Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening reclamebelasting 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening reclamebelasting 2014

Gemeenteblad van Almelo

Geldende tekst

regelingnummer: 2492

Nr. 10

Raadsbesluit van 3 december 2013, houdende vaststelling van verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2014.

De Raad van de Gemeente Almelo;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2013;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de navolgende verordening en bijbehorend afbakeningsgebied reclamebelasting:

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2014

(verordening reclamebelasting 2014)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen, logo of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • c.

    vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

  • d.

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • e.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • f.

    reclamevoorwerp: een aankondigingvoorwerp, waarmee beoogd wordt reclame te maken, dan wel aandacht te trekken voor een product, een dienst of een bedrijf. Hieronder wordt in elk geval verstaan de gaper en de namaakversies van de ijsco, de patatzak en het gebak;

  • g.

    jaar of maand: een kalenderjaar of –maand of een gedeelte van een van die kalenderperioden;

  • h.

    etalage: ruimte achter een ruit van een vestiging of bouwwerk waar goederen zijn uitgestald ter verkoop;

  • i.

    startende ondernemer: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op het moment van inwerkingtreding van de verordening, dan wel op het moment van vestiging in een van de aangewezen tariefgebieden, korter dan een jaar geleden is gestart met zijn ondernemersactiviteiten en hiervoor ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel. Onder ondernemersactiviteiten wordt in elk geval het organiseerde geheel van bedrijfsmiddelen, aanspraken en verplichtingen en de financiering daarvan verstaan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de reclameobjecten worden aangetroffen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon zijn gedaan in verband met de huur of de verkoop van roerende of onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    Vestigingen waarbij het totaal van de aanwezige aankondigingen minder bedraagt dan 0,1 m²;

  • b.

    Openbare aankondigingen die korter dan 13 weken in het belastingjaar aanwezig zijn, al dan niet in één aaneengesloten periode;

  • c.

    Openbare aankondigingen die door de gemeente of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst of aangebracht en voor zover de openbare aankondigingen geschieden ter uitvoering van een publiekrechtelijke taak;

  • d.

    Openbare aankondigingen die uitsluitend het openbaar belang dienen;

  • e.

    Openbare aankondigingen die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

  • f.

    Openbare aankondigingen van politieke partijen; of

  • g.

    Openbare aankondigingen die door (semi) overheden of maatschappelijke instellingen of verenigingen zijn aangebracht en die uitsluitend een ideëel belang dienen;

  • h.

    Openbare aankondigingen die zonder commercieel oogmerk aanwezig zijn in het kader van en voor de duur van activiteiten van culturele, sociale, kerkelijke of soortgelijke aard of voor braderieën;

  • i.

    Openbare aankondigingen op bouwterreinen voor zover deze betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde werkzaamheden;

  • j.

    Openbare aankondigingen die met vermelding van een tussenpersoon zijn gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van bedrijf- of woonruimten, indien deze aanwezig zijn in de directe nabijheid van de te verkopen of te verhuren ruimte of zaak;

  • k.

    Openbare aankondigingen die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;

  • l.

    Openbare aankondigingen van een startende ondernemer, dan wel ten behoeve van een startende ondernemer, tot 14 maanden na de maand van inschrijving in de Kamer van Koophandel. De vrijstelling wordt slechts eenmaal verleend in het bestaan van de onderneming en voor maximaal 12 maanden in een periode van 2 kalenderjaren.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag per vestiging, ongeacht de oppervlakte van de reclameobjecten.

  • 2.

    Indien meerdere gebouwde percelen of delen daarvan naast elkaar gelegen zijn, onderling verbonden zijn en tezamen en met dezelfde naamsduiding worden gebruikt door één belastingplichtige, wordt dit als één vestiging gezien.

3.Indien dezelfde belastingplichtige een aantal niet naast elkaar gelegen gebouwde percelen of gedeelten, waarop reclameobjecten zijn aangebracht, in gebruik heeft, worden deze aangemerkt als afzonderlijke vestigingen.

4.Het tarief bedraagt voor het hebben van een of meerdere openbare aankondigingen, per vestiging,

Per tijdvak per maand

a.In het centrumgebied A van de gemeente Almelo € 668,28 € 55,69

b.In het centrumgebied B van de gemeente Almelo € 436,92 € 36,41

5.De tariefgebieden zijn aangegeven op de bijgevoegde en onlosmakelijk bij deze verordeningbehorende bijlage.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op schriftelijk verzoek van belastingplichtige verminderd met het aantal keer het maandtarief als bedoeld in artikel 5, vierde lid, als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5. Indien een belastingplichtige in de loop van het belastingtijdvak naar een ander tariefgebied, zoals weergegeven in artikel 5, vierde lid, verhuist en aldaar een andere vestiging in gebruik neemt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met het verschil tussen de respectievelijke maandtarieven van de beide tariefgebieden, gedurende het resterende aantal volle kalendermaanden in het kalenderjaar.

  • 6. Het derde, vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen hetzelfde tariefgebied verhuist en aldaar een andere vestiging in gebruik neemt.

  • 7. Het verzoek als bedoeld in het vierde en vijfde lid wordt gedaan binnen zes weken nadat de omstandigheid zich heeft voorgedaan.

  • 8. Het belastingbedrag als bedoeld in het derde lid, en de verminderingen als bedoeld in het vierde en vijfde lid, worden naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05.

Artikel 9 Betalingstermijnen

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee kalendermaanden na de op het aanslagbiljet vermelde dagtekening.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk belastingkantoor Twente kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citertitel

  • 1.

    De verordening reclamebelasting 2013 vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking;

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2014

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald al “Verordening reclamebelasting 2014”.

Gedaan ter openbare vergadering van 3 december 2013.

de griffier, de vicevoorzitter,

drs. C.M. Steenbergen ir. J.J. Stapel