Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de fractieondersteuning 2002

Geldend van 04-11-2002 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de fractieondersteuning 2002

Geldende tekst

regelingnummer: 2204

Nr. 4

Raadsbesluit van 31 oktober 2002, gewijzigd bij besluit van 4 november 2004, 21 april 2005 en 7 februari 2006, houdende vaststelling van de Verordening op de fractieondersteuning 2002

gezien het voorstel van het presidium d.d. 14 februari 2005

gelet op artikel 33 van de Gemeentewet:

vast te stellen de Verordening op de fractieondersteuning 2002;

Verordening op de fractieondersteuning 2002

Gemeenteblad van Almelo

Artikel 1

  • 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het reglement van orde, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 1.800,-- per jaar voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 180,-- per jaar per raadszetel.

Artikel 2

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raads- en commissieleden. De bijdrage mag echter wel worden gebruikt voor opleidingen in het kader van (de ontwikkeling en het functioneren van) de raaadsfractie als geheel.

Artikel 3

  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3. Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 6, derde lid.

Artikel 4

  • 1. Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 1, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden. De bijdrage van de oorspronkelijke fractie wijzigt op de eerste dag van de maand na de maand waarin afsplitsing plaatsvindt. De bijdrage van de raadsleden die zich van de oorspronkelijke fractie afsplitsen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de splitsing plaatsvindt.

  • 3. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 5

  • 1. De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2. De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 1.

  • 3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 6 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4. De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5. Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

  • 6. Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 6

  • 1. Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag. De fracties leggen op uniforme wijze verantwoording af over de bestedingen.

  • 2. Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant hanteert daarbij de controletolerantie van 5% van de bijdrage op de fractieondersteuning van het betreffende jaar. De accountant brengt een advies uit aan de raad.

  • 3. De raad stelt na ontvangst van het advies van de accountant de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijziging van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

Artikel 7

Deze verordening in werking te laten treden op de dag na vaststelling van het raadsvoorstel.

Toelichting

Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 33 van de Gemeentewet. Dit artikel is door de Wet dualisering gemeentebestuur ingrijpend gewijzigd. Het legt expliciet vast dat de raadsfracties een recht op fractieondersteuning hebben. De uitwerking van dit recht moet bij verordening worden geregeld.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1

Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grote fracties meer lasten zullen hebben op facilitair gebied is het logisch dat zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding krijgen.

De vergoeding wordt met ingang van 2005 vastgesteld op € 1.800,-- per fractie per jaar en daarboven € 180,-- per raadslid.

Artikel 2

De fracties wordt grotendeels de vrijheid gelaten wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet gebruikt mag worden. Daarmee wordt onder anderen voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. Opleidingen voor individuele raads- en commissieleden dienen bekostigd te worden uit het daarvoor beschikbare individuele budget en dientengevolge ook niet uit de bijdrage voor fractieondersteuning. Het is echter wel mogelijk om fractievergoeding te gebruiken voor opleiding en scholing ten behoeve van de ontwikkeling het functioneren van de fractie als geheel.

Omdat het bij uitstek om politieke ondersteuning gaat, kan deze inhoudelijk niet te zeer gedetailleerd geregeld worden. Fractieondersteuning in de vorm van het beschikbaar stellen van gemeenteambtenaren voor de fracties wordt niet wenselijk geacht, aangezien het vaak politiek getinte ondersteuning betreft. Fracties moeten daarom vrij zijn in de keuze van de personen die de fracties eventueel ondersteunen.

Artikel 3

De bijdrage wordt als voorschot verstrekt. In een verkiezingsjaar wordt het voorschot in twee gedeelten gesplitst. Het is logisch dat het aangepast wordt aan de nieuwe verhoudingen in de raad. Indien blijkt dat het geld onrechtmatig is besteed kan dit aan het eind van het jaar verrekend worden.

Artikel 4

Het spreekt vanzelf dat de bijdrage aangepast zal moeten worden aan veranderde verhoudingen in de raad na gemeenteraadsverkiezingen. De regeling heeft tot gevolg dat fracties die kleiner worden (of geheel verdwijnen) nog over de gehele maand waarin de nieuwe raad voor het eerst vergadert de bijdrage ontvangen. Voor fracties die groter worden (of nieuwe fracties) gaat de bijdrage per diezelfde maand in. Dat betekent dat de totale bijdrage voor fractieondersteuning in een verkiezingsjaar hoger uitvalt dan in andere jaren. Dit is niet te vermijden.

Bij splitsing van een fractie gedurende de raadsperiode zal het al eerder verstrekte voorschot direct verrekend moeten worden. In lid 2 en 3 wordt geregeld hoe de bijdrage aan de fractie zoals bedoeld in artikel 1 lid 2 verdeeld wordt over de oorspronkelijke en de nieuwe fractie. Tevens wordt geregeld op welk moment de verdeling in werking treedt en over welke periode de vergoeding gedeeld moet worden. Er is daarbij aansluiting gezocht bij de regels voor verdeling van fractievergoedingen rond de gemeenteraadsverkiezingen.

Rekenvoorbeeld

Indien 1 raadslid zich op 2 juni afsplitst van een fractie bestaande uit (tot dan toe) 10 leden dan wordt de totale fractievergoeding (zoals bedoeld in artikel 1 lid 2) als volgt verdeeld:

  • -

    vanaf 1 juli heeft de oorspronkelijke fractie recht op (9/10 * 6/12 jaar * totale fractievergoeding);

  • -

    vanaf 1 juni heeft de afgesplitste fractie recht op 1/10 * 7/12 * totale fractievergoeding.

Er is ook hier sprake van een maand extra vergoeding, zoals dat ook in het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen wordt geaccepteerd.

Als datum van afsplitsing geldt: het dagstempel op de brief die het afgesplitste raadslid of de afgesplitste raadsleden sturen aan de voorzitter van de gemeenteraad, waarin wordt aangekondigd dat hij of zij voortaan geen deel meer uitmaakt/uitmaken van de oorspronkelijke fractie.

Artikel 5

De reserve bestaat uit het overschot van voorgaande jaren. Dit bedrag zal niet eindeloos mogen groeien. De reserve is dan ook aan een maximum gebonden.

Ook met betrekking tot de reserve is het van belang dat goed wordt omgegaan met de splitsing van een fractie. De regeling in het zesde lid regelt dat de reserve naar evenredigheid verdeeld wordt over de nieuw ontstane fracties. Indien een splitsing kort na de verkiezingen plaatsvindt zou een conflict kunnen ontstaan over de verdeling van de reserve. De regeling laat er echter geen twijfel over dat ook in dat geval de reserve verdeelt moet worden.

Artikel 6

De controle van het verslag kan door de accountant meegenomen worden met de controle op de jaarrekening. Op verzoek van de accountant dienen raadsfracties op uniforme wijze verantwoording af te leggen over de bestedingen aan de hand van een vooraf toegestuurd formulier. Dit maakt controle eenvoudiger en de gemeente bespaart daarmee ook accountantskosten.

De accountant hanteert bij de controle een gebruikelijke tolerantiegrens, dat wil zeggen dat afwijkingen tot 5% van de bijdrage zoals bedoeld in artikel 1 lid 2, niet tot een afkeurende verklaring leiden.

Uit het verslag en de accountantsverklaring kan naar voren komen dat er een verrekening dient plaats te vinden met het verstrekte voorschot. Indien niet verrekend kan worden, bijvoorbeeld omdat een fractie uit de raad verdwijnt kan de raad het ten onrechte uitgekeerde voorschot terugvorderen.

Artikel 7

Dit artikel behoeft geen toelichting.