Tijdelijke nadere regels subsidies Onderwijsimpuls 2011

Tijdelijke nadere regels subsidies Onderwijsimpuls 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Almere 2008;

besluit:

vast te stellen de Tijdelijke nadere regels subsidies Onderwijsimpuls 2011. Deze regeling heeft drie onderdelen:

• -

  deel 1 bevat de algemene bepalingen

• -

  deel 2 betreft de nadere regels voor de subsidies voor (zeer) zwakke en risicoscholen in het basisonderwijs

• -

  deel 3 betreft de nadere regels voor de overige subsidies in het kader van de Onderwijsimpuls.

Deel 1 algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

• a.

  College: het college van burgemeester en wethouders;

• b.

  Onderwijsimpuls: kwaliteitsimpuls onderwijs zoals beschreven in het plan ‘ Van achterstand naar voorsprong’ (januari 2011);

• c.

  Convenant Onderwijsimpuls 2011-2014: convenant dat de gemeente Almere, de schoolbesturen en de Pabo gezamenlijk hebben getekend met betrekking tot de uitvoering van de Onderwijsimpuls;

• d.

  Actielijn: het plan Van achterstand naar voorsprong en het Convenant tellen zes actielijnen: in deze nadere regels wordt naar deze actielijnen verwezen.

• e.

  LEA traject ‘ Scholen die ertoe doen’: verbeteraanpak van zwakke scholen in het kader van de Lokaal Educatieve Onderwijsagenda;

• f.

  (Zeer) zwakke scholen: scholen die door de Onderwijsinspectie (zeer) zwak zijn bevonden;

• g.

  Risicoscholen: scholen die volgens de Onderwijsinspectie en/of de onderwijsbesturen op grond van geconstateerde risico’ s of tekortkomingen het risico lopen zwak te worden;

• h.

  Goedgekeurd verbeterplan:een verbeterplan dat is opgesteld als onderdeel van de verbeteraanpak Scholen die ertoe doen dan wel als onderdeel van een verbetertraject dat daarbuiten onder de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen is ingezet, en is goedgekeurd door de stuurgroep LEA plus Almere,

• i.

  Stuurgroep LEA plus Almere: stuurgroep bestaande uit de wethouder voor Onderwijs, de voorzitter van het Besturenberaad PO, de voorzitter van het Besturenberaad VO, de onderwijsmanager van de Pabo Almere en de programmaleider LEA plus Almere;

• j.

  Projectstructuur LEA plus Almere: de structuur van stuurgroep, projectgroep en werkgroepen die is ingericht om zorg te dragen voor de uitvoering en monitoring van de Onderwijsimpuls;

• k.

  Schoolbestuur: het bevoegd gezag van een school of een groep van scholen.

• l.

  Wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Doel

Het college wil met het verstrekken van incidentele subsidies eraan bijdragen dat de kwaliteit van het onderwijs in Almere structureel verbetert. Tevens wil het college de betrokkenheid van ouders en andere partners in de omgeving van de school vergroten. Kader hiervoor vormt het plan ‘Van achterstand naar voorsprong’ (januari 2011) en het Convenant Onderwijsimpuls 2011-2014.

Artikel 3 Reikwijdte van de nadere regels

De nadere regels zijn van toepassing op de uitvoering van activiteiten die gericht zijn op de uitvoering van de Onderwijsimpuls 2011 en het in dat kader overeengekomen Convenant.

Artikel 4 Duur van de nadere regels

De nadere regels gelden tot 1 januari 2012.

Artikel 5 Citeertitel

De nadere regels worden aangehaald als ‘Tijdelijke nadere regels subsidies Onderwijsimpuls 2011’.

Artikel 6 Inwerkingtreding

De nadere regels treden in werking daags na ondertekening van het convenant Onderwijsimpuls 2011-2014.

Deel 2: subsidie (zeer)zwakke en risicoscholen basisonderwijs 2011 (actielijn 2 basisonderwijs)

Artikel 7 Doel

Het college wil met het verstrekken van de subsidies eraan bijdragen dat (zeer) zwakke en risicoscholen hun kwaliteit in 2011 versneld verbeteren en op niveau brengen. Kader hiervoor vormen de activiteiten die onder actielijn 2 (zwakke scholen) in het Convenant zijn opgenomen.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie en subsidiabele kosten

De subsidie bestaat uit een vergoeding van maximaal € 20.000,- per school.

Voor subsidie komen in aanmerking:

• 1.

  Personele kosten die gemaakt worden om de verbeteraanpak uit te voeren (zoals inhuur van experts op het gebied van didactiek of leerlingzorg, procesbegeleiding, opleiding en scholing etc);

• 2.

  Materiële kosten die gemaakt worden om het onderwijs in het kader van het verbeterplan te versterken, zoals aanschaf van leermaterialen;

Niet voor subsidie komen in aanmerking:

• 1.

  Personele kosten voor zover deze de inzet van interne personeelsleden betreffen;

• 2.

  Kosten voor interim-management;

• 3.

  Kosten voor outplacement of ontslag;

• 4.

