Regeling vervallen per 01-04-2015

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-03-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015

Verordening marktgeld 2015

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    markt: de warenmarkt die plaatsvindt op de bij of krachtens de Marktverordening gemeente Almelo 2006 vastgestelde dag, tijd en plaats;

  • 2.

    marktterrein: de gehele openbare of voor publiek toegankelijke oppervlakte grond die bij of krachtens artikel 2 van de Marktverordening is aangewezen voor de uitoefening van markthandel;

  • 3.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • 4.

    week: periode van zeven achtereenvolgende dagen, beginnende met de maandag.

  • 5.

    maand: kalendermaand.

  • 6.

    jaar: kalenderjaar.

  • 7.

    standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Almelo 2006;

  • 8.

    vaste plaats: een standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • 9.

    dagplaats: een dagplaats, een standwerkerplaats of een seizoensplaats als bedoeld in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Almelo 2006;

  • 10.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een vaste standplaats op een marktterrein.

    Artikel 2. Belastbaar feit

    Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een markt als bedoeld in de marktverordening gemeente Almelo en voor het genot van diensten die in verband daarmee worden verleend.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig voor het gebruik van een marktplaats en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend is degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.

  • 2.

    Ter zake van een vaste plaats wordt als belastingplichtige, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt de vergunninghouder.

  • 3.

    Belastingplichtig voor de aanvragen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is de schriftelijke aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1.

    1 Het marktgeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    2.Voor de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een marktdag aangemerkt als een gehele marktdag.

Artikel 5. Heffingstijdvak

  • 1.

    Indien voor een standplaats een vergunning wordt afgegeven, dan is het belastingtijdvak de periode waarvoor een vergunning voor een standplaats geldt, met dien verstande dat bij een vergunning voor meer dan een jaar het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Het marktgeld voor een dagplaats wordt per dag geheven.

Artikel 6. Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven:

  • a.

    bij wege van aanslag indien het een vaste plaats betreft;

  • b.

    bij wege van een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur in de overige gevallen.

Artikel 7. Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    In de gevallen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is het marktgeld verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is het naar jaartarieven geheven marktgeld verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde rechten als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak door intrekking van de vergunning eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor het naar jaartarieven geheven marktgeld voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde marktgeld als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplichtige aantoont dat hij ten gevolge van overmacht gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 4 opeenvolgende weken de ter beschikking gestelde plaats niet heeft kunnen innemen en hij gedurende die periode de standplaats niet door een ander heeft laten innemen, wordt op verzoek ontheffing verleend voor een kalendermaand over elke volle 4 opeenvolgende weken waarin van de vaste plaats geen gebruik kan worden gemaakt.

  • 5.

    In de gevallen, anders dan die bedoeld in artikel 5, lid 1, is het marktgeld verschuldigd bij aanvang van het gebruik van de marktplaats.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald ingeval:

    • a.

      bij wege van aanslag wordt geheven, binnen een maand na de dagtekening van de aanslag:

    • b.

      bij wege van mondelinge of schriftelijke kennisgeving wordt geheven als bedoeld in artikel 6, op het moment van het doen of uitreiken van de kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onder a, kunnen op verzoek van belastingplichtige de aanslagen in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste twee bedraagt en maximaal 10, indien de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.

  • 3.

    De Agemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen

Artikel 9. Kwijtschelding

Van het marktgeld wordt geen kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 verleend.

Artikel 10. Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgeld.

Artikel 11. Overgangsrecht

  • 1.

    De “Verordening marktgeld 2014”, vastgesteld op 3 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening marktgeld 2015”.

Gedaan ter openbare vergadering van 2 december 2014

de griffier, de burgemeester,

drs. C.M. Steenbergen , mr. W.P.M. Urlings

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE ‘VERORDENING MARKTGELD 2015’

Hoofdstuk 1 Algemeen

1.1

Voor de toepassing van artikel 1, eerste lid, van het bij dit besluit behorende tarieventabel, wordt de som van de oppervlakte van de voorwerpen in aanmerking genomen, ongeacht of een voorwerp zich in, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond bevindt.

1.1

De oppervlakte van ieder voorwerp wordt bepaald op tenminste 0,25 m2. De som van de oppervlakte van de voorwerpen wordt bepaald op ten hoogste de oppervlakte van de standplaats.

1.3

Bij heffing van het marktgeld per jaar wordt het recht berekend over 52 dagen

Hoofdstuk 2 Standplaatsen

2.

Het recht voor een ter beschikking gestelde standplaats bedraagt per marktdag (donderdag- en/of zaterdagmarkt) op het Centrumplein

2.1

voor een vaste plaats per jaar:

2.1.1

voor de eerste 15 m2 oppervlakte of gedeelte daarvan

€ 460,20

2.1.2

voor iedere vierkante meter of gedeelte daarvan boven 15 m2

€ 30,68

(€ 0,59 per m2 per marktdag)

2.2

voor een dagplaats per dag of gedeelte daarvan

2.2.1

voor de eerste 15 m2 oppervlakte of gedeelte daarvan

€ 12,40

2.2.2

voor iedere vierkante meter of gedeelte daarvan boven 15 m2

€ 0,83

Hoofdstuk 3 Aanvragen

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.1

van de anciënniteitlijst als bedoeld in artikel 1 van de marktverordening

€ 28,70

3.2

tot plaatsing op de sollicitantenlijst als bedoeld in artikel 1 van de marktverordening

€ 24,00

3.3

om ontheffing van de meldplicht voor sollicitanten op de lijst van gegadigden voor een standplaats

€ 24,00

3.3

om omzetting van een vaste standplaats in een waarnemingplaats

€ 24,00

3.4

voor verlenging van een waarnemingsvergunning als bedoeld in artikel 2 lid d

€ 12,00

Behoort bij besluit van de raad van 2 december 2014

de raadsgriffier van Almelo,

drs. C.M. Steenbergen