Regeling vervallen per 01-01-2018

Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005

Geldend van 14-04-2016 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005

De gemeentesecretaris van Almere,

gelet op het Mandaatbesluit 2005 waarbij burgemeester en burgemeester en

wethouders hun bevoegdheden als vermeld in de bij het Mandaatbesluit 2005

behorende mandateringslijst onder het stellen van voorschriften hebben gemandateerd aan de gemeentesecretaris;

B E S L U I T :

  • I.

    de bevoegdheden als vermeld in het bij dit Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005 behorend overzicht (de zogenaamde mandateringslijst diensten), met inbegrip van de schriftelijke dan wel elektronische ondertekening van stukken, in naam en onder verantwoordelijkheid van het ter zake bevoegde bestuursorgaan op te dragen (onder te mandateren) aan directeuren van diensten, zulks met uitzondering van de bevoegdheden die van het verlenen van ondermandaat door de gemeentesecretaris zijn uitgesloten.

  • II.

    op de bevoegdheden als vermeld onder 1van dit mandaatbesluit de volgende voorschriften vast te stellen.

In dit mandaatbesluit en de bijbehorende mandateringslijst wordt onder directeur tevens diens plaatsvervanger(s) verstaan.

Voor de toepassing van dit mandaatbesluit en de bijbehorende mandateringslijst wordt onder dienst tevens verstaan stafdienst en Publiekszaken.

Voor de toepassing van dit mandaatbesluit wordt onder mandaat tevens begrepen het op grond van volmacht dan wel machtiging verrichten van respectievelijk privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen alsmede het nemen van besluiten anders dan bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 1. Wie mag bij mandaat beslissen?

  • 1.

    De directeur is ten aanzien van de mandateringslijst bevoegd - tenzij anders is bepaald­tot uitoefening van al de bevoegdheden als vermeld onder zijn dienst alsmede van al de bevoegdheden als vermeld onder de hoofdstukken "Algemeen" en "Personeel en Organisatie".

  • 2.

    De directeur is -tenzij in de mandateringslijst anders is bepaald- gerechtigd de aan hem gemandateerde bevoegdheden geheel of gedeeltelijk onder te mandateren aan de binnen zijn dienst werkzame medewerkers. De directeur kan hierbij instructies geven die bij het uitoefenen van de ondergemandateerde bevoegdheden in acht genomen dienen te worden.

  • 3.

    De ondergemandateerde bevoegdheden als bedoeld in het tweede lid worden door de directeur vastgelegd in één ondermandaatbesluit. Dit besluit bevat een overzicht van al de door directeur verleende ondermandaten onder vermelding van de functionarissen die tot de uitoefening van de desbetreffende ondermandaten bevoegd zijn. De door de directeur gemandateerde functionarissen zijn niet gerechtigd tot het verlenen van ondermandaat.

  • 4.

    Inafwijking van het bepaalde in het tweede lid is de directeur gerechtigd de aan hem ondergemandateerde bevoegdheden geheel of gedeeltelijk onder te mandateren aan een niet aan hem ondergeschikte functionaris belast met de leiding van een programma dan wel project. Het desbetreffende ondermandaatbesluit vermeldt in ieder geval deomschrijving van het project of programma, de gemandateerde bevoegdheden, de budgettaire kaders, de wijze van verantwoording en de duur van het mandaat en de eventuele bevoegdheden tot verder ondermandaat.

    Het ondermandaatbesluit wordt naast een openbare bekendmaking tevens bekendgemaakt aan de concerncontroller en de betrokken dienstcontroller(s).

  • 5.

    Het ondermandateren van bevoegdheden als bedoeld in de voorgaande leden geschiedt schriftelijk.

  • 6.

    De directeur draagt er zorg voor dat de ondermandaatbesluiten in het Gemeenteblad bekend worden gemaakt.

  • 7.

    Een afschrift van het ondermandaatbesluit wordt - ter archivering - aan de afdeling Juridische Zaken aangeboden.

  • 8.

    Op ondermandaatbesluiten zijn de bepalingen van dit mandaatbesluit van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2. Bij mandaat in acht te nemen voorschriften

  • 1.

    Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden dienen alle van toepassing zijndewetten, algemene maatregelen van bestuur voorschriften, verordeningen, raadsbesluiten, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen, beleidsregels etc. in acht te worden genomen.

  • 2.

    Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden worden tevens in acht genomen de eventueel in de mandateringslijst vermelde specifieke bepalingen.

Artikel 3. Bevoegdhedenen budget

  • 1.

    Ten aanzien van bevoegdheden die zowel ten bate als ten laste van de gemeentefinanciële gevolgen hebben geldt dat hierin in de productenraming van de desbetreffende dienst moet zijn voorzien.

  • 2.

    Voor zover het uitoefenen van bevoegdheden inkomsten dan wel uitgaven voor de gemeente tot gevolg heeft dan is - naast het Mandaatbesluit 2005 - daarop de Budgethoudersregeling 2005 van toepassing.

Artikel 4. Relatie met andere diensten.

Indien bij een op grond van mandaat te nemen besluit de desbetreffende aangelegenheid hettaakgebied van een andere dienst raakt, betrekt degene die gerechtigd is de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen, die andere dienst(en) bij de besluitvorming.

Artikel 5. Wanneer terugkoppeling gemeentebestuur?

  • 1.

    Indien bij een op grond van mandaat te nemen besluit er rekening mee moet wordengehouden dat de burgemeester dan wel het college van burgemeester en wethouders op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken, wordt de zaak voorafgaand aan de besluitvorming aan respectievelijk de burgemeester dan wel de betrokken portefeuillehouder voorgelegd. Indien het een bevoegdheid van burgemeester en wethouders betreft en de portefeuillehouder dat nodig acht, wordt deze zaak ter verdere besluitvorming voorgelegd aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Ook indien niet is gehandeld overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid, geldt een krachtens mandaat genomen besluit rechtens als een besluit van het desbetreffende bestuursorgaan.

Artikel 6. Redactie en ondertekening van krachtens mandaat genomen besluiten.

  • 1.

    Alle krachtens mandaat genomen besluiten worden overeenkomstig één van de in lid 2 tot en met lid 5 beschreven manieren geredigeerd en ondertekend.

  • 2.

    Handgeschreven; voor ondertekening met een natte (handgeschreven) handtekening:

    • a.

      In geval van uitoefening van bevoegdheden namens burgemeester en wethouders worden uitgaande stukken in de wij-vorm geredigeerd en als volgt ondertekend: "Burgemeester en wethouders van Almere, namens hen", gevolgd door de functieaanduiding van degene die de gemandateerde bevoegdheid uitoefent, diens handgeschreven handtekening en vermelding van de naam.

    • b.

      In geval van uitoefening van bevoegdheden namens de burgemeester worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: "De burgemeester van Almere, namens deze", gevolgd door de functieaanduiding van degene die de gemandateerde bevoegdheid uitoefent, diens handgeschreven handtekening en vermelding van de naam.

  • 3.

    Gewone elektronische (ingescande) handtekening :

    • a.

      In geval van uitoefening van bevoegdheden namens burgemeester en wethouders worden uitgaande stukken in de wij-vorm geredigeerd en als volgt ondertekend: "Burgemeester en wethouders van Almere, namens hen", gevolgd door de functieaanduiding van degene die de gemandateerde bevoegdheid uitoefent, diens digitaal ingescande handtekening en vermelding van de naam.

    • b.

      In geval van uitoefening van bevoegdheden namens de burgemeester worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: "De burgemeester van Almere, namens deze", gevolgd door de functieaanduiding van degene die de gemandateerde bevoegdheid uitoefent, diens digitaal ingescande handtekening en vermelding van de naam.

  • 4.

    Gekwalificeerdeelektronischehandtekening:

    • a.

