Regeling vervallen per 30-11-2017

Nadere regels Tijdelijk wonen

Geldend van 18-06-2015 t/m 29-11-2017

Intitulé

Nadere regels Tijdelijk wonen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn ;

overwegende dat het wenselijk is voor de uitoefening van hun bevoegdheid als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en artikel 4 van de bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), beleidsregels voor tijdelijk wonen vast te stellen;

gelet op het bepaalde in artikel 4:81, 4:82 en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUITEN vast de stellen de volgende:

Nadere regels voor tijdelijk wonen

Artikel 1 Begrippen

Agrarisch bouwperceel:

Perceel, zoals gedefinieerd in het betreffende bestemmingsplan.

Arbeidsmigrant: Tijdelijke arbeider die het hoofdverblijf elders heeft.

Bestaand stads- en dorpsgebied

Bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing, met inbegrip van daartoe bouwrijp gemaakte terreinen, ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid (uitgezonderd glastuinbouw), detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur.

Buitengebied

De omgeving die buiten de definitie ‘bestaand stads- en dorpsgebied’ valt.

Huishouding

Persoon of groep personen die onderling een huishouden voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.

Huisvesting arbeidsmigranten Tijdelijke dan wel permanente voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten, die hun hoofdverblijf elders hebben, niet bedoeld voor recreatieve doeleinden.

Kamerverhuur

Een woonfunctie voor het verschaffen van een (tijdelijk) nachtverblijf aan meer dan één huishouden, waarbij de bewoners samen één voordeur delen. Inwoning van een huishouden

(bestaande uit een persoon) bij een hoofdhuishouden (hospes/hospita) valt in deze beleidsregel niet

binnen de reikwijdte van het begrip kamerverhuur.

Short- en midstay

Vormen van huisvesting, waarbij het de intentie is om niet langer dan respectievelijk 6 maanden tot 3 jaar te verblijven. Bij longstay gaat het om langere periodes, dan wel permanente vestiging.

Stichting Normering Flexwonen (SNF)

Stichting die de registers beheert van ondernemingen die aan de norm voor huisvesting van arbeidmigranten voldoen en onderhoudt de normen. Organisaties die huisvesting voor arbeidsmigranten aanbieden kunnen een certificaat van de Stichting Normering Flexwonen behalen. Hiervoor dienen zij te voldoen aan de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten (www.normeringflexwonen.nl).

Wabo

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Artikel 2 Uitgangspunten

Deze beleidsregel wordt gebruikt bij het toetsen van aanvragen voor omgevingsvergunningen voor tijdelijk wonen en de huisvesting van arbeidsmigranten of andere groepen van personen. Dit voorzover het gebruik in strijd is met het vigerende bestemmingsplan, waarbij alleen medewerking verleend kan worden door een afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 2.12 van de Wabo of een opvolgende wettelijke bepaling met een gelijkluidende strekking. Mantelzorg valt hier niet onder. De basis voor deze beleidsregel is gegeven in het beleidskader ‘Tijdelijk wonen in Alphen aan den Rijn’ uit 2015. Daarin is het volgende gesteld:

  • 1.

    Er mag geen parkeeroverlast plaatsvinden. Er vindt een toets plaats op parkeren (parkeernota).

  • 2.

    Er mag geen concentratie van huisvestingsvoorzieningen voor arbeidsmigranten of andere groepen van personen ontstaan in een straat of wijk.

  • 3.

    Er mogen geen belemmeringen ontstaan voor de (uitbreiding van) omliggende functies die mogelijk zijn binnen het geldende bestemmingsplan.

  • 4.

    De SNF normering is de minimale norm voor grotere, bedrijfsmatige vormen van kamerbewoning en logies.

Kleine woonvormen

De grens voor kleinschalige verhuurvormen wordt gelegd op maximaal 4 personen, waarbij het huishouden van de eventuele hoofdbewoner(s) in het pand als één persoon wordt gezien. Vergunningsaanvragen van deze schaal kunnen zondermeer getoetst worden aan deze beleidsregel en er wordt in principe meegewerkt aan het afwijken van de regels in het bestemmingsplan. De regels hiervoor gelden voor alle vormen van kamerverhuur, dus ook voor niet-arbeidsmigranten.

Grotere woonvormen

In bijzondere gevallen mag de voorziening groter zijn. Deze locaties komen niet zondermeer in aanmerking voor huisvesting voor arbeidsmigranten of andere groepen van personen, maar worden ook afzonderlijk getoetst op ruimtelijke en maatschappelijke wenselijkheid, waarna wordt besloten of er wordt meegewerkt aan het afwijken van de regels in het bestemmingsplan. Bij grotere vormen dient ook met de omgeving contact te worden gelegd en gehouden over de huisvesting. Het gaat er daarbij om dat bewoners een aanspreekpunt hebben bij vragen en klachten en dat deze fatsoenlijk worden afgehandeld.

