Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de monumentencommssie

Geldend van 23-02-2006 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de monumentencommissie

(vastgesteld door de gemeenteraad op 9 februari 2006, ingaande 23 februari 2006)

Artikel 1 Taak

1 De monumentencommissie, verder te noemen de commissie, adviseert op verzoek of uit eigen beweging aan burgemeester en wethouders over onderwerpen die worden genoemd in bijlage F.

2 Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van archeologisch, geschiedkundig architectonisch, cultuur-, of sociaal historisch belang.

3 De besluiten die naar aanleiding van de adviezen van de commissie zijn genomen worden zo spoedig mogelijk aan de commissie meegedeeld.

Artikel 2 Samenstelling

  • 1

    De commissie bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden, exclusief de voorzitter en ambtelijke ondersteuning.

  • 2

    In de commissie dienen de volgende deskundigheden vertegenwoordigd te zijn:

    (restauratie)architectuur, archeologie, kunsthistorie, bouwkunde en regionale- en lokale geschiedenis. Van de leden wordt verwacht, dat zij betrokken zijn bij het inhoudelijk werk van en/of prestaties hebben geleverd binnen de taakstelling van de commissie. Ook dienen zij een band te hebben met de gemeente Alphen aan den Rijn.

  • 3

    De Archeologische Werkgemeenschap Nederland, Afdeling Rijnstreek, en de Historische Vereniging Alphen aan den Rijn hebben ieder afzonderlijk het recht één lid ter benoeming voor te dragen bij burgemeester en wethouders

  • 4

    De voorzitter van de commissie is de wethouder met de portefeuille monumentenzorg. De voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 5

    Burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan als secretaris van de commissie, en ook maximaal twee ambtelijke adviseurs met een specifieke deskundigheid op het terrein van respectievelijk plaatselijke- en regionale archieven en bouwkunde in de ruime zin van het woord.

  • 6

    In de commissie kunnen geen leden worden benoemd die lid zijn van de gemeenteraad of een raadscommissie of ambtenaar zijn bij de gemeente Alphen aan den Rijn.

  • 7

    De commissie en haar voorzitter zijn bevoegd om ambtenaren, adviseurs en/of deskundigen te horen en/of in te schakelen. Daarvoor is toestemming nodig van burgemeester en wethouders indien daaraan kosten zijn verbonden die voor rekening van de gemeente komen.

Artikel 3 Benoeming en ontslag

1 De leden worden door burgemeester en wethouders benoemd voor de duur van de zittingsperiode van de gemeenteraad. De leden kunnen éénmaal worden herbenoemd.

2 Een lid kan ontslag nemen door schriftelijke kennisgeving aan burgemeester en wethouders. Hij blijft zijn functie uitoefenen totdat in de opvolging is voorzien.

3 Wanneer blijkt dat een lid zijn of haar taak niet of niet behoorlijk vervult, kunnen burgemeester en wethouders dit lid ontslaan als lid van de commissie.

Artikel 4 Financiën

De leden van de commissie ontvangen voor hun werkzaamheden een presentiegeldvergoeding en een vergoeding voor reiskosten.

Artikel 5 Vergaderingen

1 De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. De deuren worden gesloten wanneer de meerderheid van het aantal aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

2 De Commissie vergadert tenminste zes maal per jaar of zo dikwijls als burgemeester en wethouders, danwel de voorzitter dit nodig oordelen, dan wel nadat tenminste drie leden schriftelijk en onder opgaaf van redenen hierom hebben verzocht.

3 De voorzitter belegt de vergaderingen en zorgt dat de agenda, spoedeisende gevallen uitgezonderd, minimaal zeven dagen daarvoor wordt verzonden met vermelding van de te behandelen onderwerpen en bijbehorende stukken.

4 Bij verhindering van de voorzitter wordt deze vervangen door een door een lid van de commissie die daarvoor in de eerste vergadering van de commissie wordt aangewezen.

Artikel 6

1 De vergadering wordt niet gehouden als blijkens de presentielijst niet ten minste de helft van de leden bij de vergadering aanwezig is.

