art 4:22 Awb, te weten het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak maximaal beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift;

  • k.

    de wet de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Voorwaarden

1.Subsidie op grond van deze verordening wordt verleend, indien voldaan wordt aan

1. de verplichtingen en bepalingen, neergelegd in de Algemene subsidieverordening

1. gemeente Almelo 2005 en de nadere voorschriften van deze

1. verordening;

Op subsidiëring Amateurkunst zijn de volgende nadere voorschriften van toepassing:

  • 2.

    De instelling is op het moment van subsidieaanvraag tenminste twee jaar

    ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

  • 3.

    De instelling is statutair gevestigd in gemeente Almelo en repeteert hier ook;

  • 4.

    De instelling levert naar oordeel van het college een redelijke eigen bijdrage in de

    kosten;

  • 5.

    Van de actieve leden is tenminste 50% woonachtig in gemeente Almelo;

  • 6.

    De instelling is, indien de mogelijkheid daartoe bestaat, aangesloten bij een

    federatief verband dat plaatselijk, regionaal, provinciaal of landelijk werkzaam is;

  • 7.

    Instellingen die uitsluitend optreden ter opluistering van een kerkelijke of

    godsdienstige plechtigheid of bijeenkomst, komen niet in aanmerking voor een

    subsidie;

  • 8.

    Overkoepelende organisaties komen niet in aanmerkingen voor een subsidie;

  • 9.

    De instelling verzorgt tenminste twee maal per jaar een openbare uitvoering dan wel

    verleent gratis medewerking aan een door de gemeente te organiseren of aan te

    geven manifestatie (het meerdere malen uitvoeren van één productie geldt als even

    zoveel openbare uitvoeringen);

  • 10.

    Voor elke openbare uitvoering zoals bedoeld in lid 9 stuurt zij, tenminste

    één maand voorafgaand aan de uitvoering, twee kennisgevingen nl aan het

    college van B&W als aan de sector samenleving, postbus 7500, 7600 GC

    Almelo;

  • 11.

    De instelling draagt zorg voor publiciteit in de (plaatselijke) media;

  • 12.

    De instelling stelt zo mogelijk een volledig bevoegd artistiek leider aan;

  • 13.

    De instelling stelt het college van B&W op de hoogte van een wisseling van de

    artistiek leider(s), bestuursleden en postadreswijzigingen;

  • 14.

    De instelling levert een bijdrage aan de Almelose samenleving, gericht

op talentontwikkeling, afspiegeling bewonerssamenstelling en vergroting

maatschappelijke participatie, blijkend uit een activiteitenverslag van het voorgaande

jaar;

15.Een instelling heeft tenminste 10 actieve leden

Artikel 3 Subsidieplafond

1.Het subsidieplafond is gelijk aan het bedrag dat de raad jaarlijks voor de Subsidieverordening

Amateurkunst beschikbaar stelt in de begroting.

Artikel 4 Subsidieaanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag wordt conform de in de ASV geldende termijnen ingediend;

  • 2. Voor de indiening van de aanvraag maakt de instelling gebruik van het door het college te verstrekken aanvraagformulier;

  • 3. De aanvrager overlegt bij de subsidieaanvraag de financiële gegevens van de twee voorafgaande jaren;

  • 4. Het college bepaalt de hoogte van de maximaal te verstrekken subsidie aan de hand van de bij de aanvraag verstrekte gegevens, welke zijn gebaseerd op de twee jaren voorafgaand aan de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • 5a. Voldoet de instelling bij het indienen van de subsidieaanvraag niet aan de voorwaarden gesteld in art. 2 lid 5 en/of lid 15, dan heeft zij het recht om tussen 1 december tot 15 december van het lopende jaar aanvullende informatie ter beoordeling in te dienen.

  • 5b. Voldoet de instelling in geval van art. 4 lid 5a alsnog niet aan de in art. 2 lid 5 en/of lid 15 gestelde voorwaarden dan vervalt haar recht op subsidie voor het komende jaar.

  • 6. Wordt het subsidieplafond niet volledig benut dan is dit deel beschikbaar als startsubsidie voor nieuwe instellingen.

Artikel 5 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Bij de bepaling van het recht op basissubsidie voor enig jaar gaat men uit van het werkelijke aantal actieve leden per peildatum 1 maart van het voorgaande jaar;

  • 2.

    De basissubsidie heeft de volgende berekeningsgrondslag:

    (a+b) x n

    2

a = verkregen subsidie instelling Y in het jaar n-2 x 100%

totaal door gemeente verstrekte subsidie n-2

b = verkregen subsidie instelling Y in het jaar n-1 x 100%

totaal door gemeente verstrekte subsidie n-1

n= Het subsidieplafond in het te subsidiëren kalenderjaar.

n-1= Het jaar voorafgaand aan het te subsidiëren

kalenderjaar

n-2= Twee jaar voorafgaand aan het te subsidiëren kalenderjaar

  • 3.