Grootte

Vanuit bouwwetgeving heeft de huurder van een kamer recht op minimaal 12 vierkante meter gebruiksoppervlakte (art. 7.18 Bouwbesluit 2012). Dat is de te verhuren kamer plus de gezamenlijk gebruikte ruimtes zoals keuken, toilet en wasgelegenheid. Bij het indelen in kamers dient hier rekening mee gehouden te worden. Bij grotere woonvormen dient daarnaast de normen van de Stichting Normering Flexwonen (SNF) te worden gehanteerd.

Artikel 3 Afwijkingsregels per wooncategorie

Huisvesting vindt bij voorkeur plaats in gebieden waar huisvesting van arbeidsmigranten een positief effect of weinig nadelig effect heeft op de leefbaarheid. In deze beleidsregel wordt onderscheid gemaakt in verschillende typeringen van categorieën waarbinnen, onder voorwaarden, huisvesting van werknemers mogelijk kan worden gemaakt middels een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan.

Artikel 3.1 Kleine vormen van kamerverhuur

Op alle locaties waar wonen is toegestaan, is kamerverhuur mogelijk met inachtneming van de volgende regels:

  • 1.

    Er is slechts sprake van kleinschalige huisvesting, dat wil zeggen:

    • a)

      per locatie is slechts sprake van huisvesting voor maximaal 4 personen, waarbij het huishouden van de eventuele hoofdbewoner(s) in het pand als één persoon wordt gezien;

    • b)

      de huisvesting vindt plaats binnen de vigerende bebouwingsmogelijkheden (bouwvlak en bouwregels).

  • 2.

    Er moet worden voldaan aan de in de vigerende parkeernota gestelde eisen.

  • 3.

    Er mogen geen belemmeringen ontstaan voor (de uitbreiding van) omliggende functies die mogelijk zijn binnen het geldende bestemmingsplan.

  • 4.

    De verhuurder moet ervoor zorgen dat er geen overmatige overlast ontstaat voor omwonenden.

  • 5.

    Als er geen hoofdbewoner in het pand aanwezig is, zorgt de verhuurder voor een vast aanspreekpunt voor omwonenden.

  • 6.

    Bewoners die langer dan vier maanden in Nederland (zullen) verblijven moeten worden ingeschreven in de Basisregistratie personen van de gemeente.

Artikel 3.2 Grote vormen van kamerverhuur of logies

Hieronder valt de huisvesting van arbeidsmigranten of andere groepen van personen in complexen of gebouwen zoals grote woningen, bedrijfsgebouwen, kantoorpanden, woonunits en maatschappelijk vastgoed waarbij bedrijfsmatig meer dan 4 personen worden gehuisvest. Hieronder wordt niet verstaan het huisvesten van werknemers bij een agrarisch bedrijf buiten bestaand stads- en dorpsgebied.

Naast een individuele beoordeling op ruimtelijke en maatschappelijke aanvaardbaarheid, dient tenminste te worden voldaan aan de volgende voorwaarden :

  • 1.

    Binnen stads- of dorpsgebied dient er minimaal 200 meter loopafstand te zijn tussen een tweede grote vorm van huisvesting van arbeidsmigranten.

  • 2.

    Er moet worden voldaan aan de in de vigerende parkeernota gestelde eisen.

  • 3.

    Bij het huisvesten van arbeidsmigranten is de verhuurder in het bezit van het keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen (SNF Keurmerk); bij huisvesting van andere groepen moet in ieder geval worden voldaan aan de hierin gestelde normen.

  • 4.

    Er mogen geen belemmeringen ontstaan voor (de uitbreiding van) omliggende functies die mogelijk zijn binnen het geldende bestemmingsplan.

  • 5.

    De verhuurder moet ervoor zorgen dat er geen overmatige overlast ontstaat voor omwonenden.

  • 6.

    Er wordt een communicatieplan overlegd met daarin tenminste opgenomen:

  • a)

    een protocol hoe overlastsituaties worden voorkomen met daarbij in ieder geval een aanspreekpunt of contactpersoon voor vragen en klachten van zowel omwonenden als huurders;

  • b)

    het opstellen van (meertalige) huisregels voor arbeidsmigranten inclusief sancties;

  • c)

    hoe buurtbewoners worden betrokken bij de plannen.

  • 7.

