Regeling vervallen per 03-11-2016

Verordening Winkeltijden Alphen aan den Rijn 2015

Geldend van 25-04-2015 t/m 02-11-2016

Intitulé

Verordening Winkeltijden Alphen aan den Rijn 2015

De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet;

B E S L U I T vast te stellen de volgende:

Verordening Winkeltijden Alphen aan den Rijn 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

  • b.

    werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

  • c.

    winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn;

  • e.

    bebouwde kommen: de bebouwde kommen van de gemeente Alphen aan den Rijn, zoals vastgesteld op basis van de Wegenverkeerswet 1994;

  • f.

    kernen: de kernen Alphen aan den Rijn, Aarlanderveen, Zwammerdam, Boskoop, Hazerswoude-Dorp, Hazerswoude-Rijndijk,

    Koudekerk aan den Rijn, en Benthuizen.

  • g.

    levensmiddelenwinkels: winkels waar uitsluitend of in hoofdzaak levensmiddelen worden verkocht.

Hoofdstuk II Algemene vrijstelling bepaalde branches of categorieën

Artikel 2. Algemene vrijstelling voor alle dagen voor bepaalde branches of categorieën

  • 1. Van het in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, b en c, van de Winkeltijdenwet vervatte verbod zijn de volgende categorieën winkels en gebouwen vrijgesteld:

    • a.

      Winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom (doorgangwinkels)

    • b.

      Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen (fietsen en bromfietsen huur).

    • c.

      De onder a. en b. van dit artikel vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen, zoals fietsen en bromfietsen.

    • d.

      Het vanuit een gebouw te koop aanbieden en verkopen van uitsluitend voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken (afhaalrestaurants).

    • e.

      Het college kan, indien naar zijn oordeel plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, bij uitvoeringsbesluit bepalen, dat de in lid d van dit artikel vervatte vrijstelling niet geldt voor één of meer delen van de gemeente.

    • f.

      Winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieks- ingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats (begraafplaatsen).

    • g.

      Gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met daar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan (culturele evenementen/ Archeologisch Themapark Archeon).

    • h.

      Winkels in of op het terrein van sportcomplexen, dan wel verkoop vanaf het sport- terrein waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de daar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen (sportcomplexen).

    • i.

      Winkels in- of op het terrein van bejaardenwooncomplexen, waar uitsluitend of hoofd zakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften evenals bloemen en planten plegen te worden verkocht (bejaardenwooncomplexen).

    • j.

      Winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk fotoartikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie, met die beperking dat deze vrijstelling niet geldt ten aanzien van de verkoop van andere goederen dan portretfoto’s (Eerste Heilige Communie).

    • k.

      Winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden ver kocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd (Allerzielen en Allerheiligen).

    • l.

      Winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan, voorzover de ver koopactiviteiten betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang (Ramadan).

    • m.

      Winkels die zijn gelegen in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, indien in die winkel op die dagen en gedurende die tijd geen andere goederen worden verkocht dan:

      1. religieuze artikelen en souvenirs;

      2. bloemen en planten;

      3. voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken (bedevaartplaatsen).

    • n.

      Winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, voor zover de activiteiten betrekking hebben op de zondag, waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur (carnaval).

    • o.

      Winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de kern, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, geduren- de de openingstijden van die kermis,, vanaf een uur voor de aanvang van de voor stelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan (culturele activiteiten).

  • 2. Van het in artikel 2, tweede lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verbod zijn de volgende categorieën activiteiten vrijgesteld:

    • a.

      Het op de openbare weg te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken (straatverkoop etenswaar en alcoholvrije drank).

    • b.

      Het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden of verkopen op het evenemententerrein, die rechtstreeks verband houden met de voorstellingen, uitvoeringen of evenementen op dat terrein, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan (terreinverkoop culturele evenementen)

    • c.

      Het college kan, indien naar zijn oordeel plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, bij uitvoeringsbesluit bepalen, dat de onder a en/of b van dit artikellid vervatte vrijstelling(en) niet geldt of gelden voor één of meer delen van de gemeente.

