Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2015

Verordening reclamebelasting 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a)

    openbare aankondiging: elke tot het publiek gerichte mededeling van commerciële dan wel ideële aard waarmee de aandacht wordt getrokken voor een dienst, een product of een boodschap;

  • b)

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • c)

    vestiging: een gebouw of bouwwerk, of deel daarvan, naast elkaar gelegen en onderling verbonden, dat door één organisatie of bedrijf met dezelfde naamsaanduiding wordt gebruikt;

  • d)

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • e)

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • f)

    reclamevoorwerp: een aankondigingvoorwerp, waarmee beoogd wordt reclame te maken, dan wel aandacht te trekken voor een product, een dienst of een bedrijf. Hieronder wordt in elk geval verstaan de gaper en de namaakversies van de ijsco, de patatzak en het gebak;

  • g)

    jaar of maand: een kalenderjaar of –maand of een gedeelte van een van die kalenderperioden;

  • h)

    etalage: ruimte achter een ruit van een vestiging of bouwwerk waar goederen zijn uitgestald ter verkoop

  • i)

    startende ondernemer: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op het moment van inwerkingtreding van de verordening, dan wel op het moment van vestiging in een van de aangewezen tariefgebieden, korter dan een jaar geleden is gestart met zijn ondernemersactiviteiten en hiervoor ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel. Onder ondernemersactiviteiten wordt in elk geval het organiseerde geheel van bedrijfsmiddelen, aanspraken en verplichtingen en de financiering daarvan verstaan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene die de openbare aankondiging heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie de openbare aankondiging is aangebracht..

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van openbare aankondigingen, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon zijn gedaan in verband met de huur of de verkoop van roerende of onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting ter zake van openbare aankondigingen die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven ter zake van:

  • a)

    vestigingen waarbij het totaal van de aanwezige aankondigingen minder bedraagt dan 0,1 m²;

  • b)

    een openbare aankondiging die korter dan 13 weken in het belastingjaar aanwezig zijn, al dan niet in één aaneengesloten periode;

  • c)

    een openbare aankondiging die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van een publiekrechtelijke taak;

  • d)

    een openbare aankondiging die uitsluitend het openbaar belang dienen;

  • e)

    een openbare aankondiging die uitsluitend dient ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

  • f)

    een openbare aankondiging van politieke partijen; of

  • g)

    een openbare aankondiging die door (semi) overheden of maatschappelijke instellingen of verenigingen is aangebracht en die uitsluitend een ideëel belang dient;

  • h)

    een openbare aankondiging die zonder commercieel oogmerk aanwezig is in het kader van en voor de duur van activiteiten van culturele, sociale, kerkelijke of soortgelijke aard of voor braderieën;

  • i)

    een openbare aankondiging op bouwterreinen voor zover deze betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde werkzaamheden;

  • j)

    een openbare aankondiging die met vermelding van een tussenpersoon is gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van bedrijf- of woonruimten, indien deze aanwezig is in de directe nabijheid van de te verkopen of te verhuren ruimte of zaak;

  • k)

    een openbare aankondiging van een startende ondernemer, dan wel ten behoeve van een startende ondernemer, tot 14 maanden na de maand van inschrijving in de Kamer van Koophandel. De vrijstelling wordt slechts eenmaal verleend in het bestaan van de onderneming en voor maximaal 12 maanden in een periode van 2 kalenderjaren.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1)

    De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag per vestiging, ongeacht de oppervlakte van de openbare aankondiging.

  • 2)

    Het tarief bedraagt voor het hebben van een of meerdere openbare aankondigingen, per vestiging,

Per tijdvak

per maand

a)In het centrumgebied A van de gemeente Almelo

€ 678,36

€ 56,53

b)In het centrumgebied B van de gemeente Almelo

€ 443,52

€ 36,96

  • 3)

    De tariefgebieden zijn aangegeven op de bijgevoegde en onlosmakelijk bij deze verordening behorende bijlage.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op schriftelijk verzoek van belastingplichtige verminderd met het aantal keer het maandtarief als bedoeld in artikel 5, vierde lid, als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Indien een belastingplichtige in de loop van het belastingtijdvak naar een ander tariefgebied, zoals weergegeven in artikel 5, vierde lid, verhuist en aldaar een andere vestiging in gebruik neemt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met het verschil tussen de respectievelijke maandtarieven van de beide tariefgebieden, gedurende het resterende aantal volle kalendermaanden in het kalenderjaar.

  • 6.

    Het derde, vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen hetzelfde tariefgebied verhuist en aldaar een andere vestiging in gebruik neemt.

  • 7.

    Het verzoek als bedoeld in het vierde en vijfde lid wordt gedaan binnen zes weken nadat de omstandigheid zich heeft voorgedaan.

  • 8.

    Het belastingbedrag als bedoeld in het derde lid, en de verminderingen als bedoeld in het vierde en vijfde lid, worden naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05.

Artikel 9 Betalingstermijnen

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee kalendermaanden na de op het aanslagbiljet vermelde dagtekening.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk belastingkantoor Twente kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citertitel

  • 1.

    De verordening reclamebelasting 2014 vastgesteld bij raadsbesluit van 3 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015;

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2015

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald al “Verordening reclamebelasting 2015”.

Gedaan ter openbare vergadering van 2 december 2014.

de griffier, de burgemeester,

drs. C.M. Steenbergen, mr. W.P.M. Urlings