Regeling vervallen per 01-10-2010

Verordening op de heffing en invordering van bouwleges

Geldend van 20-12-2009 t/m 30-09-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van bouwleges

De raad van de gemeente Almere,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders:

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende:

VERORDENING op de heffing en invordering van Bouwleges

Verordening bouwleges Almere 2010

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam leges worden rechten geheven ter zake van het genot van het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten, genoemd in deze verordening en in de daarbij behorende tabel.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 3 Tarieven

  • 1.

    De bouwgerelateerde leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de bouwgerelateerde leges wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als volle eenheid gerekend.

Artikel 4 Wijze van heffing

De bouwgerelateerde leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van een schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 5 Termijnen van betaling

De te hanteren betalingstermijnen wijken af van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990.

  • 1.

    De op grond van deze verordening en de daarbij behorende tabel verschuldigde leges moeten worden betaald op het moment van kennisgeving, behoudens het bepaalde in lid 2.

  • 2.

    Indien de kennisgeving als bedoeld in artikel 5 wordt toegezonden, dienen de leges te worden betaald binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen een voorlopig bedrag vorderen tot 80% van het bedrag waarop de leges vermoedelijk uiteindelijk zullen worden vastgesteld.

  • 4.

    Het voorlopig gevorderde bedrag dient te worden betaald binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 5.

    De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de hiervoor genoemde betalingstermijnen.

Artikel 6 Kwijtschelding

Bij de invordering van de bouwgerelateerde leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 7 Teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tabel opgenomen bepaling.

  • 2.

    Indien het niet verstrekken, intrekken of wijzigen van een vergunning het gevolg is van het verstrekken van onjuiste gegevens door, namens of vanwege de aanvrager, vindt geen teruggaaf van de verschuldigde leges plaats.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De "Verordening bouwleges Almere 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Bouwleges Almere 2010".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad gehouden op 10 december 2009.

de griffier, de voorzitter,

Tarieventabel 2010 behorende bij de verordening Bouwleges

Bedragen in euro

Hoofdstuk 1 Bouw- en aanlegkosten.

1.1

Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, exclusief btw, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten (exclusief btw) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

Indien bij de aanvraag de hiervoor bedoelde gegevens niet worden overgelegd of indien de gemeente deze gegevens onjuist voorkomen, worden de bouwkosten vastgesteld op basis van de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

1.2

Onder aanlegkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingssom (exclusief btw) voor de uitvoering van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor op grond van artikel 3.3, aanhef en onder a van de Wet ruimtelijke ordening een vergunning van burgemeester en wethouders is vereist.

Indien bij de aanvraag de hiervoor bedoelde gegevens niet worden overgelegd of indien de gemeente deze gegevens onjuist voorkomen, worden de aanlegkosten vastgesteld op basis van de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het uitvoeren van het werk waarop de aanvraag betrekking heeft.

Hoofdstuk 2 Bouwvergunningen.

2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

2.1.1

een verzoek tot beoordeling van een schetsplan met betrekking tot de vraag of op een, op basis van genoemd schetsplan, uitgewerkt bouwplan een vergunning zou kunnen worden verleend 25% van het overeenkomstig 2.1.2, onderscheidenlijk 2.1.3 of 2.1.4 berekende bedrag met een minimum van

85,30

2.1.1.1

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor een op basis van het schetsplan uitgewerkt bouwplan binnen achttien maanden na indiening van het schetsplan wordt ingediend, worden de voor het schetsplan geheven leges met de leges van de aanvraag verrekend. Indien er sprake is van een gefaseerde bouwaanvraag geschiedt deze verrekening bij de eerste fase

2.1.2

een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p van de Woningwet 2,07% van de bouwkosten met een minimum van

85,30

2.1.3

een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel o van de Woningwet 2,07% van de bouwkosten met een minimum van

85,30

2.1.4

een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid van de Woningwet 1,38% van de bouwkosten met een minimum van

56,90

2.1.5

een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid van de Woningwet indien de wijziging betrekking heeft op bestemming, vorm en/of plaats; 0,69% van de bouwkosten met een minimum van

28,45

2.1.6

een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid van de Woningwet 0,69% van de bouwkosten met een minimum van

28,45

2.2

Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op woningbouw en deze aanvraag vergezeld gaat van een gecertificeerde Bouwbesluittoets van een bedrijf waaraan een certificaat voor het toetsen van bouwplannen volgens BRL 5019 is uitgereikt, dan wordt op de op grond van 2.1.2, 2.1.3 en 2.1.6 geheven leges een korting verleend van 30%, met dien verstande dat:

-het te betalen bedrag niet lager zal zijn dan de genoemde minimum bedragen

en

-de korting niet meer bedraagt dan maximaal

10.000,--

Hoofdstuk 3 Aanlegvergunningen.