  ICT kosten of andere materiële kosten die geen directe relatie hebben met het verbetertraject;

Artikel 9 Subsidieplafond

Het college stelt het subsidieplafond vast op € 600.000,-

Artikel 11 Gegevens bij de aanvraag om subsidieverlening

In afwijking van artikel 12 van de Algemene subsidieverordening Almere 2008, dienen de volgende gegevens te worden overgelegd:

• 1.

  Het standaardformulier Subsidieaanvraag Gemeente Almere 2011;

• 2.

  Als aanvulling daarop een volledig ingevuld, vanwege de gemeente opgesteld, format;

• 3.

  Een door de stuurgroep LEA plus Almere goedgekeurd verbeterplan;

• 4.

  Een daarop gebaseerde begroting voor 2011;

Artikel 12 Voorwaarden

• 1.

  De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend zijn reeds gestart vanaf 1 januari 2011 of starten voór uiterlijk voor 1 november 2011.

• 2.

  Alleen kosten die gemaakt zijn na 1 januari 2011 komen voor subsidie in aanmerking.

• 3.

  Het verbeterplan is onderdeel van de LEA aanpak ‘ Scholen die ertoe doen’ dan wel van een ander onder verantwoordelijkheid van het schoolbestuur ingezet verbetertraject;

Deel 3: overige subsidies Onderwijsimpuls

Artikel 13 Doel

Het college wil met het verstrekken van subsidies uitvoering stimuleren van de actielijnen van het Convenant. Tenzij daarbij een beperking is aangegeven, gelden de activiteiten zowel basis- als voortgezet onderwijs.

Artikel 14 Subsidie zwakke afdelingen en kwaliteitszorg Voortgezet Onderwijs (actielijn 2 voortgezet onderwijs)

Het college stelt middelen ter beschikking om de zwakke afdelingen van het voortgezet onderwijs versneld op niveau te brengen.

Hierbij gaat het om aanvragen gericht op:

• -

  coaching en scholing van docenten en middenmanagement

• -

  examentraining voor leerlingen

Tevens stelt het college middelen ter beschikking om de kwaliteitszorg in het voortgezet onderwijs te stimuleren, gericht op het zicht krijgen op de eigen kwaliteit en het borgen van verbeteringen.

Artikel 15 Subsidie Meer tijd om te leren (actielijn 3)

Het college stelt middelen ter beschikking om de leertijd van kinderen te verlengen, om daardoor hun kansen op een voorspoedige schoolcarrière te vergroten. Daarbij gaat het om projecten gericht op onderwijstijdverlenging en om het inzetten van ICT en andere media ten behoeve van buitenschools leren.

Artikel 16 Subsidie Goed Onderwijspersoneel (actielijn 4)

Het college stelt middelen ter beschikking

• -

  voor de vorming van opleidingsscholen in samenwerking tussen schoolbesturen en Pabo,

• -

  voor het verhogen van de kwaliteit van het beroepsonderwijs door de start van een nieuwe master Special Educational Needs,

• -

  voor het inzetten van Pabo studenten als extra handen in de klas,

• -

  voor maatwerkscholing van startende leerkrachten en VO docenten, interne begeleiders en (adjunct)directeuren in het PO en middenmanagers in het VO

Artikel 17 Subsidie Betrokken schoolomgeving (actielijn 5)

Het college stelt middelen ter beschikking met als doel de betrokkenheid van ouders bij het onderwijs en de school te vergroten. Tevens wil het college met een stimuleringsbudget bevorderen dat het bedrijfsleven en andere partijen in de omgeving van de school hun bijdrage aan de school gaan leveren.

Artikel 18 Subsidieplafond

Het college stelt de volgende subsidieplafonds vast:

Voor actielijn 2 (Zwakke scholen VO) € 200.000,-

Voor actielijn 3 (Meer tijd om te leren) € 45.000,-

Voor actielijn 4 (Goed Onderwijspersoneel) € 355.000,-

Voor actielijn 5 (Betrokken schoolomgeving) € 70/000,-

Artikel 20 Subsidiabele kosten

Voor subsidie komen uitsluitend in aanmerking de activiteiten, de projecten, de daarbij genoemde maximum bedragen en aanvragende partijen zoals opgenomen in de bijlage bij deze nadere regels Onderwijsimpuls 2011, tot een maximum van de in artikel 18 genoemde subsidieplafonds.

Voor de actielijnen 3. Meer tijd om te leren en 5. Betrokken schoolomgeving zullen daarvoor ingerichte werkgroepen nadere voorstellen uitwerken en voorleggen aan de stuurgroep Lea plus Almere. Uitgangspunt vormen de (financiële) kaders van het Convenant.

Artikel 21 Voorwaarden

• 1.

  De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend zijn reeds gestart vanaf 1 januari 2011 of starten voor 1 november 2011.

• 2.

  Alleen kosten die gemaakt zijn na 1 januari 2011 komen voor subsidie in aanmerking.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders dd 19 april 2011.

Burgemeester en wethouders van Almere,

de secretaris, de burgemeester,

A.J. Grootoonk A. Jorritsma - Lebbink.