Regeling vervallen per 01-08-2022

Verordening behandeling bezwaarschriften Alphen aan den Rijn 2014

Geldend van 07-07-2018 t/m 31-07-2022

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften Alphen aan den Rijn 2014

De raad, het college, de burgemeester en de leerplichtambtenaar van de gemeente Alphen aan den Rijn;

Ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Gelezen het voorstel van het college;

Gelet op de artikelen 7:5, 7:7 en 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de artikelen 84, 149 en 156 van de Gemeentewet;

Besluiten vast te stellen de:

Verordening behandeling bezwaarschriften Alphen aan den Rijn 2014

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

b. commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften, als bedoeld in artikel 7:13, lid 1, van de Awb;

c. college: college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn;

d. onafhankelijke adviseurs: vaste externe adviseurs, ieder zijnde een persoon als bedoeld in artikel 7:5, eerste lid, onder a, van de Awb.

Artikel 2. Bezwaarschriftencommissie, onafhankelijke adviseurs en hun bevoegdheden

1. Er is een bezwaarschriftencommissie en er zijn onafhankelijke adviseurs.

2. De bezwaarschriftencommissie en de onafhankelijke adviseurs zijn niet bevoegd tot het horen en adviseren over bezwaarschriften, gericht tegen besluiten:

a. op grond van een wettelijk voorschrift betreffende belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

b. op het gebied van de wetten en regels, zoals opgenomen op het bij deze verordening behorende uitvoeringsbesluit, vastgesteld door het college.

3. Het college is bevoegd middels een uitvoeringsbesluit bij deze verordening aan te geven over welke besluiten de bezwaarschriftencommissie hoort- en adviseert en over welke besluiten de onafhankelijke adviseur hoort en adviseert.

4. Het horen naar aanleiding van en het adviseren van het verwerend orgaan over een bezwaarschrift tegen besluiten geschiedt door de commissie, respectievelijk door een onafhankelijke adviseur, op basis van deze verordening en het in lid 3 van dit artikel bedoelde uitvoeringsbesluit.

Artikel 3. Jaarverslag

Jaarlijks wordt een verslag van de behandeling van de bezwaarschriften en de externe adviseurs uitgebracht aan de bestuursorganen van de gemeente betreffende de werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar, al dan niet gezamenlijk.

Hoofdstuk II Behandeling van bezwaarschriften door de bezwaarschriftencommissie

Artikel 4. Samenstelling van de commissie

1. De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden.

2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

3. Het college benoemt de plaatsvervangende voorzitter(s).

4. De voorzitter, diens plaatsvervanger(s) en de leden van de commissie maken geen deel uit van een bestuursorgaan of een ander adviesorgaan dat advies geeft aan een bestuursorgaan van de gemeente Alphen aan den Rijn en zijn evenmin werkzaam onder de verantwoordelijkheid van één van de bestuursorganen van de gemeente Alphen aan den Rijn.

5. De voorzitter, diens plaatsvervanger(s) en de leden van de commissie, zijn niet woonachtig binnen het grondgebied van de gemeente Alphen aan den Rijn.

6. In uitzonderlijke gevallen kan het college, op voorstel van de commissie, gemotiveerd besluiten om een andere onafhankelijke commissie aan te wijzen voor het behandelen van een bepaald bezwaarschrift.

Artikel 5. Secretaris

1. De secretarissen van de commissie zijn de door het college aangewezen ambtenaren, die de commissie ondersteunen en samen het secretariaat van de commissie vormen.

2. Een secretaris van de commissie is aanwezig bij de hoorzitting en bij de advisering over bezwaren, zoals bedoeld in artikel 2, respectievelijk de artikelen 13 en 18 van deze verordening, maar heeft geen stemrecht bij het uitbrengen van het advies over het bezwaarschrift door de commissie.

Artikel 6. Zittingsduur

1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van maximaal vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden voor maximaal vier jaar. Het college stelt een rooster van aftreden vast.

2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

3. De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie zo mogelijk vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 7. Ingediend bezwaarschrift

1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

2. De ontvangst van een bezwaarschrift wordt schriftelijk bevestigd door de secretaris van de commissie.

3. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van het secretariaat van de commissie gesteld.

Artikel 8. Bemiddeling

1. De commissie en de vertegenwoordiger van het verwerende orgaan kunnen onderzoeken of de zaak in de minne kan worden geschikt, voordat de zaak in behandeling wordt genomen en tijdens de behandeling.

2. Als de zaak in de minne wordt geschikt, worden de gemaakte afspraken schriftelijk door het verwerende orgaan vastgelegd.

3. De vertegenwoordiger van het verwerend orgaan verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 9. Uitoefening bevoegdheden

1. De volgende bevoegdheden op grond van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

a. het verzoeken om een schriftelijke machtiging aan een gemachtigde, (artikel 2:1, tweede lid, Awb);

b. het stellen van een termijn aan de indiener van de bezwaren (artikel 6:6 Awb);

c. het verzenden van stukken tijdens de behandeling van de bezwaren door de commissie (artikel 6:17 Awb);

d. het ter inzage leggen van het bezwaarschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken, dan wel het toezenden daarvan aan een belanghebbende (artikel 7:4, tweede lid);

e. het al dan niet op verzoek van een belanghebbende afzien van het op de hoogte stellen van het verhandelde tijdens een hoorzitting van een andere belanghebbende, voor zover geheimhouding om gewichtige reden is geboden (artikel 7:6, vierde lid).

