Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de speelautomaten en speelautomatenhallen 2003

Geldend van 24-12-2011 t/m 31-12-2020

Intitulé

VERORDENING op de speelautomaten en speelautomatenhallen 2003.

De raad van de gemeente Almere,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Almere;

gelet op titel V a van de Wet op de Kansspelen, het Speelautomatenbesluit, alsmede artikel 147 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende Verordening op de speelautomaten en speelautomatenhallen 2003

Speelautomaten

Artikel 1. Begripsbepalingen.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de Kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: Koninklijk Besluit van 23 mei 2000 (Stbl. 223, 2000);

  • c.

    speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

    • 1.

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    • 2.

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • e.

    kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c, van de wet;

  • g.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die een speelautomatenhal, een hoogdrempelige inrichting of een laagdrempelige inrichting exploiteert en de wettelijk vertegenwoordiger van die rechtspersoon;

  • h.

    beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • i.

    hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d van de wet;

  • j.

    laagdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e van de wet;

  • k.

    aanwezigheidsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 30b van de wet.

Speelautomaten in hoog- en laagdrempelige inrichtingen

Artikel 2: Vergunningplicht.

Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester speelautomaten aanwezig te hebben in zowel hoogdrempelige- als laagdrempelige inrichtingen.

Artikel 3: Maximaal aantal automaten in hoog- en laagdrempelige inrichtingen.

Een vergunning tot het aanwezig hebben van speelautomaten wordt slechts verleend voor:

  • a.

    Vier speelautomaten in hoogdrempelige inrichtingen, waarvan maximaal twee kansspelautomaten.

  • b.

    Twee speelautomaten in laagdrempelige inrichtingen, met dien verstande dat kansspelautomaten in het geheel niet zijn toegestaan in deze inrichtingen.

Artikel 4: Toegelaten model kansspelautomaat in een hoogdrempelige inrichting.

Het model van een kansspelautomaat bestemd voor opstelling in een hoogdrempelige inrichting dient te voldoen aan het gestelde in artikel 12 van het Speelautomatenbesluit.

Artikel 5: Aanwezigheidsvergunning, tenaamstelling, niet overdraagbaarheid.

  • 1. De aanwezigheidsvergunning kan uitsluitend op naam worden gesteld van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de aanwezigheidsvergunning wordt het adres van de inrichting waar de speelautomaten worden geplaatst, vermeld.

  • 3. De aanwezigheidsvergunning wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de plaatsing van speelautomaten die in eigendom toebehoren aan personen die in het bezit zijn van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 30h van de wet en die voorzien zijn van een merkteken als bedoeld in artikel 30r van de wet.

Artikel 6: Overname.

Indien de inrichting waarvoor de aanwezigheidsvergunning is verleend, wordt overgenomen door een nieuwe ondernemer, vervalt de aan de vorige ondernemer verleende aanwezigheidsvergunning van rechtswege.

Artikel 7: Geldigheidsduur van de aanwezigheidsvergunning.

[vervallen]

Speelautomatenhallen.

Artikel 8: Vergunningplicht.

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De gemeenteraad stelt het aantal per deel van de gemeente toe te laten speelautomatenhallen vast door middel van het aangeven van het maximum aantal te vestigen speelautomatenhallen voor bepaalde delen van de gemeente, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten.

  • 3. De burgemeester kan uitsluitend vergunning verlenen voor een speelautomatenhal binnen de begrenzing van de delen van de gemeente, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten. Hij mag niet meer vergunningen verlenen dan de maximum aantallen vermeld op eerdergenoemde kaarten.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 9: Toegelaten model kansspelautomaat in een speelautomatenhal

Het model van een kansspelautomaat bestemd voor opstelling in een speelautomatenhal dient te voldoen aan het gestelde in artikel 13 van het Speelautomatenbesluit.

Artikel 10: Aanvraag vergunning.

  • 1. De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

    • a.

      een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarbij is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

    • b.

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

    • c.

      een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

    • d.

      een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer en de beheerder(s) van de speelautomatenhal;

    • e.

      bewijsstukken als bedoeld in artikel 5, tweede lid van het Speelautomatenbesluit (kennis gokverslaving).

  • 2. De burgemeester kan nadere regels vaststellen omtrent de inhoud, de inrichting, vorm en wijze van indiening van de aanvraag.

  • 3. De vergunning kan uitsluitend op naam worden gesteld van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 4. In de vergunning wordt/worden de naam/namen van de beheerder(s) vermeld.

Artikel 11: Beslistermijn.

  • 1. De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd. De beslissing wordt alleen verdaagd als de complexiteit van de aanvraag dat noodzakelijk maakt.

  • 2. Van zijn daartoe strekkend besluit doet hij voor het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn schriftelijk mededeling aan de aanvrager.