      In geval van uitoefening van bevoegdheden namens burgemeester en wethouders worden uitgaande stukken in de wij-vorm geredigeerd en als volgt ondertekend: "Burgemeester en wethouders van Almere, namens hen", gevolgd door de functieaanduiding van degene die de gemandateerde bevoegdheid uitoefent, diens gekwalificeerde elektronische handtekening en vermelding van de naam.

    • b.

      In geval van uitoefening van bevoegdheden namens de burgemeester worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: "De burgemeester van Almere, namens deze", gevolgd door de functieaanduiding van degene die de gemandateerde bevoegdheid uitoefent, diens gekwalificeerde elektronische handtekening en vermelding van de naam.

  • 5.

    Disclaimer:

    Brieven en besluiten welke elektronisch tot stand zijn gekomen en, al dan niet elektronisch, worden verzonden èn niet door het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester behoeven te worden voorzien van één van de in lid 2 tot en met 4 genoemde handtekening( en) worden naar analogie van het bepaalde in lid 2 tot en met 4 voorzien van de juiste en volledige redactie en moeten worden afgesloten met devolgende disclaimer:

    "Deze brief [evt vervangen door: "Dit besluit"] is automatisch aangemaakt en daarom niet ondertekend" .

  • 6.

    In geval een bevoegdheid is ondergemandateerd worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: "Burgemeester en wethouders van Almere, namens hen" c.q. "De burgemeester van Almere, namens deze", gevolgd door de functieaanduiding van-, alsmede ondertekening (op eén van de in lid 2 tot en met 5 genoemde manieren) door, degene die de gemandateerde bevoegdheid uitoefent met vermelding van de naam.

  • 7.

    Indien de beslissing tot het aangaan van overeenkomsten is gemandateerd, houdt deze bevoegdheid tevens in het aangaan van de overeenkomst als zodanig waaronder te verstaan het op grond van artikel 171 tweede lid Gemeentewet juncto artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht vertegenwoordigen van de gemeente als rechtspersoondoor het voor de gemeente in de plaats van de burgemeester tekenen (bij volmacht) van de overeenkomst alsmede het in voorkomende gevallen compareren bij het verlijden door de notaris van in akten vervatte overeenkomsten.

  • 8.

    De in het zevende lid vermelde vertegenwoordigingsbevoegdheid kan uitsluitend worden uitgeoefend door personen die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

  • 9.

    Ingeval van ondertekening van aangegane overeenkomsten wordt de aanhef als volgt geredigeerd : "De gemeente Almere, ter zake van deze overeenkomst op grond van artikel 171 tweede lid Gemeentewet vertegenwoordigd door "...............-............. " (de naam en functieaanduiding van degene die de gemandateerde bevoegdheid uitoefent), hierna te noemen: de gemeente".

Artikel 7. Redactie van openbare kennisgevingen.

  • 1.

    Bij openbare kennisgevingen dient in de "kop" van de kennisgeving duidelijk aangegeven te worden het onderwerp waarop de kennisgeving betrekking heeft. In de "kop" van de kennisgeving dienen in elk geval aanduidingen als "openbare bekendmakingen" achterwege te worden gelaten.

  • 2.

    In de kennisgeving behoeft niet tot uitdrukking te worden gebracht dat het de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid betreft.

    Volstaan kan worden met zinsneden als "Burgemeester en wethouders makenbekend ......" dan wel "De burgemeester maakt bekend ......." Zinsneden aan het eind van kennisgevingen als "Burgemeester en wethouders voornoemd" dan wel "De burgemeester voornoemd" kunnen achterwege blijven.

  • 3.

    In de kennisgeving dient melding te worden gemaakt van bij wie en/of de wijze waarop nadere informatie kan worden ingewonnen over het onderwerp van de kennisgeving (bijvoorbeeld vermelding van organisatieonderdeel en/of behandelend ambtenaar onder vermelding van zijn/haar telefoonnummer en/of e-mailadres, de vermelding van de locatie (gemeentelijke website en/of infocentrum) waarop de op de kennisgeving betrekking hebbende stukken kunnen worden ingezien).

  • 4.

    Indien het onderwerp van kennisgeving de bekendmaking betreft van een bij mandaat genomen besluit waartegen bezwaar kan worden gemaakt of beroep kan worden ingesteld wordt in de kennisgeving daarvan mededeling gedaan onder vermelding van door wie, binnen welke termijn en bij welk orgaan bezwaar kan worden gemaakt of beroep kan worden ingesteld.

  • 5.

    Op een onderwerp van kennisgeving betreffende de ter inzagelegging van een aanvraag of het voornemen tot het nemen van een besluit of een ontwerpbesluit, tegen welke aanvraag, voornemen of ontwerp zienswijzen of bedenkingen kunnen worden ingediendis het bepaalde in het vierde lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8. Archivering en rapportage

Al de op grond van mandaat genomen besluiten dienen schriftelijk dan wel elektronisch te worden vastgelegd en overeenkomstig de van toepassing zijnde wet- en regelgeving te worden gearchiveerd.

Artikel 9 Wat wordt verstaan onder ''uitvoering" in de mandateringslijst?

  • 1.

    Onder uitvoering van de in de mandateringslijst genoemde wenen, algemene maatregelen van bestuur, verordeningen of andere regelingen, daaronder begrepen de eventueel -sedert de inwerkingtreding van het desbetreffend mandaat - op die wetten, algemene maatregelen van bestuur, verordeningen of andere regelingen aangebrachte wijzigingen, wordt verstaan:

    • a.

      het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      het verrichten van andere handelingen dan onder a bedoeld waarvan de uitoefening op grond van de desbetreffende regelgeving is opgedragen aan bestuursorganen zoals het versturen van kennisgevingen, het aanvragen, afgeven dan wel in ontvangst nemen van verklaringen of documenten, het doen van onderzoek, het voeren van overleg, hetafleggen van rekening en verantwoording, het verstrekken en vragen van adviezen, het opleggen van hersteltermijnen, het toepassen van openbare voorbereidingsprocedures .

  • 2.

    Voorzover niet anders is bepaald wordt niet als uitvoering beschouwd: het vaststellen van plannen, beleid, beleidsregels en nadere regels.

Artikel 10 Wat wordt onder "het beslissen tot het aangaan van overeenkomsten" verstaan als vermeld in de mandateringslijst?

Onder het beslissen tot het aangaan van overeenkomsten als vermeld in de mandateringslijst wordt ook verstaan de bevoegdheid tot het verrichten van al de daarmee samenhangende voorbereidingshandelingen waaronder het aanvragen van offertes en het doen van aanbestedingen alsmede de bevoegdheid tot uitvoering en opzegging van de gesloten overeenkomst en voorts alle andere bevoegdheden die het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot overeenkomsten aan een partij toekent.

Artikel 11 Toekomstige mandaten

Op door de gemeentesecretaris, na de datum van inwerkingtreding van dit besluit, genomenondermandaatbesluiten is dit besluit - tenzij anders is bepaald - onverkort van toepassing.

Artikel 12 Inwerkingtreding.

Dit besluit treedt inwerking op 16 juli 2005.

Artikel 13 Citeertitel van deze regeling.

Dit besluit kan worden aangehaald als Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005.

Ondertekening

Almere, 6 juli 2005
de secretaris,
B.M.Arnold

MANDATERINGSLIJST DIENSTEN

(Bevat de door de gemeentesecretaris aan de directeuren ondergemandateerde bevoegdheden)

Behorend bij het Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005 Integrale versie, bijgewerkt t/m 24e wijziging / 14 april 2016

Bevoegdheden Algemeen

NB.Met betrekking tot de onder 'bevoegdheden algemeen' opgenomen bevoegdheden op het gebied van de bij of krachtens de volgende regelgeving/regelingen gestelde voorschriften:

  • •Wet openbaarheid van bestuur;

  • • Algemene wet bestuursrecht;

  • • Gemeentewet,

is mandaat verstrekt aan:

1. de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek,voor zover het aan de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek overgedragen taken betreft;

2. de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied voor zover het aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied overgedragen taken betreft.

