Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2015 

Geldend van 30-12-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2015 

Behoort bij het raadsbesluit nr. 2014/53003 van de raad van Alphen aan den Rijn van 18 december 2014.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder “gebruik maken”; gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1 Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2 De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21, 10.22, 10.26, 10.27 en 10.28 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2 Met betrekking tot de afvalstoffenheffing wordt als gebruiker aangemerkt degene die op 1 januari van het belastingjaar als zodanig bij de gemeente als gebruiker bekend is.

  • 3 Indien het gebruik van het perceel eerst in de loop van het belastingjaar aanvangt, wordt als gebruiker aangemerkt degene die op de eerste van de maand volgend op de aanvang van het gebruik als zodanig bij de gemeente als gebruiker bekend staat.

  • 4 Het bepaalde in het tweede en derde lid is tevens van toepassing voor het vaststellen van gebruik door of één of meer personen (peildatum gebruiksgrootte).

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting bedraagt per belastingjaar, per perceel:

  • 1

    indien het perceel op 1 januari wordt gebruikt door één persoon € 195

  • 2

    indien het perceel op 1 januari wordt gebruikt door twee of meer personen € 266,40

  • 3

    voor het in bruikleen hebben van een extra afvalbak, per bak € 0

  • 4

    Het tarief voor het ophalen van grof huishoudelijk afval of grof

    tuinafval bedraagt, per maximaal 4 m3 aangeboden afval per keer € 33,50

  • 5

    Indien het totale aanslagbiljetbedrag beneden de € 5 blijft, wordt geen belasting geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1 De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, is het tarief bedoeld in artikel 4 lid 4 van deze verordening direct verschuldigd via iDeal of binnen 30 dagen na ontvangst van de factuur.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van het gebruik.

  • 2 Indien een perceel in de loop van het belastingjaar in gebruik wordt genomen en gebruiker nog niet eerder als belastingschuldige voor hetzelfde belastbare feit een aanslag is opgelegd, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelte van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien het gebruik van een perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4 Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingschuldige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kunnen de aanslagen in gevallen, waarbij de belastingschuldige aan de gemeente een automatische incasso heeft verstrekt, in maximaal tien gelijke maandelijkse termijnen worden voldaan. De eerste termijn vervalt daarbij op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4 Betaling in termijnen is alleen mogelijk indien het totaal verschuldigde bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minimaal € 50 doch minder dan € 3.000 bedraagt.

  • 5 In afwijking van hetgeen in het derde lid is bepaald, worden, indien de belastingplicht eerst in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel de belasting later dan in de tweede maand van het belastingjaar wordt opgelegd, de termijnen van betaling bij automatische incasso beperkt tot het aantal volle termijnen dat nog van de genoemde tien gelijke termijnen resteert. Met dien verstande dat een minimum aantal van zes termijnen overblijft.

  • 6 In afwijking van hetgeen in het derde lid is bepaald, worden, indien de belasting eerst in één van de volgende kalenderjaren wordt opgelegd, de termijnen van betaling bij automatische incasso beperkt tot zes gelijke termijnen.

  • 7 De in lid 3, 5 en 6 van dit artikel genoemde gelijke termijnen worden afgerond op twee decimalen. Afwijkingen en afrondingsverschillen in de te betalen termijnen zijn toegestaan.

Artikel 9 Kwijtschelding

  • 1 Bij de invordering van afvalstoffenheffing voor éénpersoonshuishoudens of meerpersoonshuishoudens kan kwijtschelding worden verleend.

  • 2 Voor het ophalen van grof huishoudelijk afval of tuinafval, genoemd in artikel 4 lid 4, is geen kwijtschelding mogelijk.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De 'Verordening afvalstoffenheffing 2014’, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 november 2013 van de gemeente Alphen aan den Rijn, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2015, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 De 'Verordening afvalstoffenheffing 2014’, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 november 2013 van de gemeente Boskoop, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2015, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3 De 'Verordening afvalstoffenheffing 2014’, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2013 van de gemeente Rijnwoude, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2015, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 5 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 6 Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing 2015'.

Ondertekening

Behoort bij het raadsbesluit nr. 2014/53003 van de raad van Alphen aan den Rijn van 18 december 2014.
De griffier,