Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Almere 2016

Geldend van 21-10-2016 t/m heden

Intitulé

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Almere 2016

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Almere 2016

De raad van de gemeente Almere;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 april 2016,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Hoofdstuk 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college van burgemeester en wethouders:

    college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

  • b.

    net of netwerk:

    samenstel van ondergrondse kabels en/of leidingen, bestemd voor

    het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie (een elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1. onder e en h van de Telecommunicatiewet);

  • c.

    kabels en/of leidingen:

    kabels en/of leidingen als onderdeel van een openbaar net(werk), daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, voorzieningen (afsluiters, brandkranen, lassen, etc.) en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken; voorbeelden van deze kabels en/of leidingen zijn kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen en waterleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen) en kabels en/of leidingen ten behoeve van stadsverwarming en industriële netwerken;

  • d.

    bovengrondse voorzieningen:

    transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations die onderdeel

    uitmaken van een net of netwerk, als bedoeld in onderdeel b. van dit artikel, die bovengronds in de openbare ruimte worden geplaatst;

  • e.

    (huis)aansluiting:

    het gedeelte van de kabel en/of leiding door openbare grond dat een

    netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een

    onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d,

    van de Wet Waardering Onroerende Zaken;

  • f.

    openbare gronden:

    openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet;

  • g.

    netbeheerder:

    de rechtspersoon die acteert als beheerder van een net of netwerk voor de levering van elektriciteit, gas, water, aardwarmte of WKO (Warmte Koude Opslag), dan wel aanbieder is van een (al dan niet openbaar) elektronisch communicatienetwerk;

  • h.

    grondroerder:

    degene, waaronder de netbeheerder, onder wiensverantwoordelijkheid

    of leiding werkzaamheden worden verricht;

  • i.

    werkzaamheden:

    handmatige en/of mechanische (graaf)werkzaamheden, inclusief het

    opbreken en herstel van de sleufverharding, in of op de openbare

    grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen;

  • j.

    spoedeisende werkzaamheden:

    reparatie of onderhoudswerk waarvan uitstel niet mogelijk is als een

    ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het betreffende net is opgetreden en/of schade ontstaat;

  • k.

    werkzaamheden vanniet ingrijpende aard: het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen (mantelbuizen);

    reparaties of onderhoudswerk aan kabels en/of leidingen met een gezamenlijke tracélengte tot vijfentwintig (25) meter en niet vallend onder onderdeel j. van dit artikel en waarbij geen wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist;

    het maken van (huis)aansluitingen, waarbij geen wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist, tot een gezamenlijke tracélengte van vijfentwintig (25) meter;

    het maken van een montagegat c.q. lasgat; een opbreking met beperkte afmeting, maximaal 5 m², die wordt gemaakt t.b.v. het plaatsen van een handhole, de toegang tot een handhole, plaatsen van afsluiters, het opgraven van een kabelrol t.b.v. (huis)aansluitingen, het maken van aftakkingen, voor het herstellen van kabel- c.q. leidingstoringen, voor inspectiedoeleinden, etc.;

  • l.

    niet-openbare kabels en/of leidingen:

    kabels en/of leidingen (dan wel het netwerk waartoe deze behoren) dieniet gebruikt worden om openbare (voor het publiek beschikbare) diensten aan te bieden;

  • m.

    registratiesysteem:

    digitaal systeem dat de gemeente gebruikt om meldingen, vergunningen en instemmingen van werkzaamheden aan kabels en/of leidingen en alles wat daarmee samenhangt te verwerken.

Artikel 2 Coördinatie van werkzaamheden

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders is belast met de coördinatie van werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen.

  • 2.

    Bij deze coördinatie worden mede betrokken andere werkzaamheden in of op openbare gronden.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt nadere regels vast met betrekking tot:

    • a.

      de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders werkzaamheden in of op openbare gronden coördineert;

    • b.

      de eisen met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

    • c.

      de redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 12, lid 1, van de Woningwet;

    • d.

      het bevorderen van het medegebruik van voorzieningen.