2. De voorzitter kan de bevoegdheden van lid 1 van dit artikel mandateren aan de secretaris van de commissie.

Artikel 10. Vooronderzoek

1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen.

3. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 11. Hoorzitting

1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

2. Het horen vindt in beginsel plaats door de voorzitter, dan wel diens plaatsvervanger en twee leden. Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat tenminste één lid en de (plaatsvervangend) voorzitter aanwezig zijn.

3. In afwijking van het vorige lid van dit artikel kan het horen van een bezwaarde plaatsvinden door alleen de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, indien:

a. sprake is van een bezwaarschrift, gericht tegen een besluit op grond van de Huisvestingsverordening Holland Rijnland;

b. sprake is van een bezwaarschrift, gericht tegen een besluit over een gehandicaptenparkeerkaart;

c. sprake is van een niet-ontvankelijkheid van de bezwaren.

4. In afwijking van het tweede lid van dit artikel hoort de commissie bij ontstentenis van de (plaatsvervangend) voorzitter met tenminste twee leden. Alsdan voorziet de commissie voor de duur van de hoorzitting in een waarnemend voorzitter ten aanzien van het horen.

5. De commissie kan de bevoegdheid om over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb te beslissen mandateren aan de voorzitter.

6. Indien de voorzitter op grond van het vijfde lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan belanghebbende(n) en het verwerend orgaan.

7. De voorzitter kan de bevoegdheden van lid 1 van dit artikel mandateren aan de secretaris van de commissie.

Artikel 12. Uitnodiging zitting

1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

5. De voorzitter kan de bevoegdheid van de leden 1, 3 en 4 van dit artikel mandateren aan de secretaris van de commissie.

Artikel 13. Advisering

Voor de advisering door de commissie is vereist dat tenminste drie leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn/haar plaatsvervanger, hun standpunt geven.

Artikel 14. Onpartijdigheid en integriteit

1. De voorzitter of een lid van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

2. Het college kan voor de voorzitter, diens plaatsvervanger(s) en de andere leden van de commissie een integriteitscode vaststellen.

Artikel 15. Openbaarheid- en beslotenheid hoorzitting

1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, vindt de hoorzitting in ieder geval achter gesloten deuren plaats indien de bezwaren betrekking hebben op een besluit:

a. betreffende de rechtspositie van ambtenaren;

b. over een gehandicaptenparkeerkaart;

c. krachtens de Huisvestingsverordening Holland-Rijnland, voor zover het besluit betrekking heeft op een urgentieverklaring in het kader van huisvesting.

3. De deuren kunnen eveneens worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

4. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

Artikel 16. Verslaglegging

l. Van de hoorzitting wordt een audioverslag gemaakt.

2. U¡t het audioverslag blijkt of de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden.

3. Uit het audioverslag blijkt welke bescheiden op de zitting zijn overgelegd.

4. Uit het audioverslag blijkt welke afspraken met belanghebbende zijn gemaakt over het toezenden van het audioverslag.

5. Van de hoorzitting wordt voorts een schriftelijk verslag gemaakt:

a. als belanghebbende daar om verzoekt;

b. als er beroep wordt ingesteld tegen de betreffende beslíssing op het bezwaarschrift bij de bestuursrechter;

c. als vanwege omstandigheden een audioverslag niet kan worden toegezonden.

6. Het schriftelijke verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

7. lndien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvindt, wordt hiervan melding gemaakt in het schriftelijke verslag.

8. Het schriftelijke verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die bij het verslag worden gevoegd.

9. Het schriftelijke verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 17. Nader onderzoek

1. Indien de commissie na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld nader onderzoek wenselijk acht, kan zij nader onderzoek opdragen aan of aanvullende informatie opvragen bij het bestuursorgaan, dan wel dit onderzoek zelf uitzetten.

2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) toegezonden.

3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

5. In geval van een onderzoek op initiatief van de commissie als bedoeld in artikel 17 lid 1, wordt vooraf toestemming gevraagd aan het college indien kosten aan het nader onderzoek zijn verbonden.

Artikel 18. Raadkamer en advies

1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 19. Uitbrengen advies en verdaging

1. Het advies wordt tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt de secretaris het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 20. Vergoedingen

De voorzitter, diens plaatsvervanger en de leden van de commissie ontvangen per bijgewoonde vergadering een vergoeding op grond van een verordening die de raad met betrekking tot vergoedingen heeft vastgesteld.

Hoofdstuk III Behandeling van bezwaarschriften door een onafhankelijk adviseur

Artikel 21. Benoeming

1. Er zijn tenminste twee onafhankelijke adviseurs.

2. De onafhankelijke adviseurs worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

3. De onafhankelijke adviseurs maken geen deel uit van een bestuursorgaan of een ander adviesorgaan dat advies geeft aan een bestuursorgaan van de gemeente Alphen aan den Rijn en zijn evenmin werkzaam onder de verantwoordelijkheid van één van de bestuursorganen van de gemeente Alphen aan den Rijn.