    Bewoners die langer dan vier maanden in Nederland (zullen) verblijven moeten worden ingeschreven in de Basisregistratie personen van de gemeente.

  • 8.

    De voorziening is uitsluitend bedoeld voor personen die tijdelijk verblijven (short- en midstay).

Artikel 3.3 Huisvesting van werknemers bij een agrarisch bedrijf in het buitengeied

Er zijn twee mogelijkheden voor de huisvesting van werknemers op het agrarisch bedrijf. Hierbij is de onderstaande volgorde van toepassing:

  • A.

    Verbouwing/nieuwbouw binnen agrarisch bouwblok

  • B.

    Woonunits op agrarisch bedrijf

Conform de regionale richtlijnen geldt dat, indien nieuwbouw of inpandige verbouwing van een huisvestingsgedeelte bij een bedrijf mogelijk is, woonunits in principe niet zijn toegestaan. Indien verbouwing niet mogelijk is (dit moet aangetoond worden) zijn woonunits toegestaan.

De gemeente kan medewerking verlenen aan een planologische procedure onder de hieronder genoemde voorwaarden:

  • A.

    Verbouwing/nieuwbouw binnen agrarisch bouwblok

  • 1.

    Het moet gaan om de huisvesting van werknemers die op het bestaande agrarische bedrijf gedurende piekseizoenen, in ieder geval korter dan een jaar, werkzaam zijn.

  • 2.

    Het maximale aantal te huisvesten personen wordt afgestemd op de omvang van de eigen bedrijfsactiviteiten van het betrokken bedrijf, met een maximum van 20 personen per agrarisch bouwblok.

  • 3.

    Er mogen geen belemmeringen ontstaan voor de (uitbreiding van) omliggende functies die mogelijk zijn binnen het geldende bestemmingsplan.

  • 4.

    Er moet worden voldaan aan de in de vigerende parkeernota gestelde eisen.

  • 5.

    De verhuurder is in het bezit van het keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen (SNF Keurmerk) of bereid zich aan de normen hiervan te conformeren.

  • 6.

    Er mag geen overmatige overlast ontstaan voor omwonenden.

  • B.

    Woonunits op agrarisch bedrijf

  • 1.

    De tijdelijkheid van deze huisvesting moet onderbouwd zijn.

  • 2.

    Er worden niet meer dan 20 werknemers van het betrokken agrarische bedrijf toegestaan tijdens pieken in de werkzaamheden gedurende maximaal drie maanden per jaar.

  • 3.

    De woonunits worden toegestaan als er aantoonbaar sprake is van noodzaak tot piekopvang.

  • 4.

    De units worden binnen het agrarisch bouwperceel geplaatst en landschappelijk ingepast.

  • 5.

    De verhuurder is in het bezit van het keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen (SNF Keurmerk) of bereid zich aan de normen hiervan te conformeren.

  • 6.

    Woonunits of ‘overige huisvesting’, waaronder kampeermiddelen, mogen niet zijn: toercaravans, kampeerauto's, tenten of andere vormen van bewoning die niet voldoen aan de SNF kwaliteitseisen voor woonunits.

  • 7.

    Na afloop van de vergunningstermijn (maximaal 10 jaar) worden de units verwijderd. Hiertoe behoeft de gemeente geen afzonderlijke aanschrijving te doen.

  • 8.

    Er mogen geen belemmeringen ontstaan voor de (uitbreiding van) omliggende functies die mogelijk zijn binnen het geldende bestemmingsplan.

  • 9.

    Er moet worden voldaan aan de in de vigerende parkeernota gestelde eisen.

  • 10.

    Er mag geen overmatige overlast ontstaan voor omwonenden.

Artikel 4 Overige bepalingen

  • 1. Waar van toepassing worden in een anterieure overeenkomst voorwaarden uit deze beleidsregel opgenomen.

  • 2. Het college neemt in alle gevallen het maatschappelijk draagvlak en de eventuele concentratie van huisvestingsvoorzieningen in een straat, buurt of centrum mee in de overwegingen voor het meewerken aan een planologische procedure.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college van B&W heeft de bevoegdheid om, in gevallen die naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leiden, ten gunste van de aanvrager af te wijken van de beleidsregel. Indien van toepassing, wordt daarbij gebruik gemaakt van de Bed-voor-bedregeling.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Het besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking op de gemeentepagina en de daarvoor bestemde media.

  • 2.

    De officiële en citeertitel van deze beleidsregel is ‘Nadere regels Tijdelijk wonen’.

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 9 juni 2015

College van burgemeester en wethouders

De secretaris, de burgemeester,