Hoofdstuk 2: Werkzaamheden inzake kabels en/of leidingen, uitgezonderd kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk

Artikel 4 Reikwijdte van hoofdstuk 2 van deze verordening

Hoofdstuk 2 is van toepassing op werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen, met uitzondering van werkzaamheden die onder de reikwijdte van hoofdstuk 3 vallen.

Artikel 5 Vergunning/melding

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning werkzaamheden uit te voeren in of op openbare gronden inzake de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en/of leidingen en/of bovengrondse voorzieningen te plaatsen.

  • 2.

    Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard.

  • 3.

    Voor werkzaamheden als bedoeld in het tweede lid moet minimaal 5 werkdagen voorafgaand aan de werkzaamheden een (digitale) melding worden gedaan aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Spoedeisende werkzaamheden dienen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college van burgemeester en wethouders. Indien achteraf blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden vergunningsplichtig zijn, dient er alsnog een vergunning aangevraagd te worden.

  • 5.

    Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente bij het uitvoeren van haar publiekrechtelijke taak.

Artikel 6 Beslistermijnen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag voor een vergunning, zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    2.Het college van burgemeester en wethouders beslist op een melding, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, binnen vijf werkdagen na de datum van ontvangst daarvan.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3 (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Een vergunning kan worden geweigerd in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de openbare veiligheid;

  • c.

    het voorkomen of beperken van overlast;

  • d.

    de bereikbaarheid van gronden en gebouwen;

  • e.

    de ondergrondse ordening.

Artikel 8 Wijzigen of Intrekken vergunning

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan de vergunning wijzigen of intrekken, indien:

    • a.

      de netbeheerder niet binnen een half jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning met de werkzaamheden als omschreven in de vergunning is begonnen;

    • b.

      de in de vergunning benoemde werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van zes maanden stil liggen;

    • c.

      de netbeheerder de leiding definitief buiten gebruik heeft gesteld;

    • d.

      de vergunning is verleend tengevolge van onjuiste of onvolledige gegevens;

    • e.

      de vergunning in strijd met enig wettelijk voorschrift is afgegeven;

    • f.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

    • g.

      na het verlenen van de vergunning naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven

      van de vergunning onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu;

    • h.

      dit naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders redelijkerwijs nodig is vanwege de uitvoering van gemeentelijke werkzaamheden van openbaar belang en

      algemeen nut;

    • i.

      er sprake is van verkoop van gronden in eigendom van gemeente, behorende tot de openbare grond, aan derden.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders gaat niet over tot intrekking of wijziging van de vergunning dan nadat het college van burgemeester en wethouders de houder van de vergunning heeft gehoord.

  • 3.

    Aan het besluit tot wijziging of intrekking van de vergunning kan de verplichting worden verbonden om de betreffende leiding(en) te verleggen/verplaatsen en/of deze te verwijderen.

Hoofdstuk 3: Werkzaamheden inzake kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk

Artikel 9 Reikwijdte van hoofdstuk 3 van deze verordening

Hoofdstuk 3 is van toepassing op werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van:

  • a.

    kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet, die ten dienste staan van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de Telecommunicatiewet; en

  • b.

    ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15 van de Telecommunicatiewet.

Artikel 10 Instemmingsvereiste

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een instemmingbesluit werkzaamheden uit te voeren in of op openbare gronden inzake de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en/of leidingen en/of bovengrondse voorzieningen te plaatsen.

  • 2.

    Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Almere wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag voor een instemmingsbesluit het college van burgemeester en wethouders schriftelijk in kennis gesteld van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de overige gedoogplichtige(n).

  • 3.

    Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard, als bedoeld in onderdeel k. van artikel 1, is geen instemmingsbesluit, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk maar kan worden volstaan met een (digitale) melding vooraf aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in onderdeel j. van artikel 1, dienen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden gemeld te worden. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college van burgemeester en wethouders. Indien achteraf blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden instemmingsplichtig zijn, dient er alsnog een instemmingsbesluit aangevraagd te worden.

