Afvalstoffenverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2014

Geldend van 04-02-2014 t/m heden

Intitulé

Afvalstoffenverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2014

De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn;

  • ·

    gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

  • ·

    gelet op artikel 15:33 Wet milieubeheer;

    BESLUIT vast te stellen de:

    Afvalstoffenverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2014

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

    • a.

      afvalstoffen: alle stoffen, preparaten of producten die behoren tot de categorieën die zijn genoemd in bijlage I bij richtlijn nr. 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;

    • b.

      aangewezen inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen, bedrijven en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

    • c.

      bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen;

    • d.

      Eco Park: het gemeentelijk Afvalbrengstation gelegen aan de Limeslus 5;

    • e.

      gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikelen 10.21 en 10.22 van de wet een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

    • f.

      inrichting: elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht;

    • g.

      inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

    • h.

      inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

    • i.

      inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

    • j.

      inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of –plaats, bijvoorbeeld een bovengrondse verrijdbare of vaste ondergrondse verzamelcontainer, wijkcontainer of afvalbrengstation, ten behoeve van meerdere huishoudens;

    • k.

      motorrijtuigen: voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Wegenverkeerswet 1994;

    • l.

      straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

    • m.

      ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of –voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

    • n.

      verwijdering: de handelingen die zijn genoemd in bijlage II A bij richtlijn nr. 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen;

    • o.

      wegen: wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;

    • p.

      wet: Wet milieubeheer.

Hoofdstuk 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1. Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2. Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het college kan aan de aanwijzing bedoeld in het eerste en tweede lid voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

  • 1. Door de inzameldienst of aangewezen inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • 1.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • 2.

      klein chemisch afval;

    • 3.

      glas;

    • 4.

      oud papier en karton;

    • 5.

      kunststof verpakkingen;

    • 6.

      textiel;

    • 7.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • 8.

      bouw- en sloopafval;

    • 9.

      grof tuinafval;

    • 10.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • 11.

      grof huishoudelijk afval;

    • 12.

      huishoudelijk restafval;

    • 13.

      batterijen;

    • 14.

      medisch afval;

    • 15.

      frituur- en bakvet;

    • 16.

      autobanden.

  • 2. Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4 Inzamelmiddelen en - voorzieningen

  • 1.

    De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een Afvalbrengstation op lokaal of regionaal niveau.

  • 2.

    Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 5 Frequentie van inzamelen

  • 1.

    Huishoudelijk restafval wordt ten minste eenmaal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan huishoudelijk restafval in de gehele gemeente ingezameld worden via de daarvoor door de gemeente geplaatste ondergrondse verzamelcontainers.

  • 3.

    Groente-, fruit- en tuinafval wordt, in de in het aanwijzingsbesluit aangewezen gebieden, ten minste een maal per twee weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid wordt groente-, fruit- en tuinafval in een aantal aangewezen gebieden met hoogbouw niet afzonderlijk bij elk perceel ingezameld, maar gezamenlijk met het huishoudelijk restafval

  • 5.

    In afwijking van het derde lid wordt groente-, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk ingezameld in de wijken waar inzameling geschiedt door middel van vuilniszakken. Inzameling van huishoudelijk restafval en groente-, fruit- en tuinafval gezamenlijk geschiedt in deze wijken wekelijks.

  • 6.

    Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor:

  • a. de inzameldienst of aangewezen inzamelaars;

  • b. personen of instanties die in het kader van producenten- verantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Hoofdstuk III Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, aangewezen inzamelaars of personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 van deze verordening aangewezen inzameldienst en aangewezen inzamelaars.

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1. Het is verboden de categorieën huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 3, eerste lid van deze verordening, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor door het college bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen of aangewezen inzamelaars.

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Het is de gebruiker van een perceel verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het krachtens artikel 4, tweede lid van deze verordening aangewezen betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het Afvalbrengstation.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid van deze verordening, is bestemd.

  • 3.

    Het college kan regels stellen omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel.

  • 4.

    Het college kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5.

    Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 6.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1. Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden

    aangeboden.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of aangewezen inzamelaars.

Hoofdstuk IV Inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Artikel 13 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 13 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de Verordening Afvalstoffenheffing Gemeente Alphen aan den Rijn 2014 of op grond van een overeenkomst verplicht is tot het betalen van een vergoeding aan de gemeente.

  • 2.

    Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 3.

    Het is verboden de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen terinzameling aan te bieden in strijd met de regels bedoeld in het tweede lid.

Artikel 15 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1. Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met de regels bedoeld in het eerste lid.

Hoofdstuk V Zwerfafval

Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de wet een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2. Het college kan van het in het eerste lid bedoelde verbod ontheffing verlenen.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      (afval)stoffen die tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor zover de Nederlandse Waterwet, de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 17 Achterlaten van straatafval

  • 1. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en/of te verspreiden.

  • 2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.

  • 3. Het in het eerste lid bedoelde verbod tot doorzoeken geldt niet voor de op grond van artikel 25 aangewezen personen.

Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • 1.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • 2.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, - mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • 3.

    zorg te dragen dat dagelijks, in ieder geval tijdens de bedrijfsvoering, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      Indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden;

    • d.

      Indien de vervuilingsgraad erg hoog is, meerdere keren op een dag.

Hoofdstuk VI Overige onderwerpen die de verordening aangaan

Artikel 22 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de wet op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid bedoelde verbod.

  • 3.

    Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, aangewezen inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producenten- verantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen als bedoeld in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

Hoofdstuk VII Slotbepalingen

Artikel 24 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met een van de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

Artikel 4 Gebruik aangewezen inzamelmiddel

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 11 Dagen en tijden voor ter inzameling aanbieden

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Artikel 17 Achterlaten van straatafval

Artikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Artikel 21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Artikel 22 Verbod op opslag van afvalstoffen

Artikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 25 Toezichthouders

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.

  • 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt op 1 januari 2014 in werking.

  • 2. De Afvalstoffenverordening van de gemeente Alphen aan den Rijn 2009 van 26 maart 2009, (nr. 2009/13), de Afvalstoffenverordening van de gemeente Boskoop 2007 van 20 september 2007 en de Afvalstoffenverordening van de gemeente Rijnwoude 2009 van 10 december 2009, worden ingetrokken.

Artikel 27 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2014.

Ondertekening

Dit is besloten in de openbare vergadering van de raad op 2 januari 2014.
De raad van Alphen aan den Rijn,
de griffier, de voorzitter
P.M.H. van Ruitenbeek, T.P.J. Bruinsma