Artikel 12: Voorschriften.

  • 1. De door de burgemeester aan de vergunning te verbinden voorschriften hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal kansspel- en behendigheidsautomaten dat in de hal mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal.

  • 2. Tijdens de openingsuren van de speelautomatenhal dient altijd één van de beheerders die vermeld staat op de verleende vergunning aanwezig te zijn; de beheerders kunnen zich laten vervangen door een (assistent-) beheerder, evenwel alleen indien zij door de ondernemer schriftelijk als mogelijke vervangers bij de burgemeester zijn aangemeld en voorts voldoen aan de eisen die deze verordening aan beheerders stelt.

  • 3. Indien een overeenkomstig artikel 10, vierde lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer dit schriftelijk te melden aan de burgemeester.

Artikel 13: Wijziging beheer

  • 1. Indien een beheerder als bedoeld in artikel 10, lid 4, het beheer feitelijk heeft beëindigd, geeft de ondernemer daarvan binnen twee weken na de feitelijke beëindiging van het beheer schriftelijk kennis aan de burgemeester.

  • 2. Het beheer kan slechts worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien de burgemeester op aanvraag van de exploitant, onder overlegging van de in artikel 10, lid 1, onder d. en e. genoemde bescheiden, heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 14 aanhef en onder c. en d., is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. In afwachting van het besluit als bedoeld in het tweede lid, kan het beheer worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder zodra de ondernemer een aanvraag als bedoeld in het tweede lid heeft ingediend, totdat op de aanvraag is besloten.

Artikel 14: Weigering vergunning.

De vergunning wordt geweigerd indien:

  • a.

    het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

  • b.

    de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is

  • c.

    de beheerder(s) de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

  • d.

    de ondernemer of beheerder(s) van de speelautomatenhal niet voldoet aan de eisen gesteld in artikel 4 van het Speelautomatenbesluit;

  • e.

    door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

  • f.

    de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan.

Artikel 15: Intrekking vergunning.

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 14, onder e;

  • c.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

  • e.

    indien aannemelijk is, dat de ondernemer of de beheerder(s) betrokken is, of hem ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten in of vanuit de speelautomatenhal, die een gevaar opleveren voor de openbare orde en/of een bedreiging vormen van het woon- of leefklimaat in de omgeving van de speelautomatenhal;

  • f.

    indien de ondernemer of beheerder(s) van de speelautomatenhal strafbare feiten pleegt in de inrichting, dan wel toestaat of gedoogt dat in zijn inrichting strafbare feiten worden gepleegd;

  • g.

    indien de ondernemer of de beheerder(s) zich schuldig maakt aan discriminatie naar ras, geslacht of seksuele geaardheid;

  • h.

    indien zich in de speelautomatenhal anderszins feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het geopend blijven van de speelautomatenhal ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde.

Artikel 16: Wijziging ondernemer, beëindiging exploitatie.

  • 1. Indien een ondernemer komt te overlijden, vervalt de vergunning en dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen dertien weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer vervalt eveneens de vergunning en dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 17: Geldigheidsduur vergunning speelautomatenhal.

Een door de burgemeester verleende vergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt verleend voor de duur van maximaal één kalenderjaar.

Overgangs- en slotbepalingen.

Artikel 18: Inwerkingtreding verordening.

  • 1. Deze verordening treedt in werking zes weken na de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. Op de in het eerste lid bedoelde datum wordt ingetrokken de Verordening op de speelautomaten en speelautomatenhallen 1995.

Artikel 19: Overgangsrecht.

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 15 en 16 blijven vergunningen verleend krachtens de verordening als bedoeld in artikel 18, tweede lid van kracht voor de periode waarvoor zij zijn verleend.

  • 2. De op grond van de in artikel 18, tweede lid bedoelde verordening genomen besluiten met betrekking tot het vaststellen van het aantal per deel van de gemeente toe te laten speelautomatenhallen, blijven van kracht en worden geacht besluiten te zijn in de zin van artikel 8, tweede lid van deze verordening.

Artikel 20: Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op de speelautomaten en speelautomatenhallen 2003.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeenteraad gehouden op 25 september 2003.
de griffier, de voorzitter,

Toelichting

Artikel 8. lid 4

De vergunning beoogt met name de bescherming van de openbare orde. Daarnaast speelt het bestrijden van gokverslaving een rol. Het is hoogst onwenselijk als deze vergunning van rechtswege wordt verleend voordat er een inhoudelijke toets van de aanvraag heeft plaatsgevonden en is voltooid. Een Lex Silencio Positivo is hier dan ook niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang, zoals de openbare orde en volksgezondheid. Paragraaf 4.1.3.3. Awb wordt aldus niet van toepassing verklaard.