  • 5.

    Het instemmingsbesluit vervalt indien daarvan geen gebruik wordt gemaakt binnen een half jaar na de datum waarop het besluit onherroepelijk is geworden.

  • 6.

    Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente bij het uitvoeren van haar publiekrechtelijke taak.

Artikel 11 Beslistermijnen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag voor een instemmingsbesluit binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college van burgemeester en wethouders binnen acht weken na de dag van ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 3.

    Indien het werkzaamheden van niet ingrijpende aard betreft beslist het college van burgemeester en wethouders binnen vijf werkdagen na de datum van ontvangst van de melding.

  • 4.

    Paragraaf 4.1.3.3 (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Hoofdstuk 4: Aanvragen en melden van werkzaamheden

Artikel 12 Gegevensverstrekking

  • 1.

    Voor het aanvragen van een vergunning, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, of een instemmingsbesluit als bedoeld in artikel 10, eerste lid, dient gebruik te worden gemaakt van daartoe door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde (digitale) formulieren en/of registratiesysteem.

  • 2.

    Bij een aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit dienen de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • a.

      een schriftelijke machtiging als het een aanvraag betreft voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen voor of namens een netbeheerder;

    • b.

      naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen en van de (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en telefoonnummer van de contactpersoon voor de werkzaamheden;

    • c.

      een opgave van het aantal, de soort en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen;

    • d.

      welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden;

    • e.

      een verkeers- en bereikbaarheidsplan;

    • f.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • -

        een (digitale) GBKN tekening (DWG- of PDF-formaat) met legenda, eenduidige envolledige maatvoering (RD-coördinaten) met daarop aangegeven een opgave van het gewenste tracé;

      • -

        overtuigende gegevens en inzicht omtrent de uitvoerbaarheid van de voorgenomen werkzaamheden binnen de beschikbare ruimte, waaruit ook blijkt dat de bereikbaarheid van de overige kabels en/of leidingen blijft gewaarborgd;

      • -

        een opgave van de objecten (bovengrondse voorzieningen en de afmetingen daarvan, handholes c.q. distributiepunten, brandkranen, etc.), zowel van permanente als tijdelijke aard, die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst en de situering daarvan op de tekening;

      • -

        de tracélengte en de lengte en breedte van de te graven sleuf, alsmede de aard van de sleufbedekking;

      • -

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden.

  • 3.

    Indien de werkzaamheden betrekking hebben op kabels van elektronische communicatienetwerken dienen, aanvullend op het tweede lid, bij de aanvraag tevens de volgende gegevens te worden verstrekt:

      • -

        indien van toepassing, een opgave van andere gedoogplichtigen waarmee afstemming plaatsvindt;

      • -

        en opgave van het aantal kabels dat direct in gebruik wordt genomen en een opgave van het aantal kabels dat niet direct in gebruik wordt genomen.

  • 4.

    Bij een melding ten behoeve van spoedeisende werkzaamheden en werkzaamheden van niet ingrijpende aard dienen de volgende gegevens te worden verstrekt:

      • a.

        een schriftelijke machtiging indien het een aanvraag betreft voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen voor of namens een netbeheerder;

      • b.

        naam, adres en woonplaatsgegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, naam en adres van de (onder)aannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en telefoonnummer van de contactpersoon voor de werkzaamheden;

      • c.

        het adres van de graaflocatie;

      • d.

        de dagtekening van de melding;

      • e.

        de lengte van de sleuf die wordt opengebroken;

      • f.

        het oppervlak dat wordt opengebroken indien het alleen een montagegat betreft.

Artikel 13 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het bepaalde in dit artikel geldt niet indien hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan aan de vergunning, het instemmingsbesluit en aan meldingsplichtige werkzaamheden nadere voorschriften of beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid;

    • c.

      het voorkomen of beperken van overlast; waaronder mede verstaan wordt de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen; waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van evenementen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het beschermen van reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van een afvaltransportsysteem (OAT), de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.

