Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op het burgerinitiatiefvoorstel en de burgeractiviteit

Geldend van 07-03-2010 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op het burgerinitiatiefvoorstel en de burgeractiviteit

De raad van de Gemeente Almere,

Gezien het voorstel van het Presidium,

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de navolgende

VERORDENING op het burgerinitiatiefvoorstel en de burgeractiviteit

Artikel 1

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder een burgeractiviteit: een verzoek van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.

Artikel 2

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel of burgeractiviteit op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Een verzoek is niet ontvankelijk indien het

    • a.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • b.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend

Artikel 4

  • 1. Een burgerinitiatiefvoorstel of burgeractiviteit houdt niet in:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid het gemeentebestuur;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur,

  • 2. Aanvullend op de vereisten in het eerste lid houdt een burgerinitiatiefvoorstel niet in:

    • a.

      een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het voorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen.

Artikel 5

  • 1. Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel of burgeractiviteit op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de raadsgriffie.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

      • a.

        een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel of de burgeractiviteit;

      • b.

        een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel of de burgeractiviteit;

      • c.

        de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en

      • d.

        een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.

  • 4. Een burgeractiviteit wordt tenminste ondersteund door 50 initiatiefgerechtigden. Een burgerinitiatiefvoorstel wordt tenminste ondersteund door 150 initiatiefgerechtigden.

Artikel 6

  • 1. Het Presidium beslist in haar eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het verzoek voldoet aan de geldigheidsvereisten als bedoeld in artikel 2, tweede lid.

  • 3. Indien het Presidium het verzoek toewijst, dan agendeert zij het burgerinitiatiefvoorstel of de burgeractiviteit voor de vergadering van de raad.

  • 4. De griffier nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel of de burgeractiviteit is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel of de burgeractiviteit mondeling nader toe te lichten.

  • 5. Aan het eind van de burgeractiviteit concludeert de voorzitter of en, zo ja op welke wijze, de raad een vervolg geeft aan een burgeractiviteit.

  • 6. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit op gebruikelijke wijze openbaar bekend gemaakt.

  • 7. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aanverzoeker.

Artikel 7

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op het burgerinitiatiefvoorstel en de burgeractiviteit”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking.

  • 3.

    Op de dag waarop deze verordening in werking treedt komt de navolgende verordening te vervallen: de Verordening op het burgerinitiatief vastgesteld door de raad op 26 september 2002.

Ondertekening

Almere, 18 februari 2010
De raad voornoemd,
De griffier,
J.D. Pruim
De voorzitter,
A. Jorritsma-Lebbink

Bijlage 1 Verzoek burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

.....................................................................................................................................

.....................................................................................................................................

.....................................................................................................................................

Toelichting op voorstel:

....................................................................................................................................

.....................................................................................................................................

.....................................................................................................................................

Naam: ...................................................................................................................................

Eerste voornaam en verdere voorletters: ..............................................................................

Geboortedatum: ....................................................................................................................

Adres: ...................................................................................................................................

Postcode: ................................... Woonplaats:

Handtekening:

Plaatsvervanger:

Naam: ...................................................................................................................................…

Eerste voornaam en verdere voorletters: .............................................................................…

Geboortedatum: ......................................................................................................................

Adres: .....................................................................................................................................

Postcode:...................................Woonplaats:.........................................................................

Handtekening:

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Toelichting voor de verzoeker

Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen, kan kunnen] een verzoek doen om een voorstel/onderwerp op de agenda van de raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd.

Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste 150 initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier vastgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan het formulier met ondersteuningsverklaringen.

Het burgerinitiatiefvoorstel mag niet inhouden:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

  • e.

    een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het voorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen.

Bijlage 2 : Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende onderwerp/voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:

.....................................................................................................................................

.....................................................................................................................................

.....................................................................................................................................

.....................................................................................................................................

Naam, eerste voornaam en voorletters

Adres

Geboortedatum

Handtekening

(enz.)

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1

De term “burgerinitiatiefvoorstel” wordt gehanteerd voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. De modelverordening van de VNG kent twee alternatieve begripsomschrijvingen ter nadere invulling van deze term. Zo kan worden geopteerd voor de mogelijkheid dat de burger alleen een concreet voorstel kan aandragen of ruimer: het aandragen van een onderwerp.

In de vorige verordening is de ruime begripsomschrijving van toepassing; het aandragen van een onderwerp. Te denken valt hier aan de wens om over de problematiek in een bepaalde wijk in de raad te discussiëren Overigens hebben burgers onder deze ruime begripsomschrijving ook de vrijheid om een concreet voorstel in te dienen.

In de praktijk, met name na invoering van de Politieke Markt in 2004, is er onderscheid ontstaan tussen het initiatiefvoorstel, waarbij de raad een besluit wordt voorgelegd, en de burgeractiviteit, waarbij burgers een onderwerp op de agenda van de Politiek Markt (een activiteit) kunnen agenderen. Deze wijzigingsverordening gebruikt daarom twee begrippen die aansluiten bij de praktijk en het heersende gebruik in de Almeerse gemeenteraad.

Artikel 2

Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus in ieder geval moeten uitspreken over het burgerinitiatiefvoorstel. Van een geldig verzoek is sprake als het onderwerp niet in artikel 4 is uitgezonderd en aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.

Artikel 3

Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in de Kieswet. Om ook jongeren bij de gemeentelijke politiek te betrekken is de leeftijdsgrens voor het initiatiefrecht verlaagd naar zestien jaar. Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is het moment van indiening van het verzoek het meest aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.

Artikel 4

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een initiatiefvoorstel of burgeractiviteit vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover het gemeentebestuur uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatiefvoorstel kan doen, omdat hij er niet over gaat.

Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een initiatief of activiteit zijn. Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht in een vergadering of een spreekuur van een wethouder. Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief of burgeractiviteit andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop is bepaald dat het burgerinitiatiefvoorstel of activiteit geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen.

Ten slotte is het evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatiefvoorstel. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Terzake kan men wel een burgeractiviteit organiseren. Dit niet toestaan zou de drempel naar de lokale politiek en democratie te groot maken.

Artikel 5

Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam indiening van een burgerinitiatiefvoorstel of activiteit plaats te laten vinden door middel van twee standaardformulieren. Op deze formulieren zal de verzoeker naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen kan naar personalia gevraagd worden als adressen en geboortedata. Met name dat laatste gegeven kan niet aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.

Artikel 6

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn verzoek spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling ervan. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren.

Met het lid 5 t/m 7 worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatiefvoorstel door de raad.