Regeling vervallen per 06-02-2013

Nadere regels Marktverordening Almere 2005

Geldend van 01-10-2005 t/m 05-02-2013

Intitulé

Nadere regels Marktverordening Almere 2005

Burgemeester en wethouders van Almere,

Gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Marktverordening Almere 2005;

BESLUITEN:

de volgende nadere regels vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. De in artikel 1 van de Marktverordening Almere 2005 gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op de in dit reglement te stellen regels.

  • 2. In aanvulling op artikel 1 van de Marktverordening Almere 2005 wordt in dit reglement verstaan onder

    ‘Eigen materiaal’: verzamelnaam voor een mobiele verkoopwagen, zoals een mobiele verkooptoonbank, mobiele kraam (markavan, instantkraam, marktparasol etc) of daarmee vergelijkbare verkoopinrichting waaruit de vergunninghouder zijn waar verkoopt. ‘Groot eigen materiaal’: het vanwege de omvang niet-inpasbaar eigen materiaal. Dit zal alleen aan de randen van de markt kunnen worden geplaatst.

Artikel 1a Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1. De markten vinden plaats op woensdag van 9.00 tot 16.00 uur op het Stadhuisplein in Almere Stad, donderdag van 9.00 tot 12.30 uur (gedurende de zomertijd tot 13.30 uur) op het Globeplein in Almere Buiten, vrijdag van 9.00 uur tot 12.30 uur aan de Markt en Brink in Almere Haven en zaterdag van 9.00 uur tot 16.00 uur op het Stadhuisplein in Almere Stad.

  • 2. Op grond van dringende redenen kan, in afwijking van het eerste lid, worden bepaald de markt tijdelijk zal plaatsvinden;

    • a.

      op een andere dag;

    • b.

      op een andere tijd;

    • c.

      op een andere plaats.

  • 3. De markt kan tijdelijk plaatsvinden op een andere dag of worden afgelast, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

Hoofdstuk 2 Inrichting van de markt

Artikel 2 Het aantal standplaatsen en de opstelling

  • 1. Het aantal standplaatsen is bepaald zoals aangegeven op de bij dit reglement gevoegde plattegronden van de marktterreinen.

  • 2. De opstelling en indeling van de markt is aangegeven op de bij dit reglement gevoegde plattegronden van de marktterreinen.

Artikel 3 De afmeting van de standplaatsen

De afmeting van de standplaats is bepaald op 4 strekkende meter tot een maximum van 20 strekkende meter.

Hoofdstuk 3 Toewijzing van standplaatsen

Artikel 4 Het toewijzen van vrijkomende vaste standplaatsen ten gevolge van intrekking van de vergunning

Indien de uitgifte van een vergunning voor een opengevallen vaste standplaats volgens de in artikel 11 en 11a van de Marktverordening Almere 2005 geregelde procedure niet leidt tot uitgifte van een vergunning voor de vrijgekomen vaste standplaats wordt in overleg met de Marktcommissie bezien hoe de branche-indeling kan worden aangepast ter invulling van de vrijgekomen vaste standplaats.

Hoofdstuk 4 Toewijzen van dagplaatsen

Artikel 5 Vereisten gegadigde voor een dagplaats

Met in achtneming van de bepalingen van artikel 14 van de Marktverordening Almere 2005 gelden de volgende eisen voor de gegadigde die in aanmerking wil komen voor een dagplaats:

  • a.

    De gegadigde staat geregistreerd als meeloper en beschikt over een geldige meeloperspas.

  • b

    De gegadigde wordt, met in achtneming van artikel 6, maximaal drie keer achter elkaar als meeloper tot dezelfde markt toegelaten.

Artikel 6 Toewijzing dagplaats

  • 1. Toewijzing van dagplaatsen geschiedt in onderstaande volgorde:

    • a.

      Aan een gegadigde uit een branche die niet op de markt is vertegenwoordigd.

    • b.

      Aan een naburige standhouder ter uitbreiding.

    • c.

      Aan een gegadigde uit dezelfde subbranche als de vergunninghouder die niet is verschenen.

    • d.

      Aan een gegadigde uit de subbranche ‘overige’ uit de branche van de vergunninghouder die niet is verschenen;

    • e.

      Aan de gegadigde uit dezelfde branche van de vergunninghouder die niet is verschenen.

  • 2. Indien het aantal gegadigden het aantal beschikbare dagplaatsen overtreft geschiedt de toewijzing overeenkomstig artikel 14 van de Marktverordening Almere 2005 via loting door de marktmeester.