  • A1.

    Het uitvoeren van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • A2.

    Het uitvoeren van de Wet bescherming persoonsgegevens.

  • A3.

    Het uitvoeren van Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

    De directeur dienst Stadsbeheer is bevoegd het uitvoeren van Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht onder te mandateren aan de directeur van de onderneming welke in opdracht van de gemeente de parkeerbeheerdiensten uitvoert.

  • A4.

    Het voeren van zakelijke correspondentie en het verrichten van handelingen ter uitvoering van het takenpakket van de dienst zoals het verzenden van ont­ vangstbevestigingen, het schrijven van brieven inhoudende feitelijke mededelingen, constateringen en procedurele informatie e.d., het reageren op wensen van derden, het doen van bekendmakingen waar dat wettelijk is voorgeschreven dan wel wenselijk wordt geacht c.q. het ter inzage leggen van stukken, het organiseren van (in­ spraak)bijeenkomsten, het horen van degene(n) die tegen een voorgenomen besluit zijn/hun zienswijze al dan niet in de vorm van bezwaren naar voren heeft/hebben gebracht.

  • A5.

    Het nemen van verdagingsbesluiten.

  • A6.

    Het vertegenwoordigen van (organen van) het gemeentebestuur c.q. de gemeente in geval van (juridische) procedures en het indienen van verweerschriften, contra-memories e.d., voor zover betrekking hebbend op het takenpakket van de dienst evenwel met dien verstande dat procedures in arbeidsrechtelijke- en ambtenarenzaken zijn voorbehouden aan de Stafdienst Bedrijfsvoering

  • A7.

    a. Het nemen van besluiten in het kader van Titel 4.2 van de

    Algemene wet bestuursrecht waaronder tevens begrepen het betalen en terugvorderen van subsidies.

    • b.

      Het uitvoeren van titel 4.2 (subsidies) van de Algemene wet bestuursrecht en de daarop gebaseerde regelgeving.

    • c.

      Het aanvragen van subsidies, rijksvergoedingen, bijdragen, uitkeringen en overige gelden alsmede het verrichten van alle handelingen die in verband met het afleggen van verantwoording van (te) ontvangen gelden nodig zijn.

Aandachtspunt:

Met betrekking tot de uitoefening van deze bevoegdheid is in het bijzonder van belang de Budgethoudersregeling 2005.

  • A8.

    Het beslissen tot het aangaan van overeenkomsten.

  • Beperkingmandaatvoorallediensten

    Het is niet toegestaan deze bevoegdheid uit te oefenen voor overeenkomsten die strekken tot zekerheidstelling ten laste van de gemeente zoals borgtocht, garantstelling, pand, hypotheek.

  • Dienstspecifiekemandaten

    Het uitoefenen van deze bevoegdheid is ten behoeve van hierna vermelde overeenkomsten voorbehouden aan de bij de betreffende overeenkomst genoemde dienst(en) dan wel functionaris.

  • -

    Uitgifte van gronden, anders dan voor tuinvergroting, en de vestiging van alle daarmee samenhangende persoonlijke en zakelijke rechten: Dienst Stedelijke Ontwikkeling.

  • -

    Uitgifte van gronden in eigendom of bruikleen uitsluitend ten behoeve van tuinvergrotingen: Dienst Stadsbeheer.

  • -

    Aangaan van verzekeringen, anders dan kortlopend voor incidentele gevallen: Stafdienst Bedrijfsvoering.

  • -

    Dienstoverstijgende inkopen: Stafdienst Bedrijfsvoering.

  • -

    Het huren, verhuren, in gebruik geven e.d. van gebouwd onroerend goed (huizen, kantoorpanden, bedrijfspanden e.d.): Dienst Stadsbeheer.

Aandachtspunt

Met betrekking tot de uitoefening van deze bevoegdheid zijn in het bijzonder van belang de artikelen 2, eerste lid, 6 achtste en negende lid en 10 van het Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005.

Verder is in het bijzonder van toepassing de Budgethoudersregeling 2005.

  • A9.

    Het beslissen tot het aansprakelijk stellen van (rechts)personen wegens onrechtmatig handelen ten opzichte van de gemeente inclusief het aanzeggen van wettelijke rente.

  • A10.

    Het afhandelen van schadeclaims -anders dan betrekking hebbend op artikel 15:1:23 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Almere- tot en met het bedrag van het eigen risico van de W.A-polis.

  • A11

    Het uitvoeren van aangegane verzekeringen.

  • A12.

    Het doen van aangifte omzetbelasting en vennootschapsbelasting en voorts het verrichten van al datgene wat ter uitvoering van de betreffende regelgeving nodig is.

  • A13.

    Het nemen van besluiten tot vergoeding van (on)rechtmatig veroorzaakte schade tot en met het bedrag van het eigen risico van de W.A.-polis.

  • A14.

    Het op grond van de artikelen 4:5 en 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht nemen van besluiten tot het respectievelijk buiten behandeling laten van aanvragen of meldingen (niet-ontvankelijk verklaren) en het afwijzen van herhaalde aanvragen.

  • A15.

    Het voor het indienen van aanvragen en het verstrekken van gegevens vaststellen van een formulier, voor zover daarin niet is voorzien bij wettelijk voorschrift.

Aandachtspunt: wanneer in of met behulp van formulieren sprake zal (kunnen) zijn van gegevensverwerking in de zin van de wet bescherming persoonsgegevens worden formulieren niet vastgesteld dan nadat de privacy coördinator daarover heeft kunnen adviseren.

  • A16

    Het al dan niet op verzoek beslissen tot het opleggen van een last onder bestuursdwangc.q. tot het opleggen van een last onder dwangsom alsmede het feitelijk toepassen van bestuursdwang en voorts alle overige bevoegdheden die op grond van artikel 125 van de Gemeentewet juncto Titel 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht aan bestuursorganen met betrekking tot het toepassen van bestuursdwang c.q. het opleggen van een last onder dwangsom zijn toegekend.

  • A17.

    Het beslissen op bezwaarschriften gericht tegen:

    • 1.

      krachtens mandaat genomen besluiten;

    • 2.

      van rechtswege verleende besluiten;

    • 3.

      niet tijdig genomen besluiten;

    • 4.

      feitelijke handelingen;

onder de navolgende voorschriften :

a.het nemen van een beslissing op een bezwaarschrift vindt, behoudens in ambtenaren- en sociale zaken, niet eerder plaats dan nadat de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften over het bezwaarschrift advies aan het gemeentebestuur heeft uitgebracht tenzij aan de bezwaren volkomen tegemoetkan worden gekomen en derden daardoor niet in hun belangen worden geschaad;

b.degene die op een bezwaarschrift beslist dient ingeval het bestreden besluit krachtens mandaat is genomen in ieder geval hiërarchisch één of meerdereniveaus hoger te zijn dan de functionaris die het bestreden besluit heeft genomen. Ingeval het bestreden besluit door de directeur is genomen wordt de beslissing op bezwaar genomen door de gemeentesecretaris. Ingeval het bestreden besluit door de gemeentesecretaris is genomen wordt de beslissing op bezwaar genomen door het desbetreffende bestuursorgaan. Het bepaalde onder a. is van overeenkomstige toepassing;

c.ingeval van ambtenarenzaken, anders dan die waarvoor een bezwarencommissie is ingesteld, geschiedt het horen van belanghebbende(n) door een doorburgemeester en wethouders aangewezen functionaris.

d.ingeval van sociale zaken geschiedt het horen van belanghebbende(n) ten overstaan van de directeur dan wel één of meerdere door deze aan te wijzen functionarissen.

Ten behoeve van de redactie van de beslissingen op bezwaarschriften als onder a. bedoeld is daartoe in de tot de mandateringslijst behorende bijlage een modelbesluit opgenomen. Voor nadere advisering kan contact worden opgenomen met de Stafdienst Bedrijfsvoering, afdeling Juridische zaken.