    Het College kan bepalen dat een instelling die voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 2, die in de 2 jaren voorafgaand aan het subsidiejaar niet in aanmerking kwam voor de basissubsidie, voor maximaal 2 jaar een startsubsidie ontvangt;

  • 4.

    De hoogte van de startsubsidie wordt bepaald aan de hand van aantal actieve leden woonachtig in Almelo;

  • 5.

    Het bedrag dat per actief lid woonachtig in Almelo als startsubsidie wordt uitgekeerd, wordt jaarlijks door het college vastgesteld.

    Artikel 6 Hardheidclausule

    Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen in deze verordening afwijken, indien

    toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

    Artikel 7 Intrekking oude regeling

    De Subsidieverordening amateuristische kunstbeoefening 2001 wordt met ingang van 20 maart 2013 ingetrokken.

    Artikel 8 Inwerkingtreding

    Deze regeling treedt in werking op 20 maart 2013.

    Artikel 9 Overgangsjaar

    1.In 2013 ontvangen alle instellingen die voldoen aan de voorwaarden conform de

    Subsidieverordening amateuristische kunstbeoefening 2001 een basissubsidie. Deze wordt

    berekend conform de Subsidieregeling amateuristische kunstbeoefening 2001, met

    uitzondering van de uitkering uit het instrumentenfonds en de uitvoeringssubsidies;

    • 2.

      De tegoeden die de verenigingen opgebouwd hebben in het instrumentenfonds, worden in 2013 in 1 x aan de betrokken verenigingen uitgekeerd;

    • 3.

      In 2013 hebben de instellingen die voldoen aan de regeling, conform artikel 2, recht op een

    uitvoeringssubsidie, die gelijk is aan 33,33% van het totaal van de uitvoeringssubsidies die ze in de jaren 2011 én 2012 hebben ontvangen.

    Artikel 10 Citeertitel

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Amateurkunst gemeente Almelo 2013.

    Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van Almelo op 12 maart 201 3 .

de griffier, de burgemeester,

drs. C.M. Steenbergen J.H.M. Hermans-Vloedbeld

Toelichting bij de Subsidieverordening Amateurkunst gemeente Almelo 2013

Deze verordening is bedoeld om regels te geven voor het verlenen van zogenaamde structurele subsidie aan verenigingen op het gebied van de amateurkunstbeoefening.

De regeling is in principe gebaseerd op het cultuurbeleid van de gemeente Almelo. Dit beleid is ten aanzien van de amateurkunst gericht op het scheppen van een zo gunstig mogelijk amateurkunstklimaat door:

  • -

    het bevorderen van een kwalitatief niveau van de amateurkunst in Almelo;

  • -

    het bevorderen van een gevarieerd aanbod van de amateurkunst in Almelo;

  • -

    Het bereiken van een breed publiek;

  • -

    Het stimuleren van samenwerkingsverbanden tussen culturele instellingen en organisaties;

  • -

    Talentontwikkeling, mogelijkheden creëren voor de optimale ontwikkeling van creatieve talenten;

  • -

    Stimuleren en realiseren van een breed aanbod aan culturele activiteiten en initiatieven die bijdragen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor hoger opgeleiden, hogere midden inkomens en bedrijven;

  • -

    Vergroten van maatschappelijke participatie;

  • -

    Deelnemers en bezoekers worden meer een afspiegeling van de Almelose samenleving.

De “Subsidieverordening amateuristische kunstbeoefening 2001” werd als te ingewikkeld ervaren en maakt het voor nieuwe groepen/stromingen moeilijk om in aanmerking te komen voor een deel van de subsidie. De nieuwe subsidieverordening stoelt daarom op de volgende uitgangspunten:

  • -

    Subsidiering niet meer achteraf maar, conform de Algemene Subsidie Verordening 2005, vooraf;

  • -

    Subsidieaanvragen die te laat worden ingediend, worden niet in behandeling genomen;

  • -

    Er is een subsidieplafond ingesteld, in plaats van open eind regeling;

  • -

    Er wordt een basisbedrag per vereniging uitgekeerd, lumpsum en gebaseerd op gemiddelden in de twee voorgaande jaren;

  • -

    Minimaal 50% van de actieve leden woonachtig in Almelo;

  • -

    Minimaal 10 actieve leden;

  • -

    Verenigingen kunnen pas na 2 jaar na inschrijving in Kvk aanspraak maken voor subsidie;

  • -

    Gericht op talentontwikkeling, vergroting maatschappelijke participatie en een afspiegeling van de Almelose samenleving;

  • -

    Activiteiten dragen bij aan de vergroting van de actieve deelname aan culturele activiteiten;

  • -

    Deugdelijke financiële en inhoudelijke verantwoording achteraf.

