Regeling vervallen per 06-11-2014

Wegsleepverordening Almere 2002.

Geldend van 30-03-2003 t/m 05-11-2014

Intitulé

Wegsleepverordening Almere 2002

De raad van de gemeente Almere,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet en het Besluit van 5 juli 2001, houdende nadere regels ter uitvoering van de in de Wegenverkeerswet 1994 vervatte wegsleepregeling (Besluit wegslepen van voertuigen);

overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;

gelet op het advies van de commissie Stedelijke Ontwikkeling;

BESLUIT:

de Wegsleepverordening Almere 2002 vast te stellen.

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990 : het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

  • b.

    wet : de Wegenverkeerswet 1994.

  • c.

    besluit : het Besluit wegslepen van voertuigen op grond van artikel 173 van de wet.

  • d.

    voertuig : hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al, van het RVV 1990.

  • e.

    motorrijtuig : hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel l, eerste lid, onder c, van de wet.

  • f.

    het college : het college van burgemeester en wethouders.

  • g.

    wegen : alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.

Artikel 2: Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid , onder c, van de wet worden aangewezen alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Almere voor zover die behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3: Plaats bewaring voertuigen en openingstijden.

  • 1. Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen: Parkeergarage Westerdreef, Westerdreef te Almere-Haven.

  • 2. De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats wordt nader door het college vastgesteld.

Artikel 4: Kosten overbrengen en bewaren van voertuigen.

  • 1. De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen € 180,41 (prijspeil 2003);

  • 2. De kosten van het bewaren van een voertuig bedraagt € 11,37 per etmaal (prijspeil 2003).

Artikel 5: Overbrengen en in bewaring stellen van motorvoertuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, zoals bedoeld in de artikelen 130, vierde lid, 164, zevende lid en 174, eerste lid van de wet, zijn de artikelen 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6: Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking na zes weken gerekend vanaf de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 7: Citeerartikel.

Deze verordening wordt aangehaald als: "Wegsleepverordening Almere 2002".

Ondertekening

Almere, 30 januari 2003.
De raad voornoemd,
De griffier, de voorzitter,

Toelichting op de Wegsleepverordening Almere 2002

Algemene toelichting

Op 1 januari 2002 is de Wet van 21 februari 1997, houdende de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994), ook wel de wijziging van de wegsleepregeling genoemd, en het bijbehorende Besluit wegslepen van voertuigen in werking getreden. De artikelen 170 tot en met 173 van de WVW 1994zijn geheel vervangen door nieuwe bepalingen. De wijzigingswet is bij de Invoeringswet van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht, deel II, nog aangepast in verband met de overgang van de bepalingen over de uitvoering van bestuursdwang uit de Gemeentewet naar de Algemene wet bestuursrecht.

Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen.

Het uitvoeren van de wegsleepregeling is geen bevoegdheid meer van de burgemeester maar van het gehele college van burgemeester en wethouders. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Tegen het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.

Verordening.

In artikel 170 e.v. van de WVW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college eerst pas van deze bevoegdheid gebruik maken, wanner de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid, van de WVW 1994 wordt voorgeschreven. Deze nadere regels dienen in ieder geval te betreffen:

  • 1.

    de aanwijzing van de plaatsen waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;

  • 2.

    de berekening van de kosten, verbonden aan de uitvoering van het wegslepen van voertuigen;

  • 3.

    de aanwijzing van wegen en weggedeelten, waar op grond van artikel 170, eerste lid, onder c, van de WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept.

Uitgebreide werking.

Op grond van de oude wegsleepregeling mochten op de weg staande voertuigen alleen worden weggesleept in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer dan wel het vrijhouden van gehandicaptenplaatsen. Op grond van deze herziene regeling in de WVW 1994 is het laatstgenoemde criterium uitgebreid. Het direct kunnen optreden tegen foutief geparkeerde voertuigen kan in bepaalde gevallen zeer wenselijk zijn.

Als wegen en weggedeelten waar op grond van de nieuwe landelijke wegsleepregeling kan worden weggesleept zijn thans aangewezen alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Almere voor zover die behoren tot één van de in artikel 2 van het Besluit bedoelde soorten wegen en weggedeelten. In de artikelsgewijze toelichting zijn onder artikel 2 deze wegen en weggedeelten expliciet genoemd.

Artikelsgewijze toelichting.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uiot bestaande wetgeving.

ad d. voertuig

Het begrip voertuig, conform artikel 1, onder aI, van het RVV 1990 betreft: fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens.

ad e. motorrijtuig

Het begrip motorrijtuig is apart omschreven, omdat artikel 5 alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen weggedeelten

In dit artikel worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Almere aangewezen als toepassingsgebied van de wegsleepverordening.

In artikel 170 eerste lid onder c. juncto artikel 2 van het Besluit is ook aangegeven dat een voertuig in het belang van het vrijhouden van bepaalde wegen en weggedeelten kan worden weggesleept, wanneer deze zijn aangewezen in de gemeentelijke wegsleepverordening en behoren tot de wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen voertuigen.

Ingevolge artikel 170 eerste lid sub c. van de wet, juncto artikel 2 van het Besluit, juncto artikel 2 van de wegsleepverordening Almere 2002, kan in de gemeente Almere van de volgende soorten wegen en weggedeelten worden weggesleept:

a.wegen en weggedeelten waar door middel van bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of

door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel

e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is te parkeren (parkeerverbod);

b.wegen en weggedeelten waar door middel van bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of

door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onder

g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan (stopverbod);

c.parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage 1 bij het RVV 1990, waarbij op een onderbord wordt aangegeven:

1º. de categorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd (bijvoorbeeld vrachtauto’s) of

2º. het parkeren op bepaalde dagen of uren is verboden;

  • d.

    taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • e.

    parkeerplaatsen voor gehandicapten, aangeduid door bord E6 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • f.

    gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, aangeduid door bord E7 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • g.

    parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen (bijvoorbeeld politievoertuigen), aangeduid door bord E8 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • h.

    parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E9 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • i.

    voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of door bord C1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid van de WVW 1994 moet(en) de plaatsen van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

In de artikelen 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten direct verband houdende met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten verbonden aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering e.d.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

  • ·

    het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

  • ·

    de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het ''knoeien'' met kentekens in geval van autodiefstal.

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwang is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.

Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X. Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. In de wegsleepverordening zijn de artikelen over de bewaarplaats(en) van voertuigen en openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing verklaard.

Artikel 6 Inwerkingtreding

In verband met het van toepassing zijn van de Tijdelijke referendumwet mag de datum van inwerkingtreding niet gelegen zijn binnen een termijn van zes weken na die van de bekendmaking.

Intrekking van een eventuele oude wegsleepregeling van de burgemeester is niet nodig omdat deze van rechtswege vervalt op het moment dat de wijziging van de WVW 1994 in werking treedt.

Artikel 7 Citeerartikel

Deze bepaling spreekt voor zich.