  • A18.

    Het nemen van besluiten tot het voeren van een rechtsgeding waaronder tevens begrepen de daarmee samenhangende voorbereidings- en uitvoeringshandelingen. Onder deze bevoegdheid wordt in ieder geval verstaan: het indienen van een bezwaar- of beroepschrift, het verzoeken om schorsing c.q. voorlopige voorziening, het - ook in kort geding - voeren van een civiele procedure zowel als eiser als verweerder, het in (hoger) beroep gaan, het zowel als eiser als verweerder voeren van een arbitrageprocedure, het voegen in een strafprocedure, het voeren van een verzoekschriftprocedure, het starten van - en/of deelnemen aan een (pre-) mediation procedure, het incasseren van onbetaald gebleven vorderingen, het leggen van executoriaal-, conservatoir- en derdenbeslag.

  • A19.

    Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen e.d. dan wel het doen van meldingen voor gemeentelijke objecten en activiteiten, al dan niet met gebruikmaking van eHerkenningsmiddelen

  • A20.

    Voor aangifte: zie de artikelen 160 e.v. van het Wetboek van Strafvordering.Artikel 161: "Ieder die kennis draagt van een strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte of klachte te doen"

    Indien aangiften etc. per dienst vaak voorkomen verdient het aanbeveling daaromtrent met de politie afspraken te maken.

  • A21.

    Het op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht nemen van besluiten op verzoeken tot instemming met het instellen van rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter.

  • A22.

    Het op grond van de artikelen 4: 18 en 4:20 van de Algemene wet bestuursrecht nemen van besluiten tot het respectievelijk vaststellen van de verschuldigdheid en hoogte van de dwangsom en het terugvorderen van onverschuldigd betaalde dwangsommen.

  • A23.

    Het uitvoeren van Titel 4.4. van de Algemene wet bestuursrecht (bestuursrechtelijke geldschulden)

  • A24.

    Het uitvoeren van de uit: de Archiefwet 1995, het Archiefbesluit 1995, de Archief­ regeling 2009 en het Besluit Informatiebeheer 2011 en/of daarop gebaseerde regelgeving, voortvloeiende bevoegdheden.

  • A25.

    Het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in Titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • A26.

    Het uitvoeren van de Verordening op de elektronische bekendmaking Almere 2013.

  • A27.

    Het uitvoeren van de Wet hergebruik overheidsinformatie.

Bevoegdheden personeel en organisatie

  • Het mandaat van onderstaande bevoegdheden laat onverlet de aan de ondernemingsraad (OR), de dienstoverstijgende ondernemingsraad (DOOR) en het georganiseerd overleg toekomende bevoegdheden.

  • Volledigheidshalve zijn in onderstaande PenO bevoegdheden tevens de bevoegdheden van de gemeentesecretaris vermeld waarvan door het college op grond van het Mandaatbesluit 2005 en daarbij behorende mandateringslijst is bepaald dat de uitoefening van die bevoegdheden is voorbehouden (geen recht tot het verlenen van ondermandaat) aan de gemeentesecretaris.

PO1. Het uitvoeren van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst gemeente Almere en de hierop gebaseerde regelingen en reglementen zoals de Bezoldigingsverordening 1996, het Beoordelingsreglement, het Beloningsreglement, met dien verstande dat de bevoegdheid tot het verlenen van strafontslag, blijft voorbehouden aan de gemeentesecretaris.

PO2.De gemeentesecretaris, gehoord het college, benoemt, schorst en ontslaat de directeur(en) van (staf)diensten (met uitzondering van de concerncontroller).

Deze bevoegdheid mag niet worden ondergemandateerd.

PO3.Het aanwijzen, onder goedkeuring van de gemeentesecretaris, van één of meerdere plaatsvervangend directeuren met het recht deze aanwijzing ongedaan te maken dan wel op te schorten.

Deze bevoegdheid mag niet worden ondergemandateerd.

Aandachtspunt:

De gemeentesecretaris is op grond van het Mandaatbesluit 2005 en bijbehorende mandateringslijst tevens bevoegd tot het in voorkomende gevallen aanwijzen van een waarnemend directeur van een dienst met het recht deze aanwijzing ongedaan te maken dan wel op te schorten. Deze bevoegdheid is voorbehouden aan de gemeentesecretaris.

PO4. Het op grond van artikel 3 van de "Procedureregeling beschrijving en waardering rasterfuncties gemeente Almere 2006" schriftelijk mededelen aan de medewerkers van de dienst welke rasterfunctie met bijbehorende functieschaal op de werkzaamheden van toepassing is.

PO5.De gemeentesecretaris is gerechtigd binnen de hoofdstructuur wijzigingen aan te brengen waaronder het onderbrengen van een afdeling of team dan wel één of meerdere formatieplaatsen bij een andere dienst mits wordt gebleven binnen de kaders van de begroting.

Deze bevoegdheid mag niet worden ondergemandateerd.

De inrichting van de hoofdstructuur van de ambtelijke organisatie, waaronder wordt verstaan het instellen en opheffen van diensten, blijft voorbehouden aan het college van burgemeester en wethouders.

PO6.Het toevoegen van budgetten (of een deel daarvan) van één of meerdere bestaande functies aan één of meerdere bestaande functies dan wel het aanwenden van dezebudgetten (of een deel daarvan) voor één of meerdere nieuwe functies/formatieplaatsen mits dit niet leidt tot een (uiteindelijke) toename van het personeelsbudget.

PO7. Het uitvoeren van personeelsbeheer en het in verband daarmee voor de gemeente dan wel namens het gemeentebestuur nemen van besluiten.

PO8. Het uitvoeren van Hoofdstuk 4 van de Leidraad bij organisatieveranderingen gemeente Almere 2008.

De bevoegdheid tot het samenstellen van een herplaatsingscommissie alsmede het aanwijzen van een secretaris voor die commissie mag niet worden ondergemandateerd.

NB.De aanduiding tussen (..) achter de hieronder opgenomen ondermandaten verwijst naar de oorspronkelijke bevoegdheid zoals opgenomen in de mandateringslijst gemeentesecretaris.

Stafdienst Bedrijfsvoering

  • 1.

    Het voorzien in de lijkbezorging en het verhalen van de door de gemeente daarvoor gemaakte kosten als bedoeld in de respectievelijke artikelen 21 en 22 van de Wet op de lijkbezorging. (OBI )

  • 2.

    Het aangaan, opzeggen etc. van verzekeringen . (OB2)

  • 3.

    Het openen van (bank)rekeningen. Het aanvragen van wijzigingen met betrekking tot bestaande (bank)rekeningen, zoals de tenaamstelling en de tekeningsbevoegdheid. (OB3)

  • 4.

    Het voor de gemeente Almere als werkgever al dan niet ter uitvoering van wetten, wettelijke voorschriften, regelingen etc nemen van besluiten, het verrichten van handelingen, het doen van aanvragen, het doen van meldingen, het afgeven van verklaringen etc. (OB4)

  • 5.

    Het uitvoeren van de Hoofdstukken 10 (Wachtgeld) en 11 (uitkeringsregeling ontslag) van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR). (POl)

  • 6.

    Het opnemen van kortlopende geldleningen, het uitlenen van gelden en het aangaan van langlopende geldleningen met inbegrip van het nemen van besluiten over het tussentijds wijzigen van de leningsvoorwaarden waaronder het rentepercentage, zulks met inachtneming van de door de raad gestelde voorschriften inzake treasury. (OB5)

  • 7.

    Het verzoeken tot teruggaaf dividendbelasting. (Al 2)

  • 8.

    Het ontzeggen van de toegang tot het Stadhuis en nevenvestigingen met dien verstande dat in elke ontzegging van de toegang tot uitdrukking moet worden gebracht dat de ontzegging niet van toepassing is op het eventueel bijwonen van openbare raadsvergaderingen. (OB82)

  • 9.