4. De onafhankelijke adviseurs maken geen deel uit van de commissie voor de bezwaarschriften.

5. De onafhankelijk adviseurs kunnen worden ondersteund door een door het college aangewezen ambtenaar, die in de betreffende procedure niet tevens als vertegenwoordiger van het bestuursorgaan optreedt. Deze ambtenaar is aanwezig bij de hoorzitting en bij de advisering over bezwaren, maar heeft geen stemrecht bij het uitbrengen van het advies over het bezwaarschrift door de onafhankelijk adviseur.

Artikel 22. Zittingsduur

1. De onafhankelijke adviseurs worden benoemd voor een termijn van maximaal vier jaar.

2. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden voor een termijn van maximaal vier jaar.

3. De onafhankelijke adviseurs kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

4. De aftredende- of ontslagnemende onafhankelijke adviseurs blijven hun functie zo nodig en zo mogelijk vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 23 Onpartijdigheid en integriteit

1. De onafhankelijke adviseur behandelt een bezwaarschrift niet, indien daarbij zijn of haar onpartijdigheid in het geding is. Hij of zij laat zich zo nodig vervangen.

2. Het college kan een integriteitscode vaststellen voor de onafhankelijke adviseurs.

Artikel 24 Openbaarheid- en beslotenheid hoorzitting

1. De hoorzitting is openbaar, indien naar het oordeel van de onafhankelijke adviseur de persoonlijke levenssfeer van belanghebbende(n) niet wordt aangetast.

2. De hoorzitting vindt in ieder geval achter gesloten deuren plaats, indien de bezwaren betrekking hebben op een besluit:

a. op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) dan wel opvolgende wetgeving;

b. krachtens de Participatiewet, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 of andere sociale wet- of regelgeving dan wel opvolgende wetgeving.

Artikel 25. Bemiddeling

1. De onafhankelijke adviseur en de vertegenwoordiger van het verwerende orgaan kunnen ter zitting onderzoeken of de zaak in de minne kan worden geschikt.

2. Als de zaak in de minne wordt geschikt, worden de gemaakte afspraken door het verwerend orgaan schriftelijk vastgelegd.

Artikel 26. Doorgeleiding naar bezwaarschriftencommissie

1. Indien de onafhankelijke adviseur tijdens de behandeling van het bezwaar tot het inzicht komt dat het bezwaarschrift qua juridisch kader, de feiten en/of de situatie dermate complex is dat behandeling dat behandeling door de commissie bezwaarschriften wenselijk is, maakt hij of zij dit kenbaar aan de secretaris van de commissie en het verwerend orgaan.

2. Het verwerend orgaan draagt er in dat geval zorg voor, dat het bezwaar alsnog door de commissie wordt behandeld en stelt bezwaarde hiervan op de hoogte.

Artikel 27. Advies

1. De onafhankelijke adviseur adviseert het verwerend orgaan zo mogelijk meteen, en anders zo spoedig mogelijk, na het horen van de belanghebbenden over de te nemen beslissing op bezwaar.

2. Indien de beslissing op het bezwaarschrift afwijkt van het advies van de onafhankelijk adviseur, vermeldt het bestuursorgaan in de beslissing de reden(en) voor die afwijking.

Artikel 28. Vergoeding

De onafhankelijke adviseur ontvangt per de door hem of haar gehouden vergadering het bedrag, dat de voorzitter van de commissie of diens plaatsvervanger, zoals bedoeld in artikel 20 van deze verordening, per vergadering ontvangt.

Hoofdstuk IV Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 29. Intrekking oude regelingen en overgangsbepalingen

1. De Verordening commissie bezwaarschriften 2010 van Alphen aan den Rijn, de Verordening commissie bezwaarschriften Rijnwoude, alsook de Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Boskoop 2003 worden ingetrokken op de in artikel 30 van deze verordening bedoelde dag van inwerkingtreding van deze verordening.

2. Op bezwaarschriften, die voor de in artikel 30 van deze verordening bedoelde dag al waren ontvangen, en waarvan de belanghebbende(n) op die dag al waren gehoord door- of namens een commissie voor de bezwaarschriften op grond van de in het vorige lid genoemde verordeningen, dan wel waarbij is afgezien van het horen met toepassing van artikel 7:3 van de Algemene wet bestuursrecht, blijft de op het moment van indiening van het betreffende bezwaarschrift geldende verordening van toepassing.

Artikel 30. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag, volgende op de dag van de bekendmaking ervan.

Artikel 31. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening behandeling bezwaarschriften Alphen aan den Rijn 2014”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college in de vergadering van 10 april 2018,

de secretaris, de burgemeester

ing. P.D. Wekx MBA, mr. drs. J.W.E. Spies

Aldus vastgesteld door de raad in de openbare vergadering van 28 juni 2018,

de griffier, de voorzitter,

drs. J.A.M. Timmerman, mr. drs. J.W.E. Spies

De leerplichtambtenaar,