  • 3.

    De voorschriften of beperkingen, zoals genoemd in het eerste lid, kunnen slechts betrekking hebben op:

    • a.

      het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering bij aanleg, instandhouding, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en/of leidingen;

    • b.

      het bevorderen van medegebruik van voorzieningen die door derden of de gemeente Almere tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld;

    • c.

      afstemming met betrekking tot overige in de grond aanwezigewerken.

  • 4.

    De wijze van uitvoering bij de aanleg, instandhouding (inclusief het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen) en opruiming van kabels en/of leidingen en medegebruik van voorzieningen moet gebeuren conform de in de gemeente van toepassing zijnde nadere regels zoals bedoeld in artikel 3.

  • 5.

    De grondroerder is verplicht na het einde van de werkzaamheden de grond, eventuele verhardingen en beplanting terug te brengen in de oude staat, tenzij het college van burgemeester en wethouders vooraf heeft aangegeven hier (gedeeltelijk) zelf zorg voor te willen dragen.

Artikel 14 (Mede)gebruik van voorzieningen

  • 1.

    Een grondroerder maakt op verzoek van het college bij de aanleg of instandhouding van kabels en/of leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik van bestaande, hetzij door overige netwerkaanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, marktconforme voorzieningen indien dit technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

  • 2.

    Een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels en/of leidingen, dient de grondroerder een alternatief tracé te kiezen.

Hoofdstuk 5: Overige bepalingen

Artikel 15 Het nemen van maatregelen en nadeelcompensatie

  • 1.

    Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op verzoek van de gemeente zijn de wettelijke regels van de Telecommunicatiewet van toepassing.

  • 2.

    Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden gelden de volgende bepalingen (tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen):

    • a.

      De netbeheerder is verplicht op aanwijzing van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen ten dienste van zijn netwerk;

    • b.

      Eventuele nadeelcompensatie wordt verleend op basis van een publiekrechtelijke regeling of schriftelijk vastgelegde (privaatrechtelijke) afspraken;

    • c.

      Het college van burgemeester en wethouders en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

    • d.

      Na een aanwijzing, zoals bedoeld onder a, tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan zestien (16) weken na de datum van ontvangst van de aanwijzing.

Artikel 16 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1.

    Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en/of leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Het opnemen van het eerste lid van dit artikel in deze verordening houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente Almere met betrekking tot niet-openbare kabels en/of leidingen.

Artikel 17 Overleg

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders organiseert periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente Almere bekende netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen worden uitgenodigd.

  • 2.

    In dit overleg worden de plannen van de gemeente Almere en van de diverse netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen besproken en eventueel afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.

Hoofdstuk 6: Handhavings- en toezichtbepalingen

Artikel 18 Toezicht en handhaving

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen.

Artikel 19 Bevoegdheid college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:

  • 1.

    zonder vergunning, instemmingsbesluit of zonder toestemming ingeval van meldingsplicht;

  • 2.

    in afwijking van de voorschriften zoals opgenomen in de vergunning of het instemmingsbesluit;

  • 3.

    in afwijking van de nadere regels;

  • 4.

    in strijd met het geldende breekverbod.

Hoofdstuk 7: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Op de datum van inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde verordening wordt de huidige Telecommunicatieverordening gemeente Almere, zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 18 december 2008, ingetrokken.

Artikel 21 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten genomen krachtens de verordening als bedoeld in artikel 21, tweede lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als de besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Op aanvragen voor een instemmingsbesluit of vergunning waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden, wordt met toepassing van deze verordening een besluit genomen.

Artikel 22 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

"Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Almere 2016".

Aldus vastgesteld door de Raad van de gemeente Almere in zijn openbare vergadering van 26 mei 2016

De griffier, de voorzitter,

J.D. Pruim F.M. Weerwind