    Het op grond van artikel 2 van de "Procedureregeling beschrijving en waardering rasterfuncties gemeente Almere 2006" definitief vaststellen van de rasterfuncties met bijbehorende functieschalen. (P04)

Stafdienst Bestuurszaken en Control

  • 1.

    Het wijzigen van de "Uniforme gebiedsindeling" zoals vastgesteld bij BenW besluit van 18 december 2000 ten behoeve van onder meer de Atlas van Almere(= wijkmonitor), zulks met inachtneming van de bij dat besluit gestelde voorwaarden. (OB6)

  • 2.

    Het uitvoeren van artikel 2:48 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2011. (OB40)

Publiekszaken

  • 1.

    Het afdoen en ondertekenen van correspondentie betreffende het kiezersregister en het verstrekken van inlichtingen uit het kiezersregister. (OB65)

  • 2.

    Het uitvoeren van de Paspoortwet en de daarop gebaseerde Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 (PUN) en het Besluit paspoortgelden. Uitzondering: het aanwijzen van de functionarissen als bedoeld in de artikelen 79, eerste lid, en 90, tiende lid, van de PUN. (OB67)

  • 3.

    Het legaliseren van handtekeningen en het geven van arbeidskaarten. (OB68)

  • 4.

    Het verlenen van verlof op grond van artikel 68, eerste lid, van de Wet op de Lijkbezorging (ontleden van lijken). (OB69)

  • 5.

    Het verlenen van toestemming op grond van artikel 17, eerste lid, van de Wet op de Lijkbezorging (begraven/cremeren binnen 36 uur na overlijden of later dan op de vijfde dag van overlijden). (OB70)

  • 6.

    Het verstrekken van adviezen aan de verantwoordelijke minister/staatssecretaris inzake ingediende naturalisatieverzoeken. (OB71)

  • 7.

    - Het afnemen van verklaringen als bedoeld in de ToescheidingsovereenkomstSuriname.

    • -

      Het afgeven en ondertekenen van bewijzen van Nederlanderschap.

    • -

      Aanvragen om inlichtingen uit de registers van de justitiële documentatiedienst en de politieadministratie in verband met ingediende naturalisatieverzoeken. (OB72)

  • 8.

    - Beslissen op verzoeken om volmacht- en kiezers legitimatiekaarten.

  • -

    Zorgdragen voor inrichting stemlokaal en aanwijzing personen die het stembureau ten dienste worden gesteld.

  • -

    Uitreiken nieuwe oproepingskaart.

  • -

    In ontvangst nemen van processen-verbaal en verzegelde pakken/enveloppen stembureaus.

  • -

    Overbrengen processen-verbaal en verzegelde pakken naar voorzitter hoofdstembureau.

  • -

    In ontvangst nemen van een verklaring van ondersteuning. - Het verdelen van de gemeente in stemdistricten.

  • -

    Het per stemdistrict aanwijzen van een stemlokaal.

  • -

    Het benoemen van leden en plaatsvervangende leden van een stembureau.

  • -

    Het aanwijzen van plaatsen voor propagandaborden.

  • -

    Het benoemen en ontslaan van de leden en plaatsvervangende leden van het hoofdstembureau.

Instructie:

Met betrekking tot het benoemen alsmede het ontslaan, anders dan op eigen verzoek, dient voorafgaand de burgemeester te worden gehoord.

Het aanwijzen van een geschikte ruimte voor het houden van de zittingen van het hoofdstembureau. (OB73)

  • 9.

    Het van advies dienen van de verantwoordelijke minister met betrekking tot verzoeken tot wijziging van de achternaam. (OB74)

  • 10.

    Het beslissen op aanvragen om rijbewijzen en het nemen van besluiten tot ongeldig verklaren van rijbewijzen. (OB75)

  • 11.

    Het doen van aangifte van geboorten als bedoeld in artikel 19 lid 1 en 2 en artikel 19e lid 5 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. (OB76)

  • 12.

    Het uitvoeren van de Wet basisregistratie personen. (OB77)

    De directeur is bevoegd, zulks met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat, deze bevoegdheid onder te mandateren aan functionarissen van gemeenten die zijn aangesloten bij- en samenwerken in het Expatcenter Amsterdam Area, zulks ten behoeve van een doelmatige inschrijving van kennismigranten in de gemeentelijke basisadministraties van hun gemeenten en de hieruit volgende werkzaamheden.

    Beperking:deze bevoegdheid strekt zich niet uit tot de bevoegdheden zoals opgenomen in DSD 1.

  • 13.

    vervallen

  • 14.

    Het uitvoeren van de Verordening Woonlastenfonds Almere 2014.(0B79)

  • 15.

    Het benoemen van ambtenaren en buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand. (OB80)

  • 16.

    Het uitvoeren van het op de Rijkswet op het Nederlanderschap gebaseerde Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap en het Besluit optie- en naturalisatiegelden. (OB81)

  • 17.

    Het aanwijzen van locaties als "huis der gemeente" voor het voltrekken van huwelijken en partnerschapsregistraties. (OB83)

  • 18.

    Het toepassen van de zogenaamde hardheidsclausule alsmede het ambtshalve kwijtschelden van een opgelegde administratieve verhoging van de belastingaanslag als bedoeld in de respectievelijke artikelen 63 en 66 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. (OB84)

  • 19.

    Het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van belastingen als bedoeld in artikel 255, vijfde lid van de Gemeentewet. (OB85)

  • 20.

    Het op grond van de artikelen 30 en 31 van de Wet justitiële gegevens:

    • a.

      in ontvangst nemen en verzenden van aanvragen voor afgifte verklaringen omtrent gedrag aan de minister van Justitie;

    • b.

      onderzoeken van de volledigheid van de bij de aanvraag verstrekte gegevens en het zich verschaffen van de nodige zekerheid over de identiteit van de aanvrager;

    • c.

      zonodig adviseren van de minister van Justitie over bijzondere omstandigheden in de gemeente voorzover deze van belang zijn voor de beoordeling van de aanvraag om afgifte van de verklaring omtrent het gedrag. (OB86)

  • 21.

    Het vaststellen, wijzigen en intrekken van richtlijnen op het werkterrein van Publiekszaken (OB18)

Dienst Sociaal Domein

  • 1.

    Het - ten behoeve van de hieronder beschreven taken - uitvoeren van de Wet basisregistratie personen. (OB77)

    De directeur Dienst Sociaal Domein is in afwijking van het bepaalde in artikel I, lid 2, van het Mandaatbesluit gemeentesecretaris 2005 bevoegd het uitvoeren van de Wet basisregistratie persoonsgegevens onder te mandateren aan: - medewerkers van de afdeling Leren van de Dienst Sociaal Domein.

    Beperking mandaat: Het mandaat wordt uitsluitend verleend voor het verstrekken van gegevens uit het BRP:

  • -

    aan scholen ten behoeve van de inschrijvingsprocedure van leerlingen bij die scholen;

  • -

    aan de Officier van Justitie ten behoeve van de uitvoering van Leerplichtwet I 969 (toezending PV van bevindingen).

    Instructie: Van het ondermandaatbesluit, alsmede daarop aangebrachte wijzigingen wordt mededeling gedaan aan de afdelingsmanager Leren van de Dienst Sociaal Domein.

  • 2.

    vervallen.

  • 3.

    Het uitvoeren van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, alsmede de op deze wetten gebaseerde regelgeving. (OBI 2)

  • 4.

    Het uitvoeren van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen, alsmede de daarop gebaseerde regelgeving. (OBI 3)

  • 5.

    Het uitvoeren van de Verordening Wet kinderopvang en de Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de daarop gebaseerde regelgeving. (OBI 4)

  • 6.

    Het uitvoeren van de Wet inburgering en daarop gebaseerde regelgeving. (OBI 6)

  • 7.