Artikel 7 De wijze van loting voor dagplaatsen

  • 1. De loting voor dagplaatsen vindt plaats bij aanvang van de markt.

  • 2. De deelnemers aan de loting worden in volgorde van aanmelding door de marktmeester op een lijst genoteerd.

  • 3. De loting geschiedt aan de hand van een willekeurig gekozen getal, waarna uitgifte van de plaatsen in volgorde van de uitkomst van de loting plaatsvindt.

  • 4. De marktmeester wijst vervolgens de opengevallen plaatsen toe aan diegenen die zijn ingeloot.

Hoofdstuk 5 (Procedures bij) standwerken

In aanvulling op artikel 15 van de Marktverordening Almere 2005 moet een gegadigde voor een standwerkerplaats aan de volgende voorwaarden voldoen:

Artikel 8 Eisen

  • 1. De gegadigde mag maximaal één artikel verkopen. Het betreffende artikel kent maximaal 2 varianten, soorten of groepen;

  • 2. Standwerken met artikelen die onderhevig zijn aan maatvoering is niet toegestaan;

  • 3. De werkwijze van de standwerker en degene die hem bijstaat dient er op gericht te zijn publiek rond zich te verzamelen en het verzamelde publiek aan te zetten tot aankoop van een artikel;

  • 4. Het gebruik van meet en weegwerktuigen alsmede het gebruik van prijskaarten is verboden;

  • 5. Gedurende minimaal de helft van de tijd dat de markt geopend moet daadwerkelijk een demonstratie of uiteenzetting gegeven worden;

  • 6. Een standwerker mag iemand uit het publiek geen keuze uit het gebodene laten maken.

Artikel 9 Afmetingen

  • 1. Een standwerkerplaats heeft een oppervlakte van maximaal 10 m2 en een maximale frontbreedte van 5 m1, waarvan maximaal 3 m1 gebruikt mag worden als verkoopruimte c.q. uitstalling.

  • 2. Buiten de toegestane verkoopbreedte mogen geen goederen aan of onder de overkapping geplaatst of gehangen worden.

Artikel 10 Toewijzing

De gegadigde met een artikel dat reeds op de markt is vertegenwoordigd, mag niet met eenzelfde artikel op de betreffende markt hebben gewerkt in de aan die markt voorafgaande periode van vier weken.

Artikel 11 Loting

  • 1. De marktmeester wijst een standwerkerplaats toe door middel van loting.

  • 2. Tot de loting wordt slechts toegelaten hij die in het bezit is van een door burgemeester en wethouders van Almere afgegeven standwerkervergunning of, alleen voor diegene die zich voor het eerst als standwerker op de markt meldt en daarom nog niet beschikt over een standwerkervergunning, de CRK-pas.

  • 3. Om aan de in artikel 15 van de Marktverordening Almere 2005 genoemde loting mee te doen meldt een standwerker zich voor aanvang van de markt bij de marktmeester.

  • 4. De marktmeester registreert de standwerkers in volgorde van aanmelding en neemt van hen gedurende de duur van de markt de standwerkerpassen in;

  • 5. De loting geschiedt aan de hand van een willekeurig gekozen getal, waarna uitgifte van de plaatsen in volgorde van de lotingslijst plaats vindt;

  • 6. De marktmeester wijst vervolgens de standwerkerplaats toe aan diegenen die zijn ingeloot;

  • 7. De standwerker kan zich laten bijstaan door maximaal één persoon. Hij meldt dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting. Beide standwerkers zijn aansprakelijk voor een juiste invulling van de standwerkerplaats. Beiden dienen ook de gehele dag daadwerkelijk als standwerker aanwezig te zijn.

Hoofdstuk 6 Innemen van een standplaats met eigen materiaal

Artikel 12 Toestemming

  • 1. Op verzoek kan in de vergunning van een vaste standplaatshouder toestemming worden verleend om met eigen materiaal zijn standplaats in te nemen. Groot eigen materiaal wordt aan de buitenkant van de markt geplaatst.

  • 2. Het in het vorige lid vermelde verzoek omvat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      Een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal.

    • b.

      Een gedetailleerde tekening van het eigen materiaal.

    • c.

      Foto’s van het eigen materiaal.

    • d.

      Indien het eigen materiaal is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd kan worden, moet een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen materiaal alsmede de te gebruiken apparatuur worden overgelegd.

    • e.

      Opgave van het maximale stroomverbruik van en de aanwezige stroomvoorzieningen aan het eigen materiaal.

