Verordening op de samenstelling, taak en werkwijze van de Rekenkamer Almere

1. De Rekenkamer bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en een aantal leden.

2. Het aantal leden kan variëren en is projectgebonden.

3. De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de leden worden gekozen uit en benoemd door de raad, waarbij iedere raadsfractie een fractielid kan voordragen.

4. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden in die hoedanigheid benoemd bij het aantreden van de nieuwe raad, en wel voor de duur van twee jaar. Voor de tweede helft van de raadsperiode worden eveneens een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter benoemd voor de duur van twee jaar.

5. De leden worden voorafgaand aan de uitvoering van een onderzoek benoemd voor de duur van dat onderzoek (eindigend met de raadsbehandeling van het eindrapport).

1. De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de leden kunnen door de raad worden geschorst of ontslagen, of zelf ontslag nemen.

2. Bij vertrek van de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter kiest de raad binnen 8 weken een opvolger.

3. Bij vertrek van een tijdelijk lid wordt geen opvolger gekozen.

4. Hij/zij die ophoudt lid van de raad te zijn, houdt tevens op lid van de Rekenkamer te zijn.

5. Plaatsvervanging is niet mogelijk met uitzondering van het gestelde in artikel 6, eerste lid.

6. De raad beslist over opheffing van een schorsing.

1. De Rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van de uitvoering van het door raad, B&W en bestuurscommissies gevoerde beleid, en adviseert de raad hierover.

2. Ook instellingen en bedrijven waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd, kunnen tot onderwerp van studie benoemd worden.

1. De voorzitter bereidt besluiten van de Rekenkamer voor en voert deze uit.

2. De voorzitter leidt vergaderingen van de Rekenkamer.

3. De voorzitter regelt de orde tijdens een vergadering.

4. De voorzitter is verantwoordelijk voor een adequate en tijdige informatievoorziening naar de leden en naar externen.

5. De voorzitter vertegenwoordigt de Rekenkamer naar buiten en is woordvoerder namens de Rekenkamer.

6. De voorzitter ondertekent stukken namens de Rekenkamer.

1. De plaatsvervangend voorzitter vervangt de voorzitter bij zijn/haar afwezigheid.

2. Bij vertrek van de voorzitter neemt de plaatsvervangend voorzitter waar, totdat een nieuwe voorzitter is benoemd.

3. Wanneer er meerdere onderzoeken tegelijkertijd worden uitgevoerd, kunnen voorzitter en plaatsvervangend voorzitter onderling bepalen wie als trekker van een onderzoek optreedt.

4. In het geval van onoplosbare onenigheid tussen voorzitter en plaatsvervangend voorzitter, kan het presidium een bemiddelende rol vervullen.

1. De voorzitter wordt in zijn taak bijgestaan door een secretaris.

2. De secretaris maakt deel uit van de raadsgriffie. Hiërarchisch valt hij/zij onder de griffier, maar functioneel onder de voorzitter van de Rekenkamer.

3. De secretaris wordt gekozen door de griffier in samenspraak met de voorzitter en voor onbepaalde tijd benoemd door de raad.

4. De secretaris fungeert als eerste adviseur van de Rekenkamer.

5. De secretaris voert het secretariaat van de Rekenkamer.

6. De secretaris beheert het budget van de Rekenkamer.

7. De secretaris legt inhoudelijke verantwoording af aan de voorzitter en financiële verantwoording aan de voorzitter en de griffier.

1. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter stellen na hun aantreden een concept-onderzoekprogramma voor hun zittingsperiode op, dat ter kennisneming aan de raad wordt aangeboden.

2. Het onderzoekprogramma kan op verzoek van de raad tussentijds aangepast worden door de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.

3. Het onderzoekprogramma bevat een prioritering van onderzoekonderwerpen, alsmede een raming van uitvoeringsbudgetten.

4. Onderzoekonderwerpen worden aangedragen door de Rekenkamer en/of door overige raadsleden.

5. Voor plaatsing op het onderzoekprogramma komen alleen onderwerpen in aanmerking die:

• -

  de financiën, organisatie of resultaten van een gemeentelijke beleidsveld of –thema betreffen,

• -

  in besluitvorming en/of uitvoering afgerond zijn op de te onderzoeken onderdelen of fasen,

• -

  geen betrekking hebben op individuele personen.

1. De keuze voor een concreet onderzoek wordt door de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter genomen op basis van de volgorde van het onderzoekprogramma.

2. Wanneer van het onderzoeksprogramma wordt afgeweken, wordt de raad daarvan in kennis gesteld; wanneer dit tevens leidt tot uitzetting van het benodigde budget, is een begrotingswijziging door de raad nodig.