Hoofdstuk III Vrijstelling voor zon- en feestdagen

Artikel 3A. Algemene vrijstelling zon- en feestdagen

Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt een algemene vrijstelling op zon- en feestdagen:

voor alle winkels in de gemeente geldt een openingstijd op zon- en feestdagen vanaf 13.00 uur tot 22.00 uur; met uitzondering van 1e Paasdag, 1e Pinksterdag, 1e Kerstdag, Nieuwjaarsdag, 4 mei na 19.00 uur, 24 december na 19.00.

Hoofdstuk IV Individuele ontheffingen

Artikel 4. Individuele ontheffingen

  • 1.

    Het college kan op aanvraag individuele ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden:

    • a.

      voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen: voor 13.00 uur;

    • b.

      voor zover betrekking hebben op werkdagen: voor 06.00 uur en na 22.00 uur.

  • 2.

    Een individuele ontheffing kan enkel worden verleend:

    • a.

      voor levensmiddelenwinkels voor het tijdstip vanaf 22.00 uur tot 24.00 uur tot een maximum van één ontheffing per kern, met uitzondering van de kern Alphen aan den Rijn, waarvoor een maximum van 4 ontheffingen geldt met de volgende spreiding:

      • -

        winkelcentrum Herenhof: maximaal één ontheffing voor een avondwinkel;

      • -

        winkelcentrum Ridderhof: maximaal één ontheffing voor een avondwinkel;

      • -

        centrum Alphen aan den Rijn: stationsomgeving/Hoge Zijde: maximaal één ontheffing voor een avondwinkel;

      • -

        centrum Alphen aan den Rijn: Lage Zijde: maximaal één ontheffing voor een avondwinkel;

    • b.

      voor winkels voor het tijdstip vanaf 22.00 uur tot 24.00 met het oog op de verkoop van producten, op andere feestdagen, dan de in artikel 1, onder a, van deze verordening genoemde christelijke feestdagen, voorzover de voornoemde producten een relatie hebben met de betreffende feestdag;

    • c.

      bij de voor een afzonderlijke winkel erkende jubilea, d.w.z. bij 12½, 25, 40, 50 en 60 jarig bestaan, bij de overname van een winkel door een nieuwe eigenaar, en bij de heropening van een winkel na een ingrijpende verbouwing;

    • d.

      voor het promoten van de uitgifte van een nieuw product tijdens de eerste dag van uitgifte daarvan (release);

    • e.

      tijdens evenementen.

  • 3.

    Aan de ontheffing kan de beperking worden verbonden dat geen sterke drank, zoals bedoeld in artikel 1 van de Drank- en horecawet, mag worden verkocht gedurende de tijd van de ontheffing.

  • 4.

    De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed of kan worden beïnvloed door de openstelling van de winkel op basis van de ontheffing.

  • 5.

    De houder van een individuele ontheffing kan het college verzoeken deze over te schrijven op naam van zijn rechtverkrijgende. Het college toetst daarbij of na de overschrijving nog voldaan wordt aan het bepaalde in het tweede lid van dit artikel en kan weigeren om de ontheffing over te schrijven, als door de overschrijving niet meer wordt voldaan aan het bepaalde in het tweede lid van dit artikel.

Artikel 5. Beslistermijn

  • 1. Het college beschikt op een aanvraag om ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Het college kan haar beschikking op een aanvraag voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 6. Intrekken- en wijzigen ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in het belang van de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    de exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarbij gestelde termijn; of

  • f.

    de houder dit verzoekt.

Hoofdstuk V Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 7. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen toezichthouders.

Artikel 8. Intrekking oude verordeningen en overgangsrecht

  • 1. De Verordening winkeltijden Alphen aan den Rijn, de Verordening winkeltijden Boskoop en de Winkeltijdenverordening Rijnwoude 2013 worden ingetrokken.

  • 2. Een krachtens één van de in het eerste lid van dit artikel genoemde verordeningen verleende ontheffing of vrijstelling geldt als ontheffing of vrijstelling verleend krachtens de Verordening Winkeltijden Alphen aan den Rijn 2015.

    Het college kan deze ambtshalve vervangen door een ontheffing of vrijstelling krachtens de laatstgenoemde Verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder één van de in het eerste lid van dit artikel genoemde verordeningen, maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld in overeenstemming met de Verordening Winkeltijden Alphen aan den Rijn 2015.

  • 4. Winkels gelegen aan het Alphense deel van de Rijneke Boulevard mogen op de zon- en feestdagen tussen 12.00 en 18.00 uur geopend zijn.

