Regeling vervallen per 31-12-2018

Gemeenschappelijke regeling subsidiering GGZ voorzieningen

Geldend van 01-06-2011 t/m 30-12-2018

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling subsidiering GGZ voorzieningen

Artikel 1 Doel en middel

  • 1.

    Het doel van deze regeling is het in stand houden van Collectieve Preventie GGZ met een breed aanbod van GGZ preventieactiviteiten onderscheiden naar activiteiten voor Kinderen & Jeugd en voor Volwassenen & Ouderen, en GGZ voorzieningen voor de aan deze regeling deelnemende gemeenten.

  • 2.

    Voorts heeft de regeling tot doel voor die van de deelnemende gemeenten die daartoe besloten hebben het naast andere GGZ voorzieningen in stand te houden van Vriendendienst, die de inzet van vrijwillige ondersteuning en begeleiding van mensen met een psychiatrische problematiek organiseert en coördineert.

  • 3.

    De gemeente Leiden zal optreden als centrumgemeente.

Artikel 2 Inhoud en werkzaamheden

  • 1.

    De centrumgemeente draagt zorg voor het verlenen van subsidie aan de instellingen, binnen het tevoren door de deelnemende gemeenten in regioverband vastgestelde financiële kader, onder toepasselijkheid van de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Leiden.

  • 2.

    De centrumgemeente:

  • a.

    treedt op als beslisser op aanvragen en bezwaarschriften van betreffende subsidies;

  • b.

    treedt op als bestuurlijke partner voor de subsidieontvangende instellingen;

  • c.

    draagt zorg voor de beleidscoördinatie op het vlak van de werkzaamheden van de instellingen en stemt dit af met de deelnemende gemeenten in het periodieke regionale overleg.

Artikel 3 Bevoegdheden

De colleges van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Katwijk, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude dragen de uitoefening van de in artikel 2 genoemde aan hen toekomende bevoegdheden over aan het college van de gemeente Leiden.

Artikel 4 Financiën

1. De centrumgemeente ontvangt op basis van facturering per kalenderjaar van elke deelnemende gemeente het bij te dragen subsidiebedrag naar rato van het aantal inwoners van de gemeente per 1 januari van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar.

2. Voor de bedragen als bedoeld in het eerste lid wordt jaarlijks vóór 1 juni door de deelnemende gemeenten vastgesteld of de subsidiebedragen voor het volgend jaar worden geïndexeerd voor loon- en prijsstijgingen (accres). Voor indexering wordt het accres van de centrumgemeente gevolgd.

3. Voor de bedragen als bedoeld in het eerste lid wordt jaarlijks gecorrigeerd voor het aantal inwoners.

4. In januari van het betreffende kalenderjaar ontvangen de deelnemende gemeenten een factuur voor de bijdrage als bedoeld in het eerste lid voor het lopende subsidiejaar.

5. De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat zij vóór 31 maart van het betreffende kalenderjaar de factuur als bedoeld in het vorige lid aan de centrumgemeente hebben voldaan.

6. De centrumgemeente dient de ontvangen bijdragen van alle deelnemende gemeenten gezamenlijk via subsidieverlening in te zetten ter financiering van de afgesproken voorzieningen. Deze subsidieverlening vindt plaats conform de subsidieverordening van de centrumgemeente.

7. De centrumgemeente mag naast het gestelde in het eerste lid voor de door hem te verrichten werkzaamheden als centrumgemeente jaarlijks 0,1 fte tegen een uurprijs van € 75,- (prijspeil 2009) in rekening brengen bij het totaal van de deelnemende gemeenten.

8. Het bedrag als bedoeld in het zevende lid wordt jaarlijks door de centrumgemeente geïndexeerd voor loon- en prijsstijgingen.

Artikel 5 Overleg, rapportage en evaluatie

1. Over de uitvoering van deze regeling zal de centrumgemeente op bestuurlijk en ambtelijk niveau regelmatig overleg voeren met de deelnemende gemeenten in regionaal verband. Ambtelijk vindt jaarlijks overleg plaats vóór 1 juni over het genoemde in artikel 4, tweede lid.

2. De centrumgemeente draagt jaarlijks vóór 1 juli zorg voor het aanleveren van een jaarrapportage over het voorgaande jaar. Deze jaarrapportage bestaat tenminste uit:

a. een financiële rapportage op hoofdlijnen over het afgelopen jaar en een overzicht voor het komende jaar;

b. als bijlage het inhoudelijk en financieel jaarverslag van de gezamenlijke subsidies.

3. De centrumgemeente draagt vierjaarlijks zorg voor een evaluatie van de afgelopen vier jaren. Voor het eerst in 2014 over de periode 2010 – 2013.

Deze vierjaarlijkse evaluatie bestaat tenminste uit:

a. een beleidsinhoudelijke evaluatie over de afgelopen jaren en een vooruitblik voor de komende jaren;

b. een financiële evaluatie op hoofdlijnen over de afgelopen periode en een doorkijk voor de komende jaren, en

c. een advies aan de deelnemende gemeenten voor eventuele wijzigingen in het gezamenlijke beleid aangaande de Collectieve Preventie de Voorzieningen GGZ en Vriendendienst.

Artikel 6 Werkingsduur

Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, beginnende op 1 januari 2011, met dien verstande dat de regeling ten aanzien van artikel 2 (subsidiebesluiten) zal blijven bestaan totdat daarop onherroepelijk is beslist.

Artikel 7 Toetreding, Uittreding en beëindiging

1. Toetreding van een gemeente tot de regeling is mogelijk bij eensluidend besluit van de deelnemende gemeenten en met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar.

2. Het college van een deelnemende gemeenten kan tot uittreding besluiten.

3. Uittreding als bedoeld in het tweede lid, kan alleen met ingang van een nieuw kalenderjaar.

4. Een uittredende gemeente dient dit uiterlijk vóór 1 juli voorafgaande aan het in het tweede lid bedoelde kalenderjaar aan de centrumgemeente en de overige deelnemende gemeenten te melden.

5. Eventuele voor de centrumgemeente en/of voor de gesubsidieerde instellingen ontstane frictiekosten, waaronder de kosten van subsidieafbouw op grond van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, veroorzaakt door en/of verbonden aan de uittreding als bedoeld in het eerste lid, komen voor rekening van de uittredende gemeente(n).

6. De deelnemende gemeenten kunnen gedurende de looptijd van deze regeling slechts op basis van eensluidende besluiten deze regeling wijzigen.

7. Beëindiging van deze regeling kan slechts indien alle deelnemende gemeenten daarmee instemmen. Besluitvorming over beëindiging dient ten minste zes maanden voorafgaand aan de beëindiging te zijn afgerond.

8. De voor de centrumgemeente ontstane kosten, veroorzaakt door en/of verbonden aan de beëindiging als bedoeld in het zesde lid, komen naar rato van inwonertal voor rekening van alle op het moment van beëindiging deelnemende gemeenten.

Artikel 8 Registratie

1. De colleges van de deelnemende gemeenten nemen de regeling op in het door hen bij te houden register als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

2. Het college van de gemeente Leiden draagt zorg voor de toezending van deze regeling aan gedeputeerde staten van Zuid-Holland.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Gemeenschappelijke regeling subsidiëring GGZ voorzieningen’

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn op 31 mei 2011,

de secretaris, de burgemeester,