  • 3. Indien de in lid 2 genoemde bewijsstukken ook na verzoek tot aanvulling van de aanvraag niet tijdig zijn ontvangen, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 4. De toestemming wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      Het eigen materiaal om technische of om praktische reden niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt zoals aangegeven op de in artikel 2 genoemde plattegronden.

    • b.

      Het eigen materiaal niet voldoet aan de in artikel 13 genoemde eisen.

    • c.

      Het eigen materiaal - op grond van de opgave uit artikel 12 lid 2 onder e dan wel op grond van gebleken feiten – te belastend is voor het stroomnet, mede gezien de reeds bestaande belasting door gebruikers van hetzelfde stroomnet, waardoor het risico bestaat dat het stroomnet wegens overbelasting uitvalt.

Artikel 13 Eisen eigen materiaal

Het eigen materiaal moet aan de volgende eisen te voldoen:

  • a.

    Het eigen materiaal mag in opgestelde toestand niet dieper zijn dan de kramenrij (3 strekkende meter) en niet langer dan 20 strekkende meter.

  • b.

    Uitklapbare toonbanken en/of vitrines mogen niet buiten de staanders van de kramenrij uitsteken.

  • c.

    Aan de zijkanten van het eigen materiaal mogen geen zeilen, kleppen of andere zaken zijn aangebracht die de doorgang aan de verkoopzijde verhinderen of het zicht op de naastgelegen verkoopgelegenheid beperken.

  • d.

    Het eigen materiaal dient een minimale (klep-)hoogte te hebben van 2.10 meter.

Artikel 14 Overige verplichtingen vergunninghouder met toestemming voor gebruik van eigen materiaal

Overige verplichtingen, waaraan de vergunninghouder die werkt met eigen materiaal moet voldoen, luiden:

  • a.

    Indien het eigen materiaal aanleiding geeft tot klachten en/of overlast dan dient de vergunninghouder maatregelen te treffen om deze weg te nemen.

  • b.

    Wijzigingen met betrekking tot het gebruikte eigen materiaal worden terstond schriftelijk doorgegeven aan het kantoor van de marktmeester. Het college beslist vervolgens of de wijziging past binnen de bestaande toestemming dan wel dat sprake is van een nieuwe aanvraag.

Hoofdstuk 7 Het gebruik van de standplaats

Artikel 15 Netheid

  • 1. Het is de vergunninghouder verboden meer ruimte in te nemen dan is toegewezen of extra kramen op de toegewezen standplaats te plaatsen.

  • 2. Het is de vergunninghouder verboden zonder toestemming van de marktmeester wijzigingen aan de kraam of eigen materiaal aan te brengen.

  • 3. De vergunninghouder mag zijn waren niet verder uitstallen dan tot de staander van de kraam, zoals aangegeven op de bij dit reglement gevoegde tekening. Hetzelfde geldt indien gebruik wordt gemaakt van eigen materiaal.

  • 4. Het gebruik van parasols, schermen of andere zaken welke niet bij de kraam of standplaats behoren is niet toegestaan. In bijzondere omstandigheden van voorbijgaande aard – waarbij de veiligheid of uiterlijk aanzien niet in het geding komt – kan de marktmeester toestemming verlenen voor het tijdelijk gebruik van deze zaken.

Artikel 16 Aanwezigheid

  • 1. Het is de vergunninghouder verboden zich zonder toestemming van de marktmeester langer dan 30 minuten van zijn standplaats te verwijderen.

  • 2. De vergunninghouder mag zijn standplaats, onverminderd het bepaalde in het vorige lid, nimmer onbeheerd achterlaten.

  • 3. Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college, tenzij het college hiervan ontheffing heeft verleend.

Artikel 17 Doorgang

Het is de vergunninghouder verboden de doorgang tussen de kramen en de loopruimte voor de standplaatsen op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren.

Artikel 18 Verzorging standplaats

De vergunninghouder dient:

  • a.

    ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd en schoon aanzien biedt, zulks ter beoordeling aan de marktmeester;

  • b.

    tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen; en

  • c.

    voordat hij het marktterrein verlaat zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon, reukvrij en vetvrij achter te laten en alle verpakkingsmaterialen en ander afval mee te nemen.

Artikel 19 Afvalbakken

De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, is verplicht een afvalbak met een minimuminhoud van 120 liter per 4 meter verkoopruimte bij zijn standplaats te plaatsen en deze afvalbak met inhoud aan het einde van de marktdag zelf af te voeren.