3. De voorzitter doet mededeling van een voorgenomen onderzoek aan raad, B&W en andere betrokkenen, alsmede aan de lokale media.

4. De Rekenkamer kan besluiten tot een verkennend onderzoek (quick scan), alvorens definitief te besluiten tot een bepaald onderzoek.

5. Van een voorgenomen verkennend onderzoek hoeft geen mededeling te worden gedaan aan raad, B&W of andere betrokkenen.

6. Wanneer de Rekenkamer op grond van een verkennend onderzoek besluit van verdere uitvoering af te zien, wordt het volgende onderzoek van het onderzoekprogramma in uitvoering, c.q. in verkenning genomen. De voorzitter stelt de raad hiervan in kennis.

1. Na de onderzoekkeuze formuleren voorzitter en plaatsvervangend voorzitter een globale projectopdracht die aan de raad ter kennisneming wordt aangeboden.

2. Op basis hiervan worden, overeenkomstig artikel 2, de leden 3 en 5, de leden van de Rekenkamer benoemd.

3. Voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en leden stellen vervolgens een definitieve projectopdracht vast.

4. De voorzitter stuurt een afschrift van de projectopdracht aan de griffier en het raadspresidium.

5. Voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en leden stellen een Projectteam in dat met de uitvoering van de projectopdracht wordt belast. Externe deskundigen kunnen van het Projectteam deel uitmaken.

6. Samenstelling, taak, werkwijze en bevoegdheden van het Projectteam worden geregeld in de projectopdracht.

7. Het Projectteam valt onder de eindverantwoordelijkheid van de Rekenkamer.

8. Bij geschillen binnen het Projectteam neemt de Rekenkamer een besluit.

9. De secretaris voert het secretariaat van het Projectteam.

1. Voor de uitvoering van het onderzoekprogramma beschikt de Rekenkamer over een onderzoeksbudget, dat deel uitmaakt van het budget van de raadsgriffie.

2. Vaststelling van de omvang en verantwoording over de besteding vindt plaats in het kader van de gemeentelijke begroting.

3. De secretaris is budgethouder.

1. De vergaderingen van de Rekenkamer zijn in principe openbaar; wanneer het nodig is om besloten te vergaderen wordt aangekondigd. Bij de openbare opening van de vergadering zal deze aankondiging met redenen worden omkleed.

2. Van een openbare vergadering wordt tijdig openbare mededeling gedaan.

3. Raadsleden en fractie-assistenten kunnen besloten vergaderingen als toehoorder bijwonen en ontvangen een afschrift van de agenda.

4. De voorzitter is bevoegd externen uit te nodigen tot het bijwonen van een vergadering voor het verstrekken van inlichtingen, toelichtingen of adviezen.

5. De Rekenkamer komt tenminste in vergadering bijeen op de volgende strategische beslismomenten:

• a.

  Vaststelling concept-onderzoekprogramma

• b.

  Vaststelling globale projectopdracht

• c.

  Vaststelling definitieve projectopdracht

• d.

  Vaststelling conceptrapport

• e.

  Vaststelling eindrapport

6. De voorzitter bepaalt de conceptagenda van een vergadering. De Rekenkamer stelt bij het begin van een vergadering de agenda vast.

1. De vergaderingen van het Projectteam zijn besloten.

2. De voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en leden van de Rekenkamer mogen deelnemen aan vergaderingen van het Projectteam. Zij ontvangen tijdig een afschrift van de agenda.

3. De voorzitter van het Projectteam is bevoegd externen uit te nodigen tot het bijwonen van de vergadering voor het verstrekken van inlichtingen, toelichtingen of adviezen.

1. Indien tijdens een vergadering van de Rekenkamer blijkt dat geen meerderheid is opgekomen, wordt de vergadering niet gehouden en belegt de voorzitter een nieuwe vergadering.

2. De Rekenkamer neemt besluiten bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

3. In gevallen ter beoordeling van de voorzitter kan besluitvorming buiten een vergadering van de Rekenkamer plaatsvinden in de vorm van een telefonische of schriftelijke stemming (inclusief e-mail). Indien telefonische of schriftelijke afdoening bij een meerderheid op bezwaar stuit, geschiedt de besluitvorming inzake desbetreffende aangelegenheid in een eerstvolgende vergadering.

1. De Rekenkamer kan omtrent de inhoud van stukken die aan de Rekenkamer of het Projectteam worden overgelegd, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt door allen die van de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de Rekenkamer haar opheft.