Voor nieuwe initiatieven zal het college een Initiatievenfonds instellen. Ter uitvoering hiervan zal zij nadere regels en criteria vaststellen. Onderhavige verordening heeft dan ook enkel betrekking op het toekennen van structurele subsidies.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Sub b Actieve leden

Bestuursleden die geen contributie betalend lid zijn, worden in deze constructie niet meegerekend als actief lid. Voor de inrichting van de ledenlijst geldt dat deze in ieder geval duidelijkheid moet geven over het totaal aantal leden, uitgesplitst in jeugdleden en volwassenen. Wat adresgegevens betreft kan men volstaan met de vermelding van de postcodes van de individuele leden; dit in het kader van de bescherming van de privacy van de leden.

Sub r Subsidieplafond

Een subsidieplafond is het maximaal beschikbare bedrag voor een bepaalde beleidssector in een bepaalde periode, meestal een kalenderjaar. Als er bepaald is dat er een subsidieplafond wordt ingesteld, stelt de gemeenteraad dit bedrag bij de begrotingsbehandeling vast. Overschrijding van het subsidieplafond levert krachtens artikel 4:25 van de Awb automatisch een weigeringgrond op.

Artikel 2 Specifieke voorschriften

In dit artikel is tot uitdrukking gebracht dat de verplichtingen en de bepalingen in de algemene subsidieverordening van toepassing zijn, tenzij in de verordening amateurkunst een afwijkende regeling is getroffen. Deze laatste gaat dan voor.

Artikel 3 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de Subsidieverordening Amateurkunst Almelo is gelijk aan het bedrag dat de gemeenteraad hiervoor jaarlijks binnen de gemeentebegroting ter beschikking stelt.

Artikel 4 Subsidieaanvraag

Lid 2

Deze datum is gekozen in verband met de behandeling van de gemeentebegroting en het vaststellen van het subsidieplafond.

Lid 3

De gegevens die verstrekt moeten worden staan op het aanvraagformulier vermeld. Dit zijn (onder andere) het activiteitenplan met begroting voor het subsidiejaar waarop de aanvraag betrekking heeft en een inhoudelijke en financiële verslaglegging over het voorgaande subsidiejaar.

Lid 4, lid 5

Wanneer bij het indienen van de subsidieaanvraag de instelling relatief dan wel absoluut te weinig actieve leden in Almelo heeft, dan is van 1 december tot 15 december van het lopende jaar nog gelegenheid om actuelere gegevens hierover in te dienen en zo alsnog aan deze voorwaarden van subsidieverlening te voldoen. Maakt men geen gebruik van deze gelegenheid dan wel voldoet men alsnog niet aan deze voorwaarde dan vervalt het recht op subsidie voor het komende jaar.

Artikel 5 Subsidiegrondslag

Grondslag voor het bepalen van de subsidie is de relatieve omvang van in twee voorgaande jaren reeds genoten subsidie in relatie tot het subsidieplafond.

De relatieve omvang is het aandeel van de genoten subsidie in het desbetreffende jaar op het totaal door de gemeente versterkte subsidie.

De regeling moet ook open staan voor nieuwe instellingen. Daarom zal het college, indien voorzien wordt dat het subsidieplafond in enig jaar nog niet bereikt wordt, een startsubsidie beschikbaar stellen voor die instellingen, die in de afgelopen jaren geen recht op subsidie hadden, maar inmiddels wel voldoen aan de voorwaarden, gesteld in artikel 2. De startsubsidie wordt maximaal 2 jaar achtereen uitgekeerd. Daarna voldoet de instelling aan de rekenregel die voor alle gesubsidieerde instellingen binnen deze regeling geldt.

De startsubsidie wordt berekend aan de hand van het aantal actieve leden. Het college kan besluiten om te differentiëren tussen instellingen met en zonder professionele begeleiding.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen in deze verordening afwijken, indien toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 9 Overgangsjaar en -recht

Werd de subsidieregeling van 2001 gekenmerkt door een open eind regeling en betaling achteraf. De nieuwe subsidieregeling werkt, conform Algemene Subsidie Verordening, met een subsidieplafond, een subsidieaanvraag vooraf en een beschikking na de begrotingsbespreking.

Dit betekent dat 2013 een overgangsjaar wordt. In dit jaar zullen de subsidierechten die verenigingen op grond van de oude regeling opgebouwd hebben, worden uitgekeerd. De rechten op een subsidie voor de uitvoeringen in 2013 vervallen echter in dit jaar.

In plaats hiervan zal de verenigingen die voldoen aan de voorwaarden van de nieuwe regeling, eenmalig een aanvullende subsidie verstrekt worden die gelijk is aan 33,3% van de uitvoerings-subsidie die ze in de jaren 2011 en 2012 hebben ontvangen. Met ingang van 2014 is de nieuwe regeling volledig van kracht.