Regeling vervallen per 11-10-2014

Verordening op de rekenkamercommissie

Geldend van 01-01-2004 t/m 10-10-2014

Intitulé

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE

vastgesteld door de gemeenteraad op 26 juni 2003

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • b

    doeltreffendheid of effectiviteit de mate waarin een organisatie erin

  • slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • c

    raadslid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.2, eerste lid onder a door de raad uit zijn midden is aangewezen;

  • d

    extern lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.2, eerste lid onder b door de raad van buiten de kring van zijn leden is aangewezen.

Paragraaf 2 taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie

Artikel 2.1 Taak van de commissie

  • 1

    Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2

    De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de efficiency en effectiviteit van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 2.2 Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1

    De rekenkamercommissie bestaat uit vijf leden die door de raad op de volgende wijze worden aangewezen:

    • a

      twee leden worden door de raad uit zijn midden aangewezen voor een periode die gelijk is aan de zittingsduur van de zittende gemeenteraad; de raad wijst voor ieder lid een plaatsvervanger aan;

    • b

      drie leden worden door de raad van buiten de kring van zijn leden aangewezen op voordracht van de rekenkamercommissie voor een periode van vier jaar; deze leden kunnen door de raad op voordracht van de rekenkamercommissie een keer worden herbenoemd voor een aansluitende periode van vier jaar.

  • 2

    De rekenkamercommissie stelt voor de externe leden als bedoeld in het eerste lid onder b een rooster van aftreden vast en brengt dit ter kennis van de gemeenteraad.

  • 3

    De gemeenteraad wijst uit de drie externe leden een voorzitter aan. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

Artikel 2.2a Eed

Ten aanzien van externe leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.3 Einde van het lidmaatschap

  • 1

    Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a

      op eigen verzoek;

    • b

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de rekenkamercommissie te vervullen.

  • 2

    Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a

      op eigen verzoek;

    • b

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c

      wanneer het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3

    De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 2.4 Verboden betrekkingen en verboden handelingen

  • 1

    Een extern lid van de rekenkamercommissie kan in ieder geval niet tevens een betrekking vervullen als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder a. tot en met o. van de Gemeentewet. De uitzonderingen als bedoeld in het tweede lid van dat artikel zijn van toepassing.

  • 2

    Het is de externe leden van de rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de rekenkamercommissie, een lid van de rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod van zijn functie ontslaan.

Artikel 2.5 Vergoeding voor de werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1

    De externe leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2

    De vergoeding als bedoeld in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 5.

  • 3

    Ten aanzien van de vergoeding alsmede de onkostenvergoeding van de leden is de verordening ex artikel 96 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 3 de werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 3.1 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

Artikel 3.2 Initiatief met betrekking tot het uitvoeren van onderzoek

  • 1

    Suggesties tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door:

    • a

      de rekenkamercommissie;

    • b

      de gemeenteraad;

    • c

      het college van burgemeester en wethouders;

  • 2

    De rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast

  • 3

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad.

Artikel 3.3 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1

    De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2

    De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3

    De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris en de overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4

    De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 5

    De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6

    De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7

    Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders, aan de raad aangeboden.

  • 8

    De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de nota met conclusies en aanbevelingen.

Paragraaf 4 de ondersteuning van de rekenkamercommissie

Artikel 4.1 Ambtelijk secretaris

  • 1

    De griffier wijst, na overleg met de rekenkamercommissie, een ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie aan. Tevens wordt een plaatsvervangend secretaris aangewezen.

  • 2

    De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taak terzijde.

  • 3

    De secretaris legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht rechtstreekse verantwoording af aan de rekenkamercommissie.

Artikel 4.2 Onderzoeksmedewerkers

  • 1

    Interne onderzoeksmedewerkers worden voor de duur van het onderzoek en in overleg met de rekenkamercommissie door de griffier of de gemeentesecretaris aangewezen; zij worden in voldoende mate voor de vervulling van hun taak vrijgesteld. Hun werkzaamheden worden door de rekenkamercommissie bekostigd.

  • 2

    Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie..

  • 3

    De rekenkamercommissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 externe deskundigen in te schakelen.

Paragraaf 5 de kosten van de rekenkamercommissie

Artikel 5 Budget

  • 1

    De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen die krachtens artikel 2.5 zijn toegekend aan de externe leden van de rekenkamercommissie;

    • b.

      de secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      de kosten van externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      de eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3

    De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

Artikel 6.1 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de rekenkamercommissie.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.