2. De geheimhouding kan eveneens worden opgelegd door B&W of een bestuurscommissie, ieder ten aanzien van stukken die zij aan de Rekenkamer overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt door allen die van de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat B&W of een bestuurscommissie haar opheft.

3. De Rekenkamer kan geheimhouding opleggen omtrent het in besloten vergadering van Rekenkamer of Projectteam behandelde. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren, in acht genomen totdat de Rekenkamer haar opheft.

1. Van een vergadering van de Rekenkamer wordt een beknopt verslag gemaakt dat uitsluitend in de Rekenkamer wordt verspreid. Het verslag wordt ter vaststelling opgenomen op de concept-agenda voor de eerstkomende vergadering van de Rekenkamer.

2. Van een vergadering van het Projectteam wordt een beknopt verslag gemaakt dat uitsluitend in het Projectteam en de Rekenkamer wordt verspreid. Het verslag wordt ter vaststelling opgenomen op de conceptagenda voor de eerstkomende vergadering van het Projectteam.

1. Bestuurders en ambtenaren van de gemeente Almere verlenen medewerking aan een verzoek van de Rekenkamer of het Projectteam om toezending van onder hen berustende documenten.

2. Bestuurders en ambtenaren van de gemeente Almere verlenen medewerking aan een verzoek van de Rekenkamer of het Projectteam om in vergadering te verschijnen, teneinde informatie te verstrekken, een toelichting te geven of te adviseren in het kader van een project.

3. Bij weigering op verzoeken zoals bedoeld onder lid 1 of 2 ontvangt de voorzitter van de Rekenkamer daarvan schriftelijk en met redenen omkleed mededeling van het verantwoordelijke orgaan.

1. De Rekenkamer legt zijn bevindingen bij de uitoefening van de in artikel 4 genoemde taak vast in een concept-rapport.

2. De Rekenkamer legt het concept-rapport voor aan het verantwoordelijke bestuursorgaan, c.q. de instelling of het bedrijf waar het onderzoek zich op heeft gericht, met een verzoek de inhoud binnen een nader door de Rekenkamer te bepalen termijn te toetsen op feitelijke correctheid en volledigheid.

3. Na ontvangst van de reactie respectievelijk het uitblijven daarvan binnen de in het vorige lid bedoelde termijn legt de Rekenkamer zijn bevindingen vast in een eindrapport. Eventueel kan eerst nog aanvullend onderzoek plaatsvinden of aanvullende adviezen worden ingewonnen.

4. De Rekenkamer legt het eindrapport voor aan het verantwoordelijke bestuursorgaan met een verzoek binnen een nader door de Rekenkamer te bepalen termijn een formele schriftelijke reactie op de onderzoeksconclusies en de adviezen te geven. In deze reactie wordt o.m. aangegeven in hoeverre en op welke wijze de aanbevelingen in het rapport zullen worden opgevolgd en uitgevoerd, en waarom van de aanbevelingen zal worden afgeweken.

5. Deze reactie wordt bijgesloten in het eindrapport.

6. Na ontvangst van deze reactie respectievelijk het uitblijven daarvan binnen de in het vorige lid bedoelde termijn, biedt de voorzitter van de Rekenkamer het eindrapport tijdens een perspresentatie aan de voorzitter van de raad aan. Het rapport is daarmee openbaar.

7. De Rekenkamer verzoekt vervolgens het presidum van de raad het eindrapport ter behandeling in de raad te stellen.

8. Van bovenstaande lijn kan afgeweken worden, c.q. bovenstaande lijn kan worden verbijzonderd, mits dit in de projectopdracht tevoren is vastgelegd.

1. De Rekenkamer kan personen aanwijzen die voorstellen of adviezen van de Rekenkamer in de raad toelichten.

2. De voorzitter van de Rekenkamer is de eerste woordvoerder namens de Rekenkamer.

1. Bij twijfel over de betekenis of de toepassing van de in deze verordening ten aanzien van de werkwijze van de Rekenkamer opgenomen bepalingen en in gevallen dienaangaande waarin deze verordening niet voorziet, beslist de Rekenkamer.

2. De bij raadsbesluit van 27 mei 1999 vastgestelde Verordening op de Rekeningcommissie Almere wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

3. Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel: Verordening op de Rekenkamer Almere.

4. Deze verordening treedt in werking op de dag waarop zij is vastgesteld.

5. Deze verordening, alsmede het functioneren van de Rekenkamer en zijn werkwijze, zullen twee jaar na inwerkingtreding van deze verordening worden geëvalueerd.