Nadere regels forfaitaire loonkostensubsidie Almere 2016

Geldend van 16-11-2016 t/m heden

Intitulé

Nadere regels forfaitaire loonkostensubsidie Almere 2016

Nadere regels forfaitaire loonkostensubsidie Almere 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

Gelet op:

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2 onder g en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Almere 2011;

  • -

    Het wetsvoorstel ‘Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met stroomlijning van de loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet en enkele andere wijzigingen’ van 5 juli 2016 (Kamerstukken II 2015-16, 34514, nr. 2.) waarbij artikel 10d van de Participatiewet zal worden gewijzigd per 1 januari 2017;

  • -

    De geboden mogelijkheid om de forfaitaire loonkostensubsidie per datum indiening van het voornoemde wetsvoorstel toe te kunnen passen (Kamerstukken II 2015-16, 34514, nr. 3, p. 3.);

  • -

    Artikel 5, tweede lid en artikel 13 vijfde lid van de Participatieverordening gemeente Almere 2015;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Nadere regels forfaitaire loonkostensubsidie Almere 2016

Artikel 1. Begripsbepalingen

De begripppen die in de nadere regels worden gebruikt, dienen geïnterpreteerd te worden zoals deze zijn opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht, de Participatiewet en de Particpatieverordening gemeente Almere 2015.

Artikel 2. Doel

Het college beoogt met het, in overleg met betrokken werkgever en kandidaat, inzetten van de mogelijkheid van forfaitaire loonkostensubsidie voor een periode van maximaal 6 maanden er aan bij te dragen dat kandidaten die behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie eerder worden geplaatst in een dienstbetrekking bij een werkgever, waardoor een snelle start voor een kandidaat wordt gerealiseerd en op korte termijn de financiele tegemoetkoming voor de werkgever is gewaarborgd.

Artikel 3. Reikwijdte van de nadere regels

  • 1. Deze nadere regels zijn van toepassing op het verstrekken van forfaitaire loonkostensubsidie voor kandidaten die behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie.

  • 2. Het college stelt op grond van artikel 10c van de Participatiewet vast of een kandidaat behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e van de Participatiewet.

  • 3. Bij het vaststellen of een kandidaat tot de doelgroep forfaitaire loonkostensubsidie behoort neemt het college de volgende criteria in acht:

    • a.

      De kandidaat moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet;

    • b.

      De kandidaat is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen;

    • c.

      De kandidaat heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie;

    • d.

      De loonwaarde van de kandidaat kan bij aanvang van de dienstbetrekking onvoldoende nauwkeurig worden vastgesteld;

  • 4. Artikel 40, eerste lid van de Participatiewet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4. Forfaitaire loonkostensubsidie

  • 1. Het college kan aan een werkgever ten behoeve van een kandidaat een forfataire loonkostensubsidie verlenen met inachtneming van het bepaalde in deze nadere regels.

  • 2. De maximale periode waarvoor forfaitaire loonkostensubsidie kan worden verleend bedraagt 6 maanden.

  • 3. De hoogte van de forfaitaire loonkostensubsidie bedraagt gedurende een periode van maximaal de eerste zes maanden van de dienstbetrekking 50 procent van het totale bedrag van het wettelijk minimumloon en de aanspraak op vakantiebijslag op grond van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, vermeerderd met een bij ministeriële regeling vastgestelde vergoeding voor werkgeverslasten.

  • 4. Bij aanvang van de forfaitaire loonkostensubsidie kan worden bepaald op welke termijn, met in achtneming van het eerste lid van dit artikel, de daadwerkelijke loonwaarde zal worden vastgesteld waarna de tot dan toegekende forfaitaire loonkostensubsidie zal worden omgezet naar de loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 16 en verder van de Participatieverordening gemeente Almere 2015.

  • 5. De forfaitaire loonkostensubsidie wordt naar evenredigheid verminderd indien de overeengekomen arbeidsduur korter is dan de normale arbeidsduur zoals bedoeld in artikel 12 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

  • 6. Indien het college forfaitaire loonkostensubsidie verleent als bedoeld in deze nadere regels, dan verleent het college ten aanzien van dezelfde dienstbetrekking geen andere subsidie voor de loonkosten.

  • 7. Het college verstrekt geen loonkostensubsidie met betrekking tot perioden waarin recht bestaat op ziekengeld op grond van artikel 29b van de Ziektewet.

Artikel 5. Subsidieverlening

  • 1. De aanvraag voor forfaitaire loonkostensubsidie wordt schriftelijk dan wel digitaal ingediend bij het college door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de veranwoording van de te ontvangen subsidie dient plaats te vinden.

  • 3. Bij het besluit tot verlenen van de subsidie wordt de hoogte en de betalingstermijnen van de forfaitaire loonkostensubsidie bepaald.

Artikel 6. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen van deze nadere regels indien toepassing van deze nadere regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7. Citeertitel

De nadere regels worden aangehaald als ‘Nadere regels subsidie forfaitaire loonkostensubsidie gemeente Almere 2016'.

Artikel 8. Inwerkingtreding en duur van de nadere regels

  • 1.

    De nadere regels treden in werking met ingang van de dag van bekendmaking.

  • 2.

    De nadere regels vervallen van rechtswege op de dag van inwerkingtreding van artikel 1 van het wetsvoorstel ‘Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met stroomlijning van de loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet en enkele andere wijzigingen’ ter wijziging van artikel 10d van de Participatiewet, of de dag dat dit wetsvoorstel dan wel artikel 1 van dit wetsvoorstel wordt ingetrokken of verworpen.

  • 3.

    De nadere regels blijven na het vervallen verklaren er van dan wel na intrekking voortduren voor zo ver nodig voor het afhandelen van op grond van deze nadere regels genomen besluiten.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016,

burgemeester en wethouders van Almere,

de secretaris, de burgemeester,

R.Wielinga F.M. Weerwind