Reglement adviescommissie emancipatie 1994.

Geldend van 14-07-1994 t/m heden

Intitulé

Reglement adviescommissie emancipatie 1994.

Reglement adviescommissie emancipatie

De gemeenteraad van Almere,

gelet op artikel 91 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

  • I.

    in te stellen een adviescommissie emancipatie;

  • II.

    voor deze commissie de navolgende verordening regelende de taak, de samenstelling, de bevoegdheden en de werkwijze vast te stellen.

Begripsbepalingen.

Artikel I.

In deze verordening wordt verstaan onder emancipatie:

Activiteiten die:

  • -

    de bewustwording bevorderen van individuele vrouwen en/of groepen met betrekking tot hun rol en positie;

  • -

    kunnen leiden tot doorbreking van rolbeperkingen voor vrouwen en mannen;

  • -

    gericht zijn op het veranderen van situaties waarin sprake is van een ongerechtvaardigd verschil in behandeling tussen mannen en vrouwen;

  • -

    gericht zijn op het veranderen van de maatschappelijke structuren en verhoudingen, die belemmeringen en achterstanden van vrouwen veroor-zaken.

Taak en bevoegdheden van de commissie.

Artikel 2.

De commissie heeft tot taak:

  • -

    burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd van advies te dienen ten aanzien van aangelegenheden betreffende het emanicipatiebeleid en de samenhang van voorzieningen en maatregelen die leiden tot een integratie van dit beleid op alle beleidsterreinen;

  • -

    het bestaande en het nieuwe gemeentelijk beleid door te lichten op belemmerende factoren voor de emancipatie van vrouwen en het doen van beleidsaanbevelingen, resulterend in concrete maatregelen, die erop zijn gericht, vrouwen meer ontplooiingskansen te geven en de emancipatie van vrouwen te stimuleren;

  • -

    initiatieven op het gebied van emancipatiebeleid te bevorderen en zonodig te ondersteunen.

Artikel 3.

Burgemeester en wethouders dienen voordat zij een beslissing nemen of voordat zij ter zake een voorstel aan de raad doen de commissie onder meer te raadplegen omtrent:

  • -

    alle voornemens specifiek gericht op de emancipatie van vrouwen;

  • -

    die voornemens, die samenhangen met en gevolgen kunnen hebben voor de positie van vrouwen en de rolverdeling tussen mannen en vrouwen.

Artikel 4.

Jaarlijks voor 1 maart wordt door de commissie in een verslag een overzicht gegeven van de werkzaamheden over het afgelopen kalenderjaar.

Samenstelling van de commissie.

Artikel 5.

  • 1. De commissie bestaat uit maximaal 9 leden onder wie de voorzitter.

  • 2. De leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door burgemeester en wethouders. De voorzitter van de commissie wordt als zodanig benoemd.

  • 3. De samenstelling van de commissie dient een afspiegeling te zijn van de vrouwen(groeperingen) in Almere. Alle leden van de commissie hebben zitting in de commissie op persoonlijke titel.

  • 4. Geen lid van de commissie kunnen zijn raadsleden van de gemeente Almere dan wel ambtenaren of werknemers in dienst van de gemeente Almere.

  • 5. In geval van een vacature in de commissie stellen burgemeester en wethouders, gehoord de commissie, een profielschets vast. Vervolgens roepen burgemeester en wethouders - in ieder geval via een kennisgeving onder vermelding van de profielschets in een in Almere huis aan huis verspreid blad - sollicitanten op. Burgemeester en wethouders gaan pas over tot benoeming na de commissie gehoord te hebben.

Artikel 6.

  • 1. De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van 3 jaar en zijn voor één periode herkiesbaar. De commissie stelt een rooster van aftreden op dat ter kennis wordt gebracht van burgemeester en wethouders.

  • 2. Het lidmaatschap van de commissie eindigt, buiten het geval van afloop van de zittingsperiode als bedoeld in het eerste lid, in de volgende gevallen:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij overlijden;

    • c.

      op aangeven van de commissie indien een lid van de commissie twee achtereenvolgende vergaderingen van de commissie niet heeft bijgewoond en daarbij de commissie niet gebleken is van bijzondere omstandigheden die tot de afwezigheid hebben geleid;

    • d.

      op aangeven van de commissie indien een lid van de commissie de helft van het aantal in een jaar gehouden vergaderingen niet heeft bijgewoond en daarbij de commissie niet gebleken is van bijzondere omstandigheden.