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder a of artikel 3.16 van de Wet ruimtelijke ordening (aanlegvergunning) 1,04% van de aanlegkosten met een minimum van

42,65

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van een archeologievergunning zoals omschreven in de archeologieverordening Almere

430,65

Hoofdstuk 4 Sloopvergunning en sloopmelding.

4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

4.1.1

een sloopmelding als bedoeld in art. 8.2.1 van de bouwverordening

114,70

4.1.2

een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Bouwverordening of artikel 3.3, aanhef en onder b van de Wet ruimtelijke ordening, voor het slopen van bouwwerken met een inhoud van:

4.1.2.1

minder dan 10 m3

114,70

4.1.2.2

10 m3 tot en met 100 m3

357,15

4.1.2.3

101 m3 tot en met 500 m3

1.071,40

4.1.2.4

501 m3 tot en met 5000 m3

1.785,70

4.1.2.5

meer dan 5000 m3

3.571,20

4.1.3

een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de bouwverordening voor het gedeeltelijk of geheel veranderen of vernieuwen van bouwwerken, waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt van

4.1.3.1

minder dan 10 m3

114,70

4.1.3.2

10 m3 tot en met 50 m3

357,15

4.1.3.3

51 m3 tot en met 100 m3

1.071,40

4.1.3.4

101 m3 tot en met 500 m3

1.785,70

4.1.3.5

meer dan 500 m3

3.571,20

Hoofdstuk 5 Overschrijving vergunning.

5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende bouwvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de bouwverordening

85,30

5.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende aanlegvergunning als bedoeld in artikel 6 van de aanlegverordening

42,65

5.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende sloopvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de bouwverordening

114,70

Hoofdstuk 6 Verhogingen in verband met bestemmingsplanwijzigingen.

6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een wijziging c.q. ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, 3.22 of 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning als bedoeld in 2.1.2, onderscheidenlijk 2.1.3, 2.1.4 of 2.1.5 is vereist en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning vereist is als bedoeld in 3.1

246,25

6.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan of werk waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 3.6, 3.18, vierde lid, 3.22 of 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 50, derde lid van de Woningwet, wordt het overeenkomstig 2.1.2, onderscheidenlijk 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5 of 3.1 berekende bedrag verhoogd met

246,25

6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag die betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassingverklaring) van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast en waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning als bedoeld in 2.1. is vereist en geen sprake is van werken en werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning vereist is als bedoeld in 3.1, 0,36% van de op basis van het bouwplan te berekenen bouwkosten,

-met een minimum van

680,00

-en een maximum van

6.800,00

6.4

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan of werk, waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 3.10 (projectbesluit), 3.40 (buiten toepassingverklaring) of 3.18, vierde lid van de Wet ruimtelijke ordening, wordt het overeenkomstig 2.1.2, onderscheidenlijk 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5 of 3.1 berekende bedrag verhoogd met 0,36 % van de bouw of aanlegkosten,

-met een minimum van

680,00

-en een maximum van

6.800,00

6.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een besluit als bedoeld in artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassingverklaring) van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist

680,--

6.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist

680,--

Hoofdstuk 7 Verhogingen in verband met toetsing aan welstandscriteria.

7.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan dat moet worden getoetst aan de welstandsnota, wordt het overeenkomstig 2.1.2, onderscheidenlijk 2.1.3, 2.1.4 of 2.1.5 berekende bedrag verhoogd met 0,25% van de bouwkosten met een minimum van

27,35

Hoofdstuk 7A Verhoging in verband met de procedure hogere grenswaarde.

7A.1

Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op een bouwplan, waarbij, uitsluitend ten behoeve van die aanvraag, tevens een procedure als bedoeld in de Wet geluidhinder moet worden toegepast, wordt het overeenkomstig 2.1.2, 2.1.3, 2.1.4 of 2.1.5 berekende bedrag verhoogd met

1.330,45

Hoofdstuk 8 Bodemgesteldheidsonderzoek.