    Het doen van aangifte inkomstenbelasting, en het doen van opgave van gegevens in verband met de afdracht Zorgverzekeringswet, en voorts het verrichten van al datgene wat ter uitvoering van de betreffende regelgeving nodig is.

  • 8.

    Het vaststellen, wijzigen en intrekken van richtlijnen op het werkterrein van Dienst Sociaal Domein. (OBI 7)

  • 9.

    Het aanvragen van indicatiestellingen bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). (OB93)

    De directeur is bevoegd, zulks met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat, deze bevoegdheid onder te mandateren aan niet onder de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur werkzame personen en organisaties.

  • 10.

    Het afgeven en weigeren van verklaringen als bedoeld in artikel 285, eerste lid onder f van de Faillissementswet alsmede de daarbij benodigde voorbereidingshandelingen, correspondentie en informatieverstrekking. (OB9)

    De directeur is bevoegd, zulks met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat, deze bevoegdheid onder te mandateren aan de directeur van de instantie welke in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de gemeente de gemeentelijke schuldhulpverlening uitvoert.

  • 11.

    Het uitvoeren van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken. (OB7)

  • 12.

    Het uitvoeren van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (alsmede daarop gebaseerde regelgeving). (OB15)

    De directeur is bevoegd deze bevoegdheid onder te mandateren aan niet onder de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur werkzame personen en organisaties.

  • 13.

    Het uitvoeren van de Leerplichtwet 1969. (OBl 9)

  • 14.

    Het uitvoeren van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Almere 2014. (OB21)

  • 15.

    Het uitvoeren van Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Almere. (OB22)

  • 16.

    Het uitvoeren van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere 2009, met uitzondering van vaststelling van het onderwijshuisvestingsprogramma, het overzicht en het bekostigingsplafond. (OB24)

  • 17.

    Het uitvoeren van de Wet publieke gezondheid. (OB27)

  • 18.

    Het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 alsmede van de daarop gebaseerde regelgeving. (OB28)

    De directeur is, gerechtigd om aan een directeur van een instelling als bedoeld in artikel2.1 van de Verordening eigen bijdrage M ON O2014 (Verordening) de bevoegdheid, met recht van ondermandaat, te verlenen tot vaststelling en inning van de eigen bijdrage als bedoeld in de Verordening alsmede de bevoegdheid tot het nemen van besluiten met betrekking tot de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang.De directeur is bevoegd, zulks met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat, om aan de directeur GGD Flevoland de bevoegdheid te verlenen tot het nemen van besluiten over maatschappelijke opvang.

  • 19.

    Het uitvoeren van de Wegenverkeerswet 1994 voor zover het betreft het nemen van besluiten inzake gehandicaptenparkeerkaarten en - plaatsen. (OB23)

  • 20.

    Het uitvoeren van de Jeugdwet en de daarop gebaseerde regelgeving. (OB29)

  • 21.

    De bevoegdheid tot het verstrekken van ondermandaat van aan de directeur van de Dienst Sociaal Domein ondergemandateerde bevoegdheden aan derden die niet werkzaam zijn binnen de Dienst Sociaal Domein, zulks met het recht van ondermandaat.

    Deze bevoegdheid mag niet worden uitgeoefend voor zover de wet zich tegen de ondermandatering van de bevoegdheid aan de externe verzet.

  • 22.

    Het mede voor de overige Flevolandse gemeenten, dan wel het voor één of meerdere van deze gemeenten, bij volmacht, (onder)mandaat of machtiging uitoefenen van bevoegdheden zoals deze bevoegdheden krachtens het op de centrumregeling 'Sociaal Domein Flevoland' gebaseerde Dienstverleningshandvest aan de gemeente Almere of één van haar bestuursorganen zijn- dan wel worden overgedragen. (OB20)

Dienst Stadsbeheer

NB.Met betrekking tot de onder 'Dienst Stadsbeheer' opgenomen bevoegdheden op het gebied van de bij of krachtens de volgende regelgeving/regelingen gestelde voorschriften:

  • •Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • Wet milieubeheer;

  • Woningwet;

  • Wet inzake de luchtverontreiniging;

  • Wet geluidhinder;

  • Waterwet;

  • Flora en faunawet;

  • Wet bodembescherming;

  • Ontgrondingenwet;

  • Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011,

is mandaat verstrekt aan:

1. de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek,voor zover het aan de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek overgedragen taken betreft;

2. de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied voor zover het aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied overgedragen taken betreft.(OBO)

  • 1.

    Het uitvoeren van de Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming alsmede de op deze wetten gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en voorts het geven van adviezen met betrekking tot de Waterwet. (OB38)

  • 2.

    Het uitvoeren van de Woningwet en de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur. (OB39)

  • 3.

    Het nemen van besluiten betreffende het verlenen van vrijstelling van bepalingen van een bestemmingsplan als bedoeld in de artikelen 15, 17, 19 tweede en derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening alsmede het in verband hiermee nemen van procedurele besluiten als bedoeld in de artikelen 18 en 19a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. (OB32)

  • 3a.

    1. Het nemen van besluiten betreffende het verlenen van ontheffing van bepalingen van een bestemmingsplan, als bedoeld in de artikelen 3.6, eerste lid onder c, 3.22 en 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), alsmede het in verband hiermede nemen van procedurele besluiten als bedoeld in artikel 3.24 Wro.

    • 2.

      Het nemen van besluiten betreffende het verlenen en intrekken van aanlegvergunningen, alsmede het beslissen omtrent aanhouding van verzoeken, als bedoeld in de artikelen 3.16, 3.17, 3.18 en 3.19 Wro.

    • 3.

      Het nemen van besluiten betreffende het verlenen, en intrekken van sloopvergunningen, alsmede het beslissen omtrent aanhouding van verzoeken, als bedoeld in de artikelen 3.20 en 3.21 Wro.

    • 4.

      Het nemen van besluiten betreffende:

      • a.

        het niet mogen aanvangen van bouwwerkzaamheden;

      • b.

        invordering;

      • c.

        intrekking van bouwvergunningen;in verband met het niet hebben betaald van exploitatiebijdragen, als bedoeld in artikel 6.21 Wro.

  • 5.Het verbinden van voorschriften aan bouwvergunningen dan wel omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen inzake te betalen exploitatiebijdragen, als bedoeld in artikel 6.17 Wro. (OB99)

  • 4.

    Het uitvoeren van de Bouwverordening 2007 en de Bouwverordening Almere 2012.(0Bl O)

  • 5.

    Het uitvoeren van de Afvalstoffenverordening Almere 2010 en de daarop gebaseerde Uitvoeringsregeling Afvalstoffenverordening. Het mandaat omvat mede de bevoegdheid tot het aanwijzen van (afval)locaties, zoals containeropstelplaatsen.

    Onder deze bevoegdheid wordt ook begrepen: het aanvullen en afwijken van de onderhavige Uitvoeringsregeling en/daartoe behorende bijlagen, met name waar het betreft, vooruitlopend op aanpassing van deze regeling, (voorgenomen) beleidswijzigingen, pilots, c.q. het uitrollen daarvan naar locaties. (OB41)

  • 6.

    Het uitvoeren van de Marktverordening Almere 2012 en het daarop gebaseerde Marktreglement Almere 2012. (OB42)

  • 7.

    Het uitvoeren van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en daarop gebaseerde regelgeving. (OB43)

  • 8.

    Het uitvoeren van de Wrakkenwet. (OB44)

  • 9.

    Het uitgeven en intrekken van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 Algemene wet bestuursrecht.

    De directeur is bevoegd, zulks met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat, deze bevoegdheid onder te mandateren aan het hoofd van het organisatieonderdeel van Brandweer Flevoland dat belast is met Risicobeheersing. (OB11)

  • 10.

    Het uitvoeren van de Telecommunicatieverordening 2008. (OB45)

  • 11.