  • 5. Tuincentrum De Bosrand, gelegen in de kern Hazerswoude-Rijndijk, mag op zon- en feestdagen zoals bedoeld in deze verordening, in afwijking van het bepaalde in artikel 3A van deze verordening tot 1 januari 2016, hun winkel openstellen voor publiek vanaf 10.00 uur.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op de dag van de bekendmaking ervan.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Winkeltijdenverordening Alphen aan den Rijn 2015.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van Alphen aan den Rijn op 26 maart 2015,
de wnd. griffier, de voorzitter,
drs. A.H. Schouten, mr. drs. J.W.E. Spies

Toelichting Verordening Winkeltijden Alphen aan den Rijn 2015

Algemeen deel

Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefwet tot wijziging van de Winkeltijdenwet. Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking treden.

Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon- en feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, op zichzelf bestaan. Gemeenten kunnen na de wetswijziging echter zelf bepalen of – en in hoeverre – zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden. De uitzonderingsbepalingen daarvoor uit de voorheen geldende Winkeltijdenwet, zoals de toerismebepaling en de avondwinkelbepaling, zijn namelijk te vervallen.

De met betrekking tot deze verordening meest relevante bepalingen van de Winkeltijdenwet (Wtw), de artikelen 2 en 3, luiden na de wetswijziging als volgt:

Artikel 2 Wtw

  • 1.

    Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:

    a. op zondag;

    b. op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op

    Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19 uur;

    c. op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur.

  • 2.

    Het is voorts verboden op de in het eerste lid bedoelde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.

Artikel 3 Wtw

  • 1.

    De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden.

  • 2.

    De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in de verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op daartoe strekkend verzoek ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.

  • 3.

    De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

De bevoegdheid van gemeenten is zo ruim dat zowel algehele handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Hetzelfde geldt voor alle opties die daartussen zitten. De beperkingen voor het gemeentelijk beleid – en de gemeentelijke regels – voor de zondags- en avondopenstelling kunnen alleen nog gevonden worden in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (de daarin opgenomen vrijstellingen gelden zondermeer) en ander hoger recht. Met betrekking tot dat laatste zijn, zoals hieronder uiteengezet zal worden, met name de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van belang, vooral waar deze een zorgvuldige belangenafweging voorschrijven.

Delegatie van de bevoegdheid vrijstelling te verlenen

Naar aanleiding van de uitspraak van het CBb van 21 januari 2009, (LJN: BH0408), AB 2009/58, Gst. 2009/29, zou – naar ons idee ten onrechte – het beeld kunnen ontstaan dat de systematiek waarbij de gemeenteraad bij verordening een maximum aantal koopzondagen vaststelt, die vervolgens door het college van burgemeester en wethouders worden aangewezen, niet langer te hanteren valt na wijziging van de Winkeltijdenwet. Dit omdat de uitdrukkelijke grondslag voor delegatie aan het college van de bevoegdheid vrijstelling te verlenen uit de Winkeltijdenwet verdwijnt. Het was vooral de fijnmazige regeling in de wet van de mogelijke uitzonderingen op de openstellingsverboden van artikel 2, die de rechter tot de slotsom leidde dat gehele of gedeeltelijke delegatie van een aan de raad toegekende uitzonderingsbevoegdheid in strijd met de wet was. Die fijnmazige regeling is inmiddels echter verdwenen.

De Winkeltijdenwet bevat na de wijziging in het geheel geen uitdrukkelijke grondslag meer voor delegatie van deze bevoegdheid. Dit is echter niet doorslag- gevend: de Gemeentewet biedt met artikel 156 een algemene delegatiegrondslag, die hier kan worden gebruikt zonder dat de strekking van de wet zoals die nu luidt, zich daar nog tegen verzet. Artikel 156 maakt het mogelijk dat de gemeenteraad hem toegekende bevoegdheden onder voorwaarden delegeert aan andere gemeen-telijke organen, zoals het college. Het artikel heeft een algemene strekking, in die zin dat ze niet alleen ziet op autonome bevoegdheden maar ook op medebewinds- bevoegdheden. Het uitgangspunt is dat delegatie mogelijk is, tenzij het tegendeel is bepaald.

