Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening reclamebelasting 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening reclamebelasting 2019

De Raad van de Gemeente Almelo;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2018;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de navolgende verordening en bijbehorend afbakeningsgebied reclamebelasting:

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2019.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a) openbare aankondiging: elke tot het publiek gerichte mededeling van commerciële dan wel ideële aard waarmee de aandacht wordt getrokken voor een bedrijf, dienst, product of boodschap. Hieronder wordt in elk geval verstaan de gaper en de namaakversies van de ijsco, de patatzak en het gebak;

b) bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

c) vestiging: een gebouw of bouwwerk, of deel daarvan, naast elkaar gelegen en onderling verbonden, dat door één organisatie of bedrijf met dezelfde naam wordt gebruikt voor het hebben van één of meer openbare aankondigingen;

d) tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

e) exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

f) jaar of maand: een kalenderjaar of –maand of een gedeelte van een van die kalenderperioden;

g) startende ondernemer: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op het moment van inwerkingtreding van de verordening, dan wel op het moment van vestiging in een van de aangewezen tariefgebieden, korter dan een jaar geleden is gestart met zijn ondernemersactiviteiten en voor het eerst staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Onder ondernemersactiviteiten wordt in elk geval het organiseerde geheel van bedrijfsmiddelen, aanspraken en verplichtingen en de financiering daarvan verstaan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

1. De reclamebelasting wordt geheven van degene die de openbare aankondiging heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie de openbare aankondiging is aangebracht.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van openbare aankondigingen die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven ter zake van:

a) vestigingen waarbij het totaal van de aanwezige aankondigingen minder bedraagt dan 0,1 m²;

b) een openbare aankondiging die korter dan 13 weken in het belastingjaar aanwezig zijn, al dan niet in één aaneengesloten periode;

c) een openbare aankondiging die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van een publiekrechtelijke taak;

d) van instellingen, die door de rijksbelastingdienst zijn aangewezen als Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI) of die voldoen aan de criteria van de rijksbelastingdienst voor een Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBBI), en die uitsluitend betrekking hebben op de functie van het gebouw of de naam van de instelling;

e) een openbare aankondiging die uitsluitend dient ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

f) een openbare aankondiging van politieke partijen;

g) een openbare aankondiging die door (semi) overheden of maatschappelijke instellingen of verenigingen is aangebracht en die uitsluitend een ideëel belang dient;

h) een openbare aankondiging die zonder commercieel oogmerk aanwezig is in het kader van en voor de duur van activiteiten van culturele, sociale, kerkelijke of soortgelijke aard of voor braderieën;

i) een openbare aankondiging op bouwterreinen voor zover deze betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde werkzaamheden;

j) een openbare aankondiging die met vermelding van een tussenpersoon is gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van bedrijf- of woonruimten, indien deze aanwezig is in de directe nabijheid van de te verkopen of te verhuren ruimte of zaak;

k) die uitsluitend zijn aangebracht met het doel de negatieve uitstraling van leegstand te vermijden, en zijn aangebracht in te huur of te koop staande onroerende zaken die, in afwachting van een huurder of koper, uitsluitend worden gebruikt als etalage of niet te betreden expositieruimte.

l) een openbare aankondiging van een startende ondernemer, dan wel ten behoeve van een startende ondernemer, tot 14 maanden na de maand van inschrijving in de Kamer van Koophandel. De vrijstelling wordt slechts eenmaal verleend in het bestaan van de onderneming en voor maximaal 12 maanden in een periode van 2 kalenderjaren;

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

1) De reclamebelasting wordt geheven per in het afgebakende gebied gelegen vestiging waarop, waaraan, waarin of waarbij 1 of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst en wordt geheven naar een vast bedrag per vestiging, ongeacht de oppervlakte van de openbare aankondiging.

2) Het tarief bedraagt voor het hebben van een of meerdere openbare aankondigingen, per openbare aankondiging,

 

Per tijdvak

per maand

In het centrumgebied A van de gemeente Almelo

€ 778,08

€ 64,84

In het centrumgebied B van de gemeente Almelo

€ 464,88

€ 38,74

3) De tariefgebieden zijn aangegeven op de bijgevoegde en onlosmakelijk bij deze verordening behorende bijlage.

4) Indien er meerdere openbare aankondigingen zijn per vestiging, dan worden deze als één openbare aankondiging aangemerkt.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op schriftelijk verzoek van belastingplichtige verminderd met het aantal keer het maandtarief als bedoeld in artikel 5, vierde lid, als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

5. Indien een belastingplichtige in de loop van het belastingtijdvak naar een ander tariefgebied, zoals weergegeven in artikel 5, vierde lid, verhuist en aldaar een andere vestiging in gebruik neemt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met het verschil tussen de respectievelijke maandtarieven van de beide tariefgebieden, gedurende het resterende aantal volle kalendermaanden in het kalenderjaar.

6. Het derde, vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen hetzelfde tariefgebied verhuist en aldaar een andere vestiging in gebruik neemt.

7. Het verzoek als bedoeld in het vierde en vijfde lid wordt gedaan binnen zes weken nadat de omstandigheid zich heeft voorgedaan.

Artikel 9 Betalingstermijnen

1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee kalendermaanden na de op het aanslagbiljet vermelde dagtekening.

2. In afwijking van het eerste lid kan op verzoek van de belastingplichtige de aanslag worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal zeven, indien de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 12 Overgangsrecht

De verordening reclamebelasting 2018 vastgesteld bij raadsbesluit van 2 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019;

2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2019.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Reclamebelasting 2019’.

BIJLAGE

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening

Gedaan ter openbare vergadering van 1 november 2018.

de griffier, de burgemeester,

drs. C.M. Steenbergen A.J. Gerritsen