    Het op grond van de nota uitvoering gladheidsbestrijding (B&W besluit d.d. 14 oktober 1997) jaarlijks vaststellen van het actie(uitvoerings)plan gladheidsbestrijding met de strooiroutekaart(en). (OB46)

  • 12.

    Het aanwijzen van de grenzen van uitgegeven of verworven gronden aan het kadaster. (OB47)

  • 13.

    Het uitvoeren van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de daarop gebaseerde regelgeving en de Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen 2005. (OB14)

  • 14.

    Het uitvoeren van de wegenverkeerswetgeving en het uitvoeren van de Parkeerverordening met uitzondering van de artikelen 2 en 5 eerste lid, alsmede het uitvoeren van alle (algemene) A-bevoegdheden en alle (dienstspecifieke) Stadsbeheer bevoegdheden die (verder) genoemd zijn in de(ze) Mandateringslijst, voor zover betrekking hebbend op de uitoefening van voornoemde bevoegdheden en op de uitvoering van het parkeerbeleid in ruime zin, zoals het vaststellen van de openingstijden van de gemeentelijke parkeergarages, e.e.a. voor zover een daartoe benodigde bevoegdheid niet van mandaat is uitgesloten. (OB30)

    Aandachtspunt In afwijking van het Mandaatbesluit 2005 impliceert het onderhavige mandaat tevens de bevoegdheid tot gehele of gedeeltelijke ondermandatering aan (niet ondergeschikte) externe (functionarissen van) organisaties die door de gemeente zijn belast met de uitvoering van de hier bedoelde taken. Laatstgenoemde bevoegdheid mag niet verder worden ondergemandateerd dan aan (het niveau van) de directeur Stadsbeheer.

  • 15.

    Het op grond van de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit en de daarop gebaseerde regelgeving en normen aanwijzen vanInstallatieverantwoordelijken conform NEN3140, is voorbehouden aan de directeur Stadsbeheer. Daarbij heeft de Installatieverantwoordelijke vervolgens de bevoegdheid tot het aanwijzen van Werkverantwoordelijken, Vakbekwame Personen en Voldoende Onderrichte Personen (VOP), alsmede de met hun onderscheiden taken samenhangende bevoegdheden. Alle genoemde functionarissen kunnen in hun functie dan wel als persoon worden aangewezen en kunnen ook worden aangewezen als het

    buiten de desbetreffende dienst dan wel buiten de gemeente werkzame personen betreft. (OB4)

    Beperking: de directeur Stadsbeheer is gerechtigd de hiervoor beschreven bevoegdheid tot aanwijzing van Installatieverantwoordelijken conform NENl 340, enkel onder te mandateren aan de binnen zijn dienst werkzame afdelingsmanagers. De andere genoemde functionarissen, alsook de afdelingsmanagers, zijn niet bevoegd deze bevoegdheid onder te mandateren.

  • 16.

    Het uitvoeren van de Algemene Plaatselijke Verordening 2011 en de daarop gebaseerde regelgeving. (OB40)

  • 17.

    Het uitvoeren van de Wet op de Dierenbescherming. (OB48)

  • 18.

    Het uitvoeren van de Wet op de Kansspelen en de op deze wet gebaseerde regelgeving. (OB49)

  • 19.

    Het uitvoeren van de Winkeltijdenwet en de op deze wet gebaseerde regelgeving. (OB50)

  • 20.

    Het uitvoeren van de Wet op de openluchtrecreatie en de op deze wet gebaseerde regelgeving. (OB51)

  • 21.

    vervallen.

  • 22.

    Het uitvoeren van de Drank- en Horecawet en daarop gebaseerde regelgeving. (OB50)

  • 23.

    Het uitvoeren van de Zondagswet. (OB53)

  • 24.

    Het uitvoeren van de Scheepvaartverkeerswet en het daarop gebaseerde Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en het Binnenvaartpolitiereglement. (OB54)

  • 25.

    Het uitvoeren van luchtvaartwetgeving voor zover betrekking hebbend op landen en stijgen van helikopters en luchtballonnen, het oplaten van (kabel)ballonnen, het landen van parachutisten e.d. (OB55)

  • 26.

    Het aanvragen alsmede het uitvoeren van de door de verantwoordelijke Minister te verlenen ontheffingen als bedoeld in artikel 75 van de Flora en Faunawet. (OB65)

  • 27.

    Het op grond van het besluit Bodemkwaliteit: (OB64)

    • a.

      vaststellen van bodemkwaliteitskaarten betreffende het grondgebied van Almere;

    • b.

      erkennen/accepteren van (water)bodemkwaliteitskaarten van gemeenten en/of waterkwaliteitsbeheerders binnen of grenzend aan de provincie Flevoland, mits deze kaarten door een ingevolge het Besluit Bodemkwaliteit bevoegd gezag is vastgesteld;

    • c.

      opstellen en wijzigen van checklijsten, formulieren en andere administratieve documenten die voor de uitvoering van de nota bodembeheer worden gebruikt;

    • d.

      feitelijk aanpassen van de bodemkwaliteitskaart indien door onze raad of door een partnergemeente afwijkende lokale maximale waarden zijn vastgesteld voor een bepaald gebied.

  • 28.

    vervallen

  • 29.

    Het vaststellen van de bedieningstijden van de sluis in Almere-Haven en openstelling van de zelfbedieningssluizen. (OB56)

  • 30.

    Het afgeven van verklaringen van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3.3.4 vijfde lid van het Vuurwerkbesluit. (OB57)

  • 31.

    Het vaststellen van inrichtingstekeningen voor groot onderhoud woonwijken. (OB58)

  • 32.

    vervallen

  • 33.

    Het ten behoeve van tuinvergrotingen uitgeven van gronden in eigendom of bruikleen. (A8)

  • 34.

    1. Het op grond van de artikelen 170 t/m 173 van de Wegenverkeerswet 1994 (wegsleepregeling) juncto artikel 125 Gemeentewet en Titel 5:3 en 5:4 van de Algemene wet bestuursrecht:

    • a.

      al dan niet op verzoek beslissen tot toepassing van bestuursdwang inzake het wegslepen van voertuigen;

    • b.

      overbrengen en in bewaring stellen van een voertuig, indien met het voertuig een bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met de in de Wegenverkeerswet 1994 genoemde omstandigheden;

    • c.

      bekendmaken van de beschikking tot toepassing van bestuursdwang.

    • d.

      bijhouden van een register waarin aantekening wordt gehouden van de gevallen waarin het overbrengen en in bewaring stellen wordt uitgeoefend;

    • e.

      innen van de kosten verbonden aan de bestuursdwang, inclusief de bevoegdheid tot het opschorten van de afgifte van een voertuig totdat de kosten zijn voldaan;

    • f.

      invorderen van de kosten, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, bij dwangbevel;

    • g.

      verkopen, om niet in eigendom overdragen of vernietigen van overgebrachte en in bewaring genomen voertuigen;

    • h.

      terugbetalen van de kosten, verbonden aan de toepassing van de bestuursdwang in omstandigheden als bedoeld in artikel 172, leden 3 tot en met 7, van de Wegenverkeerswet 1994.

    • 2.

      Het op grond van artikel 3 van de Wegsleepverordening Almere 2002 vaststellen van de openingstijden van de bewaarplaats voor voertuigen.

      De directeur is bevoegd de bevoegdheden als vermeld onder 1 sub a t/m c onder te mandateren aan:

    • -

      de executieve politieambtenaren van de Regio Midden-Nederland;

    • -

      de door de Politiechef van de Regio Midden-Nederland aangewezen overige medewerkers van dat korps en de door hem aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA's) werkzaam binnen de gemeente Almere.(OB92)

  • 35.

    Het op grond van het Reglement naamgevingscommissie openbare ruimte Almere benoemen van de leden van de commissie alsmede het aanwijzen van één of meer ambtenaren als secretaris van de commissie. (OB95)

    Instructie:

    Met betrekking tot de benoeming van burgerleden dient voorafgaand de burgemeester te worden gehoord.