Artikel 20 Elektriciteit

Het is de standplaatshouder zonder ontheffing van het college verboden op zijn standplaats:

  • a.

    gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

  • b.

    elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om zelf hierin te voorzien.

Artikel 21 Geluidsapparatuur

  • 1. Het is verboden op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2. Het aanwezig hebben van radio’s, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats, voor een ander doel dan verkoop daarvan, is evenmin toegestaan.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden, onder door hem te stellen voorwaarden.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde ontheffing kan worden verleend op basis van een schriftelijk verzoek dat minimaal 2 dagen voor aanvang van de markt is ontvangen onder nader in die ontheffing te geven voorwaarden.

  • 5. Het in het voorgaande lid genoemde verzoek bevat in ieder geval een omschrijving van de te gebruiken apparatuur, een omschrijving van het doel waarvoor de ontheffing wordt gevraagd en een omschrijving van de wijze waarop de apparatuur wordt gebruikt.

Artikel 22 Kook-, bak- en verwarmingsapparatuur

  • 1. Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hem te stellen voorwaarden.

Artikel 23 Prijsaanduidingen

Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen is de vergunninghouder verplicht om, indien de ten verkoop aangeboden goederen geprijsd worden, de prijsaanduiding zodanig aan te geven dat deze geen aanleiding tot misverstand kan geven en voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 24 Weegapparatuur

De vergunninghouder is, onverminderd het bepaalde bij of krachtens de IJkwet, verplicht:

  • a.

    Indien goederen per maat of gewicht worden verkocht, ervoor te zorgen dat de gebruikte maat- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • b.

    Het weegwerktuig zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats te plaatsen dat het daarop bij weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Hoofdstuk 8 Overige bepalingen

Artikel 25 parkeren

Het is de vergunninghouder toegestaan om op het marktterrein zijn voertuig te parkeren onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    Het voertuig wordt achter de kraam geplaatst;

  • b.

    Het voertuig veroorzaakt geen hinder of beperkingen voor andere vergunninghouders;

  • c.

    Het geparkeerde voertuig wordt niet als extra ruimte voor het uitstallen van verkoopwaar gebruikt.

Artikel 26 Verbod andere waren

Het is de vergunninghouder verboden andere waren aan te bieden of te verkopen dan waarvoor vergunning is verleend.

Artikel 27 Verbod tweedehands goederen

Met uitzondering van lectuur is het ter verkoop aanbieden van tweedehands goederen niet toegestaan.

Hoofdstuk 9 Afbreken van de markt ten gevolge van bijzondere omstandigheden

Artikel 28 Redenen afbreken markt

  • 1. Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, weersinvloeden, of calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, of er direct gevaar dreigt voor de marktplaatshouder, het publiek en/of objecten op of in de nabijheid van het marktterrein, kan de burgemeester:

    • a.

      de vergunninghouder verplichten de noodzakelijk voorzorgsmaatregelen te treffen

    • b.

      beslissen de markt anders op te stellen c.q. in te richten,

    • c.

      beslissen de markt niet te laten aanvangen, of

    • d.

      beslissen de markt onmiddellijk te beëindigen.

  • 2. Van de in het vorige lid bedoelde situatie(s) is in ieder geval sprake indien:

    • a.

      Er voor aanvang van de markt sprake is van weersomstandigheden boven windkracht 7 beaufort, dan wel deze weersomstandigheden op korte termijn worden voorspeld.

    • b.

      Er tijdens de markt sprake is van snel verslechterende weersomstandigheden zodanig dat sprake is van storm of orkaankracht, dan wel deze weersomstandigheden op korte termijn, voor het einde van de markt, worden voorspeld.

  • 3. Alvorens tot afgelasting of beëindiging van de markt te beslissen pleegt de marktmeester overleg met het kramenverhuurbedrijf en met de vertegenwoordigers op de betreffende markt van de Marktcommissie.

Artikel 29 Bevoegdheden marktmeester

De vergunninghouder is indien zich een situatie voordoet als omschreven in artikel 28 verplicht de aanwijzingen van de marktmeester onverwijld op te volgen.

Hoofdstuk 10 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 30 Benaming

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als “Marktreglement Almere 2005”.

Artikel 31 Inwerkingtreding

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum van publicatie.

  • 2. Deze nadere regels vervangen het Marktreglement Almere dat in de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders van 19 oktober 2004 is vastgesteld.

    Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders, gehouden op 20 september 2005.

    Burgmeester en wethouders voornoemd,

    de secretaris, de burgemeester,

    B.M. Arnold A. Jorritsma-Lebbink