Verordening burgerinitiatief 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Burgerinitiatief: een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van een initiatiefgerechtigde aan de raad om te beraadslagen over een door hen geformuleerd voorstel over een gemeentelijke aangelegenheid;

Initiatiefgerechtigden: personen van twaalf jaar en ouder die zijn ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Alphen aan den Rijn;

Raad: de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn;

Agendacommissie: de krachtens het geldende Raadsreglement van orde ingestelde agendacommissie;

Griffier: de in de Gemeentewet bedoelde griffier;

Commissie: een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

College: het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn.

Artikel 2 Burgerinitiatief

1. Een burgerinitiatief is een schriftelijk gemotiveerd voorstel van een initiatiefgerechtigde aan de raad voor een door de raad te nemen besluit, dat betrekking heeft op een gemeentelijke aangelegenheid waarover de raad bevoegd is te besluiten.

2. Indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien, dient daarvan een globale raming te worden toegevoegd.

3. Het burgerinitiatief vermeldt de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de initiatiefgerechtigde indiener en tenminste één plaatsvervanger.

4. Een lijst met voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van tenminste 100 initiatiefgerechtigden die het voorstel ondersteunen dient te worden bijgevoegd.

5. Voor de indiening van de ondersteuningsverklaringen wordt gebruik gemaakt van het als bijlage bij deze verordening gevoegde model.

Artikel 3 Vereisten

1. Initiatiefgerechtigden van twaalf jaar en ouder kunnen een burgerinitiatief indienen.

2. Indien de initiatiefgerechtigde minderjarig is moet hij/zij worden ondersteund in de procedure door een mede-indiener die meerderjarig is.

3. Een burgerinitiatief wordt door tenminste 100 initiatiefgerechtigden ondersteund en betreft geen op grond van artikel 4 uitgesloten aangelegenheid.

Artikel 4 Gemeentelijke aangelegenheden

Een burgerinitiatief kan niet worden ingediend over de volgende aangelegenheden:

a. de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de gemeenteraad geen beleidsvrijheid heeft;

b. de gemeentelijke organisatie en procedures;

c. de vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting(en) en de gemeentelijke belastingen en tarieven;

d. de geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers;

e. onderwerpen waarover korter dan twee jaren voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen;

f. handelingen en gedragingen waarover een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht;

g. benoemingen van personen en functioneren van personen;

h. onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan.

Artikel 5 Procedure

1 Een burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de raad door toezending daarvan aan de Agendacommissie.

2 a. onder verantwoordelijkheid van de agendacommissie stelt de griffier binnen twee weken na ontvangst vast of het initiatief voldoet aan de in de voorgaande artikelen bedoelde vereisten.

b. indien een burgerinitiatief niet voldoet aan de in de voorgaande artikelen bedoelde vereisten, stelt de griffier de indiener gedurende een termijn van ten hoogste vier weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

c. de termijn bedoeld in het tweede lid onder b vangt aan met ingang van de dagtekening van de schriftelijke mededeling over het gebrek aan de indiener.

d. indien de raad niet bevoegd is om het in het burgerinitiatief genoemde besluit te nemen, zendt de griffier het voorstel door aan het college of een andere bevoegde instantie.

3 Na de handelingen bedoeld in artikel 2 biedt de griffier aan de Agendacommissie aan:

- het burgerinitiatief;

- de bevindingen van de beoordeling of al dan niet wordt voldaan de in voorgaande

artikelen bedoelde vereisten.

4 De Agendacommissie brengt het burgerinitiatief zo spoedig mogelijk ter kennis van het college.

5 Het college kan binnen twee maanden nadat het ter kennis is gesteld van het burgerinitiatief schriftelijk wensen en bedenkingen met betrekking tot het burgerinitiatief kenbaar maken aan de raad –via de Agendacommissie-, dan wel gemotiveerd aangeven géén wensen en bedenkingen kenbaar te zullen maken.

6 De Agendacommissie plaatst een geldig burgerinitiatief en de ingediende wensen en bedenkingen van het college op de agenda van de eerstvolgende reguliere commissievergadering.

7 De indiener van het burgerinitiatief wordt uitgenodigd om de vergadering van de commissie bij te wonen en tijdens de vergadering eventueel een korte toelichting te geven. Het burgerinitiatief wordt op de gebruikelijke wijze in de commissie behandeld.

8 De Agendacommissie agendeert het burgerinitiatief voor de eerstvolgende gemeenteraadsvergadering, waarna een raadsbesluit over het burgerinitiatief wordt genomen.

Artikel 6 Uitvoering beslissing

1. De raad stelt de indiener binnen twee weken na de raadsvergadering waarin besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de redenen daarvoor aan.

2. Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de indiener binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit wordt gestart.

3. Zo spoedig mogelijk nadat de raad een besluit over het burgerinitiatief heeft genomen, wordt dit besluit op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 29 maart 2018.

Artikel 8 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Verordening burgerinitiatief 2015”.