Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Almere 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Almere 2014.

De raad van de gemeente Almere;

Gelet op artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b van de Wet maatschappelijke ondersteuning en gelet op artikel 4.7, tweede lid van het Besluit maatschappelijke ondersteuning;

Besluit:

Vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Almere 2014.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

  • c.

    Opvang: de onder d en e gedefinieerde voorzieningen;

  • d.

    24-uurs verblijf: voltijd verblijf maatschappelijke opvang of vrouwenopvang: een tijdelijk verblijf gedurende een volledig etmaal of langer, voor mensen die dakloos of thuisloos zijn;

  • e.

    Begeleid wonen: woonvorm waarbij cliënten niet zelfstandig wonen en begeleiding en /of dagbesteding krijgen, maar de woning op naam staat van de instelling;

  • f.

    Bijstandsnorm: de van toepassing zijnde norm exclusief vakantietoeslag op 1 januari van het kalenderjaar in de artikelen 20 tot en met 30 van de Wet Werk en Bijstand, vermeerderd voor personen ouder dan 20 jaar met de van toepassing zijnde toeslagen in de artikelen 3 t/m 6 van de Toeslagen – en verlagingenverordening;

  • g.

    Bijzondere bijstand:de bijzondere bijstand als bedoeld in de Wet Werk en Bijstand;

  • h.

    Eigen Bijdrage: de bijdrage die de cliënt op grond van deze verordening verschuldigd is voor verblijf langer dan een etmaal in een instelling voor opvang;

  • i.

    Cliënt: een natuurlijk persoon van 18 jaar of ouder die eventueel samen met minderjarige kinderen gebruik maakt van een voorziening van een instelling voor opvang;

  • j.

    Instelling: een organisatie (niet natuurlijk persoon) die een voorziening zoals genoemd onder d en e uitvoert met subsidie van de gemeente of in opdracht van de gemeente, via aanbesteding of inkoop;

  • k.

    Maatschappelijke opvang: opvang, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, van de Wet;

  • l.

    Norm voor persoonlijke uitgaven: de van toepassing zijnde normbedragen exclusief vakantietoeslag ingevolge artikel 23 lid 1 van de Wet Werk en Bijstand bij verblijf in een inrichting (het zak- en kleedgeld), vermeerderd met de van toepassing zijnde normbedragen genoemd in art. 23 lid 2 van de Wet Werk en Bijstand;

  • m.

    Vrouwenopvang: opvang, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, van de Wet.

Artikel 2 Reikwijdte

2.1Deze verordening is van toepassing op de door het College aan te wijzen instellingen als bedoeld in artikel 1 onder j.

Artikel 3. Eigen bijdragen voor opvang

    • 3.1 Er is een eigen bijdrage verschuldigd indien een cliënt van 18

      • jaar of ouder langer dan één etmaal gebruik maakt van de volgende voorzieningen:

      • - 24-uurs – of voltijd verblijf vrouwenopvang,

      • - 24-uurs – of voltijd verblijf maatschappelijke opvang,

        - Begeleid wonen (niet zelfstandig)

    • 3.2 De eigen bijdrage is verschuldigd vanaf de tweede dag, voor

      • iedere dag, dan wel nacht waarop de cliënt verblijft in de 24 uurs opvang of begeleid wonen maar bedraagt nooit meer dan de volledige kostprijs van de betreffende voorziening. Een deel van de dag wordt als hele dag berekend.

      • 3.3

        Het college is bevoegd tot vaststelling, inning en verrekening van de eigen bijdrage. Het college kan met betrekking tot de vaststelling, inning en verrekening nadere regels stellen.

      • 3.4

        Het college stelt de hoogte van de eigen bijdrage in een individueel geval vast op het wettelijk toegestane maximumbedrag. Bij deze vaststelling houdt het college rekening met het bepaalde in artikel 4.7 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning, zijnde de norm voor persoonlijke uitgaven.

      • 3.5

        Indien bij gehuwden/geregistreerd partners of samenwonenden, één van beide partners gebruik maakt van 24-uurs opvang of begeleid wonen wordt bij het bepalen van de bijstandsnorm de regelgeving in de Wet Werk en Bijstand voor opname in een inrichting gevolgd.

      • 3.6

        Uitgangspunt is dat de cliënt alle mogelijke moeite doet om voldoende inkomen te verwerven. De cliënt dient daarbij beroep te doen op alle (aanvullende) financiële mogelijkheden voor zover deze van toepassing zijn, zoals het aanvragen van kinderbijslag, huurtoeslag, zorgtoeslag of bijzondere bijstand voor woonlasten.

      • 3.7

        Indien de instelling bij 24-uurs of voltijd opvang of begeleid wonen aan de cliënt geen voeding verstrekt, wordt de eigen bijdrage verminderd met een bedrag voor voeding. Dit bedrag is gelijk aan het normbedrag dat het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) berekent.

Artikel 4. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014.

Artikel 6. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang centrumgemeente Almere 2014, dan wel verkort als Verordening eigen bijdrage MO/VO 2014.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Gemeenteraad van Almere, gehouden op 19 december 2013.

de Griffier de Voorzitter

J.D. Pruim A. Jorritsma - Lebbink