  • 3. Indien een lid in een tussentijdse vacature in de commissie is benoemd is het bepaalde onder het tweede lid aanhef en onder d niet van toe-passing indien dat lid niet de vergadering heeft bijgewoond waarin het vergaderschema voor (de rest van) dat kalenderjaar is vastgesteld.

  • 4. In geval van beëindiging van het lidmaatschap op eigen verzoek gaat dat - onverminderd het bepaalde in het tweede lid - in op de in het verzoek om ontslag aangegeven datum. Indien in het verzoek om ontslag geen ontslagdatum is vermeld, eindigt het lidmaatschap op de dag waarop het ontslagverzoek ten gemeentehuize is ontvangen.

    In alle andere gevallen van beëindiging van het lidmaatschap gaat het ontslag onmiddellijk in.

  • 5. Het lid dat benoemd is ter vervulling van een buiten de gewone tijd opengevallen plaats, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.

Artikel 7.

  • 1. De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2. Het secretariaat van de commissie wordt vervuld door een lid van de commissie dat daartoe door de commissie is aangewezen. Dit lid kan zich door een derde laten bijstaan.

Werkwijze.

Artikel 8.

  • 1. De commissie vergadert maximaal achtmaal per kalenderjaar.

  • 2. Per kalenderjaar wordt door de commissie een vergaderschema opgesteld waarin alle leden zich kunnen vinden. Wijziging van het vergaderschema is alleen mogelijk indien alle leden van de commissie hiermee kunnen instemmen.

Artikel 9.

  • 1. De vergaderingen van de commissie worden niet gehouden indien blijkens een door de secretaris aan te houden presentielijst niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen. Onder zitting hebbende leden wordt verstaan het aantal leden waaruit de commissie bestaat verminderd met het aantal vacatures.

  • 2. De coördinator emancipatiebeleid neemt als adviseur deel aan de vergaderingen. Zij heeft geen stemrecht.

Artikel 10.

  • 1. Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de volstrekte meerderheid (de helft plus één) vereist van de leden die aan de stemming hebben deelgenomen.

  • 2. Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen worden leden die blanco briefjes hebben ingeleverd voor de toepassing van dit artikel geacht niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3. Bij staking van stemmen over zaken wordt het nemen van een besluit tot de volgende vergadering uitgesteld. In deze vergadering wordt bij staking van stemmen het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

  • 4. In geval omtrent het benoemen, voordragen of aanbevelen van personen de stemmen staken, vindt een herstemming plaats. Staken ook dan de stemmen, dan beslist terstond het lot.

Artikel 11.

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten wanneer de voorzitter of ten minste drie van de aanwezige leden daartoe verzoeken.

  • 3. De vergadering beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd.

  • 4. Over de punten in besloten vergadering behandeld, kan daarin ook een besluit worden genomen.

Artikel 12.

  • 1. De voorzitter en de secretaris zijn belast met de voorbereiding en de uitvoering van de besluiten van de commissie.

  • 2. De voorzitter vertegenwoordigt de commissie.

Artikel 13.

  • 1. De secretaris draagt zorg voor een verslaglegging van het besprokene.

  • 2. De voorzitter en de secretaris ondertekenen te zamen de uitgaande stukken van de commissie.

Artikel 14.

De commissie kan haar werkwijze nader bepalen in een reglement van orde. Dit reglement van orde behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders.

Artikel 15.

De stukken waaromtrent door de commissie op grond van artikel 93 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, liggen ter inzage op de leeskamer voor raadsleden in het gemeentehuis op een aparte alleen voor raadsleden toegankelijke plaats tenzij de inzage in strijd is met het openbaar belang als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.

Artikel 16.

De thans nog zitting hebbende leden van de door burgemeester en wethouders ingestelde adviescommissie emancipatie worden geacht te zijn benoemd op basis van dit reglement, waarvan de bepalingen ook op hen van toepassing zijn.

Artikel 17.

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 18.

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Reglement adviescommissie emancipatie 1994".

Artikel 19.

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar vaststelling.

Almere, 14 juli 1994.

De raad voornoemd,

de adj. secretaris, de voorzitter,