Bijdrageregeling werkende en stilstaande industrie- en poldermolens 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Bijdrageregeling werkende en stilstaande industrie- en poldermolens 2016

De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T vast te stellen de volgende:

Bijdrageregeling werkende en stilstaande industrie- en poldermolens 2016

Artikel 1

Ten behoeve van de exploitatie van historische industrie- en poldermolens kan een jaarlijkse bijdrage worden verleend van 25% van de onderhoudskosten tot ten hoogste een bedrag van € 8.333, - per werkende molen en € 5.000, -per niet werkende (stilstaande) molen, derhalve maximaal € 2.083, - respectievelijk € 1.250, - Voornoemde bedragen zijn uitgangspunt met ingang van het onderhoudsjaar 2016.

Artikel 2

  • 1. De aanvraag om subsidie, als bedoeld in artikel 1, moet vóór 1 maart van het jaar, volgend op dat waarop de aanvraag betrekking heeft, bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend.

  • 2. Bij de aanvraag als bedoeld in het eerste lid, dient te worden overgelegd een opgave van het aan het onderhoud van de molen bestede bedrag, een specificatie van verrichte werkzaamheden, alsmede (afschriften van) rekeningen en betaalbewijzen.

  • 3. Een jaarlijkse bijdrage kan eveneens worden verleend op basis van een meerjarenonderhoudsprogramma, welk programma vooraf dient te worden goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders. De verplichting, als bedoeld in het eerste lid, is in dit geval niet van toepassing.

  • 4. Het meerjarenonderhoudsprogramma, als bedoeld in het derde lid, bestrijkt een periode van maximaal 6 jaar, te rekenen vanaf het jaar, waarin het programma wordt ingediend.

  • 5. Indien het onderhoud plaatsvindt op basis van een meerjarenonderhoudsprogramma, dienen de gespecificeerde rekeningen te worden ingediend in hetzelfde jaar waarin het onderhoud heeft plaatsgevonden. Verrekening vindt plaats in het geval de verleende bijdragen de onderhoudskosten – in de goedgekeurde periode – overtreffen.

  • 6. Indien een eigenaar meerdere molens in het bezit heeft, wordt – met inachtneming van het bepaalde in artikel 1 – voor de bepaling van de subsidiabele onderhoudskosten uitgegaan van de gemiddelde onderhoudskosten daarvan.

Artikel 3

Voor de in artikel 1 genoemde maximale onderhoudskosten geldt met ingang van het onderhoudsjaar 2017 jaarlijks een indexering volgens het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie van 31 december van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft.

Artikel 4

Geen subsidie wordt toegekend ten behoeve van molens die door verbouwing en als gevolg daarvan, een ander dan het oorspronkelijke gebruik, niet meer maalvaardig zijn.

Artikel 5

In de kosten van onderhoud wordt geen subsidie vastgesteld voor zover deze kosten:

  • 1.

    op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn;

  • 2.

    op grond van de Wet op de omzetbelasting (Staatsblad 1968, nr. 329) op verschuldigde belasting in aftrek gebracht kunnen worden.

Artikel 6

Subsidie wordt niet vastgesteld in de kosten van onderhoud uitgevoerd door een bedrijf dat geen vergunning bezit van de Kamer van Koophandel en Fabrieken als bedoeld in de Vestigingswet 1954 dan wel in de op basis van deze wet vastgestelde Vestigingsbesluiten.

Artikel 7

De bijdrage als bedoeld in artikel 1 (na indexering) wordt slechts toegekend in die gevallen waarin en voor zover de onderhoudskosten door het rijk en de provincie Zuid-Holland als subsidiabel zijn erkend.

Artikel 8

Op deze regeling zijn de bepalingen ingevolge de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 9

Deze regeling kan worden aangehaald als “Bijdrageregeling werkende en stilstaande industrie- en poldermolens 2016 van de gemeente Alphen aan den Rijn” en treedt in werking op 1 januari 2016.

Vastgesteld door de raad van Alphen aan den Rijn in de openbare raadsvergadering van 17 december 2015,

de griffier, de voorzitter,

drs. J.A.M. Timmerman, mr. drs. J.W.E. Spies