8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de onderzoeksopzet van een onderzoeksrapport inzake de bodemgesteldheid:

8.1.1

indien de aanvraag uitsluitend een vooronderzoek als bedoeld in NEN 5740, naar historie en de bodemgesteldheid betreft

36,05

8.1.2

indien de aanvraag verkennend onderzoek volgens NEN 5740, naar de bodemgesteldheid betreft

108,10

8.1.3

indien de aanvraag een nader onderzoek als bedoeld in het protocol Nader Onderzoek deel 1 (SDU, uitgave 1994) of de Richtlijn Nader Onderzoek deel 1 (SDU, uitgave 1995) betreft

215,95

Hoofdstuk 9 Teruggaaf en verrekening.

9.1

De leges die geheven zijn voor een reeds verleende bouwvergunning als bedoeld onder 2.1.2, 2.1.3, 2.1.4., of 2.1.6 waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden verrekend met het bedrag dat verschuldigd is voor een nieuwe aanvraag die betrekking heeft op het bouwen in afwijking van de reeds verleende vergunning, met dien verstande dat zij niet minder dan

85,30

zullen bedragen. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een nieuw bouwplan.

9.1.A

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning wordt ingetrokken omdat na indiening blijkt dat voor het desbetreffende bouwwerk een reguliere vergunning is vereist, dan worden de voor de lichte bouwvergunning geheven leges verrekend met de leges die verschuldigd zijn voor de hiervoor terstond in de plaats ingediende aanvraag voor een reguliere bouwvergunning.

9.2

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een aanlegvergunning betrekking heeft op werk in afwijking van een eerder ingediend plan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 3.1, met een minimum van

42,65

9.3

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning betrekking heeft op het slopen in afwijking van een eerder ingediend sloopplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 4.1 met een minimum van

114,70

9.4

Indien door vergunninghouder of diens rechtverkrijgende binnen 12 maanden na verlening van de vergunning schriftelijk wordt meegedeeld dat van een bouw-, aanleg-, of sloopvergunning geen gebruik wordt gemaakt en de vergunning vervolgens schriftelijk is ingetrokken, wordt teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend.

9.5

Indien een bouw-, aanleg-, archeologie- of sloopvergunning niet wordt verleend, dan wel een aanvraag om een vergunning schriftelijk wordt ingetrokken voordat de vergunning is verleend, wordt teruggaaf verleend van 50% van de geheven leges.

9.5.A

Indien een ingediende aanvraag voor een bouw-, aanleg- of sloopvergunning schriftelijk wordt ingetrokken of wordt vervangen door een nieuwe aanvraag voordat met de inhoudelijke toetsing van de aanvraag is gestart, dan wordt teruggaaf verleend van 85% van de geheven leges.

9.6

Indien een aanvraag om een bouw-, aanleg-, of sloopvergunning op verzoek van burgemeester en wethouders wordt ingetrokken en terstond opnieuw wordt ingediend, worden de in rekening te brengen leges verrekend met de voor de eerdere aanvraag geheven leges.

9.7

Bij intrekking van een verleende bouwvergunning voor een variant op een bouwplan waarvoor meerdere vergunningen zijn verleend op één kavel, wordt restitutie verleend van 75% van de geheven leges voor de in te trekken vergunningen.

Hoofdstuk 10 Overig.

10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

10.1.1

vervallen

10.1.2

een verzoek tot het doen van nasporingen in een bouwdossier en/of dossier Wet milieubeheer, voor ieder daaraan besteed kwartier

18,20

10.1.3

een aanvraag tot het afgeven van fotokopieën of afdrukken van de in een bestemmingsplan, bouwdossier en / of dossier Wet milieubeheer aanwezige stukken, per afgegeven fotokopie of afdruk tot:

10.1.3.1

A4-formaat

0,15

10.1.3.2

A3-formaat

0,50

10.1.3.3

A2-formaat

5,15

10.1.3.4

A1-formaat

6,55

10.1.3.5

A0-formaat

9,70

10.1.3.6

Groter dan A0-formaat

14,50

10.1.3.7

Indien de werkelijke kosten hoger zijn dan de in dit artikel genoemde tarieven, worden de werkelijke kosten in rekening gebracht. Dit geldt uitsluitend indien hiervan vooraf een begroting van de kosten wordt overgelegd aan degene die de stukken heeft gevraagd.

10.1.4

een aanvraag tot verlenging van de termijn van instandhouding, als bedoeld in artikel 45 van de Woningwet

84,25

10.1.5

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een vrijstelling of een andere beschikking voorzover daarvoor niet elders in deze verordening een tarief is opgenomen

174,05

Deze tabel behoort bij raadsbesluit d.d. 10 december 2009.

Mij bekend,

De griffier,