Verordening bestuurlijke boete bij recidive Gemeente Almere 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Gemeente Almere 2015

De raad van de gemeente Almere;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op

artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet;

overwegende dat

deze verplicht is bij verordening regels te stellen met betrekking tot het verrekenen van een bestuurlijke boete indien niet wordt voldaan aan de informatieverplichting in de Participatiewet,

besluit vast te stellen:

de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Gemeente Almere 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • b.

      Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • c.

      Wet SUWI: Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

    • d.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht;

    • e.

      beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het

      Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

    • f.

      bestuurlijke boete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a eerste lid Participatiewet;

    • g.

      recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in de artikelen 18a vijfde lid Participatiewet;

    • h.

      verrekenen: verrekening als bedoeld in artikel 60 vierde lid Participatiewet;

    • i.

      bijstand: algemene bijstand als bedoeld in artikel 5 sub b Participatiewet;

    • j.

      inlichtingenverplichting: de inlichtingenverplichting als bedoeld in artikel 17, eerste lid Participatiewet of artikel 30c, tweede en derde lid Wet SUWI;

    • l.

      belanghebbende: hij die niet of niet behoorlijk voldoet aan de inlichtingenverplichting;

    • m.

      college: het college van burgemeester en wethouders

  • 2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, Awb en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Hoofdstuk 2 Beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive

Artikel 2 Verrekenen zonder inachtneming beslagvrije voet

  • 1.

    Het college kan de recidiveboete met de bijstand verrekenen zonder de beslagvrije voet in acht te nemen.

  • 2.

    Om te bepalen of de beslagvrije voet buiten werking gesteld dient te worden dient het volgende in acht te worden genomen:

    • a.

      de ernst van de gedraging;

    • b.

      de mate van verwijtbaarheid van de gedraging;

  • 3.

    De mate waarin de gedraging aan de belanghebbende kan worden verweten wordt beoordeeld naar de omstandigheden waarin belanghebbende verkeerde op het moment dat hij de inlichtingenverplichting had moeten nakomen;

  • 4.

    De ernst van de gedraging wordt afhankelijk gesteld van het netto bedrag dat ten onrechte is ontvangen. Hierbij geldt:

Bedragen

Duur verrekening zonder beslagvrije voet

Tot

€ 5.000

Niet

Van - tot

€ 5.000 - 10.000

1 maaand

Vanaf

€ 10.000

2 - 3 maaanden

  • 5.

    Bij de beoordeling van de mate waarin de gedraging aan belanghebbende kan worden verweten leiden de volgende criteria tot verminderde verwijtbaarheid:

    • a.

      de belanghebbende verkeerde in onvoorziene en ongewenste omstandigheden, die niet tot het normale levenspatroon behoren en die hem weliswaar niet in de feitelijke onmogelijkheid brachten om aan de inlichtingenverplichting te voldoen, maar die emotioneel zo ontwrichtend waren dat hem niet volledig valt toe te rekenen dat de inlichtingen niet tijdig of volledig zijn verstrekt;

    • b.

      de belanghebbende verkeerde in een zodanige geestelijke toestand dat hem niet volledig valt toe te rekenen dat de inlichtingen niet tijdig of volledig zijn verstrekt;

    • c.

      overige omstandigheden van sociale, psychische of medische aard waardoor de overtreding de belanghebbende niet volledig is aan te rekenen.

  • 6.

    De verminderde verwijtbaarheid leidt er toe dat de duur van de verrekening zonder beslagvrije voet met 50% wordt verminderd. Indien de verminderde verwijtbaarheid er toe leidt dat er een halve maand dient te worden verrekend wordt uitgegaan van 50% van het netto normbedrag inclusief vakantietoeslag per maand.

  • 7.

    De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt vanaf het moment van de dagtekening van het besluit waarbij de bestuurlijke boete is opgelegd.

Artikel 3 Verrekenen met bijstand met inachtneming beslagvrije voet

  • 1. Indien aannemelijk is dat verrekening op de wijze als bedoeld in artikel 2 leidt tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin kan het college de recidiveboete verrekenen met inachtneming van de beslagvrije voet.

  • 2. Het gestelde in het eerste lid is in ieder geval aannemelijk indien uit documenten blijkt dat de verhuurder of de bank een procedure tot ontruiming van de woning of de gedwongen verkoop van de woning gaat starten.

Artikel 4 Eerder opgelegde bestuurlijke boete

De artikelen 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de eerder opgelegde bestuurlijke boete indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 5 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2. De Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Wwb 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in lid 1 genoemde datum.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Gemeente Almere 2015

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 11 december 2014
De raad voornoemd.
De griffier, De voorzitter,
J. D. Pruim A. Jorritsma - Lebbink