2 Kan een vergadering door omstandigheden als genoemd in lid 1 niet doorgaan, dan wordt, met een tussentijd van minimaal 24 uur, een nieuwe vergadering belegd. Wanneer ook dan het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt over de op de agenda vermelde onderwerpen beraadslaagd en geadviseerd door de leden die wel aanwezig zijn.

3 Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van de stemmen vindt er herstemming plaats in de eerstvolgende vergadering. De minderheid kan vorderen, dat haar afwijkende mening uit het advies blijkt. Adviezen worden met redenen omkleed en door de voorzitter en de secretaris getekend.

4 Op voorstel van de voorzitter kan de besluitvorming over zaken plaatsvinden door toezending van een voorstel aan de leden die daarover schriftelijk hun mening kenbaar kunnen maken.

5 De voorzitter kan over onderwerpen die in een besloten vergadering zijn behandeld of stukken die aan de commissie zijn overgelegd, geheimhouding bevelen. Deze geheimhouding wordt in acht genomen door alle leden en adviseurs van de commissie en duurt totdat de voorzitter deze opheft.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders en de gemeentesecretaris kunnen de besloten vergaderingen als toehoorder bijwonen.

Artikel 8 Verslaglegging

1 Van het besprokene in een vergadering wordt door de secretaris een beknopt zakelijk verslag gemaakt met vermelding van de door de commissie uitgebrachte adviezen.

2 Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van de commissie vastgesteld en door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

3 De secretaris draagt zorg voor het ter kennisneming brengen van het verslag aan burgemeester en wethouders.

Artikel 9 Jaarverslag

Van de werkzaamheden van de commissie wordt jaarlijks voor 1 april van het daaropvolgend jaar een schriftelijk verslag gemaakt dat ter kennis wordt gebracht aan burgemeester en wethouders en de raad.

Artikel 10 Onvoorziene zaken

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, en ook bij gerezen geschillen over de toepassing van deze verordening, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de commissie.

Artikel 11 Inwerkingtreding

De intrekking van de Verordening op de monumentencommissie, vastgesteld op 19 juli 1990, en deze nieuwe verordening treden in werking op de dag zoals opgenomen in artikel 15, lid 2 en 3 van de Monumentenwet 1988.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op de monumentencommissie’.

Taken Monumentencommissie

De monumentencommissie adviseert burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging over de volgende aangelegenheden:

a De aanwijzing van beschermde gemeentelijke monumenten en de samenstelling van het register van beschermde gemeentelijke monumenten als bedoeld in artikel 3 en 6 van de Monumentenverordening 2005.

b De aanwijzing van beschermde rijksmonumenten als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988.

c De aanwijzing van beschermde beeldbepalende zaken en de samenstelling van het register van beschermde beeldbepalende zaken als bedoeld in artikel 21 en 22 van de Monumentenverordening 2005.

d De aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet 1988.

e De aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 15 en de registratie daarvan als bedoeld in artikel 17 van de Monumentenverordening 2005.

f De aanwijzing van beschermde gemeentelijke archeologische monumenten als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenverordening 2004.

g Aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11, 37 en 39 van de Monumentenwet 1988.

h De uitvoering van de Monumentenverordening 2005.

i Beslissingen op basis van artikel 3 van de Subsidieverordening Monumentenzorg 2005.

j De bevordering en het herstel van beschermde rijks- en gemeentelijke monumenten en beeldbepalende zaken.

k Cultuurhistorische analyses en effectrapportages voor gebieden, die (ingrijpende) wijzigingen in de ruimtelijke ordeningsstructuur ondergaan.

l De ontwikkeling van een integraal cultuurhistorisch beleid voor zowel bovengrondse- als ondergrondse zaken en terreinen.

m Alle overige aangelegenheden, hiervoor niet gespecificeerd, die van belang kunnen zijn voor de behartiging van de monumentenzorg en archeologie in de gemeente Alphen aan den Rijn.