  • 36.

    Het op grond van het Reglement Marktcommissie Almere benoemen van de leden van de commissie alsmede het benoemen van een fungerend voorzitter van de commissie. (OB94)

  • 37.

    Het aanvragen van adviezen als bedoeld in artikel 9 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB-advies).(OB89)

  • 38.

    vervallen

  • 39.

    vervallen

  • 40.

    Het uitvoeren van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en de daarop gebaseerde regelgeving (Verordening naamgeving en nummering Almere 2011). (OB102)

  • 41.

    Het verstrekken van toestemmingen voor het leggen, onderhouden en verwijderen van kabels en leidingen in de door de gemeente Almere beheerde gebieden. (OB104)

  • 42.

    Het uitvoeren van de Leegstandwet. (OB108)

  • 43.

    Het uitoefenen van controle op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deWet arbeid vreemdelingen (Wav), voor zover deze van belang kan zijn voor de gemeente Almere, en het binnen de taakuitoefening zonodig melding maken bij de Arbeidsinspectie en/of politie van (mogelijke) overtredingen van de Wav. Hiermeewordt niet in formele zin bedoeld het toezicht genoemd in artikel 14 Wav. (OB109)

  • 44.

    Het uitvoeren van de Wet Geluidhinder. (OB61)

  • 45.

    Het uitvoeren van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop gebaseerde regelgeving. (OB110)

Dienst Stedelijke Ontwikkeling

NB. Met betrekking tot de onder 'Dienst Stedelijke Ontwikkeling' opgenomen bevoegdheden op het gebied van de bij of krachtens de volgende regelgeving/regelingen gestelde voorschriften:

  • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • Wet milieubeheer;

  • Woningwet;

  • Wet inzake de luchtverontreiniging;

  • Wet geluidhinder;

  • Waterwet;

  • Flora en faunawet;

  • Wet bodembescherming;

  • Ontgrondingenwet;

  • Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011,

is mandaat verstrekt aan:

1. de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek, voor zover het aan de Gooi en Vechtstreek overgedragen taken betreft;

2. de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied voor zover het aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied overgedragen taken betreft

  • 1.

    Uitgifte van gronden, anders dan voor tuinvergroting, en de vestiging van alle daarmee samenhangende persoonlijke en zakelijke rechten. (A8)

  • 2.

    Het vooruitlopend op het notarieel transport in gebruik geven van gronden aan toekomstige verkrijgers. (OB34)

  • 3.

    Het verlenen dan wel weigeren van verklaringen met betrekking tot de verkoop van koopwoningen op basis van geldende anti-speculatiebedingen. (OB35)

  • 4.

    Het vaststellen van definitieve uitwerkingsplannen. (OB33)

    Beperking:deze bevoegdheid mag niet worden uitgeoefend wanneer tegen het ontwerp van het uitwerkingsplan zienswijzen zijn ingediend.

  • 4a.

    Het verrichten van handelingen in het kader van afdeling 3.3 en hoofdstuk 3a van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) ter voorbereiding op het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 en 3.40 van de Wro.

    Onder handelingen wordt tevens begrepen het nemen van benodigde procedurele besluiten niet zijnde inhoudelijke besluiten omtrent zienswijzen. (OBI OO)

  • 5.

    vervallen

  • 5a.

    Het verrichten van handelingen ter voorbereiding en afwikkeling van:

    • a.

      de vaststelling, uitwerking of wijziging van bestemmingsplannen en exploitatieplannen als bedoeld in de afdelingen 3.1, 3.2, 3.2a en afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro);

    • b.

      verzoeken om tegemoetkoming van schade op grond van afdeling 6.1 van de Wro;

    • c.

      een coördinatieregeling op grond van afdeling 3.6 van de Wro;

    • d.

      de vaststelling van een structuurvisie als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Wro;

    • e.

      de vaststelling van een beheersverordening als bedoeld afdeling 3.7, hoofdstuk 3a Wro.

      Onder handelingen wordt tevens begrepen het nemen van benodigde procedurele besluiten niet zijnde inhoudelijke besluiten omtrent zienswijzen. (OBl Ol)

  • 6.

    Het uitvoeren van:

  • -

    de Wet Personenvervoer 2000;

  • -

    de Wegenverkeerswetgeving voor zover het betreft:

  • -

    het ingevolge artikel 87 RVV 1990 nemen van besluiten op aanvragen om ontheffing van artikel 81 RVV 1990;

  • -

    het nemen van verkeersbesluiten als bedoeld in artikel 18, eerste lid aanhef en onder d van de Wegenverkeerswet 1994 met uitzondering van het plaatsen van het verkeersbord individuele gehandicaptenparkeerplaats.

  • 7.

    Het uitvoeren van de subsidieverordening Woninggebonden Subsidies 2002 t/m 2004 inclusief uitvoering van het verdeelbesluit en de door de gemeenteraad inzake de uitvoering van de vaststelling van de deelbudgetten aan burgemeester en wethouders gemandateerde bevoegdheden. Voor de toepassing van dit mandaat wordt onder subsidieverordening tevens begrepen de subsidieverordeningen Woninggebonden Subsidies die zijn vastgesteld voor de jaren voorafgaand aan 2002. (OB59)

  • 8.

    Het treffen van betalingsregelingen inzake gedwongen verkopen van woningen en de (financiële) afwikkeling ervan. (OB60)

  • 9.

    Het uitvoeren van de Wet Milieubeheer, de Wet bodembescherming en de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en voorts het geven van adviezen met betrekking tot de Waterwet. (OB38)

  • 10.

    Het uitvoeren van de Wet Geluidhinder. (OB61)

  • 11.

    Het uitvoeren van de Verordening Stimuleringsfonds Bereikbare Koopwoningen Almere. (OB62)

  • 12.

    Het uitvoeren van de Verordening Woonreserve Bestaande Stad Almere. (OB63)

  • 13.

    Het uitvoeren van de Huisvestingswet incl. de daarop gebaseerde regelgeving behoudens voor zover in genoemde wet- en regelgeving bevoegdheden aan een ander bestuursorgaan zijn voorbehouden (OB8)

    De directeur is bevoegd, zulks met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat, om het uitvoeren van de gehele dan wel de gedeeltelijke uitvoering van de op de Huisvestingswet gebaseerde regelgeving onder te mandateren aan een externe partij.

  • 14.

    Het aanvragen alsmede het uitvoeren van de door de Minister te verlenen ontheffingen als bedoeld in artikel 75 van de Flora en Faunawet. (OB65)

  • 15.

    vervallen

  • 16.

    Het uitvoeren van de Subsidieverordening bouwbegeleiding particulier opdrachtgeverschap Almere 2007. (OB98)

  • 17.

    Het uitvoeren van de procedurebepalingen van afdeling 6.1 van WRO en het BRO inclusief de daarop gebaseerde regelgeving. (OB103)

  • 18.

    Het elektronisch waarmerken en publiceren (met behulp van een manifest) van ruimtelijke plannen en besluiten op grond van de artikelen 1.2.1 eerste lid en 1.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening juncto de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008.(OB106)

  • 19.

    vervallen

  • 20.

    Het uitvoeren van de Monumentenwet 1988 èn de Erfgoedwet alsmede van de daarop gebaseerde regelgeving. (OB25)

    Aandachtpunt: naar verwachting treedt met ingang van 1 juli 2016 de Erfgoedwet in werking. De Monumentenwet 1988 gaat daar deels in op. Een ander deel van de Monumentenwet wordt in de Omgevingswet opgenomen. De inwerkingtredingsdatum van laatstgenoemde wet staat op dit moment nog niet vast.

    Beperkingmandaat

  • Het nemen van een besluit tot vergunningverlening om een behoudenswaardige vindplaats niet in te passen blijft voorbehouden aan het college.