Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011

Geldend van 24-11-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011

Gemeenteblad van Almelo

Geldende tekst

regelingnummer: 2397

Nr. 38

Raadsbesluit van 11 november 2010, houdende vaststelling van de Verordening afvalstoffenheffing 2011.

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

a.

inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

b.

inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of-plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

c.

perceel: een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

d.

grof huishoudelijk afval: het begrip huishoudelijke afvalstoffen omvat ook grof huishoudelijk afval. Onder grof huisvuil worden verstaan ‘huishoudelijke afvalstoffen die te groot en te zwaar zijn om op dezelfde wijze als de andere huishoudelijke afvalstoffen, in het daartoe aangewezen inzamelmiddel, aan de inzameldienst aan te bieden;

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

1.

Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

2.

De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

1.

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

a.

degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

b.

ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1

Voor de toepassing van de tarieven in dit artikel wordt met inachtneming van wat hierover in de afvalstoffenverordening 2004 is bepaald onder de basisvoorziening verstaan

de beschikbaarstelling per perceel van:

a

Een set minicontainers

·een 140 liter container groen, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval (gft container);

·een 240 liter container grijs, bestemd voor overige huishoudelijke afvalstoffen (restafvalcontainer). Op verzoek van de belastingplichtige kan een kleine grijze container van 140 liter worden verstrekt.

b

Of een verzamelcontainer (intern, boven- of ondergronds)

·groenafval wordt bij hoogbouw niet meer ingezameld. Bij laagbouw geldt voor groenafval dat de totale hoeveelheid afval van de gebruikers van een perceel, niet meer mag bedragen dan wordt aangeboden via een minicontainer (70 liter per week);

·grijs afval, de totale hoeveelheid afval van de gebruikers van een perceel mag niet meer bedragen dan wordt aangeboden via een minicontainer (120 liter per week).

c

Of huisvuilzakken

huisvuilzakken, per keer mogen er maximaal 8 huisvuilzakken worden aangeboden.

d.

De beschikbaarstelling van een milieupas voor het ophalen en wegbrengen van grof huishoudelijk afval naar het afvalbrengpunt met een maximum van 400 kilo per jaar per perceel.

2

De belasting voor de basisvoorziening bedraagt per perceel per belastingjaar € 299,16 (per maand € 24,93).

3.

De belasting als bedoeld in onderdeel 2 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven op de basisvoorziening):

a.

container van 140 liter groen, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container per jaar met € 94,44.

b.

container van 140 liter grijs, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container per jaar met € 128,88.

c.

container van 240 liter groen, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container per jaar met € 111,36.

d.

container van 240 liter grijs, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container per jaar met € 152,04.

4.

In afwijking van hetgeen is opgenomen in de basisvoorziening kan op verzoek een grotere

gft-container van 240 liter groen worden verstrekt. Voor de beschikbaarstelling hiervan is, naast hetgeen is bepaald in het tweede lid van dit artikel, per jaar een extra belasting van

€ 38,16 verschuldigd.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1.

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

4.

Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 8 Termijn van betaling

1.

De belasting als bedoeld in artikel 4 lid 2 moet in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de aanslag is vermeld en de tweede twee maanden later.

2.

In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, meer is dan € 100,-- doch minder is dan € 4.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

3.

De belasting als bedoeld in artikel 4 lid 3 en lid 4 moet worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld.

4.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Het bepaalde in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 is alleen van toepassing voor de belasting als bedoeld in artikel 4, lid 2 van deze verordening.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11 Overgangsrecht

De “Verordening afvalstoffenheffing 2010”, vastgesteld op 12 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 inwerkingtreding

1.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing 2011”.

Gedaan ter openbare vergadering van 11 november 2010

de griffier, de burgemeester,

drs. C.M. Steenbergen J.H.M. Hermans-Vloedbeld