Artikel 156 bevat een aantal bepalingen waarin bevoegdheden expliciet van overdracht worden uitgesloten (tweede lid). Daarnaast zijn er bevoegdheden waarvan de aard zich tegen overdracht verzet, ook deze bevoegdheden komen niet in aanmerking voor delegatie (eerste lid). Verder geldt voor de bevoegdheid tot het maken van verordeningen die door strafbepaling of bestuursdwang moeten worden gehandhaafd, dat zij aan de gemeenteraad voorbehouden moet blijven (derde lid).

De gemeenteraad kan dus bevoegdheden overdragen aan het college, tenzij de aard van de bevoegdheden zich daartegen verzet. Het artikel mag daarbij – natuur- lijk – niet worden gebruikt als grondslag voor delegatie die strijdig is met (de bedoeling van) een medebewindswet.

In de eerste plaats dient er gekeken worden naar de medebewindswet, hier de Winkeltijdenwet zoals deze luidt na wijziging. Als hierin een uitdrukkelijke delegatiegrondslag was opgenomen, dan zou kunnen worden geredeneerd dat die volledig – dus zonder mogelijke aanvulling via een beroep op artikel 156 – de mogelijkheid bepaalt om bevoegdheden te delegeren. Zoals reeds geconstateerd bevat de Winkeltijdenwet na wijziging echter geen uitdrukkelijke delegatiegrondslag meer. Vervolgens dient bezien te worden of de tekst anderszins, of de toelichting of parlementaire geschiedenis uitsluitsel kan bieden of delegatie van bepaalde bevoegdheden is uitgesloten. De bevoegdheid waar het hier om gaat is uiteraard de bevoegdheid om vrijstelling te verlenen van de verboden van artikel 2 van de Winkeltijdenwet, zoals deze – de bevoegdheid dus – is opgenomen in het nieuwe artikel 3, eerste lid. Uit niets blijkt dat delegatie niet mogelijk zou zijn. Ook is er ons inziens geen enkele reden om aan te nemen dat de aard van de bevoegdheid zich tegen delegatie zou verzetten. De conclusie is dan ook dat delegatie van de bevoegdheid mogelijk is op grond van artikel 156 van de Gemeentewet.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de begripsbepalingen, die in de Winkeltijdenwet voorkomen, zijn deze in de verordening hiermee gelijkgesteld. Onder feestdagen in de Winkeltijdenwet vallen niet: Koningsdag en Bevrijdingsdag (5 mei).

Als aanvulling op voornoemde begripsbepalingen zijn de begrippen bebouwde kommen en kernen toegevoegd ter verduidelijking van deze in de verordening gebruikte begripsbepalingen, die niet in de landelijke Wtw voorkomen.

Artikel 2 Algemene vrijstelling voor alle dagen voor bepaalde branches of categorieën.

Anders dan voorheen kent het landelijke Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet nu een aantal categorieën niet meer, waarvoor de landelijke vrijstelling geldt op zon- en feestdagen.

De volgende categorieën zijn gehandhaafd in het Vrijstellingenbesluit: apotheken, ziekenhuizen en verpleeghuizen, stations, luchthavens, benzinestations, wegrestaurants, beroepsscheepvaart, en nieuwsbladen en tijdschriften.

Voor de volgende categorieën is de landelijke vrijstelling echter vervallen: doorgang winkels (a), openstelling fietsenwinkels anders dan voor verkoop (b), verkoop etenswaren en alcoholvrije dranken (d ), begraafplaatsen (f), culturele evenementen (g), sportcomplexen (h), bejaardenoorden (i), Eerste Heilige Communie (j), Allerheiligen en Allerzielen (k), Ramadan (l), bedevaartplaatsen (m), carnaval (n), en kermis (o). Reden waarom voor deze categorieën in deze verordening een algemene vrijstelling is opgenomen in artikel 2, onder de leden a tot en met o. Bij sommige categorieën is voor het college de mogelijkheid geschapen om de vrijstelling niet van toepassing te verklaren in één of meer delen van de gemeente, b.v. in één of meer kern(en).

Het tweede lid ziet op een algemene vrijstelling voor de straatverkoop van etenswaar en alcoholvrije drank, alsook op een vrijstelling op evenementen- terreinen van aan de evenementen gerelateerde verkoop van goederen.

Artikel 3A Algemene vrijstelling zon- en feestdagen

Bij de algemene vrijstellingen voor zon- en feestdagen is wettelijk een goede belangenafweging vereist van enerzijds het belang van winkels en/of consumenten bij het openstellen van de winkels op voornoemde dagen, en anderzijds de zondagsrust, waar de Zondagswet op ziet. Omdat de kerken binnen de bebouwde kommen zijn gelegen, is voor de winkels, die hierbinnen zijn gelegen, gekozen voor openstelling vanaf 13.00 uur.

Artikel 4 Individuele ontheffingen

In dit artikel zijn voorschriften gegeven met betrekking tot de individuele ontheffing. Deze bepaling biedt de mogelijkheid nader inzicht te krijgen in de handel en wandel van een (beoogde) opvolger bijvoorbeeld bij overdracht van een ontheffing voor een avondwinkel.

Ook regelt dit artikel het verbinden door het college van beperkingen en voorschriften aan ontheffingen en vrijstellingen. Tevens geeft dit artikel aan onder welke voorwaarden het college een verzoek tot een ontheffing kan weigeren en regelt het in welke gevallen het college een ontheffing kan intrekken of wijzigen. Anders dan bij de vrijstelling gaat het bij een individuele ontheffing om een bepaalde winkel. Bij een verzoek tot overschrijving van een ontheffing op een rechtverkrijgende dient het college te toetsen of na de overname nog sprake is van een levensmiddelenwinkel of dat er nog sprake is van één van de andere in het tweede lid van dit artikel genoemde categorieën.

In het tweede lid, onder a, is gekozen voor maximaal één avondwinkel per kern voor de kleinere kernen en maximaal vier avondwinkels voor de kern Alphen aan den Rijn. De nu al geldende spreiding van de avondwinkels over de verschillende delen van de kern Alphen is gehandhaafd, evenals de nu geldende eindtijd voor avondwinkels van 24.00 uur. De voornoemde spreiding en handhaving van de nu al geldende slutingstijd voor permanente avondverkoop zijn in het belang van het beperken van overlast met het oog op het woon- en leefklimaat.

Als belangrijke niet christelijke feestdagen, zoals bedoeld in het tweede lid, onder b, kunnen worden genoemd: Chinees Nieuwjaar, Suikerfeest en Offerfeest (Islamitisch), Hindoeistisch Nieuwjaar (Holi) en Hindoeistisch lichtjesfeest (Divali), Boedhistisch Nieuwjaar (Theravada), Joods Nieuwjaar (Rosj Hasjana), Grote Verzoendag (Jom Kipoer), Loofhuttenfeest (Soekat) en Pasen (Pesach).

Bij het promoten van een nieuw product kan worden gedacht aan de release van een nieuwe CD of DVD in een elektronicawinkel, een nieuw boek in een boekenwinkel etc.

Artikel 5 Beslistermijn

In dit artikel is aansluiting gezocht bij de 8 weken beslistermijn van artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 6 Intrekken- en wijzigen ontheffing

De bevoegdheid om ontheffingen te verlenen, impliceert automatisch ook de bevoegdheid om deze in te trekken of te wijzigen. De omstandigheden waaronder zijn in dit artikel opgenomen.

Artikel 7 Toezicht

Op basis van dit artikel in verbinding met artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college toezichthouders aanwijzen.

Artikel 8 Intrekking oude verordeningen en overgangsrecht

Met het oog op de duidelijkheid en rechtszekerheid dienen de oude verordeningen te worden ingetrokken. De overgangsbepalingen hebben tot doel om gevestigde rechten te respecteren en te voorkomen verleende vrijstellingen of afgegeven ontheffingen op basis van de oude verordeningen weer opnieuw dienen te worden verleend op grond van de nieuwe Winkeltijdenverordening Alphen aan den Rijn 2015.Omdat de nieuwe verordening een verruiming betekent ten opzichte van de oude verordeningen, is bepaald dat op aanvragen, waarop nog niet is beslist, de nieuwe verordening wordt toegepast.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

Op basis van artikel 139 van de Gemeentewet treedt een verordening niet in werking voordat deze is bekendgemaakt. Sinds 1 januari 2014 is hiervoor bekendmaking in een elektronisch Gemeenteblad vereist (op grond van de Wet elektronische bekendmaking).